GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN. Zitting van Donderdag don 2-t Felroavij 1870.
herstelling van vier ijzeren draaibruggen. Dit is cene onvoor
ziene uitgaaf, die, naar Spr. meent, kan worden gedaan uit het
fonds voor onvoorziene uitgaven en waarvoor niet tot verminde
ring van het voor amortisatie van schuld beschikbaar gesteld
bedrag behoort te worden overgegaan. Bij Spr. bestaat net voor
nemen zooveel mogelijk mede te werken tot vermindering van
den schuldenlast der gemeente, waarom hij er ongaarne toe over
gaat het daarvoor aangewezen bedrag te verminderen, terwijl er
nog 8500.00 aanwezig is, die eigenlijk voor de bestrijding van
de door hem bedoelde uitgaaf moet strekken. Gaarne zou hij
mitsdien hieromtrent eenige opheldering ontvangen.
l)e heer Bloembergen zegt, dat het door den heer Dirks op
gemerkte ook aanvankelijk bij het Dagelijksch Bestuur in over
weging ia geweest, en, wanneer het een klein bedrag gegolden
had, dan ook zou men misschien er toe zijn overgegaan het uit den
post voor onvoorziene uitgaven te bestrijden, ten einde de bui
tengewone aflossing niet tc verminderen. Nu het evenwel eene
uitgaaf van f 58-00.00 betreft, had men er bedenking tegen, voor
eeno uitgaaf van buitengewonen aard, het fonds voor onvoorziene
uitgaven uit te putten. Dat fonds toch heeft hoofdzakelijk de
bestemming oio aan te vullen het te kort dat op de verschil
lende artikelen der begrooting, in den loop des dienstjaars,
mogt blijken te bestaan. Slaat men een blik in de bcgrooting
dan zal men kunnen zien, dat bij den post voor onvoorziene uit
gaven vele urtikelen aangewezen zijn, die zoo noodig uit het fonds
versterking zullen kunnen ontvangen. En wanneer men in aanmer
king neemt hoe menigmaal zoodanige versterking noodig is
Spr. behoeft slechts te wijzen op het BOg in deze vergadering
genomen besluit tot den aanmaak van nieuwe schoolbanken
dan laat het zich aanzien, dat men ook in 1870 vrij zeker
behoefte zal hebben, om racer dan epn artikel uit het fonds
te versterken en zou Spr. betwijfelen of het, nu met 5000.00
verminderd wordende, niet weldra zou blijken: ongenoegzaam tc
zijn lot zoodanige aanvulling dier artikelen. Dit is de eenigc
reden waarom tot vermindering van het voor aflossing beschik
baar gesteld bedrag het voorstel ia gedaan. Immers wanneer
men nagaat van welken aard de beoogde herstelling der bruggen
dan, meent Spr., kan het niet wel opgaan, het daarvoor te
besteden bedrag als kosten van gewoon onderhoud aan te mer
ken, maar acht hij het integendeel zeer verdedigbaar, die her
stelling als van buitengewonen aard te beschouwen en de daar
voor vereischte uitgaaf, althans voor een groot deel, ook uit
buitengewone middelen te hoeden en zoodoende daarmede niet
uitsluitend een dienstjaar te belasten maar ze over eenigc
dienstjaren te verd'celen.
Hierna word tl die wijziging va.ii hoofdstuk "VIII der uitgaven
met algeraeene stemmen goedgekeurd en insgelijks de verschil
lende wijzigingen der po6ten van ontvang; terwijl vervolgens
het geheele concept-besluit, met de memorie van toelichting,
onveranderd wordt aangenomen, luidende gemeld besluit als volgt
De Baad der gemeente Leeuwarden;
Overwegende, dat er, zoo ter uitvoering van zijn besluit van
15 Junij 1869, no, 4/26, betrekkelijk de opzameling van dc
haardasch cn het vuilnis enz., met den 1 Mei 1870, van wege
de gemeente, als uit anderen, hoofde, noodzakelijkheid bestaat tot
wijziging van de begrooting der inkomsten en uitgaven van de
gemeente, voor het dienstjaar 1870;
Gelet op art. 213 der Gemeentewet;
Heeft, voorbehoudens goedkeuring van hecren Gedeputeerde
Staten van Friesland, besloten
De gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1870,. vastgesteld
bij raadsbesluit van 15/ November 1869 en goedgekeurd door
hecren Gedeputeerde Staten voornoemd bij resolutie van den 3
December 1869, no. 8, te wijzigen als volgt:
INKOMSTEN.
Hoofdstuk III.
Art. 3. Huur van den stads- of prinsentuin, geraamd op
f 1050.00, te verhoogen met f 990.00 en te brengen op 2040.00.
Art. 12. Renten van onbetaalde koopsommen wegens ver
kochte gemeente-eigendommen, begroot op 700.00, te verhoogen-
met 100.00, en te behalen op ./800.00.
In verband hiermede het totnal van hoofdstuk III, nu bedra
gende 37,360.425, nader vasttestellen op f 38,450.425.
Hoofdstuk I*.
Art. 1. Opbrengst van de haardasch en vuilnis, geraamd op-
ƒ2505.00, te verhoogen met ƒ9495.00, en te bepalen op
12,000.00.
Art. 15. Schenking van het St. Anthonij gasthuis te Leeu
warden, ter tegemoetkoming in de verplegingkosten van krankzin
nigen, aangebragt voor viemorie, uit te trekken tot 1500.00.
Tengevolge van deze wijzigingen het totaal van hoofdstuk IV,.
nu bedragende J 73,508»275, nader vasttestellen opƒ 84,503.275.
Hoofdstuk V.
Afdeeling II.
Art. 1. Verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendommen,
begroot op ƒ28,835.10, te verhoogen met ƒ18,329.525, en te
brengen op ƒ47,164.625.
Uit dien hoofde het totaal van afdeeling II nader te bepalen-
op genoemd bedrag van 47,164.623 en dat van hoofdstuk V,
nu bedragende 33,835.105, vast te stellen op 52,164.625.
Door deze wijzigingen wordt het totaal der inkomsten, vast
gesteld op 40-6,315.31, verhoogd met ƒ30,414.525, en derhalve
gebragt op f 436,729.83s.
UITGAVEN.
Hoofdstuk III.
Afdeeling I.
Aan deze afdeeling toe te voegen als nieuw
Art. 5a. Kosten voor de opruiming der haardasch en het
vuilnis ƒ11,000.00, waardoor het totaal dezer afdeeling, nu be
dragende 25,675.00, komt te beloopen f 36,675.00.
Afdeeling. VI.
Art. 11. Kosten van aankoop ot onteigening van gebouwen
of gronden ten behoeve der uitbreiding van 't bebouwd gedeelte
der gemeente, gesteld voor memorie, uit te trekken tot 11,500.00
Voorts aan deze afdeeling toe tc voegen de volgende artikelen
Art. 12. Kosten der herstelling van vier ijzeren draaibruggen
ƒ5800,00.
Art. 13. Kosten van overname en aanschaffing van gereed
schappen enz. en van verdere benoodigdheden voor do opruiming
der haardasch en het vu-ilnia ƒ6000.00.
Tengevolge daarvan het totaal van afdeeling VI, nu bedra
gende ƒ18,959.00, vast te stellen op 42,250.00 en dat van
hoofdstuk III op 144,897.60.
Hoofdstuk VII.
Afdeeling V.
Art, 2. Teruggaaf aan het Rijk wegens evenredig aandeel in
d« verevende uitgaven voor kwade posten der personele belasting,,
begroot op ƒ500.00, te verhoogen met 1100.00 en te brengen
op 1600.00.
Waardoor het totaal van deze afdeeling, nu bedragende ƒ2532.50,.
wordt gebragt op 5632.50 en dat van hoofdstuk VII op
140,.396.5Q.
Hoofdstuk Vlll.
Afdeeling. I.
Art. 3b. Buitengewone aflossing van schuld, uitgetrokken opi
f 21.000-00, te verminderen met f 5000.00 en tc brengen op-
ƒ16,000.00-.
Dientengevolge nader tc bepalen het totaal van art. 3 op-
23,000.00, dat van afdeeling I op J 66,07-0.00 en van hoofdstuk
V1LI op J 70,130.00.
In. verband met vorenstaande wijzigingen, nader vast te stellen'
het totaal der uitgaven op 436^694.74 en de Baluns der be-
grooting ala volgt
Gemeente Inkomsten 436,729.835.
Uitgaven - 436,694.74.
"Waarschijnlijk batig saldo f 35.095.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
GEMEENTERAAD TE LEEUWARDEN.
Zitting van Donderdag den 10 Maart 1870,
VERSLAG van het verhandelde ter vergadering van
den Gemeenteraad tc Leeuwardenop
Donderdag den 10 Maart 1870.
Aanvankelijk 12, later 15 leden.tegenwoordig.
Afwezig de hecren Buma, de With, Hommes en Suringar.
Voorzitter dc heer D. Zeper, die de vergadering op het (laar-
Ivoor bepaalde tijdstip opent.
1. Is gelezen en onveranderd vastgesteld het genotuleerde van
I 't verhandelde ter vergadering van den 24 Febr. jl.
2. Is ter tafel gebragt en gelezen ccn voorstel van Burge
meester en Wethouders, op ccn aan hun collegic gcrigt verzoek
van de commanditaire bouwvereeniging alhier, om, in plaats van
een of twee, drie huizeu op de aan haar provisioneel in koop
toegewezen bouwterreinen, nos. 32 en 33 te mogen stichten.
Ter visie, om in cene volgende vergadering tc worden behandeld.
3. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, aangaande de door hun collegie met den
heer Mr. B. Hopperus Buma te Kollura, over den afstand van
de aan hem, nomine uxoris, toebehoorende huizinge, staande in
1de Bugijncstraat te Leeuwarden, ter uitvoering van 's Raads be
sluit van den 28 October 1869, no. 14/48, gevoerde correspondentie,
r Ter visie, als voren.
4. De Voorzitter brengt ter tafel de door Burgemeester en
Wethouders opgemaakte aanbevelingen tot benoeming van drie
geneesheeren, twee heelkundigen en twee vroedvrouwen, belast
met de behandeling enz. van behoeftigen in deze gemeente, ter
voorziening in de als zoodanig met 1 April 1S70 te ontstane
vacatures.
Bij deze aanbevelingen worden voorgedragen
a. Voor den geneesheer Dr. A. Frijda
1. Dr. A. Frijda.
2. S. Sr. Coronel.
I b. Voor den geneesheer Dr. U. J. Huber
1. Dr. U. J. Huber.
2. II. van Schoot.
Ic. Voor den geneesheer Dr. P. 11. Aswan (overleden)
1. Dr. II. A. Middelburg.
2. P. Koumans van Dam.
d. Voor den heelmeester G. W. Metz
1. G. W. Metz.
2. J. van Dam.
e. Voor den heelmeester M. B. Vos
1. M. B. Vos.
2. J. van Dam.
Voor de vroedvrouw S. v. d. Wal, vrouw van R. Boshuijer
Sijtske van der Wal, vrouw van II. Boshuijer; cn
y. Voor de vroedvrouw J. Stcarts, vrouw van N. W. Stoett
Jacoba Swarts, vrouw van N. W. Stoett.
Ter inzage, om in eene volgende vergadering tot de benoeming
ver te gaan.
5. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van de com-
issie van administratie der stads bank van leening alhier, dd.
|2G Febr. jl., no. 767, daarbij toezendende de rekening en vera
ntwoording barer administratie, over liet jaar 1869.
In handen ecner commissie, bestaande uit de heeren Suringar,
•Attema en Jongsma, ten fine van onderzoek en rapport.
6. Is ter tafel gebragt en gelezen eene missive van het col-
egie brandmeesters alhier, dd. 8 Maart jl., no. 473, ten geleide
an de rekening en verantwoording van de ontvangsten en uit-
aven betrekkelijk de brandweer in deze gemeenteover het
aar IS69.
Bijvoegsel tot de Provinciale Friesche Courant.
In handen eencr commissie, bestaande uit de heeren Bruinsraa,
Oostcrhoff en de With, ten fine van onderzoek en rapport.
7. Is ter tafel gebragt cn gelezen eene missive van heeren
voogden van het nieuwe stads weeshuis alhier, dd. 1 Maart jl.,
no. 5, houdende verzoek, om magtiging tot wijziging van de
begrooting dier instelling, voor het dienstjaar 1869.
In handen eener commissie, bestaande uit dc heeren Westen
berg, van Sloterdijck en Wiersma, ten fine van onderzoek en rapport.
8. Is gelezen eene resolutie vau heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie, dd. 3 Maart jl., no. 51, houdende goedkeuring
van het Raadsbesluit dd. 24 Febr. te voren, tot wijziging der
begrooting van iukorasten en uitgaven dezer gemeente, dienst 1870.
Aangenomen voor notificatie.
9. Is gelezen eene resolutie van heeren Gedeputeerde Staten
dezer provincie dd. 24 Febr. jl., no. 7, houdende goedkeuring
van het door deze vergadering den 17 te voren genomen besluit
tot onderhandsche verhuring, voor den tijd van een jaar, aan
vangende den 12 Mei 1 870, van het aan de gemeente toebe
hoorende huis in de Groote Hoogstraat aan Willem Anthoons
Janssen, kleermaker wonende te Leeuwarden.
Aangenomen voor notificatie.
10. De VoorzittBr brengt ter tafel de bij Burgemeester en
Wethouders ontvangen jaarlijksche verslagen van heeren voogden
der stads armenkamerde commissie van toezigt over het stads
werkhuisheeren voogden van het nieuwe stads weeshuis de
commissie van administratie der stads bank van leening en de
plaatselijke schoolcommissie, over 1869.
Ter inzage van de leden.
11. De Voorzitter brengt ter tafel en legt voor de leden
ter inzage het elfde jaarlijksch verslag van de vcreeniging tot
daarstelling van eene algeraeene openbare bibliotheek en van een
daaraan verbonden leeskabinet tc Rotterdam.
12. Dc Voorzitter brengt, ter tafel eene brochure getiteld
„Het wets-ontwerp tot regeling der banken van leening, in
zijn grondbeginsel en voornaamste bepalingen toegelicht door C.
J. van Heel Dzn."
Ter inzage van de leden.
13. Is ter tafel gebragt en gelezen een voorstel van Burge
meester en Wethouders, omtrent eene missive van hunne ambt«-e-
nooten in de gemeente Leeuwarderadeel, dd. 20 Januarij jl., no.
117/29, aangaande het te dragen aandeel in de kosten van on
derhoud [die der laatst plaats gehad hebbende slatting daaronder
begrepen] van de Jelsumervaart.
Ter visie, om in eene volgende vergadering te worden-
behandeld.
14. Aan dc orde is dc benneming van vier leden der vaste
Raadscommissie voor het stedelijk muziekkorps.
Dc Voorzitter deelt mede, dat door heeren Burgemeester en
Wethouders als voorzitter dezer commissie is aangewezen de heer
Wethouder J. J. Bruinsma.
De heer Wiersma zegt, dut liet mogelijk eenigzins voorbarig
mag worden geacht de onderstelling te uiten, dat hij, als aftre
dend lid, waarschijnlijk ook nu weder zal worden herberoemd.
Hij wil echter de leden der vergadering, die van plan mogten
zijn op hem, Spr., te steramen, verzoeken dat plan op te geven,
omdat hij bezwaar heeft weder op nieuw als lid der muziek-
coramissie werkzaam te zijn, cn dat wel, omdat er tusschen de
meerderheid dier commissie en heeren Burgemeester en Wethou
ders niet die overeenstemming bestaat, welke tusschen dat collegie
en eene commissie van bijstand wenschclijk raag worden geacht.
Er is in den laatsten tijd een conflict gerezen tusschen den
1