I
Verslag der handelingen van den Gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
9
Vergadering van Donderdag 26 Januarij 1871,
's voormiddags 10 uur.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de burgemeester.
I. De notulen der vergadering van 12 Januarij 1871 worden
gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Door den Voorzitter wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders, op 'tver
zoek van M. S. Hirsehom op nieuw met eene gratificatie te
worden begunstigd.
2. Als boven, tot verhuring van drie aan de gemeente toebe-
hoorende perceelen weiland.
3. Als boven in betrekking tot de verevening van de slat-
tingkosten der Jelsumervaart. (Zie bijlage no. 6).
4. Als boven tot wijziging der verordening op de invorde
ring der schoolgeldengeheven wordende aan de openbare lagere
scholen in deze gemeente. (Zie bijlage no. 7).
Deze voorstellen zijn ter inzage gelegdom in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
5. De rekening en verantwoording van de fondsen der kamer
van koophandel en fabrieken alhier, over 1870.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de
heeren de Withvan Valkenburg en Rooseboom.
6. Een verzoek van G. Schil thuisom afschrijving op zijn
aanslag in de belasting op het houden van hondenover 1870.
7. Een verzoek van denzelfdenom kwijtschelding van zijn
aanslag in den hoofdelijken omslagover 1869.
8. Een verzoek van D. Tigler Wijbrandiom afschrijving op
zijn aanslag in de belasting op het houden van honden, over 1870.
De sub 68 vermelde verzoekschriften zijn gesteld in handen
van burgemeester en wethoudersten fine van afdoening.
9. Het procesverbaal van verificatie der gemeentekasover
't 4 kwartaal van 1870.
Ter inzage gedeponeerd.
10. Eene resolutie van heeren gedeputeerde statenhoudende
goedkeuring van 't raadsbesluit tot onderhandschen verkoop van
een gedeelte van het exercitieveld aan jhr. mr. P. B. J. Vegelin
van Claerbergen.
11. Een schrijven van A. Hogenhuishoofdonderwijzer aan
de armen-bewaarschool houdende dankbetuiging voor de hem
toegekende verhooging zijner bezoldiging.
12. Eene missive van heeren curatoren van 't stedelijk gym
nasium berigtende de tijdstippen waarop de winter-examina en
promotie der leerlingen zullen plaats hebben.
13. Een berigtdat bij de op den 18 Januarij jl. plaats ge
had hebbende opening der busbestemd voor de inlevering van
aanvragenom bouwterreinen in eigendom te bekomendaarin
zijn aanwezig bevonden eene aanvrage van W. Hoekstraom de
perceelen nos. 1 en 2 en eene van A. van Jelgerhuisom de
perceelen nos. 3 4 en 5 welke perceelen door burgemeester
en wethouders aan de aanvragers provisioneel in koop zijn toe
gewezen.
De stukkenvermeld sub 1013zijn voor notificatie aange
nomen.
III. Wordt in behandeling genomen
1. Voorstel van burgemeester en wethouders op 't verzoek van W. A.
Janssenom op nieuw huurder te mogen worden van het huis lelt. H,
no. 121.
Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel' wordt door de
vergaderingbuiten discussie met algemeene stemmen besloten
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
van Friesland, burgemeester en wethouders te magtigende aan
Bijvoegsel beiioorende bij de Leeuwarder Courant.
de gemeente Leeuwarden toebehoorende huizinge in de Groote
Hoogstraat alhier gekwoteerd lett. H, no. 121, met den 12 Mei
1871 wederom voor den tijd van één jaar op de bestaande
voorwaarden aan W. A. Janssen onderhands in huur af te staan.
2. Voorstel van burgemeester en wethoudersomtrent het adres van
S. Bergman c. s. het verzoek behelzendedat het houden en mesten
van varkens binnen de kom der gemeentebij verordening worde verboden.
De vergaderingzich vereenigende met de conclusie van dit
voorstel, besluit dienovereenkomstig zonder hoofdelijke omvraag
a. Aan de adressanten S. Bergman c. s.in antwoord op hun
adres van den 13 September 1870 te kennen te geven, dat de
raad geene termen heeft gevonden om op het bij dat adres ge
daan verzoek gunstig te beschikken doch pogingen zal aanwen
den om op andere wijze aan hunne bezwaren tegemoet te komen.
b. In beginsel aan te nemendat eene verordening zal wor
den vastgesteld die als hoofdbepaling inhoudt dat voor het
houden en mesten van varkens binnen de bebouwde kom dei-
gemeente eene voorafgaande vergunning van burgemeester en
wethouders wordt vereischten deze daaraan zoodanige voor
waarden verbinden als zij noodig achten.
c. De commissie uit den raad voor het ontwerpen van straf
verordeningen uit te noodigen eene verordening te ontwerpen
in den zin als wordt bedoeld bij litt. b van dit besluit.
3. Voorstel van burgemeester en wethoudersbetrekkelijk het aan
brengen van versterkingen aan de Prins Hendrikbrug. (Zie bijlage no. 4).
Over de algemeene strekking van dit voorstel geene discussie
plaats vindende wordt de conclusie er van aan de orde gesteld,
luidende die conclusie als volgt
a. De Prins Hendrikbrug te versterken overeenkomstig bestek
en voorwaarden door den gemeente-architectnaar aanleiding
van liet door de deskundigen van der Tak c. s. gegeven advies,
opgemaakt en door den heer J. Rouppe van der Voort, sectie
ingenieur te Utrechtgoedgekeurd.
b. Burgemeester en wethouders voor diligent te houden op-
zigtens het hun ten (ine van berigt en raad in handen gesteld
adres van de firma Wispelweij en Co.inhoudende verzoek om
kwijtschelding vanter zake te late oplevering enz. der Prins
Hendrikbrugbeloopen boete.
De heer van Sloterdijck neemt de vrijheidomtrent de
beteekenis der conclusie eene inlichting te vragen. In de pre
misse van het voorstel namelijkleest spr. „Wanneer alzoo
„uwe vergadering zich met na te melden voorstellen mogt vcr-
/,eenigenzullen wij tevens mogen aannemendat de door ons
//voorgestelde vereffening der zaak met de firma Wispelweij en
//Co. uwe goedkeuring wegdraagt en de raad in dat geval ten
//Opzigte van de boete en de nog uit te voeren werkenzal be
sluiten overeenkomstig het praeadvies van ons collegie." Heeft
nu de aanneming der conclusie het gevolgdat de raad zich
moet vereenigen met de door burgemeester en wethouders te
doene voorstellen opzigtens de door de firma Wispelweij ge
vraagde kwijtschelding van boetedan moet hij er zich tegen
verklaren omdat het hem voorkomt dat de raad zich moeije-
lijk a priori tot zoo iets kan verbinden. Spr. zou dus wenschen
te worden ingelichtof de door hem aangehaalde zinsnede wer
kelijk de aanneming der door burgemeester en wethouders te
doene voorstellen in zich sluit.
De heer Rengers wensclit den vorigen spreker te antwoor
den dat de bedoeling van 't collegie geen andere is dan die
zooals ze door hem is opgevat. Hij moet echter dien spreker
verzoeken in het oog te houden, hoe moeijelijk het voor 't col
legie was in dezen tot een bepaald voorstel te komeneen ge
volg van de verwikkeling waarin men geraakt is tengevolge van
de nie( tijdige oplevering der brugvan de daaraan nog uit
te voeren werken en van de wenschelijkheid om die werken
achterwege te laten, daar toch de brug nog op andere wijze moet
worden versterkt. Burgemeester en wethouders, zegt spreker,
4