Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 114 Na ondersteund te zijn wordt dit amendement in stemming gebragt en verworpen met 10 tegen 6 stemmen die van de hee- ren HommesDirksGorterBruinsmaJongsma en Suringar. De Voorzitter vraagt of er na de verwerping van 't amen dement nog leden tegen punt b. der conclusie zijn. De lieer Dirks verzoekt stemming. Bij deze stemming wordt punt b. aangenomen met 11 tegen 5 stemmendie van de heeren GorterJongsmaSuringarHom mes en Dirks. VI. De heer de With rapporteertmede namens de heeren van Sloterdijck en Duparcdat de geloofsbrieveningezonden door het nieuw benoemde lid van den raad de heer C. Tigler Wijbrandizijn onderzocht en tot geenerlei aanmerkingen heb ben aanleiding gegeven waarom tot toelating van den heer Wij brandi wordt geadviseerd. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten in eene vol gende zitting over dit voorstel te beslissen. Hierna wordt de vergadering gesloten. ERRATUM. In no. 19 der bijlagen tot het verslag moet in regel 33 in plaats van 525 worden gelezen ƒ325. v* HU ra Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 115 Vergadering van Donderdag 10 Augustus 1871. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig, met kennisgeving, de hee ren Wiersma en Suringar zonder kennisgeving de heeren Ze perBloembergen, Attema, BumaJongsma en Westenberg. Voorzitter de heer waarnemend burgemeester. I. De notulen der vergadering van 27 Julij worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot benoe ming van eene hulponderwijzeresin het bezit der acte tot het geven van onderwijs in de nuttige en fraaije handwerken aan de tusschenschool le klasse. 2. Alsboven tot wijziging van de verordening voor de school voor lager- en meer uitgebreid lager onderwijs voor jongens in verband met het ontwerp-besluit regelende de heffing van school gelden voor onderwijs aan de lagere scholen en aan de bewaar scholen in deze gemeente. 3. Alsboven op een verzoek van J. D. Okel en J. Brinksma, om vergunning tot plaatsing eener houten tent op gemeentegrond, naast het huis van den logementhouder G. Jonker. 4. Alsboven tot vernieuwing van de Poppebrug. 5. Alsboven, tot wijziging der gemeentebegrootingdienst 1871. Al deze stukken zijn ter inzage gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de bevloering van sommige straten in deze gemeente. De Voorzitter Stelt voor dit voorstel ter visie te leggen en het in eene volgende vergadering in behandeling te nemen. De heer Gorter zou zich geheel met het voorstel van den voorzitter kunnen vereenigenware het nietdat het hier mede niet gold verbetering van de bestrating in de Weerdt en naar het aschland. Wat deze betrating betreft, zou hij in bedenking wenschen te geven het voorstel dadelijk in behandeling te ne men. Hij weet weldat het voorstel raakt eene aangelegen heid van groot belangmaar hij moet opmerken dat ter zake geen post op de begrooting is uitgetrokken hierom zou hij de zaak willen bepalen tot datgenewat hoogst noodzakelijk is. Met de aanwijzing van de gedeeltendie met nieuwe keijen zul len bestraat wordenbehoeft de raad zich op het oogenblik naar spr's. inzien niet in te laten. De Voorzitter merkt op, dat moeijelijk op dit oogenblik tot de behandeling van het voorstel kan worden overgegaan. De leden zijn niet op de zaak geprepareerd. Het voorstel komt niet op den oproepingbrief voor. De heer van Sloterdijck moet zich tegen de dadelijke be handeling verklarenjuist om de door den heer Gorter aange voerde reden dat op de begrooting geen post ter zake voor komt. Is er eenmaal een post op de begrooting uitgetrokken dan is het iets andersde raad heeft dan reeds zijn oordeel dienaangaande uitgedrukthier echter is 't niet anders dan een voorstel tengevolge van een bij 't onderzoek der begrooting uit gesproken wensch tot verbetering van de bestrating. De Voorzitter merkt hiertegen op, dat, wat de Weerdt be treft het eene zaak van uitvoering geldtaangezien de bestra- tidg daar moet verbeterd worden. Hij geeft evenwel den heer Gorter in overweging van zijn voorstel af te zien. De heer Gorter gelooft, dat de toestand der bestrating in de Weerdt dringend voorziening eischt. Wordt het voorstel eerst over 14 dagen behandeld dan zal het misschien October wor den eer met de vervlocring een aanvang is te maken de keijen moeten toch ook eerst nog worden aangevoerd. Hij verklaart zich niettemin voor uitstelomdat hij het wel begrijptdat de leden niet genoeg op de hoogte der zaak zijn. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. De heer Rengörs was aanvankelijk wel gezind tot onder steuning van het door den heer Gorter aanbevolen denkbeeld doch bij nadere overweging komt hij daarvan terugen zou hij het liever zien dat het voorstel in eene buitengewone vergade ring werd behandeld. Juist hetgeen de heer Gorter aanvoerde, doet spr. bemerken, dat deze met het dagelijksch bestuur in ge voelen verschilt. Gold het hier alleen de bestrating der Weerdt het ware iets anders maar omdat liet voorstel van burgemees ter en wethouders eene zich verder uitstrekkende bedoeling heeft dat namelijk ook andere straten worden vervloerd en daarvoor andere dan veldkeijen worden aangekochtzou ook hij moeten adviseren de behandeling van het voorstel althans eene week uit te stellen. Hierna wordt op voorstel van den voorzitter besloten het voorstel ter inzage te leggen en het in eene volgeude verga dering in behandeling te nemen. 7. Het verslag van de werkzaamheden der vereeniging tot be vordering van volksgezondheid in 1870. 8. Idem van de vereeniging voor volksbijeenkomsten dienst jaar 1870/71. Deze verslagen zijn ter inzage gedeponeerd. 9. Een schrijven van den heer commissaris des konings in deze provincie houdende mededeelingdat door den koning is benoemd tot burgemeester dezer gemeente de heer E. Bloem bergen. 10. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot afstand van eene strook grond in de Prins Hendrikstraat aan E. J. Bruinsma. 11 Een schrijven van burgemeester en wethoudershoudende mededeeling a. dat door hen is aanbesteed de levering van 161 meter escaus- sijnsche kantsteenen voor trottoirs aan de firma de Haan Gallaij te Amsterdam voor J 495. b. dat door hen zijn benoemd 1. tot lijkbezorger Pieter Dijkstra 2. tot turfineesters Anne Schotanus en Klaas Lubachen 3. tot turfdragers Jacob van Dam Hendrik van IJs en An- dries de Vries. De sub 911 vermelde stukken zijn voor notificatie aangenomen. 12. Een adres van ingezetenen wonende in de Minnemastraat houdende verzoek, het rijden met vracht- en andere wagens door de straten in de bebouwde kom der gemeente bij plaatselijke ver ordening te regelen. 13. Een adres van B. M. Stienstra houdende verzoekde bij hem in gebruik zijne stads zathe en landen op nieuw voor een tijdperk van zeven jaren onder de hand aan hem in huur af te staan. 14. Een adres van de politie-dienaren der derde klasse het verzoek bevattendeom hunne bezoldiging te verhoogen. Deze adressen zijn gesteld in handen van burgemeester en wethoudersom daarop te dienen van berigt en raad. III. De heer d.0 With brengtmede namens de heeren Du parc en van Sloterdijckrapport uit in zake het onderzoek der geloofsbrieven van de herkozen raadsleden de heeren jhr. mr. I. F. van Humalda van Eijsinga, mr. E. Attema, mr. E. Jong sma G. O. GorterG. T. N. SuringarG. H. Hommes en A. J. Rooseboomen geeft te kennen dat de overgelegde stukken door hen zijn nagegaan en in orde bevonden weshalve zij ad viseren genoemde heeren als leden van den raad toe te laten. De voorzitter geeft in overweging over het door de commissie gedaan voorstel in eene volgende vergadering te beslissen. Hiertoe wordt met algemeene stemmen besloten. IV. De vergadering gaat over tot de behandeling der op den oproepingbrief aangebragte punten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1871 | | pagina 1