143 Verslag der handelingen van den gemeenteraad »e Leeuwarden 1071. oefenenen dan zou men aan twee dagen per week niet genoeg hebben. De heer Rengers acht het bezwaar van den heer Jongsma niet zoo klemmend, 'tIs waar, dat drie boereplaatsen langs 't Kalverdijkje den reed hebben maar neemt men aandat van ieder een wagen eens per dag heen en terug rijdtdan ver wacht spr. van de militaire autoriteit wel zooveel inschikkelijk heid dat de oefeningen gedurende het passeren van een wagen worden gestaakt. Wilde men aan het bezwaar tegemoetkomen dan zou het 't verkieslijkst zijn eene clausule in 't contract aan te brengen waarbij het schieten ten tijde het passeren van een wagen (ook op de andere dagen) wordt verbodenwant alle da gen" passeren er rijtuigen. Nog gisteren zag spr. den landbouwer de lioer mét zijn wagen in de stad. Wat de opmerking van den heer Wiersma betrefterkent spr. dat dc schietbaan hoofdzakelijk voor de oefeningen van 't garni zoen wordt gereserveerd, 't Is mogelijkdat er zich later eene vereeniging tot het aanleeren van schieten wordt, opgerigt; doch dan zal toch aan de leden daarvan de tijddie het garnizoen van de baan gebruik heeft niet hinderlijk zijn. Het garnizoen toch heeft de baan in gebruik van 's morgens 0 tot 's namiddags 2) uur: en nu gelooft spr.dat juist eene vereeniging als waarop de heer Wiersma doelde, te oordeelen naar hetgeen elders ge schiedt de namiddaguren voor hare schietoefeningen zal bestem men. Spr. kan alzoo niet zien, dat de vergunning aan het.gar nizoen om vier dagen per week over de schietbaan te beschik ken, tot veel ongerief aanleiding zal geven. Minder dan vier dagen kan men toch ook niet stellenwant men zal het spr. moeten toestemmendat de schietoefeningen voor de militairen in de eerste plaats noodig zijn. De heer Jongsma moet, om zich ran den schijn te vrijwa ren dat hij zwarigheden zoektin 't geheugen roepen wat vroe ger is voorgevallen. Toen namelijk hij de schietoefeningen van het garnizoen een koebeest werd doodgeschotenwendde de eigenaar daarvan zich ter bekoming ran schadevergoeding tot de°r gemeenteraad. Eene commissie van juristen is toen benoemd om de zaak Ie onderzoeken en deze adviseerdedat de gemeente niet verpligt was bedoelde schade te vergoeden, omdat zij was veroorzaakt door de rijksmilitie. Nu heeft het spr. genoegen ge daan iu het contract eene bepaling opgenomen te zien dat bij het r eroorzaken van schade deze door het rijk moet worden ver goed. In die bepaling ligt naar het spr. voorkomt opgesloten dat de gemeente de schade draagt, die door toedoen van de schutterij wordt tc weeg gebragt. Doch, zooals de zaak ligt, dan is het duidelijk dat men alleen op het oog heeft de schade eroorzaakt door 'liet doodschieten als anderzins buiten de baan niet diewelke een gevolg is van het gedruisch bij het schieten. Zoodanige schade evenwelbehoort ook tot dc mogelijkheden. Wenscht men nu niet den vrijdag van het gebruik der baan uit te sluiten dan zou spr. toch willen in overweging geven de be trekkelijke bepaling van het contract op andere wijze te redigeren. De heer Westenberg gelooft werkelijkdat in dezen niet is te reglementeren. Hij wil het liever aan de prudentie van de betrokken kommandanten hebben overgelaten ook al omdat hij overtuigd is, dat liet bezwaar in de toepassing zal blijken niet zoo groot te zijn als men zich inbeeldt. Men heeft hier immers slechts te doen jnet een afwisselend geweerschot. Wer den er pelotonsoefeningen gehouden dan zou het bezwaar groo- ter zijn, het gedruisch zal zich thans enkel bepalen tot, een op zich zelf staand schot. Is er eenig toezigt, dan zal men niet het minste bezwaar ontmoeten bij het zeldzaam geval dat een rijtuig het Kalverdijkje passeert. De heer Wiersma repliceert, dat bij de bepaling, dat de baan indien zij niet door de schutterij of een korps lot bevor dering van 'slands weerbaarheid wordt gebruikt, voor het gar nizoen beschikbaar is, alle andere vereenigingen tot oefening in het schieten worden voorbijgezien. Hij zou daarom bedoelde be paling liever doen luiden «voor zoover de gemeente niet over de haan beschikt." Het behoeven toch juist geen scherpschutters korpsen te zijndie van de haan kunnen gebruik maken neen spr. zou haar ook aan particulieren in gebruik willen geven. De Voorzitter vertrouwt, dat er genoeg oefeningen zullen kunnen worden gehouden omdat de baan de geheele namiddag daarvoor beschikbaar blijft. Hij betwijfelt het ook geenszins iit' de militaire autoriteit zal zich wel willen schikken wanneer de gemeente van de baan voor andere vereenigingen gebruik moet maken. De heer Westenberg zegt, dat juist de bepaling, waarbij de schietbaan wordt verdeeld tusschen het garnizoen, de schutterij en een eventueel op te rigten weerbaarheidskorps hem toelacht naar het hem voorkomt levert de haan zooals die (hans is ge- geprojecteerd de meeste waarborgen voor veiligheid maar on gelukken door onvoorzigtigheid of onkunde blijven altijd moge lijk en de gemeente zou dus eene groote Verantwoordelijkheid op zich nemen door die baan af te staan aan particulieren waar van het toezigt voor geene contröle vatbaar is. De heer Wiersma moet, ten aanzien van de door den voor zitter bedoelde inschikkelijkheid der militaire autoriteitopmer ken dat wanneer het contract is opgemaakt, het dan voor wet telijke uitlegging behoort vatbaar te zijn. Daarin nu wordt al leen gesproken van schutterij en weerbaarheidskorps. Men kan dus niets beginnen, wanneer de militaire autoriteit zich niet wil laten vinden. De heer Westenberg, vervolgt spr., brengt dc zaak op een ander terrein. Het wordt nu de vraag of de baan ook voor anderen moet worden opengesteld. De heer Westenberg wil dit niet, spr. echter verschilt ten dezen met hem van gevoelen. Heeft men eene schietbaandan behoort men haar ook voor iedereen disponibel stellen. En wat nu de verantwoordelijkheid daarvoor betreftspr. ziet er geen bezwaar inom aan de ver gunning tot het gebruiken der baan zoodanige voorwaarden te verbinden, dat de verantwoordelijkheid voor de gemeente wegvalt. De heer Rengers zal zich, na de door den heer Wiersma gegeven toelichting tegen elke' wi jziging van het contract ver zetten. Hij gelooft, dat dc heer Wiersma geheel vergeet het in deze zaak bestaand raadsbesluit, waarbij volstrekt geen sprake er van is geweest, om hier eene inrigting in het leven te roe pen die ook door particulieren kan worden gebruikt. Integen deel men heeft altijd het oog gehad dc oefeningen van de schutterij en het garnizoen. Juist omdat de schietoefeningen der schutterij bij de wet zijn voorgeschreven en deze tot nog toe te veel veronachtzaamd zijnis men tot het maken eencr schiet baan gedrongen. Spr. zou ook niet dan in de uiterste noodzake lijkheid er toe overgaan de schietbaan aan particulieren ten ge- bruike af te staan. Maar bovendien moet hij er op wijzen dat eene wijziging van de overeenkomst met zeer vele bezwaren gepaard gaat. Zooals ze daar ligt is ze door het departement' van oorlog goedgekeurddaaraan zijn reeds zeer vele bemoei- jingen voorafgegaanen gaat men nu aan het wijzigendan schept men weer op nieuw moeijelijkheden. De heer Wiersma stelt hierop bij amendement voor in art. G der overeenkomst in te lasschen de volgende woorden,/of „door andere vereenigingenmet toestemming van het ge meentebestuur." Dit amendement, niet ondersteund wordende, blijft buiten behandeling. De conclusie van liet voorstelzoomede de ontwerp-overeen- komst. worden vervolgens zonder hoofdelijke stemming goedge keurd. De vergadering wordt hierna gesloten. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871. 149 Vergadering van Donderdag 12 October 1871. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig, niet kennisgeving, de lieer Attema, zónder kennisgeving, de heercii Dirks, Siiringar, Roose boom van Slotcrdijck en Buma. Voorzitter dc heer waarnemend burgemeester. I. I)e notulen der vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een verzoek van de beambten der stads bank van leening, om verhooging hunner bezoldiging/ 2. Als boven van de firma Wispelweij en Co., om kwijt schelding van beloopen boete. 3. Als boven van R. J. Dijkstraom op nieuw huurder te mogen worden van de herberg de Klanderij. 4. Als boven van de Wed. W. Oberink om eene gratificatie of een jaargeld. Deze verzoekschriften zijn gesteld in handen van burgemees ter en wethoudersom daarop te dienen van berigt en raad. 5. Een voorstel van burgemeester en wethoudersom aan eene commissie op te dragen te onderzoeken of het onderhoud van den toegangsweg van de Wirduinerpoortbrug tot het stations plein ten laste der gemeente behoort te komen. 6. Als boven tot wijziging van de bepalingen op de burger dag- en avondschool. 7. Als boven tot vaststelling der voorwaarden voor den ver koop van de bouwterreinen nos. G15. 8. Eene door burgemeester en wethouders opgemaakte memo rie van beantwoording van de bij het rapport van 't onderzoek der gemeenterekening over 1870 gemaakte opmerkingen. 9. Een rapport van de verordening-commissieaangaande de geldig-verklaring van de bestaande verordeningen tegen wier overtreding straf is bedreigd. 10. Het rapport van 't onderzoek der begrooting van liet stads ziekenhuis, voor 1872. De sub 510 vermelde stukken zijn ter inzage gelegdom in eene volgende vergadering te worden afgedaan. 11. Een door den gemeentearchitect opgemaakt rapport van 't door hem bewerkstelligd onderzoek van den Nieuwetoren. 12. Het procesverbaal van de door burgemeester en wethou ders oj) 6 October jl. gehouden verificatie der gemeentekas. De stukken, sub 11 en 12 vermeld, zijn voor de leden ter visie gelegd. 13. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten, houdende goedkeuring van het raadsbesluit tot het aangaan eener overeen komst met het departement van oorlogover het gebruikdoor het garnizoen van de door de gemeente aan te leggen schietbaan. 14. Als boven van dat tot het opnemen eener tweede serie ad ƒ12,000 van de geldleening groot ƒ105,000, vastgesteld bij raadsbesluit van 2G September 1867. Deze resolutiën zijn voor notificatie aangenomen. III. De vergadering gaat over tot de behandeling der op den oproepingbrief aangebragte punten 1. Rapport van 't onderzoek der begrooting van het nieuwe stads weeshuis, voor 1872. De conclusie van 't rapport wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen, zijnde alzoo besloten: De begrooting van het nieuwe stads weeshuis, voor 1872 goed te keuren in ontvang op26,315.66 i, uitgaaf - 26,308.26 en met een batig saldo van 7.40 Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder Courant. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders om hun collegie te mag- tigen tot den aanbouw van twee bewaarplaatsen voor brandspuiten. De vergadering vereenigt zich buiten discussie met de conclu sie van het voorstel en besluit dientengevolge .- 10. Burgemeester en wethouders te magtigen om over te gaan tot het doen maken van twee bewaarplaatsen voor brandspuiten (eene op Oldc Galileën en eene op Camstraburen) overeenkom stig daarvan opgemaakt bestek en teekening, ingezonden bij missive van den gemeentcarchitectdd. 14 September 1871, no. 25U/1(). 20. Voormeld collegie op te dragen om te zijner tijd den raad de vereischte voorstellen te doen tot aanwijzing der fondsen waaruit de kosten der sub 10 bedoelde bewaarplaatsen zullen wor den bestreden. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot goedkeuring van een ontwerpbesluit ter zake de scheiding van door de gemeenten Leeuwarden en Harlingen in gemeenschappelijken eigendom bezeten vastigheden. In overeenstemming met de conclusie van het voorstelkeurt de raad de daarbij gevoegde ontwerp-overeenkomst goed. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de ajlossing en uitloting van aandeelen in door de gemeente aangegane geldleeningen. De conclusie van het voorstel luidt als volgt //1°. In de eerste gewone zitting van den raad in de maand October 1871 zal worden overgegaan tot de uitloting van obli gation ter aflossing met den 1 Januarij 1872van ten laste der gemeente aangegane geldleeningentot zoodanig bedrag als bij de gemeentebegrootingdienst 1871 daarvoor beschikbaar is ge steld en bij de betrekkelijke plans van leening als vaste jaar- lijksche aflossing is aangewezen. „20. Van de in 1865 voor de overname en exploitatie der gas fabriek vastgestelde leening, wordt, behalve de bij het plan van leening als jaarlijksehe aflossing bepaalde som van ƒ3000, met den 1 Januarij 1872 nog 4000 afgelost." Nadat voorschrevén conclusie was aangenomen is tot de uit loting overgegaan en zijn daarbij ter aflossing aangewezen a. van de leening aangegaan in 1859, de nummers 29, 46 en 64 b. van die aangegaan in 1862de nummers 42 en 53 c. 1864, nummer 11; d. it 1865 26 e. de leening, aangegaan voor de exploitatie der gasfa briek in 1865, de nummers 78 80 99 122 126 132 en 142 en van die als boven in 1867 de nummers 10 en 40. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent het vaststellen eener verordening op het bouwen en inrigten van ivoningen. De vergadering besluit in overeenstemming met de conclusie van 't voorstel 10. In beginsel tot het invoeren eener wettelijke regeling op het bouwen en inrigten van woningen in deze gemeente. 20. Dc verordening-commissie op te dragen een ontwerp van de sub 10 bedoelde verordening den raad ter vaststelling aan 'te bieden. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van J. If. Broersmahoudende verzoek hem teruggaaf te verlcenen van het bedrag waarvoor hij naar zijn inzien in den hoofdelijken omslag over de jaren 1870 en 1871 te hoog is aangeslagen. Zich met de conclusie van het voorstel vereenigendebesluit de raad den adressant in zijn verzoek te verklaren voor niet ontvankelijk. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders op het'verzoek van dr. J. A. Rijkens c. s.om den Spanjaardsdijk met gas te verlichten. In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt beslotenaan de adressanten als beschikking op hun adres tc kennen te geven dat naar aanleiding van hun"verzoek langs den weg naar de begraafplaats verlichting is aangebragt. 23

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1871 | | pagina 1