Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
Vergadering van Donderdag den 9 November 1871.
Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren Westenberg, van
EijsingaAttemaJongsma Rengers en van Valkenburg allen
met kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der vergadering van 26 October jl. worden ge
lezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot verhoo
ging der jaarwedde van de gemeenteboden.
2. Als boven in betrekking tot een adres van bewoners der
Minnemastraathoudende klagte over het hard rijden met vracht
en andere wagens door die straat.
3. Als bovenop een verzoek van de wed. R. G. Wartena
en J. Wartena, tot overdragt der huur van eene aan de gemeente
toebehoorende zathe en landenvan eerstgenoemde op laatstge-
melden.
4. Als bovenop een verzoek van T. L. Kuipersom onthef
fing van de betaling eener grondpacht.
5. Als bovenop het verzoek van G. A. Roordaom aan
hem in eigendom over te dragen of in huur af te staan eone
plek bouwgrond gelegen aan den Harlinger trekweg.
6. Eene voordragt tot benoeming van eene hulponderwijzeres
aan de tusschenschool le klasse, op eene jaarwedde van ƒ350
welke voordragt bestaat uit de hulponderwijzeressen Hendrikje
Kool te Bergumerheide Janke Botke te Leeuwarden en Jacoba
Hemkes te Utrecht.
7. Een verzoek van dr. P. Koumans van Dam om ontslag
als voogd der stads armenkamer.
8. Eene missive van voogden der stads armenkamer daarbij
naar aanleiding van het door den heer dr. P. Koumans van Dam
aangevraagd ontslag voor de benoeming van een voogd aan
bevelende de heeren P. H. van der Meuleu mr. C. W. A. Buma
en R. Reijnders.
9. Eene missive van voogden van 't nieuwe stads weeshuis
houdende aanbeveling (voor de vervulling der vacaturete ont
staan door de aftreding van den heer mr. E. de Wendt die
verzocht heeft niet weder in aanmerking te komen als voogd
en van mevrouw F. van der Veenvan Delden als voogdes) van
de heeren J. van LeeuwenH. J. Westenberg en mr. C. W. A.
Buma en van de dames F. van der Veenvan Delden Speel
manEnschede en BeekkerkHamerster Dijkstra.
10. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissiehou
dende ter vervulling van de vacatureste ontstaan door de
periodike aftreding van de heeren dr. J. G. Ottema en P. H.
van der Meulen aanbevelingvoor de eerste vacature van de
heeren dr. J. G. Ottema, mr. .1. L. van Sloterdijck en mr. J. C.
Bergsmaen voor de tweede vacaturevan de heeren P. H. van
der Meulen C. Tigler Wijbrandi en mr. A. Bloembergen.
11. a. Eene aanbeveling, opgemaakt door voogden der stads
armenkamer, ter vervulling van de met 1 Januarij 1872 te vace
ren betrekking van secretaris-boekhovder bij die instellingwaar
op voorkomen de heeren J. Swarts en I. de Swart.
b. Eene door burgemeester en wethouders ten zelfden einde
ingevolge art. 55 van het reglement op het bestuur der armen
kamer, opgemaakte aanbeveling, bestaande uit de heeren J. H.
Menkema en B. van Weemen van Noord.
12. Eene aanbeveling tot benoeming van een lid der com
missie van toezigt op 't middelbaar onderwijswaarop voorko
men de heeren mrs. E. Attema E. Jongsma en P. D. Kijmmell,
ter vervulling der vacature in opgemelde commissie te ontstaan
door periodike aftreding van den eerstaanbevolene.
Bijvoegsel beiioorende bij de Leeuwarder Courant.
163
13. Het rapport van 't onderzoek der begrooting van admini
stratiekosten van de stads bank van leening, voor 1872.
14. Het centraal rapport van 't onderzoek der gemeentebe-
grooting voor de dienst 1872 in de sectiën van den raad.
15. Een voorstel van de verordening-commissie tot wijziging
van de verordening tegen de verspreiding van ziektenwaar
door de volksgezondheid wordt bedreigd.
Voormelde stukken zijn ter inzage gelegdom in eene vol
gende vergadering te worden behandeld.
16. Een verzoek van W. F. van Weideren baron Rengers
om ontheffing van de betaling van zijn aanslag in de directe be
lasting op 't inkomen, ten behoeve dezer gemeente, over 1871.
Gesteld in handen van burgemeester en wethoudersten fine
van beschikking.
17. Eene suppletoire begrooting van het stads ziekenhuis, voor
de dienst 1871.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen eener
commissiebestaande uit de heeren van Sloterdijck Brunger en
van Eijsinga.
18. Eene resolutie van heeren gedeputeerde statenhoudende
goedkeuring van het raadsbesluit tot scheiding van met de ge
meente Ilarlingen gemeenschappelijk bezeten vastigheden.
19. Als bovengeleidende afschrift van het koninklijk besluit
waarbij is goedgekeurd de door den raad vastgestelde verorde
ning op de heffing van schoolgelden aan de openbare lagere- en
bewaarscholen in deze gemeente.
20. Een berigt van burgemeester en wethouders, houdende
mededeelingdat
a. door hen als "voorzitter der commissie voor openbare wer
ken is aangewezen de heer burgemeester
b. de zathen en landen thans bij B. M. Stienstra en S. IJ.
de Boer in gebruikzijn verhuurd aan A. D. van der Weide te
Lekkum en T. A. Bergstra te Engelum respectivelijk voor 2775
en ƒ2506;
c. het maken van twee bewaarplaatsen van brandspuiten is
aanbesteed aan P. Boermans, voor ƒ667 en
d. op de 2e serie ad ƒ12,000 van de geldleening voor de ge
meentelijke gasfabriek, is ingeschreven
voor ƒ21,000 naar den koers van 100 0/0 en
n 3000 I, n n 99 0/0.
De stukken sub 1820 vermeldzijn voor notificatie aange
nomen
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe-
pingbrief aangebragte punten:
1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van de
beambten aan de stads bank van leeming om verhooging hunner bezoldiging
Dc heer Suringar erkent, dat er aan het beheer der bank
van leening vele bemoeijingen verbonden zijnook erkent
hijdat dat beheer goed gevoerd wordt en de wijze van boek
houdingnaar 't hem voorkomtniets te wensc'hen overlaat
maar hij heeft geen grond gevondenom het tractement der
ambtenaren in massa met ƒ710 te verhoogen en met die somde
administratiekosten der instelling te verzwaren. Het komt hem
voordat er tusschen de tegenwoordige tractementen der beamb
ten en de door hen te verrigten werkzaamheden eene billijke ver
houding aanwezig is, zoo zelfs, dat hij niet twijfelt, of het zal
bij eventuele vacature in het personeel niet aan sollicitanten ont
breken. Spr. zal dus zich tegen het voorstel verklaren ten ware
hij nadere inlichtingen mogt ontvangendie de ongegrondheid
van zijn beweren in 't licht stellen.
De heer Gorter is ook van gevoelen dat er geen grond be
staatom tot eene verhooging der tractementen over te gaan.
Ongeveer een jaar of twee, drie geleden zijn de werkzaamheden
27