194
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1871.
eval een datum in moeten worden vermeldop welken met
en publieken verkoop moet worden aangevangen. Het woord
//voortaan" is zeer rekkelijk. Men zou er de beteekenis aan
kunnen hechtendat reeds morgen met den publieken verkoop
moet worden begonnenen dat dit niet kan is uit de discussie
reeds voldoende gebleken. Blijft derhalve de heer Rooseboom
op zijn voorstel aandringen dan geeft npr. hem in overweging
een datum te noemen.
De heer Rooseboom wil gaarne aan de gegeven wenken
gevolg geven. Hij trekt mitsdien zijn voorstel inonder voor
behoud om het later weer ter tafel te brengen.
Onderdeel 3 van art. 12 wordt hierop met j 400 verhoogd.
Hoofdstuk III.
De heer Suringar heeft in de derde sectie voorgesteld het
intitule van dit hoofdstuk te wijzigendoor namelijk achter het
woord //eigendom" in te lasschen de woorden «en beheer". Spr.
heeft dat voorstel gedaanomdat de post art, 1 niet alleen voor
werpen bevatdie de gemeente in eigendom belmorenmaar
daaronder ook de zoodanige waarvan zij slechts het beheer heeft.
Spr. behoeft slechts te wijzen op den in 1868 behandelde staten
van de eigendommen, die naar 't oordeel van 't dagelijksch be
stuur al of niet verkocht konden word-m. Daar vindt men achter
de vier eerste posten van staat B vermeld//De gemeente heeft
«ze alleen in beheer althans onder verband ten behoeve van 't
//Hervormd kerkgenootschap voor dc betaling van de tractementen
//zijner predikanten en van verkoop zal dus wel geene sprake
//kunnen zijn." Nu wenscht spr. om der waarheid wille de
woorden «en beheer" hier ingelascht te hebben.
In de tweede sectie is ter zake ook een voorstel gedaan dat
naar rapporteurs onderstellen uit dezelfde overweging zal zijn.
voortgevloeid. Daar heeft men voorgesteld bedoelde goederen
uit het hoofdstuk te ligten en onder een afzonderlijk hoofdstuk
te verzamelen. Met dit voorstel zou spr. zich ook wel kunnen
vereenigen. De commissie van rapporteurs heeft echter gemeend
aan dat voorstel geen gevolg te moeten geven maar wenscht
dat vooraf een onderzoek ter zake worde ingesteld. Spr. zou
dan toch in elk geval wel willen dat nu zijn denkbeeld werd
gevolgdeenvoudigomdat het waarheid is en liet daarmede
wordt in het geheugen gehouden dat al de vermelde goederen
niet het eigendom der gemeente zijn.
Do. heer Jongsma was hetdie in de tweede sectie het
denkbeeld heeft geopperd om de goederen die de gemeente
in beheer bezitonder een afzonderlijk hoofdstuk te verzamelen.
Hij deed dit tengevolge van de opmerking van een geacht inge
zeten dat het intitule zooals 't nu luidt geen waarheid bevat
omdat daarin alleen gesproken wordt van «aan de gemeente in
eigendom bchoorende", wat met de bedoelde goederen niet het
geval is. Spr. kan zich echter wel vereenigen met het denk
beeld dat er vooraf een onderzoek worde ingesteld. De aan
dacht is thans genoeg op de zaak gevestigd nu er over gespro
ken is. Hij dringt daarom niet op het dadelijk gevolg geven
aan zijn voorstel aan en geeft ook den heer Suringar in over
weging thans met geene bepaalde voorstellen voor den dag te
komen.
De lieer Suringar kan zich bij het denkbeeld van den heer
Jongsu.a aansluiten indien burgemeester en wethouders worden
uitgenoodigd de zaak tot een punt van onderzoek te maken en
daaromtrent bij eene volgende begrooting te adviseren.
Laatstbedoelde opdragt wordt door de vergadering aan burge
meester en wethouders verstrekt.
Art, 1.
Lit, a wordt met algeraeene stemmen aangenomen.
Lit. b wordt op voorstel van burgemeester en wethouders ver
hoogd met j 800 en lit. c met 775.
Litt. dn worden met algemeene stemmen aangenomen.
Op lit. o wordt naar aanleiding eener opmerking van de com
missie ƒ5.- uitgetrokken.
Litt. pt worden met algemeene stemmen aangenomen.
Art. 2.
Litt. ag worden met algemeene stemmen aangenomen.
Lit. h wordt op voorstel van de commissie met ƒ100.- uitge
trokken.
Litt. i en k worden met algemeene stemmen aangenomen
terwijl op voorstel der commissie lit. 1 voor «memorie" wordt
gesteld.
Litt. mq worden aangenomen met algemeene stemmen.
Lit. r wordt op voorstel van burgemeester en wethouders
voor «memorie" gesteld.
Lit. s wordt aangenomen met algemeene stemmen.
Art. 312 worden met algemeene stemmen aangenomen, na
dat intusschen op voorstel der commissie besloten was de om
schrijving van litt. b van art. 10 te doen luiden «Renten van
«de stads bank van leening, na aftrek van-wat de gemeente
«aan de spaarbank betaalt."
Hoofdstuk IV.
Art. 1.
De heer Rengers zegtdat het cijfer van ƒ23,500.- bij de
aanbieding der begrooting zóó is geraamd omdat men toen nog
te weinig zekerheid had omtrent hetgeen de najaarverkooping
zou opleveren. Voor 1871 was 23,000.- geraamd, doch na de
gister gehouden verkooping is die raming reeds met 750.-over
schreden.
Dit in aanmerking nemende durven burgemeester en wethou
ders thans eene verhoogde raming tot ƒ24,500.- aan den raad
voor te stellen.
De heer DirkP heeft tegen deze verhooging volstrekt geen
bezwaar. Hij gelooft zelfs, dat de raming ook nu nog wel zal
worden overtroffen ten minstevan een deskundige en belang
hebbende heeft hij omtrent de bereiding van de mestspeciën een
zeer gunstig getuigenis mogen vernemen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt met al
gemeene stemmen aangenomen.
De heer Buma merkt op dat ten gevolge van dit besluit
ook de procentsgewijze belooning van den directeur tot een
hooger cijfer zal moeten worden uitgetrokken.
De heer Rengers erkent de gegrondheid der gemaakte op
merking en geeft de verzekeringdat daarop straks zal worden
gelet.
De artt. 27 worden met algemeene stemmen aangenomen.
Art. 8 wordt op voorstel der commissie met 1000 verhoogd.
De artt. 911 worden met algemeene stemmen aangenomen.
De Voorzitter merkt opdat door de commissie is voorge
steld hier een art. te doen volgen van dezen inhoud «Vergoe-
«ding van het rijk voor het gebruik van de schietbaan." Memorie.
Nadat over de plaatsing van dezen post achter art. 11 of art.
12 eene korte woordenwisseling was gevoerd tusschen de heeren
Rengers, van Sloterdijck Bloembergen en den voorzitterwordt
het voorstel der commissie aangenomen met 18 tegen 1 stem
die van den heer Bloembergen.
(De heer Hommes had voor de stemming de vergadering ver
laten).
Art. 12 wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Hoofdstuk V.
Afd. I.
Art. 1 wordt aangehouden tot na de behandeling der nog
overige artt.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1871
195
Art. 2 wordt aangenomen met algemeene stemmen.
Afd. II.
Artt. 1 en 2 wordeu aangenomen zonder hoofdelijke stem
ming.
Hierna wordt de vergadering om het vergevorderde uur ge
schorst, onder bepaiiug heden avond ten half zeven op nieuw
te zamen te komen.
Voortzetting der vergadering van Zaturdag den
25 November 1871's avonds half zeven.
Tegenwoordig 17 leden, afwezig de heeren Oosterhoff, Brun-
ger, Suringar en van Sloterdijck.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. Nadat door den voorzitter de stand der begrooting was
medegedeeldwordt achtereenvolgens met algemeene stemmen
besloten
a. Lit. b van art. 1 der VI afd. van hoofdstuk III der uit
gaven te verhoogen met ƒ15.-;
b. Art. 1 van hoofdstuk XI der uitgaven uit te trekken met
een bedrag van J 11,570.- en alzoo met 110.- te verhoogen;
c. Het geheele bedrag der uitgaven vast te stellen op
ƒ464,057.14;
d. Art. 1 van afd. IV van hoofdstuk II der ontvangsten op
het voorgesteld bedrag goed te keuren
e. Art. 1 van de I 'afd. van hoofdstuk V der ontvangsten
eveneens op het voorgestelde bedrag goed te keuren
Art. 3 der II afd. van hoofdstuk V der ontvangsten met
ƒ2000.- te verminderen en uit te trekken op ƒ10,000.
g. Het totaal der inkomsten vast te stellen op ƒ464,083.92.-
en het bedrag van 't waarschijnlijk batig saldo op f 26.78.
De vergadering wordt hierna door den voorzitter gesloten.
Vergadering van Donderdag den 7 December 1871.
Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren van Eijsinga,
Duparc en Oosterhoff, allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der op 23 en 25 November jl. gehouden ver
gaderingen worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver
zoek van vijftien hulponderwijzers om verhooging hunner be
zoldiging.
2. Als boven tot vermeerdering van het hulponderwijzersper-
soneel en benoeming van eene hulponderwijzeres aan dé le tus-
scheuschool 2e klasse.
Deze voorstellen zijn ter inzage gelegd om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
3. Een adres van P. A. Janssenhoudende verzoek om ge
deeltelijke ontheffing van zijn aanslag in de directe belasting op
't inkomen over 1871.
Gesteld in handen van burgemeester en wethoudersten fine
van beschikking.
4. Een verzoek van den gewezen gaarder der kaai- en wal-
gelden, A. Feenstra, om met 1 Januarij 1872 op nieuw in 't ge
not van een wachtgeld te worden gesteld.
5. Een verzoek van J. Wartenaom onderhandsche verlen
ging van den huurfijd der bij hem in huur zijnde zathe en landen.
De verzoekschriftensub 4 en 5 vermeldzijn gesteld in han
den van burgemeester en wethoudersom daarop te dienen van
bcrigt en raad.
6. Missives van
a. J. van Leeuwen, benoemd voogd van 't nieuwe stads weeshuis
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
b. R. F. Kutsch Lojengaherbenoemd lid van de commissie
van administratie der stads bank van leening
c. dr. J. G. Ottema en P. II. van der Meulenherbenoemde
leden van de plaatselijke schoolcommissieea
d. dr. II. A. Middelburg en P. H. van der Meulenbenoemd
tot, voogden der stads armenkamer,
alle de kennisgeving bevattendedat zij de op hen uitgebragte
benoemingen aannemen.
7. Een resolutie van gedeputeerde staten houdende goedkeu
ring van 't. raadsbesluit tot, onderhandsche verhuring van de wo
ning boven de tusschcnschool le klasseaan G. Roker.
8. Als bovenhoudende aanschrijvingom de inzending der
gemeentebegrooting voor de dienst 1872 te bespoedigen, met
bcrigt van burgemeester en wethoudersdat de begrooting heden
verzonden wordt.
9. Een schrijven van de gemeentebodenhoudende dankbe
tuiging voor de verhooging hunner jaarwedden.
10. Een berigt van burgemeester en wethouders, dat:
a. de herberg de Klanderij voor den tijd van 5 jaar is ver
huurd aan R. J. Dijkstra, voor eene jaarlijksche huursom van ƒ1907;
b. zijn verpacht voor den tijd van drie jaar
1de opkomsten van de tolhekken te RitzumazijlKingma-
ti 1.1 e en Koetillerespectivelijk voor 570, ƒ886 en 874
per jaar
2. de opkomsten van den tol der trekschepen varende tus
schen Leeuwarden en Franeker, voor ƒ25, Franeker en Harlin-
gen voor ƒ10, Leeuwarder en Harlinger als Dockumer doorja
ger voor 5 per jaar
c. de beslissing over het bod van ƒ18 voor den tol der'trek
schepen tusschen Leeuwarden en Pijphorne tot aanstaanden Za
turdag is aangehouden.
De sub 610 vermelde stukken zijn voor notificatie aangenomen.
11. Een berigt van burgemeester en wethouders, dat de lijk
bezorger bij de algemeene begraafplaats, J. Alberts, door hen
als zoodanig is ontslagen.
De Voorzitter stelt naar aanleiding van dit berigt voor,
om de noodzakelijkheid te verklaren van de vervulling der door
het gegeven ontslag in het personeel der lijkbezorgers ontstane
vacature.
Daartoe wordt met algemeene stemmen besloten.
III. De Voorzitter't noodig achtende eene besloten zit
ting te houdenheft de openbare tijdelijk op.
IV. Na afloop der besloten zitting gaat de vergadering over
tot de behandeling van de op den oproepingbrief aangebragte
punten in voege als volgt
1. Voorstel van burgemeester cn wethouders tot onderhandsche ver
huring van een gedeelte van den Harlingerstal
Den heer Gorter komt den huurprijs van 80 wel wat laag
voor. Heeft hij het goeddan heeft de Harlingerstal vroeger
meer huur gedaan. In ieder geval zou hij meenen dat dit eigen
dom wel ƒ100 huur behoort te doen.
De heer Bloembergen merkt den vorigen spreker opdat
de huursom van 80 niet strekt voor het geheele gebouw maar
voor slechts een gedeelte daarvan. Worden de overige gedeel
ten verhuurd dan zal de huursom voldoende zijn. Dat deze
thans niet verhuurd worden is bloot een gevolg hiervan dat
zich daarvoor geen huurders op doen. Spr. komt het voor en
de ervaring heeft dit trouwens ook al geleerd dat het af te
slaan gedeelte den heer Reerink niet meer waard is; en waar
dit het geval is, daar zal het ook niet baten meer te eischen.
De conclusie van 't voorstel wordt hierop met algemeene stem
men aangenomenzoodat is besloten
Voorbehoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten van
Friesland, aan J. Reerink Dzn. alhier voor den tijd van drie
30