Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872.
17
Vergadering van Donderdag den 22 Februarij
1872.
Tegenwoordig 17 leden. Afwezig, met kennisgeving, de hee*
ren Buma en Hommeszonder kennisgevingde heer van
Eijsinga.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en
goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een schrijven van mejufvrouw de wed. G. O. Gorter
Risseladahoudende mededeelingdat haar echtgenootde
heer G. O. Gorterin leven lid van den raad dezer gemeente
op den 12 Februarij jl. alhier is overleden.
De Voorzitter zegt, dat deze mededeeling zeker bij alle
leden der vergadering een smartelijk gevoel zal hebben verwekt.
Het afsterven van den heer Gorterimmersheeft de gemeente
Leeuwarden van een geacht en regtschapen burgerden raad
van een verdienstelijk lid beroofd. Gedurende een tal van ja
ren was hij lid van den raaden steeds heeft hij ten volle be
antwoord aan het vertrouwen, door de kiezers in hem gesteld.
Ofschoon hij reeds op vergevorderden leeftijd wasbleef zijn
oordeel niet te min helder, zijn ijver en belangstelling in de
aangelegenheden der gemeente onverflaauwd. Spr. drukt de
hoop uitdat de herinnering aan den heer Gorter lang bij zijne
medeburgers moge voortduren, en stelt aan de vergadering voor
aan de weduwe een brief van rouwbeklag te zenden.
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
2. Het rapport van de commissiebelast geweest met het
onderzoek eener gewijzigde begrooting van 't Nieuwe Stads
Weeshuis, voor de dienst 1871.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van de hier ter stede geconstitueerde sub-commissie tot
voorbereiding der feestelijke viering van 1 April 1872 om eene
subsidie uit de gemeentekas te mogen erlangen.
De sub 2 en 3 vermelde stukken zijn ter inzage gelegdom
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
4. Het in de vergadering van 25 Mei 1871 door vijf leden
ingediend voorstel tot wijziging van het reglement van orde.
{Zie verslag der zitting van 25 Mei 1871 bladz. 80.)
De Voorzittor zegt, dat, ofschoon 'them niet gebleken is,
dat over de in overweging neming van dit voorstel beraadsla-
fing is gehoudenhij toch gelooftdat door het besluitom de
ehandeling tot eene volgende vergadering te verdagenis uit
gemaakt dat de raad heeft goedgevonden het voorstel in over
weging te nemen. Dit als vaststaande aannemendestelt hij op
grond van de artt. 31 en 60 van 't reglement van orde voor
het voorstel te stellen in handen eener commissie van drie leden
om deswege te dienen van consideration en advies.
Nadat de vergadering zich met dit voorstel vereenigd had
worden door den voorzitter daartoe gemagtigd tot leden
der commissie aangewezende lieeren DirksWiersma en van
Eijsinga.
5. Eene circulaire van het comité voor den Noord-Hollandsch-
brieschen spoorweg, houdende opwekking tot deelneming in de
tot stand brenging van dien spoorweg.
Gesteld in handen van burgemeester en wethoudersten fine
van berigt en raad.
6. Eene resolutie van lieeren gedeputeerde staten houdende
ontvangstberigt van het besluitwaarbij de in deze gemeente
bestaande strafverordeningen zijn geldig verklaard.
Aangenomen voor notificatie.
7. De rekening van den Stads- of Prinsentuin over 1871.
Ter inzage gedeponeerd.
BlJVOESSEL BEHOORBNDE BIJ DE LEEüWARDER CoüRANT.
8. Een berigt van burgemeester en wethouders dat
a. het vernieuwen van de brug over de Menaldumervaart en
van vier tiltjes in den Harlingertrekweg is aangenomen door
T. Pijnakker te Metslawier, voor ƒ5425.
b. op de 2e serie ad ƒ24,000 van de geldleening groot 46,000
is ingeschreven
voor ƒ12,000 naar den koers van 100 1/j
n -14,000 n a h a 1000/01
u - 2000 n 1/ u n 1001/10 0/Q
u - 13,500 a a 1/ a 100 0/q
u - 8500 n n a u 99 0/0 en
11 - 1500 u a a 98 0/0,
waarvan is aangenomen 12,000 a 1001/2 en ƒ12,000 a
100 1 u o/0.
Aangenomen voor notificatie.
III. De Voorzitter 'tnoodig keurende eene besloten zitting
te houdenheft de openbare vergadering tijdelijk op.
IV. Na heropening der vergadering wordt overgegaan tot de
behandeling van de op den oproepingbrief aangebragte punten.
1. Rapport omtrent het onderzoek der rekening van de kamer van
koophandel, over 1871.
Overeenkomstig de conclusie van 't rapport wordt besloten
de rekening en verantwoording goed te keuren in ontvang en
uitgaaf tot een bedrag van f 295.97.
2. Rapport nopens eene aanvrage van den schuttersraad der dienst
doende schutterij om magtiging tot wijziging der begrooting dier schut
terij voor de dienst 1871.
Conform de conclusie van het rapportwordt de gevraagde
magtiging verleend.
3. Benoeming van een hulponderwijzer op eene jaarwedde van f 300.
Op de door burgemeester en wethouders ingediende voordragt
komen voor Anne PloegsmaHillebrand van Noord en Martinus
Gaikema.
Bij de gehouden stemming worden uitgebragt op Hillebrand
van Noord 11 stemmen en op Anne Ploegsma 6 stemmenzoo
dat eerstgemelde is benoemd geworden.
4. Benoeming van eene hulponderwijzeres op eene jaarwedde van f 850.
De voordragt voor deze betrekking is zamengesleld uit Jantje
HoitsmaJanke Botke en Hendrikje van der Kam.
Eerstgemelde wordt met 15 van de 17 stemmen benoemd; de
2 overige stemmen waren uitgebragt op Janke Botke.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot intrekking der be
palingen op de openbaarmaking van raads handelingen en wijziging
van die op de directie der stedelijke begraafplaats.
De conclusie van het voorstel luidt als volgt
//I. In te trekken
„a. het 3e lid van 's raadsbesluit van 22 Junij 1865 no. 4
„b. de bij raadsbesluit van 2 September 1865 vastgestelde be
palingen omtrent de openbaarmaking der handelingen van den
raad dezer gemeente
„c. het raadsbesluit van 14 September 1865 no. 9, voor zoo
ver betreft de daarbij gemaakte Bepaling, dat aan den beambte,
met het opmaken van t verslag van 's raads handelingen belast
voor de daaraan verbonden werkzaamheden wordt toegekend
eene belooning van ƒ200 'sjaars;
i,d. het raadsbesluit van 30 December 1869 no. 8.
//II. Te wijzigen de bij raadsbesluit van 18 December 1869
vastgestelde verordening op de inrigting en het gebruik van de
algemeene begraafplaats en de begrafenissen in deze gemeente
als volgt
na. aan art. 38 toe te voegen eene 2e alinealuidende
//Tot deze betrekking kan ook worden benoemdop voor
dragt van burgemeester en wethouderseen der beambten ter
secretarie.