to Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872. De conclusie van het voorstel, die zonder hoofdelijke stem ming aangenomen wordtluidt Aan Gjalt Kuipers, op zijn daartoe gedaan verzoek, met den 1 Maart 1872 een eervol ontslag te verleenen uit zijne betrek king van hnlponderwijzer aan ae tusschenschool der le klasse in deze gemeente. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van L. Harmenzon c. s.om voor het geven van godsdienstonderwijs ge bruik te mogen maken van de derde armenschool. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Aan L. Harmenzon en anderen naar aanleiding van het daar toe door hen bij adres van 24 Januarij 11. gedaan verzoektot wederopzegging vergunning te verleenen, om iederen zondag van '8middags 12 tot 's namiddags 2 uur, gedurende een uur of lan- Ser gebruik te maken van de lokaliteit der 3e armenschool in eze gemeente ten einde aldaar godsdienstonderwijs te verstrek ken aan kinderen behoorende tot de verschillende protestantsche kerkgenootschappen in deze gemeenteonder voorwaarde dat door of van wege adressanten worde zorggedragen voor de noo- dige verwarming van de te gebruiken lokalen en tevens hun nentwege worde bevorderd dat die lokalen telkens na gemaakt gebruik voldoende worden gereinigdterwijl zij omtrent de opening en sluiting van het schoolgebouw zich met den hoofd onderwijzer zullen moeten verstaan. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders op 't verzoek vanJ. Bol- man c. s.om voor hunne christelijke zondagsschool gebruik te mogen maken van eene der stads tusschenscholen. De vergadering besluit in overeenstemming met de conclusie van het voorstel Aan J. Bolman Cz.Wijtze de Haan en P. Visser alhiernaar aanleiding van het daartoe door hen bij adres van den 19 De cember 1871 gedaan verzoektot wederopzegging vergunning te verleenen, om ten behoeve van hunne zondagsschool des zondags namiddags tusschen 12 en 4 uurgedurende een uur of langer februik te maken van de lokaliteit der 3e tusschenschool 2e lasse op Olde-Galileën onder voorwaarde dat door of van wege adressanten worde zorg gedragen voor de noodige verwarming- der te gebruiken lokalen en tevens hunnentwege worde bevor derd dat die lokalen telkens na gemaakt gebruik voldoende worden gereinigdterwijl zij omtrent de opening en sluiting van het schoolgebouw zich met den hoofdonderwijzer zullen moeten verstaan. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders op 'tverzoek van P. Wedemeijerom ten behoeve eener door hem op te rigten muziek school het kosteloos gebruik van het lokaal boven de waag en subsidie uit de gemeentekas te mogen erlangen. De conclusie van het voorstel luidt als volgt «Aan den heer P. Wedemeijer alhier, in antwoord op zijn adres van den 27 December 1871 te kennen te geven „1. dat hem tot wederopzegging vergunning wordt verleend om ten behoeve van eene door hem op te rigten muziekschool gebruik te maken van het lokaal boven de stadswaag, op zoo danige wijze dat dat gebruik aan de repetition van het stedelijk muziekkorps geen hinder veroorzake; 2. dat zijn verzoek om subsidie uit de gemeentekas te erlan gen voor het gratis geven van onderrigt aan jongelieden met het doel om deze op te leiden voor het stedelijk muziekkorps als niet voor inwilliging vatbaar wordt gewezen van de hand." De heer van Sloterdijck moet zijn leedwezen te kennen geven over het 2e onderdeel der conclusiezijn leedwezen omdat hijals lid van de vaste raadscommissie voor het stede lijk muziekkorps voor dat korps belang ziet in het bestaan eener muziekschoolals door den adressant bedoelden hij er aan twijfeltof zonder subsidie uit de gemeentekas die school wel zal tot stand komen en al komt ze tot stand of ze dan wel die resultaten zal afwerpen welke later in het belang van het muziekkorps kunnen zijn. De commissie is door burgemeester en wethouders over adressants verzoek gehoordmaar heeft zich niet bevoegd geacht tot het adviseren over de aanvrage om sub sidie tegen naleving van enkele conditiënenkel omdat de com missie is eene commissie van bijstand tot toezigt op het stede lijk muziekkorps maar onbevoegd haren werkkring uit te brei den en zich ook te bemoeijen met de opleiding van jonge mu ziekanten. Dit is de redenwaarom de commissie over het verstrekken van subsidie geen bepaald advies heeft gegeven. Overigens, men moge het belang van de gemeente bij muziek beoordeelen zoo men dat wil of goedvindtmaar de raad heeft eenmaal vastgestelddat het bestaan van een muziekkorps is gemeentebelang, en zoodra het nu duidelijk is, dat dat belang door eene muziekschool bevorderd wordt, houdt het subsidiëren van een particulier op, maar subsidieert men eene iniigting, die strekt in het gemeentebelang. Op grond hiervan zal spr. tegen het 2e punt der conclusie stemmen en neemt hij de vrij heid den voorzitter te verzoeken de conclusie in twee deelen aan de stemming te onderwerpen. De Voorzitter zal gaarne aan 't verzoek van den heer van Sloterdijck voldoenwaartoe hem trouwens de inrigting der con clusie voldoende aanleiding geeft. Wat aangaat het bezwaar, dat de commissie maaktom zich te belasten met de zorgof de subsidie goed besteed wordt spr. kan de verzekering geven dat er bij het collegie van dagelijksch bestuur groote gezindheid bestond om aan het verzoek van den adressant tegemoet te ko men indien de commissie slechts die zorg had willen op zich nemen, 't Is moeijelijk in eene openbare vergadering alles te zeggenwat men in 't belang eener zaak aanvoeren kan de vorige spr. zal dit wel willen toestemmen maar zooveel is zekerwanneer de commissie zich met eenig toezigt had wil belasten, vooreerst door te bevorderen, dat de heer Wedemeijer in die 200 welke men wilde geven, werkelijk eene tegemoet koming vond, en in de tweede plaats, dat deze werkelijk werd benuttigd tot opleiding van aanstaande leden van het stedelijk muziekkorps, dat dan burgemeester en wethouders ook een geheel ander voorstel zouden hebben gedaan maar nu de com missie bezwaar maakt zich met dat toezigt te belastenzal deze het burgemeester en wethouders ten goede houdendat ook zij bezwaar maken dat toezigt op zich te nemen. De commissie zegtdat dit buiten de verordening ligtdoch spr. voor zich heeft er altijd op tegen om alles in verordeningen te omschrij ven omdat men dan in alle mogelijke gevallen zich verschuilt achter //het staat niet in de verordening." Hij kan niet zoo be paald ziendat de verordening voor de commissie een hinder paal behoeft te zijnalthanshij meendedat het doel van de commissie dit wasom alleswat tot verhooging van den luis ter en bloei van het muziekkorps kan strekken te bevorderen. Hij herhaalt het nogmaals, had de commissie het toezigt willen aanvaardenburgemeester en wethouders zouden gaarne hebben voorgesteld ƒ200 voor de zaak beschikbaar te stellen. De heer Dirks gelooftdat men bij deze zaak niet alleen het oog moet hebben op het muziekkorpsmaar dat men den blik ook wel wat verder mag wendendat namelijk door het toestaan eener subsidie van ƒ200.- de muziek in 't algemeen in de stad kan worden verbeterd. De jongeliedendie voor 't mu ziekkorps worden opgeleidzullen ook bij andere gelegenheden dienst kunnen doen. Spr. gelooft wezenlijkdat aan goede mu ziekanten in deze stad behoefte bestaat. In bijna alle concerten heeft men instrumenten noodig, die door de jongelieden niet ge prefereerd worden en nu zou juist het toekennen eener subsidie kunnen strekkenom die leemte aan te vullen. Daarom heeft ook hij het betreurddat de commissie zich niet met het toezigt heeft willen belasten. De heer van Sloterdijck merkt opdat het door den voor zitter gesprokene ligt aanleiding kan geven tot de meeningdat bij weigering der commissie alle toezigt op het besteden der Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden1872. 21 toe te stane subsidie zou ontbreken. Dit is echter niet het geval althans spreker komt het voordatwanneer de raad voorwaar den aan de subsidie verbindtalsdan het collegie van dagelijksch bestuur geroepen is, om toetezien dat de subsidie wordt gebe zigd tot dat eindewaarvoor ze gegeven is. Duszegt spr.in ieaer geval is er geen gebrek aan toezigt. Dat de commissie bezwaar maaktom zich met dat toezigt te belasten zit in de bepalingen harer verordeningdie hare werkzaamheden om schrijven. De raad is bevoegd dat territoir van werkzaamheden uittebreiden doch zoolang dit niet geschied ismoet de com missie zich beperken binnen de grenzenhaar thans bij de ver ordening aangewezen. Het geldt hier eene commissie voor een speciaal gevaldie zich hare werkzaamheden afgebakend ziet en die alzoo niet wel zou doen door zich buiten de verordening te bewegen. Spr. wenscht de aandacht te vestigen op eene periode in den laatsten brief der commissie waarin ze als hare meening uitspreektdat aan de subsidiein 't belang van 't stedelijk mu ziekkorps deze voorwaarde moet worden verbonden dat jaarlijks aan de muziekschool eenige jongelieden van behoorlijken aanleg kosteloos onderwijs in de muziek zullen ontvangen. De com missie heeft zich' op grond harer verordening van '1 adviseren over het verleenen van subsidie geëxcuseerd maar toch heeft ze duidelijk te kennen gegeven op welke wijze de subsidie zou behooren te worden verleend. En wanneer de raad aan de sub sidie die voorwaarde verbindtdan gelooft spr.dat er geen speciale commissie noodig is om voor de nakoming daarvan te zorgenomdat burgemeester en wethouders daartoe ten allen tijde geroepen zijn. De heer Westenberg zou wel een voorstel willen doen. De commissie is eene commissie van bijstandderhalve eene com missie die door burgemeester en wethouders kan worden ge raadpleegd. Nu heeft er tusschen den voorzitter dezer vergade ring en een lid der commissie eene wisseling van denkbeelden plaats gehaddie het hebben doen zien dat het bezwaar alleen zit in de verordening der commissieen nu zou spr. het beter vinden de zaak voor 't oogenblik aan te houden als wanneer het dagelijksch bestuur, na op nieuw met de commissie te hebben geconfereerdnieuwe voorstellen zal kunnen doen. Ook hem komt het voor, dat er voor het verleenen eener subsidie veel te zeggen valt. De heer van Sloterdijck moet den vorigen spr. opmerken, dat in de stukken de zaak op voldoende wijze is uiteengezet. Burgemeester en wethouders hebben de commissie reeds geraad pleegden deze heeft, zelfs tot tweemaal toe, advies gegeven. Ook door de gevoerde discussie is er geen nieuw licht, opge gaan zoodat spr. zich van eene verdaging der zaak weinig goede resultaten voorstelt. De Voorzitter gelooft te ontdekken, dat er bij de commis sie wel genegenheid bestaat om de zorg voor de goede besteding der subsidie op zich te nemen maar dat haar bezwaar alleen gelegen is in de beperkende bepalingen der verordening. Wan neer dus de raad kon goed vinden de subsidie te besteden onder toezigt der commissie, dan zou welligt het bezwaar zijn opgehe ven. Spr. weet niet hoe zijne medeleden in 't dagelijksch be stuur daarover denken, maar hij gelooft, dat deze evenmin als hij in dat geval bezwaar zullen zien eene subsidie van ƒ200.- voor te stellen. De heer Bloembergen meent te moeten wijzen op het ver schil van opvatting, dat er ten dezen schijnt te bestaan. Toen de aanvraag van den heer Wedemeijer bij het dagelijksch be stuur ter sprake kwam is men uitgegaan van he^ denkbeeld dat het niet wel kon opgaan om aan een particulierdie ten eigen profijte eene muziekschool gaat exploiteren eene subsidie te geven. Men had de ervaring er van met hoevele moeijelijk- heden de vroeger bestaan hebbende muziekschool had te kampen. Ook die muziekschool is door de gemeente gesubsidieerdmaar dit was dan toch in ieder geval nog eene subsidie aan eene in rigting, die, onder het bestuur van eenige notabele ingezetenen, ten algemeenen nutte werd aangewend. Hier daarentegen zou het zijn het subsidiëren van den ondernemer zeiven. Dit achtte men minder wenschelijk. Wel wilde men dien ondernemer in zijne pogingen te gemoet komendoor hem b. v. eenige leer lingen te geven waarvoor hij op betaling kon rekenen. Dat zouden de zoodanigeu zijn die later bij het muziekkorps zullen worden ingelijfd. Nu meende het collegie niet eene subsidie te moeten geven aan den heer Wedemeijer, maar de subsidie te verhoogen, die de gemeente jaarlijks aan het stedelijk muziekkorps geeft opdat de commissie voor dat korps van die verhoogde subsidie ten bedoelden einde gebruik zou kunnen maken. De commissie kon in dat geval met den heer Wedemeijer in overleg treden, kon toezigt op de leerlingen houden en zoo zou alles op goeden voet hebben kunnen marcherenzonder nog het ante cedent te stellendat de gemeente een ondernemer subsidieert. Spr. zou dus meenendat de zaak niet werd opgelostdoor aan den heer Wedemeijer eene subsidie te verleenen op den voet als door den voorzitter bedoeld wordt. Misschiendatingeval de zaak op nieuw bij burgemeester en wethouders ter sprake kwamde opinie veranderdemaar voor het oogenblik is de leidende gedachte niet anders geweestdan om geene subsidie toe te kennen. De heer Wiersma geeft te kennendat de heer Bloember gen juist zoodanig heeft gesproken als de zaak ook bij de com missie een punt, van overweging heeft uitgemaaktdat namelijk de muziekschool voor een gedeelte zou komen onder toezigt der commissiedie alsdan eene verhooging van subsidie zoude ont vangen. De commissie heeft dit punt overwogen en is daardoor geleid tot het denkbeeld dat zij dus doendetot meer uitga ven dan ƒ200.- zou vervallener zouden dan welligt weder uitgaven voortvloeijen voor de aanschaffing van instrumenten en welligt ook van kleeding, in 't kort, de commissie vreesde, dat de eene stap haar tot den anderen zou brengenen dal alzoo de zaak veel geld zou vorderen. En aangezien nu dc finantiën der commissietrots de meest mogelijke zuinigheid van dien aard zijndat zij niet vooruitkomenmaar letterlijk de tractementen moeten wonden vastgehouden en van in sommige opzigten noodzakelijke verhooging moet worden afgezienis 't haar onraadzaam voorgekomen iets te doendat tot vermeer dering van uitgaven kan leiden. De heer van Sloterdijck moet naar aanleiding van he; laatste door den voorzitter gesprokene vooropstellendat hij hier zijne persoonlijke opinie heeft uitgesprokendat deze dus niet als die van de geheeie commissie kan worden aangemerkt. Het gevoelen van de commissie is in de bij stukken aanwezige missives neergelegd. De heer Wiersma heeft een finantieel be zwaar der commissie aangevoerd. Ook spr's overtuiging is het dat door eene verhooging der subsidie voor het stedelijk muziek korps de commissie zich aan vermeerdering der uitgaven bloot stelt, De voorzitter is uitgegaan van de onderstellingdat de commissie wel zou willen treden in het door hem geopperd denkbeeld. Spr. echter gelooft, dat zij dit in haar tweede advies duidelijk genoeg heeft tegengesproken. Zij meentdat zoodanig toezigt als de voorzitter bedoeld hare bevoegdheid te buiten gaat, dat het verder reikt dan de verordening haar regt geeft en dat dus in de allereerste plaats de verordening zou behooren to worden gewijzigd. Punt 1 der conclusie wor lt hierop aangenomen met algemeene stemmen en punt 2 met 12 tegen 4 stemmen, die van deheeren Dirks, van Sloterdijck, Bruinsina en Wiersma, 11. Voorstel van burgemeester en wethouders aangaande het adres van J. li. Wartena om onderhandsche verlenging der huur van de zath: en landen, waarvan hij tot 1875 huurder is. De heer "Wiersma kan zich met de conclusie van dit voor stel niet vereenigenomdat hij de daarbij bedoelde verlenging van huur niet in het belang der gemeente acht. Wel wijst dc

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1872 | | pagina 3