Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, 1872.
Vergadering van Zaturdag 20 April 1872.
Tegenwoordig 16 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren
Jongsma, Rengers en Westenberg, zonder kennisgeving de heer
Attema. Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
II. Aan de orde zijnde de installatie van het nieuw gekozen
raadslidden heer P. H. van der Meulen wordt door den se
cretaris lecture gegeven van eene resolutie van heeren gedepu
teerde statenwaarbij zij berigtendat bij hen tegen de toela
ting van den heer van der Meulen geene bezwaren bestaan.
Nadat deze resolutie op voorstel van den voorzitter voor no
tificatie was aangenomen is de heer van der Meulen door den
secretaris ter vergadering binnengeleid.
De Voorzitter, het woord nemende, zegt: Volgens de
bepalingen der gemeentewet moeten de leden van den raadbij
het aanvaarden hunner betrekkingin handen van den voorzit
ter den eed afleggendat zij de belangen der gemeente met al
hun vermogen zullen voorstaan en bevorderen na alvorens te
hebben afgelegd den in art. 83 der grondwet bedoelden eed van
zuivering. Ik vertrouw dat ge hiertoe bereid zijten verzoek
den secretaris het eedsformulier te willen voorlezen.
Hieraan door den secretaris voldaan zijndeworden door den
heer van der Meulen de voorgeschreven eeden in handen van
den voorzitter afgelegd.
De Voorzittor, het woord hernemende, zegt: En thans,
mijnheer van der Meulenwenseh ik u geluk met de benoeming
tot lid van dezen raad. Ge zult de plaats vervullen van iemand,
die tal van jaren met ijver en lust getracht heeft de belangen
der gemeente te behartigenen wiens nagedachtenis bij velen
onzer eene droevigemaar tevens ook eene aangename herinne
ring opwekt. Ik geloof geen beter wensch u te kunnen toebren-
en, dan dat gij het voetspoor van uwen voorganger moogt druk-
en dat ge denzelfden ijver in de aan u opgelegde taak,
dezelfde welwillendheid jegens uwe medeleden moogt aan den
dag leggen. En dan vlei ik mij, dat de werkkring, die ge he
den intreedtvoor u zal zijn een bron van zelfvoldoening en
genoegen en dat ook gij zult medewerken om den bloei en de
welvaart der gemeente in onze beraadslagingen te helpen bevor
deren. Ik verklaar u te zijn geïnstalleerd, en verzoek u op den
voor u bestemden zetel plaats te nemen.
De heer van der Meulen neemt zittingzoodat de verga
dering thans 17 leden telt.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer van dei* MeuTen
deel uitmaakt van de derde sectie.
III. De Voorzitter zegtMijne heeren Thans aan de orde
zijnde de behandeling van het kohier van den hoofdelijken om
slag, dienst 1872 geeft dit mij aanleiding de vergadering te
doen overgaan in eene met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering niets meer aan de orde zijnde,
wordt ze aoor den voorzitter gesloten.
Vergadering van Maandag 22 April 1872.
Tegenwoordig 15 ledenafwezig met kennisgeving de heer
Dirkszonder kennisgeving de heeren AttemaJongsmaOos-
terhoff, van Eijsinga en de With. Voorzitter de heer burge
meester.
I. De Voorzitter opent de vergaderingdoch doetter be
handeling van het kohier van den hoofdelijken omslagdienst
1872, haar onmiddellijk in eene met gesloten deuren overgaan.
Na heropening der vergadering wordt genoemd kohier vastge-
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
steld in belastbaar kapitaal tot een bedrag van 2,921,554.23
en in aanslag ter somma van ƒ100,793.09.
II. Wordt ter tafel gebragt het rapport van het onderzoek
der rekening van het stads werkhuis, over 1871.
Ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden
behandeld.
III. De heer Bruilgerdaartoe verlof hebbende bekomen,
komt terug op zijne in de vergadering van 11 April jl. gedane
vragen aangaande de hulpbrug, gelegd ter tijdelijke vervanging
van de Vlietsterbrug. Spr. herinnert er aan dat 'in de verga
dering van 27 December 1871, bij de vaststelling van de be
trekkelijke plannen de toezegging is gedaan tot het maken van
eene hulpbrug, ook geschikt voor de passage met handkarren.
Hij heeft zich gister ter plaatse vervoegd en heeft toen gezien
dat de aan beide einde der brug geplaatste palen niet zijn weg
genomen. De passage met kruiwagens en karren is dus ook thans
nog belemmerd. Hij stelt er groot belang in dat die belemmering
worde weggenomenwaarmede aan gegronde wenschen van
velen zoude zijn voldaan. Met eene kleinigheid zou de hulpbrug
de noodige capaciteit voor de passage met gemelde voertuigen
te geven zijn. Hij zal thans gaarne vernemen of er ook ver
andering in den bestaanden toestand zal komen dewijl het an
ders zijn plan is een daartoe strekkend voorstel te doen.
De heer Bruinsma merkt opdat er geene bepaalde toe
zegging tot het maken eener tevens voor de passage met hand
karren geschikte hulpbrug is gegeven wel is door hem gezegd
dat ditzoo mogelijk zou geschieden maar eene bepaalde Foe-
-egging heeft h'j niet gedaanhetgeen hij trouwens ook niet
doen kon.
De Voorzitter deelt mede, dat hij, naar aanleiding van de
in de vergadering van 11 April gevoerde discussieeen plaatse
lijk onderzoek heeft ingesteldwaarbij het hem is geb'eken
dat voor de hulpbrug twee palen zijn geslagendie echter zoo
danig gesteld zijndat de passage met kruiwagens daardoor niet
wordt belet. Zij strekken alleen om de passage met handkarren
te verhinderen. Ofschoon burgemeester en wethouders aanvan
kelijk hebben afgekondigddat de brug alleen voor voetgangers
was bestemdzijn zij echter hiervan teruggekomen en liebben
zij ook verlof gegeven om met kruiwagens over de brug te rijden,
Zij zijn daartoe geleid door een met den architect gehouden
overleg. In het bestek is ook alleen sprake van eene hulpbrug
voor voetgangersde aannemer is dus met het maken daarvan
binnen zijne bevoegdheid geblevendoch de brug is wel zóó
solieddat er tegen het gebruik met kruiwagens geen bezwaar
behoeft te bestaan. Tegen het gebruik met handkarren bestaat
niet alleen dit bezwaar, dat de hulpbrug alsdan zal moeten wor
den versterktmaar zij zal dan ook aanzienlijk dienen te worden
verbreed. De leden behoeven zich slechts op een vrijdag of ook
wel op een zaturdag ter plaatse te bevinden, om zich van de
roote drukte in de passage te voet te kunnen vergewissenen
it moet spreker er tot zijn spijt bijvoegen dat het publiek maar
niet schijnt te willen begrijpendat het eene noodbrug is. Er
wordt niet de minste consideratie gebruikt't gebeurt niet zel
den dat van beide zijden tegelijk met kruiwagens de brug wordt
opgeredenwaardoor alsdan midden op de brug stremming der
passage ontstaat. Het had onlangs weinig gescheeldof er ware
iemand door zoodanige handeling te water geraakt. Dit een en
ander heeft er toe geleid om de hulpbrug uitsluitend voor voet
gangers en kruiwagens open te stellen. Bovendien wanneer
men 2 3 goede kruiwagens bezigtkan men ook evenveel goed
vervoeren als met een handkar. Het doet burgemeester en wet
houders leeddat de passage moet worden gestremd maar dit
is zekerdat men door de omstandigheden tot het maken eener
noodbrug is gedwongen. Dit is hetgeen spr. naar aanleiding van
het door den heer Brunger gesprokene meent te kunnen aanvoe
ren geeft het dat geëerde lid aanleiding tot het doen van een
8