j
40
Verslag der handelingeb van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 13 en 27 Februarij 1878.
Art. 2.
De jaarwedden van deze beambten zijn voor
de inspecteurs van politie ieder j 900
,i politiedienaren der le klasse 550
ii //2e n 500
n n 3e u 450.
Art. 3.
De politiedienaren der 4c klasse genieten geene vaste jaarwedde.
Wanneer zij in dienst treden genieten zij eene belooning, voor
den tijd dien zij in functie zijnin verhouding van de jaar
wedde van de politiedienaren der 3e klasse.
Art. 4.
De inspecteurs van politie dragen als onderscheidingsteeken
een zijden Hnt van geele en blaauwe kleur onder het vest.
De politiedienaren dragen een distinctief, waaruit blijkt tot
welke klasse zij behooren.
Art. 5.
De politiedienaren van de eerstetweede en derde klasse wor
den door den burgemeesterten koste der gemeentevoorzien
van de noodige bovenkleeding waarvoorten behoeve van ieder
hunner, echter niet meer dan J 57 jaarlijks op de begrootiug
wordt uitgetrokken.
Art. 6.
De politiedienaren worden door den burgemeesterten koste
der gemeente, van de noodige wapenen en verdere uitrusting
voorzien.
Art. 7.
Bij het eindigen op welke wijze ookvan de bediening der
in art. 1 genoemde beambten, worden de hun, ingevolge art. 6,
verstrekte voorwerpen bij den commissaris vau politie ingeleverd.
Art. 8.
Voor de aanvaarding hunner bediening leggen de inspecteurs
en de dienaren van politiein handen van den kantonregter
een eed of belofte af van den volgenden inhoud
wik zweer (beloof) getrouwheid aan den koningdat ik de wet-
z/ten van den staat en de verordeningen der gemeente zal nako-
//men en onderhouden en dat ik mij in de dienst naauvvgezet zal
//toeleggen op de vervulling mijner pligtenzoo als een braaf
//politieambtenaar betaamt. Zoo waarlijk helpe mij God almac
htig (dat beloof ik)."
HOOFDSTUK II.
Van de lokalen en h:t materieel ten dienste dtr politie.
Art. 9.
Ten koste der gemeente worden ten dienste der politie aan
gewezen en beschikbaar gehouden de volgende lokalenals
1°. een bureau voor den commissaris van politiemet de
noodige vertrekken voor de politiedienaren en voor het tijdelijk
verblijf van personendie voor den commissaris moeten ver
schijnen
2°. een lokaal ten dienste van de nachtwachtmet een afzon
derlijk vertrek voor den inspecteur van politie, zooveel mogelijk
in de nabijheid van het bureau van den commissaris van politie
30. een lokaal tot bewaring van gearresteerden
40. de benoodigde wachthuisjes op de hoofdplaatsen der
wachtposten.
Art. 10.
De in het vorig art. genoemde lokalen worden van het noodige
ameublement voorzien en zooveel noodig ten koste der gemeente
behoorlijk verwarmdverlicht en gereinigd.
Art. 11.
Ten koste der gemeente worden in het lokaal voor de nacht
wacht geplaatst en beschikbaar gehoudenten dienste van dren
kelingen en personen aan welke eenig ongeluk is overgekomen
waarbij de hulp van de politie wordt vereischt, de volgende
voorwerpen
1°. eene legerstede voorzien van het noodige beddegoed
20. eenige mans- en vrouwenkledingstukken ter verpleging
dienstig
3°; de vereischte voorwerpen (chirurgicale instrumenten en
medicijnen) ter behandeling van drenkelingen
40. de noodige reddingsmiddelen, zooals noodlijnen, ladders
enz.
Art. 12.
De voor de politie benoodigde schrijfbehoeften en gereedschap
pen worden mede ten koste der gemeente verstrekt.
Art. 13.
Voor de uitgaven bij deze bevordering vastgesteld en voor
buitengewone uitgaven ten behoeve der politie, wordt jaarlijks
eene som op de begrooting der gemeente gesteld.
Art. 14.
Deze verordening treedt in werking den 1 April 1873 op
welk tijdstip buiten werking worden gesteld de verordening dd.
14 Augustus 185(5 en de daarin bij raadsbesluiten vau 10 Febru
arij 1859 22 November 18G0, 10 Januarij 1867 28 October
1869 en 9 November 1871 aangebragte wijzigingen.
II. Tweede suppletoir kohier van de directe belasting op het
inkomen, ten behoeve dezer gemeente, dienst 1872.
De Voorzitter het noodig achtende om ter behandeling van
dit kohier de vergadering in eene met gesloten deuren te doen
overgaanheft de openbare zitting tijdelijk op.
Na heropening der vergadering wordt het kohier vastgesteld
in belastbaar kapitaal op 18,319.19 en in bedrag van den aau-
slag* op 681.99 i/2
Niets verder aan de orde zijnde wordt de vergadering door
den voorzitter gesloten.
Vergadering van Donderdag 27 Februarij 1873.
Tegenwoordig 18 ledenafwezig de heer Bruinsma met en
de heeren Rooseboom en Rengers zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen der op 13 dezer gehouden vergadeiing worden
gelezen en goedgekeurd,
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Het rapport van het onderzoek der aanvrage van de com
missie van administratie der stads bank van leeuingom magti-
ging tot af- en overschrijving op de begrooting van administratie
kosten dier bank, voor de dienst 1872.
2. Idem van de aanvrage van het bestuur van 't nieuwe stads
weeshuisom magtiging tot wijziging van de begrooting dier
instelling, voor de dienst 1872.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het adres
van R. Germans, weduwe vau den politiebediende J. L. Bos,
houdende verzoek om met eene gratificatie te worden begiftigd.
4. Alsboventot overname voor de gemeente in beheer en
onderhoud van eenige binnen de gemeente gelegen gedeelten
rijksstraatweg.
5. Als boven om den huurder der zathe en landen achter
CambuurT. A. Bergstra, over het huurjaar 1872/73 te onthef
fen van de betaling eener som van J 35 als bijdrage in de kos
ten van aanleg en onderhoud der bestrating van het Kalverdijkje.
Voormelde stukken zijn ter inzage gelegd om in eene vol
gende vergadering te worden behandeld.
6. Een adres van C. van der Sluisonderwijzeres aan de
le bewaarschoolhoudende verzoek om verhooging barer be
zoldiging.
7. Idem van F. van Rijssensle hulponderwijzer aan de tus-
8chenschool le klasse, houdende verzoek om in het genot te
worden gesteld van de bij de betrekkelijke verordening voor de
door hem bekleede betrekking vastgestelde bezoldiging.
De sub 6 en 7 vermelde adressen zijn om berigt en raad in
handen van burgemeester en wethouders gesteld.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 27 Februarij 1873.
8. Een adres van Boeij Visserhoudende, verzoekom in
aanmerking te komen voor de betrekking van politiedienaar der
3e klasse.
Ten fine van beschikking aan den burgemeester geren voijeerd
9. Eene aanvrage van het bestuur van het stads ziekenhuis
om magtiging tot af- en overschrijving op sommige posten van
de begrooting dier instelling, voor de dienst 1872.
In handen gesteld van de heeren OosterhoffHommes en de
Withten fine vau onderzoek en rapport.
10. De rekening van het stads werkhuis, over 1872.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de
heeren BrungerDuparc en Suringar.
11. Een berigt van burgemeester en wethouders, dat de bouw
terreinen naast de rijks hoogere burgerschool bij zamenvoeging
zijn gekocht door heeren voogden van het Old Burger Wees
huis te Leeuwarden, voor de som van 33,498, en dat de zui
vere opbrengst daarvan voor de gemeente 30,077.60 bedraagt.
12. Missives van de nieuw benoemde hulponderwijzeressen
J. Sprongsma, A. SonnegaA. Ubbink, A. Schotanus en G.
Knobbelochhoudende mededeelingdat zij de op haar uitge-
bragte benoeming aannemen.
13. Een schrijven van H. R. Stoett, houdende dankbetuiging
voor de verhooging zijner bezoldiging als leeraar in het regt-
lijnig en bouwkundig teekenen aan de burgerdag- en avondschool
De sub 11—13 vermelde stukken zijn voor notilicatie aange
nomen.
III. Wordt overgegaan tot de behandeliug van de op den op-
roepingbrief aangebragte punten
1. 1Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk het deelne
men in de kosten van voorbereidende werkzaamheden in zake den ge-
projecteerden aanleg van een lokaal-spoorweg
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
10. Voor de gemeente Leeuwarden deel te nemen in de voor-
loopige kosten verbonden aan de voorbereidende werkzaamhe
den ter zake den aanleg van een lokaal-spoorweg van Leeuwar
den over Ferwerd, Ternaard, Dockum en Veenwouden naar Drag-
ten met een zijtak van Dockum naar Oostmahorn met dien ver
standedat het door deze gemeente te betalen kosten-bedrag
zal worden berekend naar J 27.50 voor iederen kilometer, wel
ken de geprojecteerde weg volgeus het op te maken plan even
tueel door de gemeente zal loopenen onder uitdrukkelijke
voorwaardedat de gemeente Leeuwardendoor de bijdrage in
vorenbedoelde voorloopige kosten voor het vervolg met het be
trekking tot den aanleg zeiven in geenerlei opzigt geacht zal
kunnen worden tot ondersteuning of medewerking verbonden zijn.
20. Van het sub 1° vermeld besluit aan het comité voor den
aanleg van den daarin aangeduiden lokaalspoorweg mededeeling
te doen.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van A.
van Jelgerhuis en W. Hoekstra0111 aan de nSchoolstraat meer breedte
en een anderen naam te geven.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloten
Aan de adressanten A. van Jelgerhuis en W. Hoekstra te ken
nen te geven, dat de raad, na overweging der in hun adres van
30 December 1872 aangevoerde motiven geene termen heeft ge
vonden, om ten aanzien van het tweeledig verzoek, in dat adres
vervat, in den door hen verlangden zin te beschikken; dat hij
zich evenwel voorsteltom aan de Schoolstraatdie voorshands
geacht kan worden eene voldoende breedte te hebbenbij het
beschikken over de terreinen ten westen dier straat gelegen
zoodanige breedte te geven als het publiek belang in verband
met het gemeentebelang noodzakelijk zal doen oordeeïen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op de adressen van de
hulponderwijzers P. Kikkers en A. J. Hogenhuishoudende verzoek om
tot hulponderwijzers der 2 de klasse te worden bevorderd.
De conclusie van het voorstel luidt aldus
,/Aan de adressanten P. Rikkers en A. J. Hogenhnis te ken
nen te geven dat hun verzoek om tot hulponderwijzers der 2e
klasse in deze gemeente te worden bevorderd niet voor inwil
liging vatbaar is en mitsdien wordt gewezen van de hand."
De heer van Eijsinga zal zich niet tegen de voorgedragen
conclusie verklarendewijl hij geen reden heeft daaraan zijne
stem te onthoudendoch wanneer hij dit doet wenscht hij tevens
de verklaring af te leggen, dat hij niet geacht wil worden in
allen deele in te stemmen met de regeling der jaarwedden van
het onderwijzend personeel zooals die in deze gemeente bestaat,
't Is waar de betrekkelijke verordening is van recente dag-
teekeningmaar even waar is hetdat men bij de vaststelling
daarvan niet wistdat de omstandigheden er toe zouden leiden
om met korten tijd op nieuw tot eene verhooging van sommige
jaarwedden te moeten overgaan. Hij is van oordeeldat men
wel eens ernstig in overweging mag nemenof de bij de ver
ordening voor de hulponderwijzers der 2e en 3e klasse vastge
stelde jaarwedden nu nog wel voldoende zijn. Wil de gemeente
op den duur niet van flinke hulponderwijzers verstoken zijn, dan
zal men wel genoodzaakt zijn tot verhooging der jaarwedden te
besluiten. Het is daaromdat spr. deze gelegenheid te baat
neemt om de aandacht van burgemeester en wethouders op de
zaak te vestigen. Hij herinnert er aan, hoe bij de laatste oproe
ping van hulponderwijzers en onderwijzeressen 3e klaïse zich
enkel hulponderwijzeressen hebben aangemeldtengevolge waar
van men toen in eens tot do aanstelling van zes hulponderwijze
ressen is overgegaan. Hij gelooft, dat een goed beleid mede
brengt, om voor het vervolg zich tegen moeijelijkheden bij het
bezetten van vacante plaatsen te wapenen. Voor 't overige zal
spr. zichop grond van de door de plaatselijke schoolcommissie
aangevoerde redenenniet tegen de conclusie verklaren.
Hierna wordt de conclusie van het voorstel zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van
C. G. Kameau om ve> hooging harer bezoldiging als medehelpster bij het
onderwijs in de vrouwelijke handwerken aan de tusschenschool le klasse.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten:
Het bedrag der bezoldiging van de medehelpster voor het on
derwijs in de vrouwelijke handwerken, C. C. Rameau, werk
zaam in de tusschenschool le klasse, van den 1 Januarij 1878
af te verhoogen met ƒ25 en te bepaleu op ƒ125.
5. Benoeming van eene voogdes van het nieuwe stads weeshuis.
Mevrouw E. AlbardaWierdsma wordt met algemeene stem
men benoemd.
IV. De Voorzitter het noodig achtende eene zitting met
gesloten deuren te houdenheft de openbare vergadering tijde
lijk op.
V. Na heropening der vergadering vraagt en bekomt de lieer
Van Eijsinga verlof tot het doen eener vraag aan het dage-
lijksch bestuur, in betrekking tot de den 14 November des vori-
gen jaars vastgeste'de verordening op het gijmnasium. Tenge
volge daarvan zijn voor het gijmnasium nieuwe bepalingen in
het leven getredenen aangezien burgemeester en wethouders
geroepen zijn tot uitvoering der gemeente-verordeningen zoo ge
looft spr. niet ongepast te handelen met eene ter zake betrekke
lijke vraag te doen waarop hijhetzij nuhetzij in volgende
vergaderinghet antwoord van 't collegie tegemoet ziet. In
die verordening komt geene bepaling voor omtrent den datum
van inwerkingtredingwettelijk werkt ze dus nu reeds. Op
grond daarvan vraagt spr.: hoe is het op dit oogeoblik gesteld
met de in functie zijnde leeraren? Het is voornamelijk art. 8,