Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 13 Maart 1873.
gebragte motiven vóór en al eer zich uit te spreken of ze zich
met het denkbeeld van burgemeester en wethouders vereenigen.
Strekte de conclusie enkel om den raad zich incompetent te doen
verklaren om op het adres te beschikken spr. zou er zich ge
makkelijk vóór kunnen verklaren maar hier wordt van den raad
geheel iets anders gevraagden met het oog daarop zou hij
gaarno van het voorstel nader kennis willen neraen.
De lieer Jongsma geeft te kennen dat, toen hij gister avond
na ontvangst van een afdruk van het adres daarvan en van de
bepalingen en voorwaarden vlugtig kennis nam dadelijk bij hem
de vraag reesof de raad wel bevoegd is tot vernietiging der
gedane provisionele toewijzing. I)e inzage van de voorwaarden
heeft hemalthans voorloopigovertuigd dat de raad met deze
zaak niets te maken heeft. Toen hij echter bij het binnentreden
der zaal het voorstel van burgemeester en wethouders hoorde
lezen waarbij deze hunne handeling verdedigen meende hij te
hebben misgezien. De aan dat voorstel verbonden conclusie be
vestigt hem in zijne primitieve meening. Daarentegen heeft het
laatste betoog van den voorzitter tot strekkingdat de raad
de gedane handeling niet kan afkeuren, 'tls daarom, dat ook
spr. uitstel der behandeling gewenscht acht.
De Voorzitter zal zich volstrekt niet tegen uitstel der be
handeling verzetten waarom hij het ter zake door den heer
Attema gedaan en door den heer van Eijsinga ondersteund voor
stel in behandeling brengt.
Geen der leden daarover het woord verlangende te voeren
wordt het voorstel van den heer Attema in omvraag gebragt en
niet 16 tegen 3 stemmen, die van de heeren Dirks, Hooseboom
en Kengers, aangenomen. (De heer Wiersma heeft zich op grond
van het bepaalde bij art. 46 der gemeentewet van deelname aan
de stemming onthouden).
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders in zake de
gehouden aanbesteding der herstelling van een gedeelte walbe-
schoeijing langs den Harlingertrekweg.
Op voorstel van den voorzitter wordt besloten ook deze zaak
in de te houden buitengewone vergadering te behandelen.
7. Eene missive van de commissie van toezigt op het mid
delbaar onderwijs, naar aanleiding van door den schoolopziener
in het le district van Friesland, in zijn advies over de oprigting
ecner middelbare school voor meisjes, tegen het middelbaar on
wijs te Leeuwarden geuitte klagten.
Gesteld in handen van de commissie ad hoe.
8. Het veertiende jaarlijksch verslag van de vereeniging tot
daarstelling van eene algemeene bibliotheek en van een daaraan
verbonden leeskabinet te Rotterdam.
Ter visie gedeponeerd.
9. Een schrijven van mevrouw E. C. Albarda—Wierdsma
houdende kennisgeving dat zij de op haar uitgebragte benoeming
tot voogdes van het nieuwe stads weeshuis aanneemt.
10. Een schrijven van G. de Heer te Vlissingendaarbij zijne
diensten arnbiedende bij den aanleg van een lokaalspoorweg.
11. Een berigt van burgemeester en wethouders houdende
mededeeling
a. dat de doodgraver bij de algemeene begraafplaats, B. Hoo-
geveen is overleden
b. dat bij de gehouden openbare aanbesteding het maken
van een walmuur langs een gedeelte van Camstraburen is gegund
aan J. van Reenen alhier, voor ƒ3120; en de vernieuwing van
het tiltje no. 7 in den Harlioger trekweg aan T. H. Joustra te
Baard, voor ƒ498
c. dat door hen van de door de gemeente in bebouwing uit
te geven terreinen provisioneel in koop zijn toegewezen de per-
ceeïen r
nos. 1 tot en met 18 en 26 tot en met 28 aan de commandi
taire bouwvereeniging
no. 19 aan jhr. J. M. Wobma Speelman
nos. 30 en 31 aan mr. U. II. Huber
no. 32 aan J. And rem
nos. 39 en 41 aan T. L. Kuipers
no. 50 aan T. Hilarius
nos. 70 en 71 aan J. P. de Boer;
97 n 98 n A. J. Rooseboom en
20 tot en 25 aan J. van Reenen;
terwijl omtrent een vijftal aanvragen betrekking hebbende op
de perceelen nos. 29 83 3435 36 37 38 42 43 eu 44
de beslissing voorloopig is aangehouden.
De sub 911 vermelde stukken zijn voor notificatie aange
nomen.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de oproeping-
brief aangebragte punten
1. Rapport van 't onderzoek der aanvrage van de commissie van
administratie der stads bank van leeningom magtiging tot het doen
van af en overschrijvingen op de begrooting van administratiekosten
dier instelling, dienst 1872.
Overeenkomstig de conclusie van't rapport wordt de gevraagde
magtiging verleend.
2. Rapport van 'f onderzoek der door heeren voogden van 't nieuws
stads weeshuis voorgestelde wijzigingen in de begrooting dier instelling
dienst 1872.
Zich vereenigende met de conclusie van het rapportworden
de voorgestelde wijzigingen door de vergadering goedgekeurd.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van de
Wed. J. L. Bos om met eene gratificatie te worden begiftigd.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloten
Aan Regina Germansweduwe van Johannes Leonardus Bos
in leven politiedienaar der le klasse in deze gemeente, te ken
nen te geven, dat het bij haar adres van 10 Februarij 1873 ge
daan verzoek om van gemeentewege met eene gratificatie te
worden begiftigd niet voor inwilliging vatbaar is en mitsdien
wordt gewezen van de hand.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overname in beheer
en onderhoud van eenige gedeelten rijksstraatweg binnen de gemeente
gelegen.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
A. Voor de gemeente in beheer en onderhoud van het rijk
over te nemen de in der tijd op gemeentegrond aangelegde ge
deelten rijksstraatweg in de gemeente Leeuwarden, loopende
10. van even benoorden de Hoeksterpoort tot bij hetBlaauw-
huis,,ter lengte van 148 meter;
20. van de gasfabriek tot de Iloeksterpoortbrugter lengte
van 101 meter;
30. van de Wirdumerpoortbrug naar de Potmargebrug tot
vóór de herberg de Posthoorn, ter lengte van 125 meter;
40. van de Wirdumerpoortbrug tot den Spoorweg, ter lengte
van 129 1/2 nieter, en
50. van de Vrouwenpoortbrug tot nabij de Zwemschoolter
lengte van 162 meter.
B. Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde sta
ten van Friesland aan het rijk kosteloos in eigendom overtedra-
gen het erf der brugwachterswoninggelegen bij de Hoekster-
poortbrug te Leeuwarden ter grootte van 145.65 centiare en
begrensd zooals op eene bij het contract overteleggen teekening
wordt aangewezen
zulks op de voorwaarden vermeld in het ontwerp der over
eenkomst door den heer commissaris des konings overgelegd bij
missive van 23 Januarij 1873, le afdeeling, no. 148, met deze
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 13 en 15 Maart 1873.
45
wijziging, dat sub 5 onder de voorwaarden wordt opgenomen
het volgende
,/dat van de goedkeuring der overeenkomst af het rijk voort
durend in voldoenden toestand zal onderhouden het gedeelte wal
muur langs de stadsgracht en het erf der voormelde brugwach
terswoning op de betrekkelijke teekening met de letters deue
aangeduid."
5. Voorstel van burgemeester en wethouders om den huurder der
achter Cambuur gelegen zathe over het huurjaar 1872/73 te onthefjen
van de hem bij raadsbesluit van 25 Januarij 1872 opgelegde verpligtmg.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten1
Den huurder eener aan de gemeente behoorende zathe en lan
den achter Cambuur T. A. Bergstra te ontheffen van dc krach
tens raadsbesluit van 25 Januarij 1873, no. 2/34, op hem rus
lende verpligtingom over het huurjaarloopende van 12 Mei
1872 tot 12 Mei 1873, aan deze gemeente te betalen eene som
van J 85 als bijdrage in de kosten van aanleg en onderhoud
eener bestrating langs het Kalverdijkje tot het erf der zathe door
hem bewoond.
7. Aanwijzing der rangorde van zitting der raadsleden tot de eerste
vergadei-ing in September.
Bij de gehouden loting is de plaats 110. 1 ten deel gevallen
aan den heer Attema,
no. 2 it n ti OosterholT,
1/ 3 a u n van Eijsinga
11 4 n a a de With,
n 5 u a u van Sloterdijck
6 n ,1 Brunger
u 7 n n 11 Hommes
I n 8 t, Duparc
9 u u 1, Rooseboom
n 10 n n 11 Dirks,
I n 11 ti v v van der Meulen
11 12 a 1/ Buma
w 13 11 11 11 Jongsma,
I li 14 u p ,1 Westenberg,
11 15 1, Suringar,
11 16 ,1 ii Wijbrandi
a 17 a 11 van Valkenburg en
ri 18 a ,1 a Wiersma.
8. Vernieuwing der section.
De gehouden loting heeft tot resultaatdat. tot en met de eerste
vergadering in September zullen behooren tot de eerste sectie de
heeren: Jongsma, Brunger, van Sloterdijck, OosterhofïRoose-
boom, Wijbrandi en Rengers (wethouder); tot de tweede de hee
ren: van der Meulen, Dirks, Duparc, van Valkenburg, Wes
tenberg, Attema en Bruinsma (wethouder), en tot de derde de
heeren: Buma, Suringar, Hommes, van Eijsinga, de With,
Wiersma en Bloembergen (wethouder).
8. Benoeming van vier leden der commissie voor de gasfabriek.
De heeren Attema, Bruinsma, Duparc en Brungeraftredende
ledenworden allen herbenoemdde drie eerstgenoemden ieder
met 19 en laatstgemelde met 14 stemmenop den heer Roose-
boüm waren 4 stemmen uitgebragt en op de heeren Jongsma,
van Valkenburg, van Eijsinga, van der Meulen en Suringar
ieder een stem.
De Voorzitter deelt mededat door burgemeester en wet
houders de heer Bloembergen tot voorzitter dezer commissie is
aangewezen.
9. Benoeming van vier leden der commissie voor het stedelijk mu
ziekkorps.
De aftredende leden, de heeren van Eijsinga, Wiersma, van
Sloterdijck en Suringarworden allen herbenoemdde beide
eerstgenoemden ieder met 19 en de twee laatefgemeldcn ieder
imet 18 stemmen; de heeren Buma en van Valkenburg verkregen
eder 2 stemmen en de heer Wijbrandi 1 stern.
De Voorzitter deelt mededat de heer Bruinsma door bur
gemeester en wethouders tot voorzitter dezer commissie is aan
gewezen.
'10. Benoeming van een eerste hulponderwijzer aan de school voor
gewoon- en meer uitgebreid lager onderwijs.
Op de voordragt komen voor H. H. Kievits te ZaandamJ. A.
H. Braakman te Arnhem en D. K. A. Lenderink te Deventer.
Van de 20 uitgebragte stemmen verkreeg Kievits 16 en Braak
man 4zoodat eerstgenoemde is benoemd geworden.
11. Benoeming van een hulponderwijzer aan de burgerschool voor
meisjes.
De voordragt is zamengesteld uit G. Veencklaas te Deventer
G. E. Feringa te Harlingen en B. Laverman te Leeuwarden.
Bij de eerste stemming verkreeg Veeneklaas 9Laverman 6
en Feringa 5 stemmen.
Geen der voorgedragenen dc volstrekte meerderheid van stem
men hebbende verkregenwordt tot eene tweede vrije stemming
overgegaan, waarbij Veeneklaas met 11 stemmen wordt benoemd;
Laverman verkreeg bij dezè stemming 5 en Feringa 4 stemmen.
Niets verder aan de orde zijnde sluit de voorzitter de ver
gadering onder mededeelingdat het zijn voornemen is tegen
aanstaanden zaturdag namiddag 2 uur een buitengewone verga
dering te beleggen.
Vergadering van Zaturdag 15 Maart 1873.
Tegenwoordig 20 leden; afwezig, met kennisgeving, de lieer
van Eijsinga.
Voorzitter do heer burgemeester.
I. Op voorstel van den voorzitter wordt de lezing van de no
tulen der laatstgehouden vergadering tot de volgende bijeenkomst
aangehouden.
II. Wordt ter tafel gebragt een voorstel van burgemeester en
wethoudersbetrekkelijk eene ruiling van grond tusschen de ge
meente en de diaconie der Nederduitsch Hervormde gemeeate.
Ter inzage gelegdom ia eene volgende vergadering te wor
den behandeld.
III. In behandeling wordt genomen het voorstel van burge
meester en wethouders in zake de gunning van de herstelling
van een gedeelte walbeschoeijiug langs den Harlinger trekweg.
I)e conclusie van het voorstel luidt als volgt:
z/ln afwachting van de door burgemeester cn wethouders 11a-
der aan te bieden voorstellen tot verhooging der somuitge
trokken op art, 1 der Ie afd. van 'hoofdstuk III (uitgaven) der
//gemeentebegrootingdienst 1873, goed te keuren, dat het ver
nieuwen van een gedeelte walbeschoeijing langs den Harlinger-
z/trekweg door genoemd collegie wordt gegund aan den laagsten
//inschrijver voor ƒ532."
De heer Duparc gelooft, dat de raad onbevoegd is een be
sluit te nemen in den zin als door "burgemeester en wethouders
wordt voorgesteld. De raad toch wordt hier geroepen tot goixj-
keuring van een door burgemeester en wethouders aanbesteed werk.
Spr. heeft zoowel de bijzondere als de algemeene voorwaarden 1 van
aanbesteding ten dezen nagegaan doch daarin nergens eene bepa
ling kunnen vinden die den raad roept in deze zaak uitspraak
te doen. Volgens 64 der algemeene voorwaarden, blijft aan
de besteders (in dit geval burgemeester en wethouders) de magt.
toegekend de aanbesteding geheel in te houden of de gunning
van het werk zoo langen tijd in beraad te nemen als bij de be
steding zal worden te kennen gegeven, enz. Spr. meent dan
ook, dat altijd de gunning of niet gunning van een werk door
burgemeester en wethouders is beslist. Deze zaak is in eer\