Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 23 October 1873.
115
Vergadering van Donderdag 23 October 1873.
Tegenwoordig 19 leden: afwezig de heeren Wiersma en Brun-
gerbeide met kennisgeving.
Bij afwezigheid van den burgemeester wordt het voorzitter
schap door den oudsten wethouder, den heer J. J. Bruinsma
waargenomen.
I. De notulen derjvorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Het verslag van 't in de sectiën gehouden onderzoek der
gemeentebegrooting voor 1874.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van den hulponderwijzer L. Nieuwenhuis, om eervol ontslag-
3. Idem tot vaststelling van een programma voor de prijs
vraag uit te schrijven ter bekomiDg van plannen voor het stich
ten van een beursgebouw.
4. Idem, op een verzoek van mr. W. A. van Sloterdijck en
mr. U. H. Huber, om te worden ontheven van de verpligtingeH,
omschreven in de artt. 15 en 22 der voorwaarden voor de uit
gifte van bouwterreinen.
5. Idem op een verzoek van twintig politiedienaren der 3e
klasseom verhooging hunner bezoldiging.
6. Eene voordragt tot benoeming van een hulponderwijzer
der 3e klasse aan de le tusschenschool 2e klasse.
Op deze voordragt komen voor Anne Bikbergen te Dockum
en Nicolaas Wendel te Groningeu.
7. Eene voordragt tot benoeming van eene hulponderwijzeres
aan de burgerschool voor meisjes. Deze voordragt is zamenge-
steld uit Anna Harmina Bergsma te TietjerkAngenietje Scho
tanus te Leeuwarden en Everdiena Margo Ranneft te Sneek.
8. Een schrijven van 't bestuur van het nieuwe stads wees
huis daarbij ter vervulling van de in het personeel van voog
den en voogdessen tengevolge periodieke aftreding te ontstane
vacatures aanbevelende, voor voogd, de heeren M. Manger Cats,
aftredend voogd, mr. H. Albarda en mr. M. van Heioma, en
voor voogdes, de dames E. AlbardaWierdsma (aftredende voog
des) WeermanMees en S. WitteveenBolman.
Voormelde stukken zijn ter inzage gelegd om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
9. Een adres van den pachter der opkomsten van de Nesser-
zi'ilhoudende verzoek om vergoeding der schade door hem ge
leden tengevolge stremming der scheepvaart door die zijl.
10. Idem van de politiedienaren der 4e klasseom van ge
meentewege een kleedjas en eene jaarlijksche toelage te mogen
ontvangen.
11. Idem, van G. J. Hunting, om op nieuw met eene gratificatie
te worden begiftigd.
De sub 911 vermelde adressen zijn om berigt en raad in
handen van burgemeester en wethouders gesteld.
12. Een verzoek van bewoners van Camstraburenom maat
regelen te nemen tegen den overlastdie hun van geleiders van
trekpaarden wordt aangedaan.
Ten tiue van beschikking aan den heer burgemeester geren-
voijeerd.
13. Het proces-verbaal van verificatie der gemeentekas.
Ter inzage gedeponeerd.
14. Resolutiën van gedeputeerde staten houdende goedkeuring
van 's raads besluiten tot verhuring van een gedeelte van den
Harlingerstal aan J. Reerink Dzn. en van een gedeelte van het
huis lett. F, no. 129, aan het rijk.
15. Een schrijven van burgemeester en weihouders, hou
dende mededeeling
Bijvoegsel beiioore>de bij de Leeuwarder Coubakt.
a. dat door de gemeente voor eene som van ƒ413 is aange
kocht de woning in het Bagijnekloosterlett. Fno. 329
b. dat een aan de gemeente behoorend perceel bouwland ge
legen op Olde-Galileën voor den tijd van 3 jaren is verhuurd
aan W. Beintema, voor een huurprijs van 258 per jaar;
c. dat de opbrengst van de water-kaai- en walgelden gedu
rende de jaren 1874, 1875 en 1876 is verpacht aan H. van der
Werff, voor een jaarlijkschen pachtprijs van ƒ4720;
d. dat de levering van de door de gemeente gedurende de
jaren 1874 1875 en 1876 benoodigde bureaubehoeften is aanbe
steed aan 1. Andre® Jr. en van de benoodigde bindwerken aan
H. Rozenberg Jzn.aan eerstgenoemden tegen 28 0,g en aan
laatstgemeldeu tegen 33 1/3 0/q beneden het ter zake vastgesteld
tarief.
De sub 14 en 15 vermelde stukken zijn voor notificatie aan
genomen.
16. De begrooting van administratiekosten der stads bank
van leening, voor 1874.
Ten line van onderzoek en rapport in handen gesteld van de
heeren Westenberg, van Eijsiuga en Buma.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op-
roepiögbrief aaDgebragte punten
1. Rapport van 't onderzoek der begrootivg van 't nieuwe stad»
weeshuis, voor 1874.
Overeenkomstig de conclusie van 't rapport besloten
De begrootiDg goed te keuren in ontvang tot een bedrag van
29,742.76 en in uitgaaf tot een bedrag van 29,729.46.
2. Rapport van 't onderzoek van het voorstel van burgemeester en
wethouders Ut nadere wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1S73.
In overeenstemming met de conclusie van het rapport wordt
besloten
Het bij het voorstel van burgemeester en wethouders gevoegd
ontwerp-besluitzooals dat ouder nummer 16 der bijlagen tot
het verslag van 's raads handelingen is opgenomen goed te keu
ren en vast te stellen.
3. Voorstel van burgemeester en icethouders op een verzoek van W.
Zuidema cn de Wed. J. Maniaom eene plek gemeentegrond om niet
aan hun in eigendom over te dragen.
De conclusie van het voorstel luidt als volgt:
z/Het verzoek van Wierd Zuidema en C. vau der Meer Wed.
//J. Haniaom gratis in eigendom te erlangen gemeentegrond
//gelegen ten oosten van de tusschenschool op het Zuidvhette
«wijzen van de hand."
De heer van Slotordijck kan zich bezwaarlijk met deze
conclusie vereenigen. De toestand zooals die in het voorstel
wordt geschetst, is naar zijne meening niet geheel dezelfde
als tóen in 1869 soortgelijke aanvraag als de hier bedoelde door
den raad werd afgewezen. De gronden evenwelwaarop thans
tot afwijzing van het verzoek wordt geadviseerd, zijn dezelfde
ais in 1869 tegen de inwilliging van 't verzoek zijn aangevoerd
en bestaan hierin
1. dat de voorgenomen stichting van een huis in de rooijing
van den voorgevel van het schoolgebouw ter plaatse geene ver
betering eu verfraaijing zoude te weeg brengen
2. dat het wenschelijk is aan beide zijden van de tusschen
school eenig terrein onbebouwd te laten
3. dat er geene termen bestaan, om een bestaanden toestand
ten voordeele van een enkelen en ten nadeeie van verschillende
andere ingezetenen te veranderen zonder dat het algemeen be
lang dit vordert.
Omtrent het eerste motief merkt spr. opdat, waar misschien
in 1869 de inwilliging van liet verzoek geen verbetering ter
plaatse zoude medebrengen, dit nu is weggevallen, nu de adres
santen eigenaars zijn van de beide in den inham staande wonin
gen. De welstand zal er ontegenzeggelijk door worden verbeterd,
20