146
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 18 December 1873.
4. Eene resolutie van gedeputeerde staten strekkende, dat
de raad zijn oordeel uitspreke omtrent het cijfer, waarop de
jaarwedde der wethouders dient te worden bepaald.
De Voorzitter Stelt, voor deze resolutie om consideration
en advies te stellen in handen eener commissie van drie leden.
Aangezien de verhooging der jaarwedde van de wethouders bij
de behandeling der begrooting in de sectiën is ter sprake ge-
bragt, vindt spr. het eigenaardig, en geeft hij mitsdien in over
weging, dat de destijds door de sectiën benoemde rapporteurs,
zijnde de heeren van SloterdijckDirks en Westenberg, tot
leden dezer commissie worden aangewezen.
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
5. Eene resolutie van gedeputeerde staten houdende goed
keuring van het le suppletoir kohier der directe belasting op het
inkomenover 1873.
Aangenomen voor notificatie.
6. Een verzoek van R. W. Kooietra te Jelsumom een stuk
grond aan den Vierhuisterdijk aan hem in erlpacht af te staan.
Om berigt en raad in handen gesteld van burgemeester en
wethouders.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingbrief aangebragte punten
1. Benoeming van een le hulponderwijzer aan de tussc/mschool
le klasse.
P. Vlugt, hulponderwijzer der 2e klasse aan die schoolwordt
met algemeene stemmen benoemd.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders om den Zuidwcter-
dwinger af te graven.
De Voorzitter merkt op, dat het moeijelijk was van de
verandering van den dwinger eene teekening te maken. Eerst
wanneer hij tot op de bepaalde laagte is afgegravenzal het
kunnen blijken op welke wijze het meest geschikt een wandel
weg daarover is aan te leggen. Spr. kan daarbij de verzekering
gevendat burgemeester en wethouders er naar zullen streven
den wandelweg op de meest aangename en geschikte wijze in te
rigten.
Hierna wordt overeenkomstig de conclusie van het voorstel
besloten
Burgemeester en wethouders te magtigen den Zuidwestelijken-
dwinger of den zoogenaamden hoogen berg te doen afgraven en
daarbij als het hoogste punt aan te nemen den voet van den
molen de Hoopen vervolgens dat terrein tot wandelplaats te
doen aanleggen,
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van hét
plan voor het op Olde Qalileën te stichten schoolgebouw.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloten
a. Het oostelijk gedeelte van de zuidelijke strook grond van
het kadastraal perceel gemeente Leeuwarden sectie F, no. 1177,
aangeduid op de situatieleekeningdoor den gemeente-architect
ingezonden bij missive van 5 December 1873 no. 4l9/iter
breedte van -4- 50 en ter diepte van -4— 32 meter, te bestem
men voor de stichting van een schoolgebouw c. a. ter vervan
ging van de 3e tusschenschool 2e klasse op Olde Galileën.
b. Op het sub a omschreven terrein te stichten een schoolge
bouw volgens het bestek en de planteekeniDgen door den ge
meente-architect ingezonden bij missive van 5 December 1873
no. 419/jin zoover gewijzigd dat ook in den zuidelijken muur
boven den gang lichtkozijnen zullen worden gemaakt.
c. Aan burgemeester en wethouders op te dragen nadere voor
stellen aan te bieden tot dekking der geldendie zullen blijken
vereischt te worden boven het cijferdat voor de schoolstichting
op Olde-Galileën op de gemeente-begrooting voor 1873 is aange-
bragt ten bedrage van ƒ18,000.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhuring van:
a. het huis in de Prins Hendrikstraatin gebruik bij P. Tan ja
b. idem in de Kruisstraatin gebruik bij H. Lancee
c. idem in de Grootc Hoogstraatin gebruik bij W. A. Janssen
d. idem in het Nieuwstraatjein gebruik bij G. van der Wees en
de wed. R. de Jager
e. idem in het St. Job sleenin gebruik bij A. S. Brada
f. idem achter de herberg de Posthoornin gebruik bij B. Wijbenga, en
g. idem in de Bagijnestraatin gebruik bij D. A. H. Draper.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten:
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
burgemeester en wethouders te magtigenom bovenbedoelde hui
zen op nieuw voor den tijd van een jaar, in te gaan 12 Mei
1874op de tegenwoordige voorwaarden onderhands te verhuren.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders op eon verzoek van J.
W. Sterkenburgom op nieuw in huur te mogen erlangen de aan de
gemeente behoor ende plek grond in de St. Anthony straat.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloten
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
aan J. W. Sterkenburg alhier, met ingang van 12 Mei 1874,
onderhands voor den tijd van een jaar te verhuren eene plek
grond, gelegen aan de St. Anthonystraatten kadaster bekend
gemeente Leeuwarden sectie C no. 142 zulks voor een huur
prijs van vijftig gulden en overigens op de bestaande voorwaarden.
De Voorzitter sluit hierop de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 24 December 1873.
147
Vergadering van Woensdag 24 December 1873.
Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren Bum», de With,
van der Meulen en van Valkenburg. Voorzitter de heer burge
meester.
I I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en vast-
I gesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Eene missive van de verordeningcommusiedaarbij ter
vaststelling aanbiedende ontwerp eener verordening op het bou
wen en inrigten van woningen en tegen het bewonen van voor
de gezondheid nadeelige woningen.
2. Idem ten geleide van een onfwerp-besluit tot aanvulling
van de verordeningbetreffende de instandhouding enz. van de
openbare wegen enz.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van S. van Hulstom te worden ontheven van de betaling
van walgeld voor houtvlotten.
Deze stukken zijn ter inzage gelegdom in eene volgende ver"
gadering te worden behandeld.
4. Eene missive van burgemeester en wethouders van Stad
I Ommengeleidende een door den raad dier gemeente aan den
I minister van binnenlandsche zaken ingezonden adres ter onder-
I steuning der aanvrage van de Rotterdamsche bank c. som con-
I cessie voor den aanleg van spoorwegen.
5. Een verzoek van M. S. Hirachom op nieuw met eene
I gratificatie te worden begiftigd.
De sub 4 en 5 vermelde stukken zijn om berigt en raad in
handen van burgemeester en wethouders gesteld.
6. Een schrijven van den heer G. de Chateau, houdende ken-
Inisgevingdat hij de op hem uitgebragte herbenoeming tot lid
van de plaatselijke schoolcommissie aanneemt.
Voor notificatie aangenomen.
7. Eene missive van de commissie van toezigt op het middel"
I baar onderwijs, daarbij ter vervulling van de met 1 Januarij
I a. s. door de aftreding van den heer mr. T. van Hettinga Tromp
I in die commissie te ontstane vacature aanbevelende de heeren
I mr. T. van Hettinga Trompmr. J. L. van Sloterdijck en J. B.
R Weerman.
Op voorstel van den voorzitter tot de benoeming overgegaan
I zijnde wordt de heer Tromp met algemeene stemmen herbenoemd.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op-
I roepiügbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van de
I wed. L. de Bruin om eene gratificatie.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten:
Aan Johanna Keta, weduwe van L. de Bruin, gedurende het
I jaar 1874 eene tegemoetkoming in haar levensonderhoud te ver-
I strekken van j 1 per week.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van de
f wed. W. Oèerink om eene gratificatie.
De conclusie van het voorstel luidt aldus
0Aan Elisabeth Noorderbroek, weduwe van Wijbe Oberink
I «in leven concierge in het gemeentehuis alhier over het jaar
I #1873 eene gratificatie van gemeentewege te verleenen ten be-
I //drage van een honderd gulden."
Nadat de heeren Jongsma en Bruinsma hadden verklaard,
I zich op de vroeger door hen aangevoerde gronden niet met het
I voorstel te kunnen vereenigen doch geen stemming te verlan-
I genwordt deze conclusie zonder hoofdelijke stemming aange-
I nomen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van T.
I J. Smits Jzn. om kwijtschelding van bcloopen boete.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuw£rdek Courant.
In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt
besloten
Aan Theunis Johannes Smits Jzn. te Dordrecht overeenkomstig
zijn daartoe gedaan verzoek algeheele kwijtschelding te verlee
nen van de boete tot een bedrag van 505, door hem beloopen
ter zake te late levering van het tweede en derde gedeelte der
door hem aangenomen leverantie van 134,000 Fauconvalkeijen
ten behoeve van bestratingen binnen deze gemeente.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van R.
O Dantumapachter der opkomsten van de Ncsserzijlom eene scha-
deloostelling wegens stiemming der scheepvaart.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten:
Aan R. O. Dantuma, van 12 Mei 1873 tot gelijken datum in
1876 pachter van de Nesserzijl onder Nes, toe te kennen eene
som van ƒ185 als vergoeding van de schade, die hij heeft ge
leden aan gemis van tolter zake stremming van de scheep
vaart tengevolge aan die zijl van den 28 Julij tot den 27 Sep
tember 1873 gedane herstellingen.
5. Voor-tel van burgemeester en wethouders tot oninvorderbaarver-
klarirg van sommige vorderingen wegens verpleging in het stads zickenhus.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten de op
den bij het voorstel gevoegden staat vermelde vorderingen oniu-
baar te verklaren en als zoodanig in de rekening over 1873 te
verantwoorden.
6. VoorsUl van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het
plan voor den aan te leggen vcrschwatervijvcr.
De conclusie van het voorstel strekt om
„a. Goed te keuren het door G. L. Ylaskampaanlegger van
„plantsoenen tc Hardegarijpontworpen plan voor een versch-
watervijver op het oostelijk gedeelte van het perceel weiland
„kadastraal bekend gemeente Leeuwarden sectie D no. 449.
bBurgemeester en wethouders te magtigen om aan het sub
„a vastgestelde plan uitvoering te geven deels door openbare
„aanbestedingdeels door het laten verrigten van werkzaamhe
den in eigen beheer."
De heer Plantenga wenscht te worden ingelicht, of de bij
den vijver te stichten woning bestemd is voor een daarbij aan
te stellen ambtenaar. Ook zoude hij gaarne vernemen waar de
pomp zal worden geplaatst, hetgeen hem niet uit de stukken ia
gebleken.
De Voorzitter antwoordtdat men met het stichten eener
woning niet het denkbeeld heeft een specialen ambtenaar bij den
vijver aan te stellen. Men zal welligt gelegenheid hebben tot
het treffen eener schikking met iemanddie bij het betalen eener
geringe huursom zich met het houden van toezigt wil belasten
waaraan bij dezen vijveromdat ze eenigzios afgelegen is, meer
behoefte bestaat dan bij dien achter de kazerne. Overigens be
staat het plan eene leiding onder de gracht door to maken en
aan de overzijdein het Ruiterskwartiereen a twee pompen
te plaatsen.
Punt a wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Punt b.
De heer van Sloterdijck wenscht te worden ingelicht hoe
ver men reeds gevorderd is met de verdere voorbereiding van
de aan het plan te geven uitvoering, m. a. w. tegen welken tijd
die uitvoering kan worden tegemoet gezien. Hij doet deze vraag
vooral daarom, omdat het zachte winterweder gelegenheid aan
biedt het werk voor minder geld tot stand te krijgen dan in het
voorjaar of den zomer.
De Voorzitter merkt op, dat zoolang Diet het plan door
den raad was goedgekeurdburgemeester en wethouders zich
slechts hebben kunnen bezig houden met het opmaken eener glo
bale begrooting van kosten, waarbij op den voorgrond is gesteld,
dat al wat daarvoor vatbaar is zal worden aanbesteed en zoo
spoedig mogelijk uitgevoerd want eerst daarna kunnen de wer.
24