GO Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 11 Junij 1874. gen is de gemeente van het onderhoud af. Maar bij de we tenschap dat de provincie niet kan overnemen tenzij het regle ment is goedgekeurdis de vraag allezins gepastwie zal tot aan de goedkeuring onderhouden Hierop in rondvraag gebragtwordt de motie van den heer Wiersina met 9 t<gen 7 stemmen, die van de heeren de With, Attema, DuparcDirks, Kengers, Brunger en Plantenga, aan genomen. Vervolgens komt het 2e punt der conclusie aan de orde. De heer Vftn dor MeulOIl vraagtof 't nu ook niet wen- schelijk zoude zijn de beslissing omtrent dit punt aan te houden De Voorzitter merkt op, dat in de resolutie van 30 April wordt gezegddat gedeputeerde staten voornemens zijn aan de staten een voorstel in te dienen om voor de provincie in beheer en onderhoud overnemen de Tijnjehet Vliet, de Zuidergracht, enz. In verband daarmede worden de gemeentebesturen uitge- noodigd om zoo ze tegen die overname bezwaar hebben daar van aan gedeputeerde staten raededeeliDg te doen. Hier, zegt epr.geldt het dus een andere zaak dan bij het eerste punt. De heer Jongsma heeft reeds bij den aanvang der discussie er op gewezendat tusschen de beide punten der conclusie een hemelsbreed verschil bestaat. Hij gelooftdat het thans de tijd is daarop met een enkel woord terug te komen. Bij dit punt wordt voor gesteld aan gedeputeerde staten te berigten dat de gemeente ge noegen kan nemen in de overname in beheer en onderhoud door de provincie van de Tijüjehet Vliet en de Zuider-of Oostergracht mits daardoor alleen worde verstaan overname van den onder- houdslast van het vaarwater en het beheer over dat onderhoud en daaruit overigens geene verkorting van de wettelijke bevoegd heid van het gemeentebestuur opzigtens het gebruik van het vaarwater voortvloeije. Hier dus heeft men wat spr. verlaDgt, hier wordt gevraagd,/vindt de gemeente het goed, dat die vaarwateren door de provincie worden overgenomen", en de ge meente antwoordt toestemmend. In dezen moet dus het hoofdpunt van debat zijn acht men het noodigdat het onderhoud en be heer van de in de resolutie vermelde vaarwaters worden over genomen en wat dat betreft kan spr. verklarendat hij in de overneming niet het minste bezwaar voor de gemeente ziet. Hierop wordt het tweede punt der conclusie zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 4. Voorstel van burgemeester en Wtthouders omtrent de herbenoeming van den directeur der en van den boekhouder aan de gemeentleijke gas- Jabriekzoomede tot verhooging van de bezoldiging dier ambtenaren. Nadat besloten was voor goed aan aan te zien, dat in betrek king tot de aanbeveling wordt afgeweken van het 2e lid van art. 2 der verordeningregelende de benoeming enz. van de ambtenaren en bedienden aan de gasfabriek, wordt tot directeur herbenoemd P. Pama de Kempenaer en tot boekhouder J. L. Petersen, eerstgenoemde met 16 stemmen (een briefje werd blanco bevonden) en laatstgemelde met algemeene stemmenzulks voor den tijd van drie jarenin te gaan 1 October 1874. Verder wordt overeenkomstig de conclusie van het voorstel besloten a. De jaarlijksche bezoldiging van ieder der titularissen met ingang van 1 October 1874 te verhoogen met ƒ200 en te bren gen voor den directeur op f 1700 en voor den boekhouder op 1400. b. Art. 3 van de verordening dd. 81 Augustus 1865, regelende den rang, het getal, de bezoldiging en de wijze van benoeming van de ambtenaren en bedienden belast met de exploitatie der gemeentelijke gasfabriek te wijzigen door in plaats van „root den boekhouder ƒ900—1200" te stellen #voor den boekhouder van j 1200—1500." 5. Voorstel van burgemeester en wdhouders tot wijziging van de v rordening regelende de brandweer. In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt besloten De verordening, regelende de brandweer in de gemeente Leeu warden vastgesteld den 24 Januarij 1861 en 25 Julij d. a. v., gewijzigd bij raadsbesluiten van 14 Junij 1866, 11 Februarij 1869 en 28 December 1871 nader te wijzigen als volgt: Art. 34alinea 1 te lezen //Het collegie brandmeesters zendt jaarlijks vóór of op den 15 Augustus aan burgemeester en wethouders eene begrooting van ontvangsten en uitgaven voor het volgend jaariügerigt naar de deswege door dezen te geven voorschriften." In de 2e alinea van art. 34 in plaats van de woorden //den raad" te lezen //burgemeester en wethouders" Art. 37 te lezen als volgt: //Buiten de begrootiDg mag geene uitgaaf geschiedennoch af- en overschrijving op posten der begrooting plaats hebben dan met voorafgaande magtiging van burgemeester en wethouders. //Indien het eindcijfer der begrooting moet worden overschre den doet het collegie deswege de noodige voorstellen aan bur gemeester en wethouders." 6. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van de hulpondericijzeres J. Sprongsma om eervol ontslag. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Aau Jetske Sprongsma, met ingang van 1 Julij 1874, eervol ontslag te verleenen als hulponderwijzeres aan de 2e armenschool in deze gemeente. IV. Niets verder aan de orde zijndedoet de voorzitter de openbare vergadering in eene met gesloten deureu overgaan. Z7" Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 25 Junij 1S74. Vergadering van Donderdag 25 Junij 1874. Tegenwoordig 1G leden afwezig de heeren Attema en Brun ger met- en de heeren WijbrandiJoDgsrna en van Valkenburg zonder kennisgeving. Voorzitter de heer J. J. Bruinsmaoudste wethouder. I. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wsthouders tot het ma ken van nog een ierbak op het aschland. 2. Idem tot wijziging van art. 16 der verordeningregelende het onderwijs aan de gemeentelijke gymnastiekschooï. 3. Id:m, naar aanleiding van een adres van I. van Aspe- ren houdende verzoek om te worden vrijgesteld van de betaling eener grondpacht. Deze voorstellen zijn ter inzage gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. 4. Een verzoek van A. Eestensom vrijstelling van wegens te late levering van Luiksche keijen beloopen boete. Om berigt en raad in handen van burgemeester en wethouders gesteld. 5. Een schrijven van curatoren van het gymnasium houdende mededeeliug van den dagwaarop aan die inrigting het openbaar examen zal worden gehouden. 6. Idem van de plaatselijke schoolcommissieberigtende de dagen op welke het examen zal worden gehouden aan de tus- schenschool 1ste klasse de drie tusschenscholen 2de klasse de burgerschool voor meisjesde fransche kostschool vcor meisjes en de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs. Boor de vergadering daartoe gemagtigdworden door den voorzitter tot bijwoning der examens aangewezen de heeren BumaDirksvan ValkenburgPlantenga en Oosterhoff. 7. Een schrijven van J. L. Petersen houdende dankbetuiging voor zij co herbenoeming tot boekhouder aan de gemeentelijke gasfabriek. Voor notificatie aangenomen. III. De voorzitter deelt mede a. dat het perceel bouwterrein no. 69 door burgemeester en wethouders provisioneel in koop is toegewezeu aan Grietje en Anua van der Meulen b. dat door de gemeente van A. J. de Roos voor eene som van ƒ36,000 is aangekocht het logement de Bleekmet bijgele gen woningen en greidland c. dat het maken van een publick privaat in de Weerklank is aanbesteed aan P. G. Jansmavoor 547 d. dat burgemeester en wethouders, naar aanleiding van de in de vorige besloten zitting ontvangen opdragt, aan het bestuur van Int 28e landhuishoudkundig congres het verzoek hebben ge daan om het volgende congres te Leeuwarden te houden doch dat ht t congres gemeend heeft aan Heeren veen de prioriteit te moeten geven. Al deze mededeelingen worden voor kennisgeving aaugenomeu. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den oproepingbrief aaugebragte punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van aj- en overschrijvingen van en op artikelen der gemeentcbegrootirg, dientt 1873. Den heer Dirks is het bij het ragaan der stukken gebleken dat, terwijl volgens den beschrijvingbrief het voorstel strekt tot aj- en overschrijving op posten der gemeentebegrootingdienst 1873 de zaak zich oplost in drie besluiten, en wel: 10. tot versterking van sommige posten Bijvoegsel behoobende bij df. Leeiwabder Cour vnt. 20. idem van een postwaarvoor bij de begrooting zelve geen magtiging is verleend en 30. tot afschrijving van den post voor onvoorziene uitgaven wegens uitgaven die hare omsthrijviDg niet op de begrooting vinden. Het eerste besluit wijst een totaal van 31,202.18 l/2 aan, het tweede van j 50 en het derde van j 6949.53alzoo te zamen f 88,199.71 L2- Als spr. in aanmerking neemt, dat de geheele begrooting nagenoeg 700,000 beloopt, dan komt hem de over te schrijven som van ruim f 38,000 nog al belangrijk voor. Doch dit daar gelaten wenscht hij op te merken dat hij niet heeft gevonden een afzonderlijk besluit, aanwijzende de posten van welke genoemde sommen zullen worden a/geschreven. Hij zou dienaangaande gaarne eenige aanwijzing ontvangen. Spr. wenscht voorts nog een paar opmerkingen te maken om trent postendie bijzonder zijne aandacht hebben getrokken. Vooraf wijst hij er opdataangezien in het besluit geen door loopend nummer voorkomt, hij verpligt zal zijn telkens het hoofdstukde paragraph en het artikel aan te halen. En dan is het de eerste postomtrent welken hij iets te zeggen heeft hoofdstuk II, afd. II, art. 5 Alphabetische registers op de notulen- boekenDaarvoor was bij de begrooting 300 geraamd in 1872 hebben de uitgaven 201 beloopen, maar in 1873 schijnt het werk zóó krachtig te zijn doorgezetdat er thans eene ver sterking van J 35 wordt aangevraagd. Dit geeft spr. aanleiding tot de volgende vragen 10. Hoe laDg zal dit werk nog duren 20. Tot welk jaar is men gevorderd en met welk jaar is men aangevangen De vragende post betreft de verbetering van de schietbaanwaar voor eene buitengewone uitgaaf van 158.93 1/2 1® noodig ge weest. Uit de toelichting op dezen post maakt spr. de gevolg trekking, dat die uitgaaf geheel ten laste der gemeente komt. Hij echter zou meenen dat dit weinig met den geest dezer ver gadering strooktalthans op 30 April 1.1. is er in den raad eene interessante discussie gevoerd over de verdere verbetering der schietbaan (dus hetzelfde doel als met de voorgedragen J 158.93 1/g werd beoogd) waarvoor f 2060 werd noodig geacht. Toen is met 11 tegen 7 stemmen, alzoo met eene veelbeteekenende min derheid besloten slechts een derde gedeelte dier som ten laste der gemeente te brengen. De hier bedoelde uitgaaf daarentegen is door de gemeente alléén voldaan. Spr. verzoekt hieromtrent bescheiden eenige opheldering. Verder heeft spr's aandacht getrokken art, 2 van afd. Ill van hoofdstuk 111 wOnderhoud van htt waaggebouwTerwijl bij de be grooting daarvoor ƒ150 was toegestaan wordt, er thans eene versterking van niet minder dan 325 aangevraagd. Tot toe lichting wordt gewezen op verbeteringen aangebragt ten behoeve van den publieken verkoop van boter door commissarissen der le afdeeling van de maatschappij van landbouw. Ofschoon hij wil aannemen dat van bedoelden verkoop van boter de waag wel iels zal profiteren, kan hij toch niet inzien dat de gemeente daarbij zoodanig belang heeft om dergelijke uitgaaf te regtvaar- digen. Daarbij komt nog, dat spr. weinig geneigd is hosten te maken in het belang van eene maatschappij, die, waar er zich eene gelegenheid opdoet om de gemeente te bevoordeelen lie ver Heerenveen begunstigtgetuige de mededeeling van deu voorzitter, zoo even vernomen, dat daar ter plaatse het eerst volgende landhuishoudkundig congres en niet te Leeuwarden zal worden gehouden. Heeft spr. zich tot hiertoe bepaald bij posten die speciaal het jaar 1873 betreffen, thans wil hij wijzen op eene verhooging die hij vreest dat jaarlijks zal terugkomen namelijk hoofdstuk VJI, afd. II, art. 10 nOnderhoud et schoonmaken van schoollokalen" waarvoor j 4000 was geraamd cn eene versterking met j 1000 blijkt noodig te zijn zonder dat daarvoor eenige bepaalde reden wordt opgegeven. Spr. wenscht aan vorenstaande opmerkingen eene algemeene 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1874 | | pagina 1