Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 23 Julij 1874. 71 Vergadering van Donderdag 23 Julij 1874. Tegenwoordig 17 leden afwezig de heeren DirksBuma en BruBgerallen met kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De Voorzitter deelt mede, dat burgemeester en wethou ders aan den secretaris verlof tot afwezigheid van 12 Julij j 1. tot 1 Augustus hebben verleend en de waarneming van het secre tariaat gedurende dien tijd aan den commies te secretarie heb ben opgedragen. II. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. III. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver zoek van J. Meijer, om vergunning tot verbouwing der huizinge letter D no. 179. 2. Idem in zake de vernieuwing van de Hoogebrug op de Tuinen. Deze voorstellen zijn ter inzage gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 3. Een schrijven van jhr. mr. I. F. van Humalda van Eijsinga, houdende kennisgevingdat hij wegens de aanneming van de benoeming tot lid der gedeputeerde staten van Friesland opge houden heeft lid van den raad dezer gemeente te zijn. 4. Idem van T. Boersma te Oosterwolde houdendeonder dankbetuiging voor de op hem uitgebragte benoeming tot hoofd onderwijzer aan de 2e tusschenschool 2e klasseberigtdat hij die betrekking niet vóór 1 September e. k. zal kunnen aanvaarden. 5. Idem van J. Mulder te Groningen daarbij zijn' dank be tuigende voor de benoeming tot le hulponderwijzer aan de school voor gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs. 6. Idem van de onderwijzers aan de gemeentelijke gymnas- tiekschoolhoudende dankbetuiging voor het in de vorige ver gadering genomen besluit tot wijziging van art. 16 der verorde- ning op gemelde inrigting. De sub 36 vermelde stukken zijn voor notificatie aangenomen 7. Het procesverbaal van verificatie der gemeentekas. Ter inzage gedeponeerd. 8. Een schrijven van de plaatselijke schoolcommissie, in be trekking tot het verslag van 'tin de sectiën gehouden onderzoek van 't voorstel vau burgemeester en wethouders tot nadere rege ling van het gewoon en meer uitgebreid lager onderwijs en tot verhooging van sommige schoolgelden. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten op dit schrijven bij de behandeling der onderwerpelijke zaak te letten. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op- roepingbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijz'ging van het besluit, regelende de heffing van gasregten. (Zie bijlage no. 10). Het bij het voorstel gevoegd ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aar,leiding van 't adres van twee hulponder wij zereesen aangaande hel haar opgedragen onderwijs in vrouwelijke handwerken. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten Aan de adressanten Jantje Hoitsma en Angenietje Schotanus te kennen te gevendat de raadmede naar aanleiding van het bij adres van 4 April 1874 door haar gedaan verzoek, in ver band met haar adres van 10 Februarij 1874 onder intrekking van zijn besluit van 26 Maart 1874, no. 13, aan elk harer, voor het door haar te geven onderwijs in vrouwelijke handwerken aan de le tusschenschool 2e klassetoekent eene toelage van hon- BIJVOEGSEL BEHOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT. derd gulden per jaarmet bepaling, dat deze belooning wordt gerekend te zijn ingegaan den 1 Januarij 1874. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzeek van J. Voorst en T. Blinksmaom onder toekenning van 2)?nsioe?i eervol ont slag als vader en moeder in het stads ziekenhuis. De conclusie van het voorstel luidt: //Aan Johannes Voorst en Trijntje Blinksma, vader en moeder win het stads ziekenhuis, voorloopig voor één jaar eene gratifi- z/Catie te verleenen van f 300 kwartaalsgewijze op bevelschrift z/te betalen, en zulks met ingang van 12 November 1874." De heer van Valkenburg merkt opdat men hier te doen heeft met een tweeledig verzoek in de eerste plaats om eervol ont slag en in de tweede plaats om pensioen. De bij het adres over gelegde stukken zijn van dien aarddat het naar spr's inzien billijk is het verzoek om pensioen in te willigen. Beide adres santen toch hebben de gemeente jaren lang gediend en daarbij zich door ijverige pligtsbetrachting onderscheiden. Daar komt nog bijdat vader Voorst in en door de waarneming zijoer be trekking een ongemak heeft gekregendat niet voor herstel vatbaar schijnt; ook is hij in 1869, tijdens de verpleging van typhuslijderszelf door die ziekte aangetastten gevolge waar van hij nimmer zijne vroegere krachten heeft teruggekregen. Dit in aanmerking nemende, komt het spr. voor, dat het op den weg van den raad ligt de adressanten een pensioen toe te kennen. Burgemeester en wethouders stellen voor, voorloopig voor den tijd van een jaar eene gratificatie van /"300 te ver leenen en geven daarmede te kennendat na afloop van dat jaar soortgelijk verzoek bij hen een gunstig onthaal zal vinden ook spr. twijfelt er niet aan, of, indien de raad blijft zamen- gesteld aU hij nu is, eene gunstige beschikking ook in de toe komst mag worden verwacht; maar het personeel van den raad is aan wisseling onderhevig (nog zoo even heeft men dit kunnen hooren) en met het oog daaropzou spr. het lot van de adres santen dadelijk willen verzekeren. Hij stelt mitsdien voor in de conclusie te roijeren de woorden //voorloopig voor één jaar eene gratificatie" en achter het woord verleenen te doen volgen //een pensioen van 300". De heer Jongsma wenscht van den voorsteller te verne men of het zijne bedoeling isdat bij overlijden van een der adressanten het pensioen zal ophouden. De heer van Valkenburg antwoordt, dat dit zijne bedoe ling is. De heer van Slotordijck kan zich in hoofdzaak met het amendement van den heer van Valkenburg volkomen vereeni- en ofschoon ook bij hem de bedenking van den heer Jongsma eeft gewogen. Intusschen acht hij het toch raadzaam gezegde bedoeling in het besluit uit te drukken. Ook zou hij liever iu plaats van pensioen //toelage" willen lezenom reden de raad nog altijd wachtende is op eene regeling der pensionering van gemeente-ambtenaren waarop reeds zoo dikwijls is aangedrongen. Eindelijk nog zou spr. den voorsteller in overweging willen geven in het amendement iu te lasschen de woorden i,\oor hun leven lang." Blijkens 't aangevoerde is het hem immers te doen om de adressanten zekerheid te geven; dit nu kan het best geschie den door de toevoeging ,/voor hun leven lang." Verder acht spr. hit noodzakelijk aan het besluit de bepaling toe te voegen, dat bij het overlijden van een hunner de beschikking ophoudt te werken. De heer van Valkenburg trekt naar aanleiding van 't door de heeren Jongsma eu van Sloterdijck aangevoerde het door hem ingediend amendement in en stelt thans voor aan ieder der adressanten levenslang eene toelage van./150 te verleenen. Den Voorzitter doet het genoegen, dat het voorstel van bur gemeester en wethouders geene bestrijding ondervindtwant ook zij zijn van oordeeldat de adressanten op eene tegemoetko ming aanspraak hebben. Maar juist met het oog op de omstan- 15

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1874 | | pagina 1