a 1 92 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van 27 Augustus 1874. Omtrent deze wijziging merkt spr. opdat het soms bezwaar oplevert de groote vacantie juist tot vier weken te beperken. Het schijnt daarom beter in deze eeaige vrijheid te laten en de bepaling van den juisten duur aan de schoolcommissie op te dragen. Spr. opent hiermede de algemeeue beraadslaging over de ver ordening. Geen der leden iiet woord verlangende, brengt de voorzitter art. 1zooals het door burgemeester en wethouders is gewijzigd, in behandeling. De heer van Sloterdijck zegtdat zeer teregt in den aan hef van 't artikel bepaald wordt, wie met het bestuur der school belast is. Intusschen acht hij het wenschelijkdat ook de ver vanging bij afwezigheid enz. in meer stellige woorden worde omschreven. H j zou daarvan liever eene afzonderlijke alinea willen maken. De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders er genoegen in kunnen nemen om het art. te doen luiden Het bestuur der school is opgedragen aan den hooidonder- t,wijzer. /-Bij tijdelijke afwezigheid ziekte of ontstentenis, wordt hij door den eersten hulponderwijzer vervangen." Aldus gewijzigd wordt art. 1 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De art. 25 (art. 5 zooals het door burgemeester en wethou ders is gewijzigd) worden achtereenvolgend zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 6. De heer Duparc wenscht de eerste alinea te doen luiden //De leermiddelen worden door de gemeente verstrektmet uitzondering van diewelke ook door de leerlingen te huis wor den gebruikt." Het spreekt zijns inziens van zelfsdat de kosten van de te huis gebruikte leermiddelen ten laste der leerlingen komen. De toevoeging/,-Deze komen ten hunnen laste" kan daarom naar 't hem voorkomtgerust worden weggelaten. De Voorzitter kan zich vereenigen met de tusschenvoeging van het woord //ook". De weglating van de toevoeging //Deze komen ten hunnen laste" kan hij echter niet goedkeuren omdat hetmet het oog op het voorschriftdat aan de ouders van de leerlingen een exemplaar der verordening wordt ter hand gesteld, zijn rut kan hebben dat daarin uitdrukkelijk vermeld staatdat de te huis gebruikte leermiddelen door de leerlingen moeten worden bekostigd. Nadat de heer Duparc hierop had verklaard van het doen van een voorstel tot weglating der woorden //Deze komen ten hunnen laste" aftezien wordt art. 6, aangevuld met het woord //Ook"zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Art. 7 wordt eveneens zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Art. 8 met de daarop door burgemeester en wethouders voor gestelde wijziging. De heer van Sloterdijck vraagtmet het oog op toevoeging ^/ter nadere bepaling van ae schoolcommissie"of de vaststelling van den datum waarop de groote vacantie zal eindigenzal geschieden voor den aanvang, dan wel gedurende de vacantie - in t laatste gevalop welke wijze dit ter kennis van de gein- tresseerden zal worden gebragt? De Voorzitter kan moeijelijk zeggen wat de schoolcom missie zal doen. Wat hem persoonlijk aangaatacht hij het wenschelijkdat de dagwaarop de vacantie zal eindigenvóór den aanvang worde bepaald. Hij meent te wetendat dit tot nu toe ook gebruikelijk is geweest. De wenschelijkheid hiervan zou aan de schoolcommissie kenbaar kunnen worden gemaakt. Art. 8 wordt hieropgewijzigd als bedoeldzonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 9. De heer Duparc zietop het voetspoor van de vorigeook in deze verordening onder de leervakken het „teekenen' opgeno men. Hij kan deze gelegenheid niet laten voorbijgaanzonder er op te wijzendatindien het onderwijs aan de school blijft zoo als het tot dus ver wasgemeld vak dan wel gerust zou kunnen worden geschrapt, ornaat dat toch niet wordt onder wezen. Hij is er echter verre van om daartoe het voorstel te doen maar hij wenschte de attentie van burgemeester en wet houders op de zaak te vestigenten eindezooveel van hen af hangt er voor te wakendat het voorschrift tot het geven van onderwijs in het teekenen niet langer eene doode letter blijve. De artt. 914 worden hierop achtereenvolgend zonder hoofde lijke stemming aangenomen. De verordening in haar geheel wordt vervolgens mede zonder hoofdelijke stemming goedgekeurddientengevolge is vastgesteld de volgende VERORDENING voor de gemeenteschool no. 2. VAN DE ONDERWIJZERS. Art. 1. Het bestuur der school is opgedragen aan deD hoofdonder wijzer. Bij tijdelijke afwezigheidziekte of ontstentenis wordt hij door den eersten hulponderwijzer vervangen. Art. 2. De hoofdonderwijzer magbuiten het onderwijs in de school geen onderwijs geven tenzij alleen bij de rijksnormaallessen wanneer hem daartoe door de plaatselijke schoolcommissieon der goedkeuring van burgemeester en wethoudersvergunning wordt verleend. Art. 3. De hoofdonderwijzer regelt, onder goedkeuring van het school- toezigtden werkkring der aan de school verbonden hulponder wijzers. VAN DE LEERLINGEN. Art. 4. De op deze school te plaatsen leerlingen moeten minstens den ouderdom van 6 jaren hebben bereikt. Art. 5! De toelating van nieuwe leerlingen in de laagste klasse ge schiedt door de plaatselijke schoolcommissie en heeft vier malen 's jaars plaats, namelijk: 1 Januarij 1 April, 1 Julij en 1 Oc tober. Ouders en voogden moeten zich acht dagen te voren bij den hoofdonderwijzer daartoe aanmelden. Aan de ouders of voogden wordt ten blijke der toelating een bewijs verstrekt. Ten behoeve van kinderendie van elders in deze gemeente komen wonenkan door de schoolcommissie afgeweken worden van de termijnsbepaling vervat in alinea 1. Art. 6. De leermiddelen worden door de gemeente verstrektmet uit zondering van diewelke ook door de leerlingen te huis worden gebruikt. Deze komen ten hunnen laste. Jaarlijks vóór 1 Julij wordt door den hoofdonderwijzer aan de schoolcommissie eene opgave ingeleverd van hetgeen hij voor den volgenden cursus deukt noodig te hebben hij voegt daarbij tevens ter beoordeeling eene afzonderlijke opgaaf der boeken welke hij bij het onderwijs denkt te gebruiken, voor zooveel die door den leerling zelveu moeten worden aangeschaft. De lijst der opgegeven boeken en leermiddelen behoeft de goedkeuring der plaatselijke schoolcommissie. 1 Hl T 1 v 1 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 27 Augustus 1874. VAN HET ONDERWIJ8. Art. 7. Het onderwijs wordt gegeven Van .Maandag tot en met Vrijdag des voormiddags van 9 tot 12 uur.tdes namiddags van 2 tot 4 uur. Op Zaturdag des voormiddags van 9 tot 12 uurdes namid dags van 1 tot 3 uur. De leerlingen der eerste klasse bezoeken de school des mor gens van 9 tot 11 uur, des namiddags op de bovenaangeduide uren. Art. 8. De gewone vacantiën zijnde Paasch- of Pinksterweek en eene groote vacantie, aan te vangen omstreeks half Julij en. eindigende half Augustuster nadere bepaling van de school commissie. Vacantiën van geheele of halve dagen kunnen om dringende of gepaste redenenalleen worden toegestaan door de plaatse lijke schoolcommissiena den hoofdonderwijzer te hebben gehoord. Art. 9. Het onderwijs omvat de volgende vakkenomschreven bij art. 1 der wet tot regeling van het lager onderwijs a. het lezen het schrijven het rekenen de beginselen der vormleer die der Nederlandsche taai die der aardrijkskunde die der geschiedenis die der kennis van de natuur het zingen de beginselen van de kennis der levende talen die der wiskunde de gymnastiek het teekenen. Art. 10. leerlingen worden verdeeld in vier klassen iedere klasse in twee of meer afdeelingen. Het onderwijs in de drie laagste klassen wordt derwijze ge regeld dat het zich aansluite aan het onderwijs in de laagste klasse der rijks hoogere burgerschool. De hoogste klasse is bestemd tot voortzetting van het meer uitgebreid lager onderwijs. De plaatsing van aankomende leerlingen en de overgaüg van de eene tot de andere klasse en afdeeling wordt door den hoofd onderwijzer in overleg met de plaatselijke schoolcommissie geregeld. b. c. d. e. f. 9- h. i. k. I. De Art. 11. In de week vóór de groote vacantie heeft het jaarlijksch on derzoek naar de vorderingen der leerlingen plaats. Ter gelegenheid van dat onderzoek worden aan de verdien stelijkste leerlingen getuigschriften voor goed gedragvlijt en kunde uitgereikt. De beoordeeling van het aantal der te geven getuigschriften is aan de plaatselijke schoolcommissieop voordragt van den hoofdonderwijzer. Zijdie de geheele school hebben doorloopen en door den hoofdonderwijzer die onderscheiding worden waardig gekeurd ontvangen bij het verlaten der school een getuigschrift door de plaatselijke schoolcommissie af te geven. Art. 12. Er wordt in het belang van het onderwijs eene schoolbiblio theek aangehouden, tot welker instandhouding en uitbreiding jaarlijks eene som van hoogstens vijftig gulden beschikbaar wordt gesteld. De hoofdonderwijzer kiest de boeken in overleg met de plaat selijke schoolcommissie. Hij zorgt dat zij behoorlijk worden ge- nommerd en op een register gebragt. Zij worden voor een bepaalden tijd ter lezing of ten gebruike afgegeven aan die leerlingen der school, welke de hoofdonder wijzer daartoe geschikt acht. Voor bederf of gemis zijn de ouders of voogden aansprakelijk. SLOTBEPALINGEN. Art. 13. Ouders of voogdenwier kinderen of pupillen de school be zoeken ontvangen gratis een exemplaar dezer verordening. Art. 14. Deze verordening treedt in werking den 1 Januarij 1875 met welk tijdstip zijn vervallen de tot dusver voor deze school gel dende bepalingen. 8. Opmaken der voordragt tot benoeming van drie leden van het collegie van zettere. Het resultaat van de gehouden stemmingen isdat op de voordragt zijn geplaatst de heeren A. O. Swalue Asman E. J. BruinsmaJ. J. BrungerZ. Sijboutsmr. J. Dirks en P. H. vau der Meulen. 9. Benoeming van leden der commissie tot onderzoek van de gs- meenterekening over 1873. Bij de gehouden stemming zijn tot leden der commissie be noemd de heeren de WithDirks en Hommes. Niets verder aan de orde zijnde en geen der leden verder het woord verlangendesluit de voorzitter de vergaderingom haar in eene met gesloten deuren te doen overgaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1874 | | pagina 2