26 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 25 February 1875. Overeenkometig de conclusie van het rapport wordt met uit zondering van die van den heer Duparcdie zicli op grond van art. 46 der gemeentewet van de stemming heeft onthouden met algemeene stemmen besloten De rekening en verantwoording van de kamer van koophandel en fabrieken over het jaar 1874 goed te keuren tot een bedrag in ontvang en uitgaaf van ƒ272.51. 2. Voorstel van burgemeester ei wethouders betrekkelijk het toekennen temer gratificatie aan de wed. J. Voorst. In overeenstemming met de conclusie van het voorstel wordt besloten Aan Trijntje Blioksma, wed. van Johannes Voorst, over het tijd vak van 12 Februarij tot 12 November 1875 toe te kennen eeue gratificatie uit de gemeentekasberekend naar een jaarlijksch bedrag van twee honderd gulden. 3. Rapport nopens het »'n de sectien gehouden onderzoek van het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van eene ver ordening regelende d$ wijze van aj kondiging vai plaatselijke ver ordeningen. (Zie bijlage no 5 van 1875 en no. 25 van 1874.) Over de algemeene strekking der ontwerp verordening geen der leden het woord verlangende wordt art. 1 daarvan aan de orde geteld. Den heer van Sloter&ijok komt het voor, dat in de tweede zinsnede een woord voorkomt, dat tot onjuiste gevolgtrekking aanleiding kan geven. Hij leest daar'//Dadelijk na die af kondi- //ging wordt in het dagblad dat bestemd is tot opname van i/alle ojficiële stukken van het gemeentebestuur uitgaande" enz. Daar nu naar spr's meening alles wat van het gemeentebestuur uitgaat officiéél is en het zeker wel niet de bedoeling zal zijn elk stuk ia een dagblad op te nemenacht hij het woord //alle" in het art. misplaatst. Ook het woord /officiële" zou zijns iuziens zeer goed kunnen worden gemist daar gelijk hij reeds op merkte niets van het gemeentebestuur uitgaat, dat niet officiëel is. De heer Tolting zegtdat bij de commissie van rapporteurs tegen de weglating van het woord //alle" geen bezwaar bestaat wijl ook zij van meeniog is, dat niet alle van het bestuur uit gaande stukken in een dagblad moeten worden opgenomen. De heer Rongors zou nog eene schrede verder willen gaan en ook het woord //-officiële" doen vervallen. Zeer teregt is door den heer van Sloterdijck opgemerktdat alle van het gemeente bestuur uitgaande stukken officiëel zijn. De heer Duparc vraagt, of er bepaald een dagblad i3 aan gewezen, waarin de van het gemeentebestuur uitgaande stukken worden opgenomen? Wel weet hij, dat de stukken van het gemeentebestuur gewoonlijk in de Leeuwarder Courant worden ge plaatst, maar 't is hem niet bekend, dat dat blad daartoe door den raad of burgemeester en wethouders is aangewezen. Hij heeft trouwens ook wel in andere bladen stukken van het ge meentebestuur gezien. De Voorzitter antwoordt, dat de Leeuwarder Courant bij besluit van burgemeester eu wethouders tot opname der van het gemeentebestuur openbaar te maken stukken is aangewezen. De heer Telting zegt, dat bij de commissie van rapporteurs ook geen bezwaar bestaat tegen de weglating van het woord //officiële," waarom zij thans voorstelt in het art. de woorden z/alie officiële" te roijeren. De heer Duparc acht het, na het antwoord van den voor zitter, dienstig den aanhef van de tweede alinea te doen luiden //Dadelijk na die afkondiging wordt in het dagbladdoor bur gemeester en wethouders tot opname van stukken van het ge- //meentebcstuur uitgaande bestemdenz. De heer Dirk8 gelooftdat deze zaak al eerder bij den raad is ter sprake geweesthij althans meent zich te herinnerendat daarvoor een post van f 600 op de begrooting is uitgetrokken. De heer Duparc is van oordeeldat het beroep van den heer Dirks op den cijferpost op de begrooting weinig afdoet maar dat men slechts te vragen heeftof er eea principiëel be sluit bestaatwaarbij een dagblad tot opname van stukken van het gemeentebestuur is aangewezen. Maar bovendien meent spr. dat bedoelde post strekttot betaling der kosten van in ver schillende bladen geplaatste advertentiënzooals o. a. van de openstelling van de inschrijving op geldleeningen enz. Spr. blijft wijziging van het art. in den reeds aangegeven zin wenschelijk achten en dient een daartoe strekkend amendement in. De heer Rengers vreest, dat men bij aanneming van het amendement in moeijelijkhedcn zal geraken. Ofschoon onlangs de Leeuwarder Courant, als het meest gelezen blad, door burge meester en wethouders tot opname van stukken van het gemeen tebestuur uitgaande is aangewezen sluit die aanwijzing de be voegdheid niet uit om ook in andere bladen stukken te plaat sen, en dit zegt spr. zou bij aanneming van het amendement van den heer Duparc niet meer kunnen geschieden. De heer Duparc zou meenen dat het bezwaar van den heer Eengers, óók ais het art. onveranderd werd gelaten, zal blijven bestaan. Men heeft immers den voorzitter hoóren zeggen, dat burgemeester en wethouders de Leeuwarder Courant voor de piaat- sicg van stukken van het gemeentebestuur hebben aangewezen en of er nu al dan niet in deze verordening wordt gezegd //door //burgemeester en wethouders tot plaatsing van stukken van het //gemeentebestuur bestemd" de zaak blijft er geheel hetzelfde om. In het stelsel van den heer Rengers zou dan met elke plaatsing van een stuk in een ander blad op het besluit vau burgemeester en wethouders inbreuk worden gemaakt. Het amendement van den heer Duparc wordt hierop verwor pen met 7 tegen 5 stemmendie van de heeren van Valken burg Duparcvan SloterdijckTelting en Bruinsma. Art. 1 wordt vervolgensna wijziging als door de commissie van rapporteurs is voorgesteldmet algemeene stemmen aange nomen. Artt. 23 en 4 worden achtereenvolgend zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 5. De Voorzitter deelt mededat burgemeester en wethouders zich met de door de commissie van rapporteurs op dit art. voor gestelde wijziging vereenigen. De keer Duparc acht het wenschelijknu in do le alinea van //verordeningen" in het algemeen en /,in de 2e van de //vast- z/gestelde verordening" gesproken wordtde 3e alineadie we derom op alle verordeningen betrekking heeftte doen aanvan gen met de woorden //De in het Ie lid bedoelde verordenin- z/genenz. Voorts wil hij aan die alinea hebben toegevoegd wen tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld." Soortge lijke bepaling vindt men ook in art. 2 waar over strafverorde ningen wordt gehandeld. De heer Telting zegt, dat de commissie tegen de door den heer Duparc gewenschte wijziging geen bezwaar heeft j doch hetmet het oog op hetgeen ten aanzien van art. 1 is voorge vallen noodig acht ook in de 2e alinea van dit art. te doen vervallen de woorden //alle officiële." Dienovereenkomstig gewijzigdwordt art, 5 zonder hoofde lijke stemming aangenomen. Art. 6zoomede het intitulé en de verordening in haar ge heel worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Als gevolg daarvan is vastgesteld de volgende Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 25 Februarij 1875. 27 VERORDENING, regelende de wijze van af kondi- ging van plaatselijke verordeningen in de ge meente Leeuwarden. Art. 1. De afkondiging der plaatselijke verordeningentegen wier overtreding straf is bedreigd geschiedt door aanplakking van die verordeningen aan het gemeentehuis. Dadelijk na die afkondiging wordt in het dagbladdat be stemd is tot opname van stukken van het gemeentebestuur uit gaande eene kennisgeving geplaatstvermeldende den titel der vastgestelde verordening en den dag van hare afkondiging. Art. 2. De verordeningen worden met de verklaring der gedane af kondiging in het gemeenteblad opgenomen en tegen betaling der kostei verkrijgbaar gesteld. Art. 3. Na gedane afkondiging worden de in art. 1 bedoelde verorde ningen in een daarvoor bestemd register ingeschreven naar de volgordedie zij bij de plaatsing in het gemeenteblad erlangen. Daarbij wordt vermeld de datum der afkondiging en het no. van het gemeenteblad, waarin de verordening is opgenomen, alsmede van het dagblad, waarin de in art. 1 vermelde kennisgeving is geplaatst. Art. 4. Aan burgemeester en wethouders wordt overgelaten omzoo ver zij dit noodig achtenook nog door andere dan de in art. 1 genoemde middelende daar bedoelde vero-deningen ter kennis van het publiek te brengen. Art. 5. De afkondiging van door den raad vastgestelde verordeningen welke algemeene voorschriften bevatten en niet vallen onder de toepassing van art. 1, geschiedt door plaatsing in het gemeenteblad. Dadelijk na die afkondiging wordt in het dagblad dat bestemd is tot opname van stukken van het gemeentebestuur uitgaande, eeue kennisgeving geplaatst, vermeldende den titel der vastgestelde verordening en het nummer van het gemeente blad waarin zij is geplaatst. De in het eerste lid bedoelde verordeningen worden verder ter kennis van het publiek gebragt op zoodanige wijze als burge meester en wethouders dienstig achten en tegen betaling der kosten verkrijgbaar gesteld. Deze verordeningen treden in werking op den derden dag na den datum der uitgifte van het gemeenteblad, waarin ze zijn ge plaatst, bijaldien bij de verordeningen het tijdstip van in wer kingtreden niet is bepaald. Art. 6. Door deze verordening wordt vervangen dievastgesteld bij raadsbesluit van 19 Februarij 1852 en afgekondigd den 6 Maart daaraanvolgende. IV. De heer Brungör het woord hebbende bekomen geeft te kennendat hij in betrekking tot de zoo straks opgemaakte aanbeveling ter benoeming van een lid van het collegie van zet ters een verzoek aan het dagelijksch bestuur heeft te doen. Het zal misschien bekend zijndat de heer K. Tigler Wijbrandi wegens een geschil van ondergeschikt belang als lid van het collegie van zetters zijn ontslag heeft genomen. Indien nu de aanbeveling aan den heer commissaris des konings zonder eenig commentair werd opgezondenzou welligt deze bezwaar maken den heer Wijbrandi op nieuw te benoemen. Daarom zou spr. gaarne zien, dat door burgemeester en wethouders bij de toe zending der aanbeveling aan den heer commissaris werd mede gedeeld dat de heer Wijbrandi bereid is op nieuw als lid van het collegie van zetters op te treden. Spr. acht dit vooral ook daarom wenschelijk, omdat het collegie van zetters in den heer Wijbrandials oudste lidsteeds een hechte steunpilaar had. Geen der leden verder het woord verlangendewordt de ver gadering door den voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1875 | | pagina 2