J w w Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 15 April 1875. 45 Vergadering van Donderdag 15 April 1875. Tegenwoordig 17 ledenafwezig de heeren Duparc en van Valkenberg met- en de heer Buma zonder kennisgeving. I. De notulen van de vorige vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding vaneen schrijven van hunne am btgenooten van Stad Ommen, houdende verzoek om ondersteuning van het door den raad hun ner gemeente aan de tweede kamer ingezonden adres betrekke lijk den aanleg van een spoorweg van Almelo Daar Meppel met een zijtak van Ommen naar Zwolle. Ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. 2. Een verzoek van P. Vlugtom eervol ontslag als le hulp onderwijzer aan de gemeenteschool no. 4. Om berigt en raad in handen van burgemeester en wethou ders gesteld. 3. Een sehrijven van J. H. Raamhoudende dankbetuiging voor zijne benoeming tot afslager aan de vischmarkt. Aangenomen voor notificatie. 4. Een schrijven van den heer dr. N. Lobrij van Troostenburg de Bruijndaarbij ter kennisneming aanbiedende een schrijven van den heer dr. H. van Capellereferendaris voor de genees kundige zaken bij het ministerie van binnenlandsche zakenbe treffende het onderwijs in de gezondheidsleer aan de hoogere burgerschool voor meisjes. Na lezing van deze stukkenwordt op voorstel van den voor zitter beslotendaarop bij de behandeling van de ontwerp-ver- ordening op de middelbare school voor meisjes te letten. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van het door bur gemeester en wethouders ter vergadering van 25 Maari jl. aan geboden ontwerp eener verordening op de op te rigten school van middelbaar onderwijs voor meisjes. (Zie bijlage no. 7). Door burgemeester en wethouders zijn in het ontwerp eenige wijzigingen gebragttengevolge waarvan het thans aldus luidt ONTWERP-VERORDENING op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes in de ge meente Leeuwarden. Art. 1. Aan de middelbare school met vijfjarigen cursus wordt onderwijs gegeven in de volgende leervakken a. de nederlandsche taal ei^ letterkunde b. fransche ,t c. duitsche n u u d. engelsche e. geschiedenis aardrijkskunde g. wiskunde h. dier- en plantkunde i. i, natuur- en scheikunde jf gronden der staathuishoudkunde en van de inrigting van den Nederlandschen staat k. het boekhouden l. teekenen m. schoonschrijven n. de handwerken o. gijmnastiek p. tt zang. De vakken sub h. en worden behandeld ook met het oog op de behoeften van huisgezin en gezondheidsbelangen. Art. 2. Jaarlijks wordt het programma der lessen voor een volgend schooljaar door de directrice in overleg met de leerares- sen en leeraren opgemaakt, en in de maand Junij aan burge meester en wethouders ter goedkeuring aangeboden. Hierbij wordt tevens overgelegd eene lijst van de bij het onderwijs te gebrui ken boeken. Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant. j De vaststelling van het programma en van de lijst der boeken geschiedt door burgemeester en wethouders na ingewonnen ad vies van den inspecteur van het middelbaar onderwijs en van de commissie van toezigt. Art. 3. Elke leerling is verpligt in de drie laagste klassen al de lessen te volgen met uitzondering van gvmnastiek en zang. In die vakken zijn de lessen alleen verpligtend voor de leerlin gen die bij het begin van den cursus hebben opgegeven deze te willen volgen. In de twee hoogste klassen kan van een of meer andere vakken vrijstelling worden verleend door de commissie van toezigt, na ingewonnen advies van de directrice. Art. 4. Er zijn drie vacantiën eene zomervacantie aanvan gende op den eersten Maandag in de kermiseene kerstvaeantie van twee weken en eene paaschvacantie van eene week. De curcus begint zeven weken na den aanvang van de zo mervacantie. Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid, zoo dik wijls dit door hen noodig of wenschelijk wordt geoordeeld te bepalen, dat geen onderwijs zal worden gegeven. Art. 5. Het bestuur der school isonder toezigt van burge meester en wethoudersopgedragen aan eene directricedie tevens met een deel van het onderwijs wordt belast. Het getal docenten wordt door den raad bepaald. De docenten gedragen zich ia de zaken de inrigting der school en de regeling van het onderwijs betreffende naar de beslissing van de directricebehoudens beroep in geval van verschil op de commissie van toezigt. Art. 6. Door de directrice wordt jaarlijks, vóór den 1 Fe- bruarij een verslag van de school over het afgeloopen jaar ge zonden aan de commissie van toezigt. Art. 7. De directrice en het verdere onderwijzend personeel verlaten zonder toestemming van burgemeester en wethouders met uitzondering van den vacautie-tijd de gemeente niet voor langer dan twee dagen. Voor afwezigheid van minder dan twee dagen wordt voor de directrice de toestemming van den voorzitter der commissie van toezigt en voor de leeraressen en leeraren die van de directrice vereischt. Art. 8. Burgemeester en wethouders wijzen telken jaar een der leeraressen aanom de directrice bij afwezigheid of verhin dering te vervangen. Van elke vervanging wordt door de alzoo aangewezen leerares aan burgemeester en wethouders kennis gegeven. Bij afwezigheidziekte of ontstentenis van een der docenten wordt zooveel mogelijk door de overige docentenvolgens aan wijzing van de directricein de vervulling der lessen voorzien. Art. 9. De directrice zorgt voor de naauwkeurige uitvoering van art. 1 der verordening op de invordering der schoolgelden. Art. 10. De docenten geven geen onderwijs buiten de school zonder toestemming van burgemeester eD wethouders tenzij hunne aanstelling de toestemming daartoe mogt bevatten. Over de aan vrage wordt de commissie van toezigt gehoord. Art. 11. In den regel worden geene leerlingen op de school toegelaten dan die den ouderdom van 12 jaren hebben bereikt en de blijken hebben gegeven van voldoende bekwaamheid om liet onderwijs te volgen. Het onderzoek naar de bekwaamheid geschiedt door de direc trice bijgestaan door andere docenten en ten overstaan van min stens twee leden der commissie van toezigt, waarvan een als voorzitter fungeert. Dit onderzoek kan door de leden van de plaatselijke schoolcommissie worden bijgewoond. Leerlingen worden in den regel alleen aangenomen na voor afgaande aanvrage bij de directrice, voor het begin van den cursus. Eene toelating tusschentijds kanin bijzondere gevallendoor burgemeester en wethouders worden vergund. De vereischten van toelating worsen bij huishoudelijk regle ment door burgemeester en wethoudersin overleg met de com missie van toezigt op te makenvastgesteld. Art. 12. Bij de toelating worden door de directrice, in een 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1875 | | pagina 1