JH r 76 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 8 Julij 1875. De Voorzitter antwoordt den vorigen spr.dat men omtrent het door hem bedoelde punt nog niet in het reine is. De zaak der hulponderwijzeressen is vooralsnog niet goed geregeld. Eerst heeft men medehelpsters bij het onderwijs aangesteld later zijn dit hulponderwijzere8sen gewordenaan d' eene school wordt het vrouwelijk personeel meer bepaaldelijk gebruikt voor het onderwijs in vrouwelijke handwerken, terwijl aan eene andere, het doceren van andere leervakken hen wordt opgedragen. Deze toestand is niet zuiverwaarom men de hoop koesterthierom trent, zoo noodig, den raad eerlang eene nadere regeling aan te bieden. De heer van Valkenburg zegtdatheeft hij goed ge hoord er sprake is om aan ieder der adressanten eene gratifi catie van ƒ25 te verleenen en meent in het voorstel gelezen te hebben van J 50. Hij zou daaromtrent wel eenige opheldering wenschente meer daar de plaatselijke schoolcommissie heeft geadviseerd tot het verleenen van gratificatiën ten bedrage van /SO en f 20. Welke redenen bestaan er vraagt spr. om van dit advies af te wijken De Voorzitter beantwoordt deze vraag door te zeggendat de schoolcommissie wel de bedoelde sommen heeft voorgesteld maar datin aanmerking genomen het groote tijdvak waarin de buitengewone diensten zijn gepresteerd, eene som van f50 billijk is geoordeeld om de belanghebbenden daarvoor behoor lijk schadeloos te stellenterwijl het tevens wenschelijk is ge acht aan beiden een gelijk bedrag toe te kennen. De heer van Valkenburg merkt op, dat eenige aanwijzing in de stukken hieromtrent niet ondienstig zou zijn geweest. De heer van Sloterdijck doet de vraagof er ook bezwaar bestaat om de conclusiezoo als ze thans wordt voorgesteld te splitsen. Hij is er niet tegendat aan de hulponderwijzeres Hoitsma eene gratificatie wordt verleendmaar kan zich er niet mede vereenigen, om ook aan mej. Schotanus eene gratifi catie toe te kennen. Niemand zich tegen splitsing verklarendebreDgt de voorzitter in stemming het voorstelom aan de hulponderwijzeres J. Hoit sma eene gratificatie van f 50 te verleenen. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. Het tweede voorstelstrekkende om gelijke gratificatie te verleenen aan de hulponderwijzeres A. Schotanuswordt met 10 van de 13 stemmen aangenomen. Tegen stemden de heeren van SloterdijckPlantenga en Su- ringar. 4. Benoeming van twee hulponderwijzer essen aan de gemeente' school no. 3. Met algemeene stemmen wordt benoemd tot eerste hulponder wijzeres mej. R. J. Almerood en tot hulponderwijzeres 2e klasse mej. P. W. van Amerom, beiden te Leeuwarden. 5. Benoeming van twee hulponderwijzers aan de gemeenteschool no. 7. R. E. Rommerts te Leeuwarden wordt benoemd met alge meene stemmen tot hulponderwijzer 2e klasseterwijl A. Koster te Sneek met 12 stemmen wordt verkozen tot hulponderwijzer 3e klasse. Een stem was uitgebragt op A. Ploegsma te Leeu warden. 6. Benoeming van een lid der commissie van bestuur over het stads ziekenhuis. Op de ten dezen aangeboden aanbevelingen komen voor de heeren: H. Kuipers, W. J. Oosterhoff, C. Noë en H. Beucker Andrese, allen te Leeuwarden. Eerstgenoemde wordt met 9 stemmen tot lid van het bestuur over het stadsziekenhuis benoemd. De heer Noë verkreeg 3 en de heer Beucker Andrese één stem. Met het oog op de den 20 Julij e. k. te houden verkiezing van raadsledenstelt de voorzitter voor over te gaan tot benoeming van stembureaux. Hiertoe besloten zijnde, is het resultaat der gehouden stem mingen, dat worden aangewezen tot leden van het le stem bureau, voorzitter de heer burgemeester, de heeren Suringar en Plantenga en van het 2e stembureauvoorzitter de heer Bloembergen, de heeren van Valkenburg en Wijbrandi. De voorzitter het noodig achtende eene vergadering met ge sloten deuren te houden, heft de openbare zitting tijdelijk op. Na heropening der openbare vergadering niets meer te behan delen of voorgesteld zijndewordt deze door den voorzitter gesloten. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van 9.2 Julij 18/5 77 Vergadering van Donderdag 22 Julij 1875. Tegenwoordig 11 leden. Afwezig de heeren BruinsmaBloem bergen RengersTelling en Duparc met- en de heeren Ooster hoffJongsma, Hommes en Dirks zonder kennisgeving. Voorzitter do heer mr. J. Bieruma Oosting, die mededeelt, dat aan den 8ecrct&ris de heer mr. P. A. Bergsmaverlof is verleend om zich voor eenigen tijd buiten de gemeente te bege ven en dat diens functiën tijdelijk zullen woiden waargenomen door den commies ter Secretarie. I. De notulen van de op 8 Julij j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1°. Een voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk de benoeming van eene leerares voor het onderwijs in de zang aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. Ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. 20. Alsvoren tot wijziging der verordening regelende het ge bruik en de politie van de veemarkt. Ten fine van advies gesteld in handen van de commissie voor het ontwerpen van strafverordeningen. 30. Een door burgemeester en wethouders in overleg met den districtg-schoolopziener eu den betrokken hoofdonderwijzer opge maakte voordragt tot benoeming van een hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 2. Ter visie gelegdom in eene volgende vergadering tot benoe ming over te gaan. 4°. De begrooting der dienstdoende schutterij voor 1876. Ter fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Jongsma, Attema en van Sloterdijck. 50. Een adres van C. C. Rameauhoudende verzoek om ver hooging harer bezoldiging als medehelpster voor de vrouwelijke handwerken aan de gemeenteschool no. 4. Gesteld in handen van burgemeester en wethouders om berigt en raad. 60. Een adres van den heer J. W. Dijkstrabehelzende het verzoek tot aansluiting van een riool aan het gemeenteriool langs den Noorderweg. Ten fine van beschikking gerenvoijeerd aan burgemeester en wethouders. 7°. De begrooting van de stads armenkamer voor 1876. In handen gesteld van de heeren BloembergenSuringar en de Withten fine van onderzoek en rapport. 8. De door den gemeente-ontvanger ingezonden gemeente-re kening over 1874. Wordt besloten deze rekening met de daaraan door burge meester en wethouders toe te voegen verantwoording te doen drukken en in eene volgende vergadering over te gaan tot be noeming eener commissie, in wier handen ten fine van onderzoek en rapport een en ander zal worden gesteld. III. Wordt medegedeeld a. dat zijn ingekomen missives van den heer H. Kuipers be noemd lid der commissie van toezigt over het stads ziekenhuis mej. J. de Lange benoemd leerares voor de Fransche taal aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjesmej. R. J. Almeroodbenoemd le hulponderwijzeres aan de gemeente school no. 3 en van A. Koster te Sneekbenoemd hulpon derwijzer aan de gemeenteschool no. 7 allen het berigt behel- zeldedat zij de op hun uitgebragte benoemingen aannemen b. dat op 13 Julij j.l. de verificatie der gemeentekas over het 2e kwartaal heeft plaats gehad en het daarvan opgemaakt pro- ces-verbaal ter secretarie ter inzage is gedeponeerd. Deze mededeelingen worden voor notificatie aangenomen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op- roepingbrief aangebragte punten. BlJTOEeSKL, BIHOORENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT. 1. Rapport omtrent de rekening en verantwoording van hit èolleqie brandtneesLrs over 1874. De conclusie vau dit rapport strekt om 1. de rekening en verantwoording der brandweer 1874, in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 5755 9S8 goed te keuren. 2. de goedkeuring der rekeningen, even als met de begroe tingen reeds plaats heeftvoortaan aan burgemeester ea wet houders op te dragen en daartoe in art. 36 der verordening re gelende de brandweer in de gemeente Leeuwarden, laatstelijk gewijzigd den 24 September 1874 de woorden: ,/den gemeente raad" te doen vervangen door: /burgemeester en wethouders." 3. aan burgemeester en wethouders op te dragen aan heeren brandmeesters, ouder inededeeling van dit besluit, 's ra&ds dank te betuigen voor hun goed en getrouw beheer. Deze conclusie wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming aangenomen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van den hulponderwijzer J. Bonsema om eervol ontslag. Aan den hulponderwijzer der 2e klasse aan de gemeenteschool no. 4, Jacob Bousema wordt overeenkomstig het voorstel, im-t ingang van 1 Augustus 1875 eervol ontslag als zoodanig verleend. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van dm hulponderwijzer P. Rikkers. Conform de conclusie van het voorstel wordt aan P. Rikkers, met ingang van 1 Augustus 1875 eervol outslag verleend als hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 8. 4. Vertlag wegens het onderzoek in de sectiën van het voorstel van burgemeestér en wethouders tot wijziging der bepalingen voor de heffing eener directe belasting op 't inkomen. De Voorzitter merkt op, dat hij dit punt reeds nu aan de orde heeft gesteldomdat hij heeft gemeend dat het zijn pligt was een onderwerp van zoo gewigtigen aard als het onderhavige, zoo spoedig mogelijk te doen behandelen. De heer Attema zegtdat het hemmet het oog op het gering getal aanwezige leden en de absentie van de heeren wet houdersniet wenschelijk voorkomt, deze zaak nu reeds af te doen. Men zal nu niet met de heereD wethouders daarover kun nen discussiëren en in deze omstandigheid meent spr. vrijheid te vinden, om als algemeen rapporteur voor te stellen: de be handeling van dit puut uit te stellen, b. v. tot den eersten Don derdag in September. Hij noemt dit tijdstip maar, omdat bij weet dat eenige leden der vergadering uit stad zijndie nog al eenigen tijd zullen uitblijven doch die zeker tegen het na deren der herfst kunnen worden terug verwacht. Den Voorzittor verheugt het, dat uit den boezem dor ver gadering het voorstel tot uitstel der behandeling van deze zaak wordt gedaan. Ook hem komt eene dadelijke afdoening niet ge raden voor, ofschoon het kwalijk opging, zelve daartoe het voor stel te doen. Hij wenscht echter geen lang uitstelomdat het voorstel der commissie, n.l. om aan burgemeester en wethouders het out- werpen van eene nieuwe verordening op te dragende goed keuring van de meerderheid der leden wegdraagt. Met het in dienen van het ontwerp zalevenals met de erlanging van de koninklijke goedkeuring op de vastgestelde verordening, nog al eenigen tijd verloren gaan. Spr. vreestdaar het jaar reeds ten einde spoedt, dat bij een lang uitstel der behandeling van het onderwerpelijk verslag, men niet meer met 1 Januarij 1876 de nieuwe verordening zal kuunen toepassen. Men is in dezen aan eene spoedige afdoening wel iets gebon den omdat het hier betreft eene zaakdie naar veler oordeel dringend verbetering eischt en in verband staat met de belan gen zoowel van de ingezetenen als van de gemeente. Spr. zou geen bezwaar hebben tegen de behandeling in September, ware 16 I ui! 1

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1875 | | pagina 1