G2 Verslag der handelingen van den gemeenteras
versperringen zullen ontstaan door te groote massa's sneeuw
doch het komt hem voor dat het veel goedkooper is die hin
dernissen, zoodra zij aanwezig zijn, weg te ruimen.
Zal men overal brandriolen aanleggen dan zal dit voor de
gemeente-financiën veel te bezwarend worden.
In den toestand is zijns inziens niet die verandering gekomen
waardoor zijne opinie zoude worden gewijzigd.
Wel zal nu het riool bij het andere midden in den weg wor
den gelegd, doch daartoe blijft zijns inziens de gelegenheid nog
steeds open.
Hij geeft daarom in overweging het voorstel in dien zin te
splitsendat het brandriool afzonderlijk zal worden in stemming
gebragt.
De heer Bruinsma doet den heer Wiersma opmerken dat,
wat deze heeft gezegddat naderhand even goed de gelegen
heid blijft tot het leggen van een brandriool midden in den
wegniet in allen opzigte juist is.
Het brandriool toch moet loodregt en zeer diep worden aan
gelegd, hetgeen voor het riool voor hemel- en menagewater
niet het geval behoeft te zijn; dit moet nameiijk in een hellend
vlak worden gelegd bij het excercitieveld namelijk hoog, bij de
uitmonding in den waïmuur bij de Roode Boer laag.
De mogelijkheid blijft dus wel bestaandoch het zal niet tot
vergemakkelijking der uitvoering strekken.
De heer Brunger laat in het midden de vraag van den
heer van Sloterdijck of het goed is een eenmaal genomen raads
besluit zoo maar ter zijde te stellenmaar bij hem bestaat er
volstrekt geen twijfel aan de wenschelijkheid een brandriool te
leggen naast een riool voor menagewater.
De overweging van het vorig jaar was de overtuiging dat die
buurt meer en meer bevolkt werd.
Door verbetering van den weg en demping der slotenont
neemt men het water geheel aan die volkrijke buurtdoor mede
hier en daar een pomp te plaatsen voor dagelijksch gebruik der
bewoners aldaar zal men tevens de zindelijkheid zeer bevorderen
dus niet alleen voor brand bestaat de noodzakelijkheid voor de
stichting van een brandriool.
Hij is bepaald voor het dubbel systeem en de ondervinding
heeft hem tevens geleerddat zoo twee zaken door eene hand
worden uitgevoerd het bedrag der kosten minder is.
Do heer Kuipers heeft gaarne kennis genomen van het
voorstel van burgemeester en wethouders om een brandriool
Achter de Hoven te makendaar hij de behoefte daaraan, zoo
als vroeger inziet.
Den heer Wiersma wenscht hij echter op te merken, dat wan
neer de weg zonder brandriool gemaakt werd en de slooten in
den tegenwoordigen toestand bleven bestaan, er toch bij eenen
eventuëlen brand geene mogelijkheid wasdenzelve te blusschen.
In 't laatst van het vorige jaar met de aanhoudende sneeuw-
buijen en vorst toch was het niet mogelijk een emmer water
zelfs wanneer er bitten zouden worden geslagenuit die slooten
te halen. Wanneer in den tegenwoordigen toestand brand aldaar
ontstond en de spuiten zouden moeten werken, dan zou het
gevolg zijn. dat de spuiten in plaats van water, slechts faecale
stoffen uit die slooten zouden pompen en dientengevolge in plaats
van nuttig te kunnen werken, zeer zeker verstopt zouden worden.
Dientengevolge zal hij gaarne voor het voorstel van burge
meester en wethouders stemmen.
Nadat in punt 1 het riool voor het hemel- en menage water
zonder hoofdelijke stemming was aangenomenwordt het brand
riool in stemming gebragt en aangenomen met 11 stemmen tegen
3, van de heeren van Sloterdijck, Plantenga en Wiersma.
Het geheele voorstel wordt daarop onveranderd aangenomen.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de Voor
zitter de vergadering.
1 te Leeuwarden, van den 15 en 22 Junij 1876.
Vergadering van Donderdag don 22 Junij 187G.
Tegenwoordig 17 leden; afwezig met kennisgeving de heeren
Suringar en Wiersma, zonder kennisgeving de heeren de la
Faille en Buma.
Voorzitter de heer J. J. Bruinsma.
I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. De heer Hommes brengt namens de daartoe benoemde
commissie rapport uit over de begrooting der stads-armenkamer
voor het dienstjaar 1877.
Dit rapport zal met de stukken ter inzage worden gelegd en
behandeld in eene volgende vergadering.
III. De heer van Sloterdijck brengt ter tafel het commis
soriaal rapport over het in de sectiën gehouden onderzoek van
het concept-ontwerp op het pensioneren van ambtenaren.
Dit stuk zal worden gedrukt om in eene volgende vergadering
te worden behandeld.
IV. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
oninvorderbaar verklaring van diverse aanslagen in de belasting
op het inkomen en in die op de honden.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onin
vorderbaar verklaring van de pacht van een perceel grasgewas.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot tijdelijke
verhooging der bezoldiging van de docenten aan de middelbare
school voor meisjes en tot aanstelling van eene tijdelijke leerares.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op de missive
der kamer van koophandel en fabrieken alhier over de rigting
van den aan te leggen spoorweg Nijmegen—Venlo.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van S. van der Wal vrouw van R. Boshujjer, zoover dit adres
behelst eene aanvrage om pensioen als stads vroedvrouw.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het ver
zoek van twee commiesen der rijks-belastingen om schadeloos
stelling voor het niet ter verkoop toelaten van het vleesch van
een door hen benaderd rund.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
nadere af- en overschrijving op artikelen der gemeecte-begroo-
ting dienst 1875.
8. Voorstel ter benoeming van een hulponderwijzer.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent een
adres van den bij zonderen kerkenraad omtrent het geven van
godsdienst-onderwijs in de openbare scholen.
Al deze voorstellen worden ter inzage gelegd om in eene vol
gende vergadering te worden behandeldterwijl dat onder no.
9 zal worden gedrukt, met het bijbehoorend adres, als bijlage
bij het verslag van 'sraads handelingen.
10. Eene missive van den schuttersraad ten geleide der be
grooting voor de kosten van de schutterij dienst 1877.
Dezo wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in han
den ccner commissie bestaande uit de heeren de WithWiersma
en Kijmmell.
11.'Een adres van den vader en de moeder in het stads
ziekenhuis om verhooging hunner bezoldiging.
Dit adres wordt om berigt en raad gesteld in handen van
burgemeester en wethouders.
V. Wordt medegedeeld
1. Dat gedeputeerde staten hunne goedkeuring hebben gehecht
aan de dezerftjdsche raadsbesluiten van den 15 Junij 11.a. tot
wijziging der gemeente-begrooting dienst 1876b. tot het aan
gaan eener geldleening voor de gasfabriek groot f 85,000.
2. Eene missive van de plaatselijke schoolcommissie met op
gave van de dagen en uren voor de j aarlijksche examens in de
gemeentescholen.
Tot leden der commissie voor het bijwonen dezer examens
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 en 27 Junij 1876.
63
worden aangewezen de heeren KijmmellBakkerKuipers van
Ejjsinga en Jongsma.
Nadat de heer Jongsma op zijn verzoekwegens afwezigheid
buitenlandser van verschoond wordt om lid dezer commissie
uit te makenwordt alzoo als vijfde lid aangewezen de heer
Hommes.
VI. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
a. Rapport eener raadscommissie over de rekeningwegens het
nieuwe stads weeshuis over 1875.
Conform de conclusie wordt besloten die rekening en verant
woording goed te keuren en aan heeren voogden van het nieuwe
stads weeshuis dank te betuigen voor het naauwkeurig beheer.
b. Rapport over de rekening wegens de stads bank van leening
dienst 1875.
De conclusie luidende
a. goed te keuren de rekening en verantwoording van de
stads bank van leening over het dienstjaar 1875, cn
b. der commissie van administratie dier instelling 's raads dank
te betuigen voor het gehouden naauwkeurig beheer wordt zon
der discussie aangenomen.
c. Voorstel van burgemeester en wethouders op het adres van
jhr. mr. D. O. Engelen om eervol ontslag als lid der plaatselijke
schoolcommissie.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan
jhr. mr. D. O. Engelen thans substituut-officier van justitie bij
de arrondissement8-regtbank te Sneek en wonende aldaareer
vol ontslag te verleenen uit de betrekking van lid der plaatse
lijke schoolcommissie.
d. Benoeming van een curator van het gymnasium.
Uit de gehoudene stemming blijkt dat benoemd wordt tot
curator van het gijmnasium mr. Willem Terpstra voorzitter van
het geregtshof te Leeuwarden met 14 stemmen terwijl 3 stem
men op. mr. Tiete van Hettinga Tromp waren uitgebragt.
e. Benoeming van een lid der plaatselijke schoolcommissie.
Van de personen die op de aanbeveling voorkomen wordt
jhr. mr. I. F. van Humalda van Eijsinga tot lid der plaatselijke
schoolcommissie benoemd en wel met 15 stemmen terwijl de
heeren K. H. O. van Bennekom en mr. U. H. Iiuber ieder een
stem verkregen.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de Voor
zitter de vergadering.
Vergadering van Dingsdag den 27 Junij 1876.
Tegenwoordig 11 leden, afwezig de heeren van Ejjsinga,
Brunger en de With met en de heeren Kjjmmell, Wjjbrandi,
Jongsma, Kuipers, Bakker cn van Weideren baron Rengers
zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer J. J. Bruinsma.
I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
a. Eene missive van mej. Schmidt, leerares in de middel
bare school voor meisjes, haar ontslag als zoodanig vragende
met ingang van September a. s.wegens benoeming te Utrecht.
Deze missive wordt ten fine van berigt en raad in handen
gesteld van de commissie van toezigt op het middelbaar onder
wijs.
b. Eene missive van voogden van het Old-Burger-weeshuis
houdende dankbetuiging voor de kostelooze overdragt van den
ingangspoort aan het oude weeshuis-gebouw op het Hofplein.
III. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief rermelde punten.
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot on invorder
baarverklaring van aanslagen in de plaatselijke directe belasting.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten de
daartoe betrekkelijke staten goed te keuren en den ontvanger
te magtigen de op die staten vermelde posten als oninvorder
baar op de betrekkelijke kohieren af te schrijven.
2. Voorstel tot oninvorderbaarverklaring der pacht van een
perceel grasgewas over 1875.
Zonder discussie wordt besloten den ontvanger der gemeente
te magtigen om in zijne rekening over 1875 als oninvorderbaar
te verantwoorden de som van f 44.50, verschuldigd aan de ge
meente wegens pacht van een perceel grasgewas over 1875.
3. Voor stel van burgemeester en wethouders ter zake nadere
af en overschrijving op de gemeente-begrootingdienst 1875.
Conform het voorstel wordt besloten de gevraagde magtiging
tot het doen van af cn overschrjjvingen op de begrooting,
dienst 1875, te verleenen onder nadere goedkeuring van heeren
gedeputeerde staten der provincie Friesland.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders over de bediening
der pont tegenover den toegang aan de veemarkt te doen plaats
hebben door een gaarder der veergelden.
De conclusie luidt
a. Burgemeester en wethouders te magtigen om tot den 1
Juljj 1877 de bediening van het pontveer over de Willems
gracht tusschen de Schoolstraat en den toegang naar de vee
markt en de inning der voor het gebruik maken van dat veer
in te vorderen regten op te dragen aan een hunnerzijds daartoe
aan te wjjzen persoon.
b. Te bepalen dat aan evenbedoelden persoon kan worden
toegekend eene belooning van zeven gulden per week.
De heer Wiersma. kan zich met de conclusie van dit voor
stel volstrekt niet vereenigen. Volgens zijne overtuiging heeft
eene verpachting van dergelijke tollen verre de voorkeur. Ook
in den laatsten tijd is die overtuiging bevestigd door de om
standigheid dat men meer dan vroeger gezien heeft, hoe moeije-
Ijjk het is de gelden dier tollen volledig binnen te krijgen en,
aangezien de raad in beginsel besloten heeft de opbrengst der
tollen te verpachten, zoo is hij door de in het voorstel vermelde
motieven niet overtuigd dat men daarvan in dit geval moet af
wijken. Men weet de opbrengst niet en dit zal voor eene ver
pachting moeijelijkheden opleveren, doch voor het vervolg heeft
men een veel zuiverder maatstaf door de concurrentie. Is er
iemand die lust heeft een volgende maal pachter te worden,
welnuhjj zal den tegenwoordigen pachter controleren en zoo
het dezen blijkt, dat de pachtsom het eerste jaar te laag is ge
weest dan zal die door concurrentie van anderen worden ver
hoogd.
Een pachter is buitendien veel ijverigeromdat hijmet het
oog op eigen voordeel, de menschen zal lokken om met zich
met hem over abonnement te verstaan in plaats van risico te
loopen telkens voor eene opene brug te komen.
Spr. blijft dus in alle deelen aan eene verpachting de voor
keur geven.
De heer ïlruinsma zou het met den vorigen spr. eens zijn
zoo het eene brug betrof, doch bij een pontveer kan een gaar
der zijne verpligtingen geheel nakomen.
Nu blijkt reeds dat dit Yecr goed opneemt en juist met het
oog daarop stellen burgemeester en wethouders nu voor één
jaar de opbrengst bij gaardering te ontvangen ten einde een
volgende maal beter de vermoedelijke opbrengst te kunnen be-
oordeelen.
Het gerief der ingezetenen staat op den voorgrond doch in