90 Verslag der handelingen van den gemeentera:
Nu kan men zich er zeer goed indenken dat het onbillijk is
om aan hem die eigenaar ia van den walnog voor het gebruik
van dien wal te laten betalen.
Zoo spr. zich echter niet bedreigt dan is de bepaling indien
zin gewijzigd dat er nu niet alleen kaai- en walgeld maar ook
voor het gebruik van de vaart moet worden betaald.
De Voorzitter merkt den heer Dirks op dat de wijziging
die in 1861 in de hiertoe betrekkelijke verordening is aangebragt
3 te Leeuwardenvan den 7 September 1876.
juist deze is dat de betaling niet alleen moest plaats hebben
voor den kaai- en wal maar ook voor hel gebruik van de vaart.
Deze bepaling strekt zich tot alle grachten uit.
De conclusie wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde sluit de voor
zitter de vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad t<
Vergadering van Donderdag den 11 September 187G.
Tegenwoordig 17 ledenafwezig de heer mr. E. Atteraa mot
en de hoeren de With, Wijbrandi en Buma zonder kennisgeving.
Voorzitter de hoer burgemeester.
I. Do notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor
den gGlezen en goedgekeurd.
II. Do heer van Eijsinga brengt namens de daartoe benoemde
commissie rapport uit over de gemeenterekeniugdienst 1875.
Dit rapport wordt ter inzage gelegd om te worden behandeld
in do volgende vergadering.
III. Wordt ter tafel gebragt
a. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
regeling o. a. van het tijdstip waarop de bevolkiugs-agenten
zullen in functie treden.
b. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot ver-
hooging der bezoldiging van de brugwachters gaarders der
bruggelden.
c. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van R. J. Dijkstra, aangaande onderhandsche verlenging
van den huurtijd van de herberg „de Klanderij" c. a.
d. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop
van eene strook grond achter de Hovenvoor de verlenging
eener waterleiding voor brandblussching aldaar.
e. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
het maken van een brandriool in plaats van een riool tot afvoer
van hemelwater op de bouwterreinen nabij „de gouden bal."
f. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot toe
kenning eener personele toelage aan den heer L. Bouma, com
mies ter secretarie.
Deze voorstellen worden ter inzage van de leden gelegd om
te worden behandeld in eene volgende vergadering.
g. De begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente
voor het dienstjaar 1877.
Deze zal met de daarbij behoorende memorie van toelichting
worden gedrukt en tot onderzoek verzonden naar de sectiën,
terwijl in de volgende vergadering de termijn zal worden be
paald binnen welken dat onderzoek moet zijn afgeloopen.
h. Een adres van de brugwachters-gaarders der bruggelden
om verhooging hunner bezoldiging.
Do Voorzitter brengt ter kennis der vergadering dat dit
adres gedateerd is 13 September 1876 en derhalve is ingekomen
nadat burgemeester en wethouders reeds besloten hadden het
voorstel sub b vermeld aan den raad in te dienen.
Hij wijst er met nadruk op dat het voorstel dus niet een
gevolg is van het adresdaar men buiten af anders ligtelijk
zou denkendat men slechts behoefde te vragen en dan terstond
een voorstel tot verhooging der bezoldiging zoude worden in
gediend.
Burgemeester en wethouders waren van oordeel dat het trak
tement dier gemeente-ambtenaren moest worden verhoogd en
deden daartoezonder weten dat een adre3 te dier zake zou
worden ingediend, het voorstel.
Wordt besloten het adres voor kennisgeving aan te nemen
en bij het voorstel te deponeren.
i. Eene voordragt tot benoeming eener eerste hulponderwij
zeres aan de gemeenteschool no. 3.
Op deze zijn geplaatst
1. Mej. K. M. Hengeveld te Utrecht.
Bijvoegsel beiioorf.nde bij de Leeuwarder Courant.
Leeuwarden, van den 14 September 1876. 91
2. W. F. van Loenen te Wageningen.
De benoeming zal in de volgende vergadering plaats hebben.
k. Twee adressen van G. Vlietstra en de Wed. Joustra,
houdende verzoek om ontheffing van gemeente-belasting over
1876.
Deze worden in handen gesteld van burgemeester en wet
houders om berigt en raad.
De begrooting voor het stads ziekenhuis voor 1877.
Gesteld ten fine van rapport in handen van de heeren Bu
ma, Wijbrandi en van Eijsinga.
m. De begrooting voor het nieuwe stads weeshuis voor 1877.
Deze wordt ten fine van rapport gesteld in handen van de
heeren Suringar, Jongsma en Kuipers.
IV. Wordt medegedeeld
1. Dat zijn ingekomen missives van de dames J. H. E.
Gouka en II. Buijs en van den heer dr. V. Bruinsma, houdende
dankbetuiging voor de verhooging hunner bezoldiging.
2. Dat de gemeente eigenares is geworden van het huis lett.
B no. 24 op den hoek van de Korfmakersstraat en de Voorstraat,
voor de som van f 10,616 en tengevolge daarvan door burge
meester en wethouders besloten is dat perceel publiek voor
afbraak te verkoopenwaardoor zij meencn aan den wenscli
dezer vergadering te voldoen.
V. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingbrief vermelde punten.
1. Regeling der rangorde van zitting van de leden ter verga
dering.
Bij de gehouden loting is ten deel gevallen de plaats
no. 1 aan den heer J. J. Kuipers.
2
57
57
77
S. T. Bakker.
3
75
75
55
A. Duparc.
4
n
75
55
J. J. Brunger.
5
55
55
G. T. N. Suringar.
6
77
mr. J. Dirks.
7
55
55
55
mr. C. W. A. Buma.
8
51
55
55
mr. P. D. Kijmmell.
9
75
55
dr. J. Baart de la Faille.
10
55
75
mr. J. L. van Sloterdijck.
11
55
55
55
jhr. mr. C. van Eijsinga.
12
55
55
mr. H. Wiersma.
13
55
55
G. II. Hommes.
14
55
mr. E. Attema.
15
55
57
F. Plantenga.
10
57
mr. J. Minnema de With.
17
55
55
55
0. Tigler Wijbrandi.
18
75
55
55
mr. Jongsma.
2. Vernieuwing der sectiën van den raad.
Het resultaat der gehoudene loting is dat, tot en met de
eerste vergadering in de maand Maart 1S77 zullen behooren
tot de le sectie de heeren Bumavan SloterdijckSuringar
Dirks, Jongsma, Attema en Bloembergen (wethouder). 2e
sectic de heeren: Hommes, Tigler Wijbrandi, de With, Du-
parcde la Faille en Bruinsma (wethouder). 3e sectie de heeren:
Plantenga, Wicrsma. Bakker, Brungcr, van Eijsinga, Kijm-
mell en Rcngers (wethouder).
3. Benoeming van vijf leden der commissie belast met het
ontwerpen van strafverordeningen.
Bij afzonderlijke stemmingen worden successievelijk tot leden
dier commissie benoemd de heeren mr. E. Attemamr. E.
17