100 Verslag der handelingen van den gemeenteras
tie G no. 3294, alsmede een daaraan grenzend strookje grond
en slootoostwaarts loopende tot de spoor wegsloot en zulks
tegen een prjjsberekend naar de waarde die het perceel bouw
terrein ten oosten van bedoelde strook grondsbij den publie-
ken verkoop per centiare zal opbrengen.
3. Benoeming van eene eerste hulponderwijzer es aan de ge
meenteschool no. 3.
De voordragt bestaat uit
a. mej. K. M. Hengeveld te Utrecht, en
h. mej. W. F. van Loenen te "VVageningen.
De uitslag der gehoudene stemming isdat met algemeene
stemmen benoemd is mej. K. M. Hengeveld voornoemd.
V. De voorzitter deelt mededat bij missive van den heer
commissaris des konings iir de provincie Friesland van den 29
Augustus 1876, no. 1734, le afdeeling, in handen van het ge
meentebestuur is gesteld „een adres van de heeren S. E. Oud-
„sehansDentz en dr. M. J. Baart de la Faillehoudende ver-
l te Leeuwarden, van den 14 September 1876.
„zoek om ten behoeve van eene waterleiding van uit het Eer-
„newoudsterwijd naar Leeuwarden liet noodige rijkswater uit
„dat wijd te bekomen"en waarbij het gemeentebestuur wordt
uitgenoodigd te kennen te geven hoe het over dat plan denkt.
Burgemeester en wethouders hebben daarop gemeend dat
ofschoon de uitdrukking het gemeentebestuur voor tweederlei
opvatting vatbaar ishet voldoende zoude zijn voorshands hun
oordeel aan den 0. d. K. mede te deelen.
De commissaris des konings heeft evenwelna den ontvangst
van dat advieste kennen gegevendat hij over deze aange
legenheid het oordeel van den raad wenschte te vernemen.
Dientengevolge zal het verzoek bovenbedoeld met het daarop
door burgemeester en wethouders uitgebragt advies, terstond
ter inzage van de leden van den raad worden gelegdom te
worden behandeld in eene volgende vergadering.
Niets meer aan de orde of voorgesteld zijnde wordt deze ver
gadering door den voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraaf
Vergadering van Donderdag den 28 September 1876.
Tegenwoordig 18 leden; afwezig de heer Duparc met en de
heeren Buma en Brunger zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer burgemeester.
I. De notulen van het verhandelde in de vergaderingen van
den 14 en den 20 September 1.1. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De heer Kuipers brengt namens de daartoe benoemde
commissie rapport uit over de begrooting voor het nieuwe stads
weeshuis, dienst 1877.
III. Wordt ter tafel gébragt
1. Eene missive van de commissie belast met het ontwerpen
van strafverordeningengeleidende eene concept-verordening
tot instandhouding van de goede orde op de buitenpleinen van
en de toegangen tot het spoorwegstation.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op verzoek
schriften van de wed. J. Joustra en van G. Vlietstra, om ont
heven te worden van aanslagen in de belasting op het inko
men dienst 1876.
3. Een voorstel betreffende de oprigting van een tweede
beurtveer tusschen Stiens en Leeuwarden.
4. Een voorstel tot het verleenen van schadevergoeding aan
J. van Recnen voor ondervonden vertraging in de uitvoering
der aangenomen werken ter zake verandering van de Wirdu-
merpoortsbrug c. a.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van adressen gerigt aan de provinciale staten door de
vereeniging Schuttevaer en de kamer van koophandel en fabrie
ken in Opsterland, betreffende de heffing van bruggeld aan de
Prins Hendrikbrug en de Wirdumerpoortsbrug alhier, zoomede
het bij nacht gesloten houden van die bruggen.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders betrekke-
liik de benoeming van twee docenten voor het onderwijs in de
Fransche en Engelsche talen aan het gymnasium.
7. Een voorstel van burgemeester en -wethouders op een
adres van de Koninklijke Nederlandsche grofsmederij te Leiden
om kwijtschelding van beloopen boete.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van de heeren van den Steenhoven en Gips te Dordrecht om
kwijtschelding van beloopen boete.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot afstand
van een strookje grond, uitmakende een gedeelte van het erf
van het geamoveerde weeshuisgebouw bij het Hofpleinaan den
heer mr. E. Cats.
Al deze stukken worden ter inzage van de leden gelegd om
te worden behandeld in de volgende vergadering.
10. Een adres van den heer IJ. van der Meulen ter zake
wijziging der bepalingen voor de heffing van water-, kaai- en
walgelden.
Dit stuk wordt om berigt en raad gesteld in handen van bur
gemeester en wethouders.
11. Een adres van de weduwe H. van Gelder om afschrij
ving op den aanslag wegens belasting op het inkomen over 1876
ten name van haar overleden man.
Dit stuk wordt ten fine van afdoening gesteld in handen van
burgemeester en wethouders.
IV. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen.
1. Eene resolutie van gedeputeerde staten van Friesland hou
dende goedkeuring der gemeente-rekening, dienst 1874.
2. Eene missive van de inspecteurs van politiehoudende
dankbetuiging voor de verhooging hunner bezoldiging.
3. Eene missive van mej. K. M. Hengeveld, berigtende dat
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
te Leeuwarden, van den 28 September 1876. 101
zij de benoeming tot le hulponderwijzeres aan de gemeente
school no. 3 aanneemt.
4. Dat door burgemeester en wethouders publiek is verkocht
de opstal der huizinge op den hoek van de Korfmakersstraat
lett. B no. 24op afbraak aan P. Plukkel alhier voor de som
van f 420.
5. Eene missive van den heer adjunct-inspecteur van het
geneeskundig staatstoezigt over het concept-reglement op de
huizen van ontucht en de publieke vrouwen.
6. Dat het onderzoek der ingediende gemeente-begrooting voor
1877 moet zijn afgeloopen heden over drie weken.
Y. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Rapport der raadscommissie belast met het onderzoek der
gemeente-rekening over 1875.
Conform de conclusie van het rapport wordt besloten
a. de gemeente-rekening over 1875 goed te keurensluitende
met een voordeelig saldo van f 31,628.135
b. burgemeester en wethouders 's raads dank te betuigen voor
het gehouden beheer.
W ordt opgemerkt dat de heeren wethoudersop grond van
art. 220 der gemeentewet, niet tot het nemen van dit besluit
hebben medegewerkt.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek
van J.%P. Romein om ontheffing van eene der voorwaarden ge
steld voor den verkoop van bouwterreinen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten den
heer J. P. Romeinhouthandelaar alhierte ontheffen van de
verpligting om het op het perceel no. 22 van bouwterrein F te
stichten huis binnen 3 jaar na de dagteekening der acte van
overdragt onder dak te hebbenevenwel onder de uitdrukke
lijke voorwaardedat bedoeld gebouw vóór den 3 September
1877 voltooid moet zijn, bij gebreke waarvan de slotbepaling
van artikel 19 der voorwaarden van uitgifte zal worden toegepast.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhooging der
bezoldiging van de brugwachterstevens gaarders der bruggelden.
De conclusie van het voorstel strekt om de wekelijksche be
looning van de brugwachters-gaardersmet ingang van 1 Janu
ary 1877, te bepalen op fl boven het genot van vrije woning
of bij gemis daarvan eene vergoeding van f 2 per week.
De heer Jongsma stelt op den voorgrond dat hij het adres
van IJ. van der Meulen, zoo straks ter tafel gebragt, misschien
niet in alle opzigten goed gevat kan hebbendoch vraagt of
het met het oog op dat adres ook wenschelijk geacht kan wor
den de behandeling van dit voorstel uit te stellen tot dat om
trent dat adres zal zijn beschikt.
De Voorzitter gelooft, zoo oppervlakkig geoordeeld, niet
anders dan ontkennend op die vraag te kunnen antwoorden. Het
collegie van dagelijksch bestuur is bij het indienen van dit voor
stel uitgegaan van de veronderstelling dat eene wekelijksche be
looning van f 6 niet meer voldoende moet worden geachtter
wijl onverschillig welk het gevolg van het adres van IJ. van
der Meulen ook zijde bruggen toch steeds zullen moeten wor
den gedraaid en er dus brugwachters zullen moeten blijven.
De heer Jongsma dankt den voorzitter voor de gegevene
inlichting.
De conclusie van het voorstel wordt daarop zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
4. Voorstel van burgeMeester en wethouders op een adres van
R. Dijkstra aangaande onderhandsche verlenging van den huur-
tijd van de herberg „de Klanderijc. a.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan
den adressant te kennen te geven dat er geene termen bestaan
de herberg de Klanderij onderhands aan hem te verpachten.
18