I li 11 A i ~l 116 Verslag der handelingen van den gemeenteraad to Leeuwarden, van den 19 October 1876. Vergadering van Donderdag den 19 October 1876. Tegenwoordig 18 ledenafwezig de heeren Jongsma met- en de heeren Wiersma en Attema zonder kennisgeving. Voorzitter de heer burgemeester. I. De notulen van het verhandelde in de vorige zitting wor den gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding eener resolutie van gedeputeerde staten van Friesland betreffende 'sraads besluit van 14 September 1.1., tot heffing eener directe belasting op het inkomen. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van het gebouw „de Harlingerstal." Deze stukken worden ter inzage gelegd om te worden behan deld in eene volgende vergadering. [II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen Eene missive van de brugwachters-gaarders der bruggelden in deze gemeentehoudende dankbetuiging voor de verhooging hunner bezoldiging. IV. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van IJ. v. d. Meutenterzake wijziging der bepalingen voor de hef fing van water-, kaai- en walgelden. Conform de conclusie van het voorstel wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten, het adres van den heer IJ. v. d. Meulen, commissionair alhier, dd. 26 September 1876, betreffende de vervanging van de belasting voor het gebruik der wateren-kaden en wallen en van het bruggelddoor eene belasting, te heffen vau alle doorvarende schepen, voor notificatie aan te nemen. 2. Benoeming van een hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 5. Op do voordragt zijn geplaatst a. Meinte Baarda te Nijland b. Geele de Vries te Ferwerd; c. Pier van der Goot te St. Jacobi Parochie. Met algemeene stemmen wordt benoemd tot hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 5, Meinte Baarda te Nijland. 3. Ontwerp-reglement over de huizen van ontucht en de pu blieke vrouwen. De Voorzitter het noodig oordeelende eene zitting met ge sloten deuren te houden, heft de openbare tijdelijk op. Na heropening wordt punt 3 aan de orde gesteld. De heer Bloembergen heeft aan de behandeling van dit reglement niet kunnen deelnemen, doch wenscht zijne stem te motiverendie hij daarover zal uitbrengen. Hij zal tegen het reglement stemmen omdat hetgeen uit een medico-politisch of sanitair oogpunt van dit reglement is te verwachtenzijns inziensniet opweegt tegen het nadeel dat in moreel opzigt daarvan is te vreezen. De heer Bruinsma wil zijne stem ook motiveren. Hij heeft meermalen gewezen op de bezwaren die hij tegen dit reglement heeft en zalzich aansluitende aan de argumenten van den heer Bloembergentegen dit reglement zich blijven verklaren. Het reglement daarop in stemming gebragt wordt aangeno men met 13 stemmen tegen 4, van de heeren BruinsmaBloem bergen Suringar en van Eijsinga. (De heer van Sloterdijck was bij de stemming afwezig). Alzoo is vastgesteld het volgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat er noodzakelijkheid bestaat tot regeling van het toezigt op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen te Leeuwarden Gezien art. 135 der gemeentewet, Besluit vasttestellen navolgende VERORDENING op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen te Leeuwarden. HOOFDSTUK I. Van de huizen van ontucht. Art. 1. De huizen van ontucht en de publieke vrouwen staanbehoudens de aan den burgemeester volgens de wet toe komende politiezorg, onder het onmiddellijk en voortdurend toezigt van den commissaris van politie. Art. 2. Onder huizen van ontucht worden verstaan allo hui zen of inrigtingenwaar aan mannen gelegenheid wordt gegeven tot het plegen van ontucht met een of meer vrouwenonver schillig of deze aldaar inwonen of die huizen slechts tijdelijk bezoeken. Art. 3. Niemand mag een huis van ontucht houden dan met schriftelijke vergunning van den burgemeester. Deze vergunning wordt telkens gegeven voor den tijd van één jaar. Zij wordt schriftelijk gevraagd, met opgave van de plaatswaar het huis is gelegenvan de inrigting van het huis en van de bewonerszoowel van het huisgezin als van de pu blieke vrouwen. Bij verandering van woning wordt eene nieuwe vergunning gevorderd. De burgemeester is steeds bevoegd de gegeven vergunning in te trekken. Art. 4. Onverminderd de strafbepaling van art. 33, is de burgemeester bevoegd elk huis dat zonder de vergunningbij art. 3 voorgeschreven, tot een huis van ontucht ingerigt of na intrekking van do vergunning voortgezet wordtte doen sluiten. Art. 5. Geen huis van ontucht wordt gehouden in de nabij heid van scholen of huizen van opvoedingvan weeshuizen of van gebouwen aan de godsdienstoefening gewijd, ter bc- oordeeling van den burgemeester. Art. 6. De ramen der huizen van ontuchtvan de beneden verdieping op de openbare straat uitzigt gevendemoeten ten allen tijde zijn voorzien van ondoorzigtbare gordijnen of hor retjes zoodanig dat geen voorbijganger in het vertrek kan zien. Geene geheime of bij de politie onbekende uit- of toegangen mogen in de huizen van ontucht zijn. Art. 7. De houders of houdsters van huizen van ontucht mo gen in hunne huizen geene kamers of gedeelten der woning aan anderen dan aan publieke vrouwen verhuren. Art. 8. De houders of houdsters van huizen van ontucht zijn aansprakelijk voor de handhaving van rust en orde in hunne huizen en dragen zorgdat door hetgeen aldaar geschiedt aan anderen geen overlast worde veroorzaakt. Zij zijn Verpligtzich te dien aanzien te gedragen naar de bevelen van de politie. Art. 9. De houders of houdsters van een liuis van ontucht zijn verpligt, binnen de eerste drie dagen van elke maand aan den commissaris van politie eene schriftelijke opgave te doen van het getalde namen de voornamen de geboorteplaats den ouderdom en den burgerlijken staat der publieke vrouwen die bij hen in hun huis inwonen. Zij doen bovendien opgave van do publieke vrouwendie hun huis tijdelijk bezoekenmet vermelding van den naam en de woonplaats dezer vrouwen. Art. 10. Bij het verlaten van een huis van ontucht door eene inwonende publieke vrouwzoomede bij hot komen inwonen al daar van eene publieke vrouwis de houder of houdster van het huis verpligt, hiervan binnen 21 uren kennis te geven aan den commissaris van politic. v Verslag der handelingen van den gemeentera Art. 11. De houders of houdsters van huizen van ontucht mo gen in hunne huizen geene vrouwen opnemendan die vooraf door hen aan liet bureau van politie aangegeven in de daarvoor bestemde registers ingeschreven en van het zakboekje bedoeld bij art. 17 voorzien zijn. Art. 12. De houders of houdsters van huizen van ontucht zor gen dat hun huis steeds in zindelijken staat wordt gehouden en dat de kamers der vrouwen van alles zijn voorzienwat tot rei niging noodzakelijk is. Zij moeten steeds een exemplaar dezer verordening voorhan den hebben en dit, benevens de bij het le lid van art. 3 be doelde schriftelijke vergunning, aan de ambtenaren of beambten der politie op de eerste aanvrage vertoonen. Zij zijn verpligt, den commissaris, de inspecteurs en de die naren van politiedeze laatsten van een schriftelijken last van den commissaris voorziendes gevraagd ten alle tijde tot het door eerstgenoemden noodig geoordeeld onderzoek tot handha ving van do voorschriften dezer verordeningin hun huis toe te laten. Art. 13. De houders of houdsters van een huis van ontucht zijn verpligt te zorgendat de bjj hen inwonende publieke vrou wen zich aanmelden tot en onderwerpen aan het geneeskundig onderzoek in art. 24 omschreven. HOOFDSTUK II. Over de publieke vrouwen. Art. 14. Onder publieke vrouwen worden verstaan alle vrou wen die van de prostitutie geheel of gedeeltelijk haar beroep maken hetzij zij al of niet inwonen in huizen van ontucht. Art. 15. Iedere publieke vrouw is verpligt zich te vervoe gen aan het bureau van politieten einde zich aldaar in een door den burgemeester vast te stellen register te doen inschrijven. Voldoet zij hieraan niet, dan wordt zij, onverminderd de strafbepaling van art. 33ambtshalve ingeschreven. Bij de inschrijving heeft het geneeskundig onderzoek, bedoeld in art. 24, onmiddellijk plaats. Art. 16. De inschrijving in het register geschiedt onder een doorloopend nummer. Zij bevat den naamde voornamende gehoorteplaatsden ouderdomden burgerlijken staatde straat en het nummer van de woningbenevens het signalement van de aangeefster en wordt gedagteekend en geteekend door den commissaris van politiezoomede door de aangeefster. Indien deze niet kan schrijven wordt daarvan melding ge maakt. Art. 17. Na de inschrijving ontvangt iedere publieke vrouw een zakboekjeovereenkomstig het model door den burgemees ter vast te stellen, inhoudende de aanwijzingen in het register van inschrijving vermeld en door den commissaris van politie ge waarmerkt. Een extract uit deze verordening, voor zooverre de publieke vrouwen betreft, wordt in het zakboekje afgedrukt. Art. 18. Iedere publieke vrouw is verpligt haar zakboekje Bteeds bij zich te hebben en op de eerste aanvrage te vertoonen aan de ambtenaren of beambten van politie, alsmede aan de mannendie zij bij zich ontvangt. Art. 19. Het is eene publieke vrouw verbodenhaar zak boekje aan eene andere vrouw te leenen of af te staan. Indien zij het heeft verloren, vraagt zij onmiddellijk een ander aan het bureau van politie. Gelijke aanvraag moet door haar geschiedenindien een jaar is verloopen sedert de dagteekening van het zakboekje. Art. 20. Eene in een huis van ontucht inwonende publieke vrouw mag niet van woning veranderenzonder daarvan vooraf aangifte te hebben gedaan aan het bureau van politie. Daarvan wordt door den commissaris van politie aanteekening gedaan in het register en in het zakboekje. Art. 21. De publieke vrouwen kunnen ten allen tijde de door haar bewoonde huizen van ontucht verlaten. .d te Leeuwarden, yan den 19 October 1876. 117 De commissaris van politie ia verpligtden inhoud van dit artikel ter kennis te brengen van elke publieke yi*ouw die zich ter inschrijving vervoegt aan het bureau van politie. Art. 22. Het is aan de publieke vrouwen verboden 1°. zich op onbetamelijke of de zeden kwetsende wijze of in staat van dronkenschap op straat te vertoonen 2°, op eenigerlei wijze in het openbaar zich door woorden of gebaren onbehoorlijk te gedragen 3°. personen door woorden of gebaren te lokken. Art. 23. De publieke vrouw, die op de in art. 15 vermelde ljjst verlangt te worden doorgehaald, doet eene daartoe strek kende verklaring aan den commissaris van politieonder afgifte van het zakboekje. Deze doorhaling geschiedt niettenzij uit het zakboekje blijke, dat zij op den dagwaarop zij deze verklaring doetis onder zocht en gezond bevonden. Bij het aangaan van een huwelijk en bij overlijden wordt zij ambtshalve doorgehaald. De doorhaling geschiedt zóódanig, dat alle spoor van naam en voornamen verdwijnt. Art. 24. Iedere publieke vrouw is verpligt zich tweemalen in elke week aan te melden tot en te onderwerpen aan het on derzoek door den vau wege de gemeente daartoe aangestelden feneeskundigeop plaats en tijddoor burgemeester en wet- ouders te bepalen. Dit onderzoek geschiedt kosteloos. Art. 25. De aan dit onderzoek onderworpen vrouwen kun nen zichop haar verzoek en tegen betalingdoor den in het vorig artikel bedoelden geneeskundige ook ten harent laten onderzoeken, indien dit volgens zijn oordeel op geschikte wijze kan geschieden. Art. 26. De zakboekjes der publieke vrouwen worden door haar bij het onderzoek aan den geneeskundige ter hand gesteld. Indien eene publieke vrouw bij het onderzoek gezond is be vonden wordt in haar zakboekje eenedoor den geneeskun dige gedagteekende en door hem onderteekende verklaring ge schreven. Deze verklaring is slechts van waarde tot den dag voor het volgend onderzoek bepaald. Art. 27. De publieke vrouwdie bij het onderzoek bevon den wordt aan syphilis of andere besmettelijke kwalen te lijden, of ten aanzien van wier gezondheid te dezen opzigte de genees kundige twijfel voedt, wordt dadelijk door hem ter opneming en verpleging in het daarvoor bestemde ziekenhuis aangewezen. Hij houdt haar zakboekje terug en stelt het ter hand aan den commissaris van politie, na daarin aanteekening van zijne bevinding te hebben gedaan. Art. 28. De ter opneming en verpleging in het ziekenhuis aangewezen publieke vrouw is verpligt, zich aldaar onmiddel lijk te laten opnemen en te blijven totdat zij wordt ontslagen. Na hare genezing ontvangt zij haar zakboekje terug met eene daarin door den geneeskundige onderteekende verklaring van gezondheid, zooals in art. 26 is vermeld. Art. 29. Door den geneeskundige wordt in het ziekenhuis aanteekening gehouden van de publieke vrouwendie aldaar worden verpleegdvan den tijd der verpleging zoomede van den aard der kwalen. Art. 30. De geneeskundigen in de gemeente ontvangen van den commissaris van politie eene opgaaf van de publieke vrou wen. Art. 31. De geneeskundige, in art. 24 bedoeld, is verpligt ter kennis van den commissaris van politie te brengenindien eene publieke vrouw zich aan het onderzoek heeft onttrokken. Art. 32. De zorg voor de naleving van deze verordening wordt opgedragen aan den commissaris en de verdere beambten van politie. Aan hen wordt de last verstrekt om tot dat einde, met in achtneming van de voorschriften der wet van 31 Augustus 1853 (Staatsblad no. 83)de huizen van ontucht en do woningen en

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 1