126 Verslag der handelingen van den ge me enteral Maakt men van de tweemaal 24 uren, die voor het nazien van liet verslag van het gesprokene zijn vastgesteldgeen ge bruik welnumen heeft het dan zich zelf te wijtenzoo het verslag later niet onjuistheden verschijnt. Mogt iemand soms buiten staat zijn het verslag ten gemeente huize te komen nazien, dan houdt hij het er voor, dat de hof felijkheid ter secretarie groot genoeg zal zijnom dat lid daar toe" in de gelegenheid te stellen op eene aiidere wijze. De heer Dirks heeft er op gewezen, dat men niet behoeft na te zien wat anderen hebben gezegd. Krijgt echter ieder spreker zijn eigen gedeelte t' huisdan is men geheel in liet onzekere omtrent het verband met hetgeen een ander spreker gezegd heeft. Om het brengen van dat verband aan den ver slaggever over te latenkomt hem niet goed voordaar men alsdan de zekerheid mist dat het gedrukt wordtzooals het is nagezien. De Voorzitter deelt den heer Duparc mededat do bepa lingen omtrent het verslag zijn opgenomen in gemeenteblad no. 7 van 1872, hetwelk eene wijziging bevat van het reglement van orde voor de vergaderingen van den raad. Hij gelooft; dat de bezwaren gemakkelijk kunnen worden op gelost. Zijn er heeren die of om den verren afstand óf om andere redenen verhinderd worden zich op den bepaalden tijd naar het stadhuis te begevenwelnudan zal men het wel even aan "huis kunnen ontvangenzoo zij slechts de beleefdheid hebben het zoo spoedig mogelijk terug te bezorgen ter secretarie. De verslaggever moe het verslag uiterlijk Woensdag morgen voor de drukkerij gereed hebben daar het anders niet meer gedrukt kan worden als bijlage bij de eerstvolgende Zondagsche courant. Vertraging van een halve dag heeft eene vertraging van acht dagen in de uitgifte van het verslag tengevolge. Hij veroorlooft zich dus de vrijheid de leden uit te noodigeu het verslag van het door hen gesprokene zoo spoedig mogelijk na te zien. Daarop wordt hoofdstuk II goedgekeurd. Volgn. 9S. De heer Wiersma zegt dat in de sectie, waarvan hij deel uitmaaktde bestrating binnen de gemeente een punt van lang durige bespreking is geweest. Niet zoozeer betrof dit het aanleggen van nieuwe straten maar het herstellen der bestaande straten met de aanwezige keijen. Spr. heeft toen als zijne meening medegedeeld, dat eigentlijk alle straten iii een minder gewenschten toestand verkeerden en dat door het nemen van buitengewone maatregelen hierin ver betering behoort te worden gebragt. Niettegenstaande do groote som die 's jaarlijks voor den aan koop van keijen wordt uitgetrokken, schijnt deze niet toerei kend te zijn om alle straten van nieuwe keijen te voorzien doch zjjns inzienszoude men door een meer doelmatig gebruik der aanwezige keijen reeds veel kunnen verbeteren. In de sectie heeft hij het ter sprake gebragt of bet ook daarom wenschelijk was den post van 9,000.voor den aan koop van nieuwe keijen bestemd gedeeltelijk aan dat doel te onttrekken en dat deel te besteden om de bestrating met dezelfde keijen te verbeteren meer op ruime schaalde rapporteurs heb ben hiervan echter in hun verslag geen melding gemaakt, en ook burgemeester en wethouders zijn er tegen omdat het geld door eene leening verkregen niet mag gebruikt worden voor iets dat op gewoon onderhoud gelijkt. Hij zal zich daarbij neerleggendoch wenscht aan den an deren kant het in de secties besprokene wel aan het oordeel van den raad te onderwerpen. Zijne bedoeling was om als buitengewone maatregel een be paalde som op de begrooting te brengen tot verbetering van straten; men behoeft slechts te letten bijv. op de bestrating van Nieuwestad Nieuwesteeg of Kerkstraat'om van de wenschelijk- d te Leeuwardenvan den 16 November 1876. hcid overtuigd te worden. Daartoe zoude de post onder volgno. 98 moeten worden versterktwant de som van 5,000.— die jaarlijks wordt uitgetrokken is niet voldoende om dezen buiten gewonen maatregel te bestrijden. De heer Dirks heeft met bijzondere aandacht nagegaan wat omtrent de bestrating in het verslag der commissie van rap porteurs gezegd wordt. Daar wordtte regtals eenig middel om aan de gebrekkige passage in de Peperstraat enz. tegemoet te komen genoemd de overkruining van het Naauw. Evenwel wil hjj de bezwarendie daartegen worden aangevoerdniet geheel ontkennen. Onze voorouders hebben echter die bezwa ren niet van overwegenden aard geacht, daar deze het Hof hebben overkruind hetgeen veel grooter afstand was dan nu van de Brol tot de Tontjes- of St. Jacobspijp het geval zal zijn. Deze zaak is reeds dikwijlshier ter stedeter sprake ge bragt, doch, zoo ver spreker zich herinnert, heeft zij nog nooit een punt van bespreking hier in het openbaar uitgemaakt. Nu evenwel het verslag der rapporteurs deze zaak officieel on der de oogen van het publiek heeft gebragt, wil hij die ook memoreren. Vroeger heeft men voorbeelden genoeg gehad hoe gevaarlijk daar de passage is. Jaren geleden bij een intogt van den koning is het geheele Naauw zelfs met balken belegd om dat men zich toen van het gevaarlijke der passage zeer goed bewust was. Voor de scheepvaart zijn er zeker bezwaren aan verbonden doch met een goed politietoezigt zouden die wel te overwin nen zijn. Ook nu ontstaat dikwijls twist tusschen twee schip pers die elkander het regt om door te varen of terug te gaan betwisten. Spreker zoude eene overkruining zeer wenschelijk vinden en beveelt deze zaak ten zeerste aan de aandacht van burgemees ter en wethouders. De Voorzitter zal eerst den heer Wiersma beantwoorden. Deze heeft zijn voornemen te kennen gegevendat hij een voorstel wilde doen tot versterking van den post tot verbete ring van straten en zoo hij het stilzwijgen der vergadering als een teeken van adhaesie moet beschouwendan zal waarschijn lijk de raad tot verhooging van den post besluiten. Spr. wil observerendat er aan de bestrating dezer gemeente groote zorg en kosten en veel tijd worden besteedde bestra ting der nieuwe buitenwijken is bijna voltooid en dan zal met het midden der stad een aanvang worden gemaakt. Het ligt in den aard der zaak dat dit niet zamen kon gaan omdat de werkkrachten waarover men te beschikken heeft beperkt zijn. Er is wel eens over gedacht of het ook wenschelijk zoude zijn een ploeg straatmakers uit Brabant te laten komendoch een nader onderzoek heeft het ongeraden geacht men zou die menschen voor langen tijd werk moeten geven en dan weder tot zijn eigen straatmakers terug moeten keeren. Deze som met 5,000.te verhoogen en toch voor de be grooting hetzelfde eindcijfer te behouden zal moeijelijk gaan terwijl verlaging van hoofdst. Ill afd. YII ook voor dit doel hem minder wenschelijk voorkomt, daar die afdeeling buiten gewone werken betreft en hier gewoon onderhoud bedoeld wordt, welke niet door geldleening kan worden bestreden. Wil men verkrijgen wat de heer Wiersma beoogtdan zoude men moeten overgaan tot verhooging van den hoofdelijken omslag. Tot geruststelling kan hij er bijvoegen, dat er bijna geen be lang der gemeente is waar hij zich meer, ja bijna dagelijks, mede bezighoudt dan do bestrating der gemeente. De heer Dirks heeft nog gesproken over de Peperstraat. Deze en ook de Oosterstraat zullen binnenkort beter worden bevloerd. De Peperstraat is als het ware een trechter en die toestand kan door overkruining van het Naauw veel worden veranderd. Het denkbeeld om het Naauw te overkruinen is door spreker sedert lang overwogendoch de vergelijking met het Hof gaat zijns inziens niet op. De scheepvaart door het Naauw is zeer druk, hetwelk bij het Hof niet het geval was. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 16 November 1876. 127 De raad boude zich echter verzekerd dat het collegie van dageljjksch bestuur, zoodra het oen geschikt plan ontvangt van den directeur van gemeentewerken, en dit niet tc voel bezwa ren oplevert, niet voor het indienen van een daartoe betrek kelijk voorstel zal terug deinzendoch zoover is het nog niet gekomen. De heer Wiersma denkt niet zoo ligt over de gemeente- financiënomna het door den Voorzitter medegedeeldetoch den bedoelden post te willen verhoogen. Het is hem aangenaam geweest te vernemendat met de som van f 5000 zal kunnen worden verkregen wat hij beoogt. Mogt zulks niet het geval zijn, dan zou hij er voor zijn dat de ge meente ook dit offer bragt. Spreker blijft het er voor houden dat de slechte toestand dei- straten geheel tc wijten is aan de onvoldoende bekwaamheid van hen die met het leggen derzelve zijn belast. Hij neemt tot voorbeeld het nieuw aangelegde gedeelte van den Wirdumerdijknog geen 3 maanden geleden is die gelegd en reeds is die tot herstelling opgebroken ja men deelt mij zelfs medezegt spr.dat die heden voor de tweede maal wordt ver nieuwd. Dit zijn dus wel stellige bewijzen voor de waarheid van het door mij aangevoerde. De keijen die men heeft zjjn wel niet van do beste, doch met bekwame straatmakers zouden de straten goed genoeg ge legd kunnen worden. Hij ziet nu evenwel van liet doen van een voorstel af op grond der verzekering door don voorzitter namens het dago- Jijksch bestuur gegeven. Volgno. 103. De heer Kuipers zal gaarne de mededeeling der resultaten van het onderzoek door burgemeester cn wethouders afwachten omtrent de kostenvercischt voor het aanbrengen van door schijnende wijzerplaten aan den „Nieuwe toren" en zal voor he den afzien van het doen van een voorstel in dien geest. In verband hiermede acht hij het echter wenschelijk cn stelt dientengevolge voor om dezen postop f 200 uitgetrokken aan te nemen voor memorie. Dit voorstel wordt ondersteund cn maakt dus ccn punt van behandeling uit. De heer Bmngor geeft te kennen dat hij het voorstel Kui pers ondersteund heeft omdat in de sectiewaarvan hij deel uitmaaktemen het algemeen wenschelijk vond om niet alleen minuutwijzers aan te brengen maar om die tevens transparant tc maken en te doen verlichten. Hij stelt dus in dezen zeer prijs op het onderzoek van bur gemeester cn wethouders en zag daarom gaarne dezen post voor memorie aangebragt. De heer Bloembergen vindt het beter dezen post to be* houden zooals voorgesteld is. Burgemeester en wethouders hebben toezegging gegeven dat zij een onderzoek zullen doen instellen naar de kosten, vereischt voor het verlichten en aanbrengen van doorschijnende wijzer platen. Leidt dit onderzoek tot een voorstel in dien zindan zal natuurlijk deze post moeten worden versterkt. Maar is het omgekeerde liet gevaldat het onderzoek daar toe geeno vrijheid geeft, dan toch komt hot hem wenschelijk voor do middelen tot liet aanbrengen van die minder aanzien lijke verbeteringen te benouden. AVordt deze post geschrapt en voor memorie uitgetrokken dan ".al men die 200 eene andere bestemming geven en dit komt hem met liet oog op een stellig vooruitzigt op miuuutwijzers niet geraden voor. Om deze redenen zal hij zich dus tegen het voorstel van don heer Kuipers verklaren. Tiet voorstel Kuipers in stemming gebragt wordt verworpen met 13 stemmen tegen 3die van de heeren BrungerKui pers cn van EijsiDga. Volgno. 107. De heer van Sloterclijck wil een enkel woord in het mid den brengen over de verlichting der draaibruggen. De opmerking hierover in de le sectie gemaakt is van hem doch het antwoord daarop door burgemeester cn wethouders ge geven hoeft hem niet bevredigd. De bedoelingin dat ant woord weggclegdwas de zijne niet. Hij wcnscht dat dc lichtendie op het midden der bruggen zijn geplaatst, aan de einden derzelve worden aangebragt. Niemand zal deze wensch verwonderen die gezien heeft hoe in den laatsten tijd de Vrouwenpoorts- en Prins Hendrikbrug- gen verlicht zijn. Nog weinige dagen geleden gaven de lan taarns op de Vrouwenpoortsbrug bijna geen licht en werden toen door flaauw brandende petroleumlampen vervangen. Dc toe gang tot de stad komt hom daar niet voldoendo veilig voor men kan de brug bij avond haast niet zien. De gunstige resul taten die men van ae verlichting der Wiidumcrpoortsbrug ont vangt mogen hier tot aanprijzing strekken. Ook bij de brug achter de infirmerie, die door den belangrijken aanbouw aan die zijde der stad door vele menschen wordt ge passeerd laat (1e verlichting veel te wenschen over on verdient ook daar verbetering ten zeerste aanbeveling. De lieer Bloembergen, wil aan den vorigen spreker opmer ken dat, waar in de memorie van beantwoording door burge meester en wethouders gesproken wordt over het aanbrengen van meerdere lantaarns, de bedoeling is dit tc doen even als bij de Wirdumerpoortsbrug is geschiednamelijk door lantaarns te plaatsen aan de uiteinden der brugen die op het midden op te ruimen. Bij het collegie van dagelijksch bestuur is evenwel nog niet de meening levendig dat zich deze verandering tot alle bruggen zal moeten uitstrekken, bij dc Verlaatsbrug bijv. bestaat hiertoe naar hun inzien geenc aanleiding Bij dc Vrouwenpoorts-en Prins Hendrikbruggen ondervindt de bestaande verlichting nu en dan moeijelijkheid en zoo dus aldaar eventueel eene verplaatsing der lantaarns uoodig mogt worden zoo zullen die aan do uiteinden der brug worden aangebragt. De Voorattor deelt mede dat met het oog op de voorgestelde verhooging der opbrengst van het aschland met f 800.de post hoofdstuk III afd VI art. 16 met ƒ56 moet worden verhoogd. Volgno. 131. De heer Klüpcrs ziet zich genoodzaakt een enkel woord in het midden tc moeten brengen over don toestand der werkzaam heden aan den weg Achter de Hoven cn wel niettegenstaande door burgemeester en wethouders verzekerd is dat die werkzaam heden op 1 December volrooid zullen zijn. Te oordeelcn naar den tegenwoordigen toestand en de vorde ringen dezer werkzaamheden is het zijns inziens eene onmoge lijkheid dat ^an die beloften zal kunnen worden voldaandaar althans in don laatsten tijd, hoegenaamd niet gewerkt wordt. De weg is echter in een toestand zoo slecht en onbruikbaar als het maar cenigzins kan de passage is daar werkelijk onmogelijk. Het is daarom dat hij burgemeester en wethouders vriendelijk en dringend wenscht uit tc noodigen aan dien onhoudbaren toe stand in ieder geval spoedig een einde te makendoor óf met kracht de werkzaamheden te laten doorzetten en volbrengen, óf door aanhoudende reiniging van het nog bestaande voetpad in ieder geval te zorgen dal de ouders niet genoodzaakt worden hunne kinderen de .school tc laten verzuimen, wat nu reeds ze ker het gei al is. De Voorzitter antwoordt den heer Kuipers dat do verzeke ring van burgemeester cn wethouders niet op losse gronden steuntmaar dat nog onlamrs dc hoofdopzigter heeft betuigd dat zoo geene buitengewone omstandigheden het werk beletten de weg den len December a. s. gereed zou zijn.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 2