130 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 16 November 1876. Iemand bijv. wordt door de vermindering van den prijs tot invoering van gas in zijne woning uitgelokt, doch dan vreest die spr. dat de gasverbruiker gedupeerd zal zijnzoo te eeni- ger tijd die prijs weder verhoogd wordt. Maar spr. vraagtof dit niet evenzeer tot nu toe het geval was Zoo iemand tot gasverbruik gedwongen werddan had men regt dezo vraag te doenmaar ieder blijft vrij al of niet gas te branden en nie mand krijgt de toezegging dat de gasprijs zal blijven zooals die nu is. Spr. gelooftdat het gevaardat nu de nieuwe gas- verbruikers bij een prijs van 9 cent boven het hoofd zal zwe ven ook voor de vroegere consumenten steeds heeft bestaan het is hem echter nooit voorgekomendat dit eenig bezwaar heeft opgeleverd. Eigenlijk is de gasfabriek nu geworden eene zuiver commerciële of industriële inrigtingdie geheel alle uitgaven moet dekkenmaar nietzooals bij eene onderneming van par ticulieren het geval is, ook winst moet opleveren, Daarom kan er ook geen sprake zijn van speciale inkomsten voor de ge meente uit de gasfabriekde billjjkheid vordertdat men de ingezetenen niet meer in rekening brengt dan de dienst, hun verstrektwaard is. Bij de behandeling der gemeen tewet is bij art. 254 teregt gezegd, dat alles, wat meer wordt gevórderd dan tot vergoeding der kosten noodig isin eene willekeurige belasting zonder beginsel of maatstaf ontaardt, en dat de eenige redelijke maatstaf is, dat niet meer wordt ge heven dan vermoed wordt noodig te zijn. Al zijn wij nu los van genoemd wetsartikelde beginselen daarvan moeten voor de gemeente steeds blijven gelden en worden toegepast. De heer Bloomborgen gaat niet zoover als de laatste spr., die den gasprijs verminderen of vermeerderen wil zoodra de steenkolen dalen of rijzen. Dit gaat hem veel te ver, doch aan den anderen kant zoo hij het oog slaat op de belangrijke winsten die de gasfabriek in 1875 heeft afgeworpen, en dat bij een prijs 1 cent hoogerdan meent hij dat er alle aanleiding bestaat tot vermindering. Zoo hij ziet dat Groningen gas lc>'crt tegen 7 cent per store, dan komt het hem voor dat wij veilig hier den prijs op 9 cent kunnen bepalen. Wat het bezwaar van den heer van Sloterdijck betreft of het wel raadzaam is nu den prijs te verlagen, daar die welligt later weder zal moeten worden verhoogd, zoo is hji van oor deel dat die verhooging naderhand slechts miniem zal behoeven te zijn. De prijs der steenkolen was eenige jaren geleden veel hooger en toen werd voor het gas 12 V-» cent bepaald, terwijl deze ver- hooging geene aanmerkelijke vermindering van gasverbruik ten gevolge heeft gehad. Dit vei minderd gasverbruik, hoe gering ook. stond toen boven dien nog in verband met den buitengewoon lagen prijs der pe troleum. Tegen het petroleumverbruik zijn in den laatsten tijd ernstige bezwaren ingebragt en daarom ook gelooft hij dat de vermindering van den gasprijs allezins geregtvaardigd is. De heer Dirks heeft ook bezwaar tegen de prijsverlaging, doch die bezwaren zijn meer van een algemeeueu aard. Hij deelt in het gevoelen van liendie met den vorigen spr. van oordeel zijndat niet de prijs der steenkolen geheel tot basis moet strekken voor de bepaling van den gasprijs. Er is gewezen op Groningenmaar dan vraagt hij staat in Groningen tegenover dien lagon prijs ook een lage schuld? lift geldt hier tc Leeuwarden eene industriële onderneming, die tot betaling der schulden een j aarlij k$oh rente-bedrag vor dert van 13,813 on nu is spr.'s bezwaar dit: of er wol eene juiste evenredigheid bestaat tuwchen hot stijgen der schuld en de opbrengsten der onderneming vooral met hel oog op do voor gestelde verlaging van den gasprijs. Men houde verder wel in hot oog dat in dezen tüd van groote uitvindingen er omstandigheden kunnen komen dat ae gasfabriek veel minder aftrek zou kunner vinden door liet aanwenden van nieuwere lichtstoffen; wordt dit het geval, dan blijven wij met de schuld zitten. In het HogezandSappemeer e. a. heeft men reeds eene andere wijze van verlichting sedert eenige jaren. Spr. zoude dus liever zien dat men meer op de aflossing van schuld bedacht ware en deze cent van verschil gebruikte tot buitengewone schuldaflossing. Hij zal zijn stem rigten naar het antwoord hem te geven. De heer Bloomborgen vindt hot niet moejjelijk de bezwa ren te weerleggen, door den vorigen spr. aangevoerd, door het bedrag der gemeente-schuld voor de gasfabriek te stellen tegen over het kapitaal waarvoor zij van deze de verschuldigde rente geniet. De geheele schuld voor die inrigting bedraagt ongeveer 274,000 en zoo hij daartegenover stelt de rente die de gemeente van de gasfabriek geniet, dan repraesenteert die een kapitaal van 400,000. In verschillende jaren is op de waaide der fabriek reeds eene som van 54.000 afgeschreven en bovendien op de schuld der ge meente voor de fabriek aangegaan een belangrijk bedrag afgelost. De gemeente trekt tengevolge hiervan rente naar een kapi taal van 4 ton en heeft slechts eene schuld voor de gasfa briek van f 274,000. v olgens de verschillende leeningsplanneu moet 's jaarlijks ƒ8000 worden afgelost, doch gewoonlijk heeft eene hoogere af lossing plaats. Neemt men nu het kapitaal dat zoowel in de gebouwen als in het pijpennct steekt, hetgeen natuurlijk eventueel een groot kapitaal representeert en stelt men eene gemiddelde jaarlijksche aflossing van ƒ10,000, dan zal men binnen een kort tijdsbestek zoo ver gevorderd zijn dat de gebouwen cum annexis geheel tegen de nog bestaande schuld opwegen. Dat er altijd eenige risico blijft bestaan met het oog op nieuwe uitvindingen spreekt van zelf, doch daarvoor is de ge meente ook eenigzins beveiligd door do winsten die zij mogen al niet aanzienlijk zijn, dan toch ten bate der gemeentekas komen, cn met het oog op die winst ziet hij in de verlaging van den gasprijs volstrekt geen bezwaar. "Wanneer men do winst van 1S75 voegt bij het verschil der rente die men ontvangt en uitkeertdan gelooft hij dat de bepaling van den prijs van het gas op 9 cent per stère zeer wenschelijk is. Het voorstel daarop in stemming gebragt wordt met alge- meene stemmen aangenomen. Volgno. 21. In dit nommer zal art. 2a moeten worden verhoogd met 493, wegens de som daarvoor bij de laatst gehoudene verpachting uitgeloofdart. 21 met 25 worden verminderd daar bij raadsbe sluit van 9 November 1876 no. If), die woning onderhands is verhuurd voor 225en den post bb woning voor den markt- meester in plaats van voor memorieop 100 worden uitge- trokken. Volgno. 27. De heer van Sloterdijök wil eene vraag rigton tot het dagelijksch bestuur over den post „opbrengst der Nesserzijl." Bij koninklijk besluit toch van den 27 Mei 1876, Staatsblad no. 109, is o. a. bepaald dat de Nesserzijlmet ingang van den len Augustus 1876, benevens al de daaraan verbonden voordellen aan het rijk zal overgaan. Hij twijfelt niet of burgemeester en wethouders zullen bij de lezing van deze beslissing een waakzaam oog op de belangen der gemeente gehouden hebbenmaar toch zoude hij gaarne weten of men hier te doen heeft met eene ondcrhandschc ont eigening of waarmede anders? Is zulks het geval niet dan zijn zijne inzigten in dit besluit onjuist. Verslag der handelingen van den gemeenteraa De Voorzitter wil gaarne erkennen, dat die spreker hem verrast heeft. Het is burgemeester en wethouders volstrekt niet bekenddat het rijk thans eenig regt op de opbrengsten der Nesserzijl uitoefent. Het is eene opbrengst door de gemeente krachtens privaatregt genoten en tot heden is hem noch officieel noch officieus eenige verandering in dezen toestand bekend ge worden. De heer Bloembergen zal de geruststellende verzekering door den voorzitter gegeven nog nader bevestigen. De zaak staat hem niet zeer levendig voor den geest; doch zoo hij zich goed herinnert dan heeft de gemeente dit regt tot tolheffing indertijd gekregen als schadeloosstelling voor de vermindering der opkomsten door haar uit de Irnzuinerzijl genoten als gevolg eener verandering van de Nesserzijlterwijl de gemeente niet belast is geworden met het onderhoud. Zoo nu het rijk het onderhoud van hendie tot nu toe daar mede belast waren overneemtdan komen de inkomstendie de gemeente krachtens haar privaatregt daarop geniet, hierom nog niet te vervallen. De heer van Sloterdijck zou ook wel zeggen dat de voor stelling van den heer Bloembergen de ware isdoch dan is het al zeer vreemd dat in het aangehaald koninklijk besluit met duidelijke woorden te lezen staat„met al de daaraan verbon- „den voordeelen." Het is om die reden dat spreker vroeg of men hier misschien met eene onderhandsche onteigening te doen had. De heer "Rengers moet erkennen dat de uitdrukking die de heer van Sloterdijck aanhaalde hem ontgaan waswant was zijne aandacht er op gevallen dan zoude hij zijne meening reeds eerder hebben uitgesproken. De gemeente Leeuwarden bezit hier niets anders dan het regt van tolheffingterwijl zoowel het onderhoud van den trekweg als dat van de vaart tot dusverre aan de provincie was opge dragenen juist daaraan zal waarschijnlijk de minder juiste uitdrukking in het koninklijk besluit te wijten zijnwant de regten der gemeenten Leeuwarden op die tolheffing kunnen haar nooit worden ontnomen. Bij de laatste kasopneming, dit zij hier ten overvloede opge merkt is gebleken dat de betaling als naar gewoonte had plaats gehad. Hoofdstuk lil wordt daarop goedgekeurd. Aan het hoofdstuk IV zal alsnu moeten worden toegevoegd /,np06811 art' 1 "opbreng8t der exPloitatie van de gasfabriek De heer van Sloterdijck wil eene opmerking maken over dat nieuwe art. 1. Hij wenscht namelijk van deze gelegenheid gebruik te maken om de levering van cokes aan de ingezetenen te bespreken en tot liet dagelijksch bestuur de vraag te rigten om welke reden die aflevering zoo langzaam plaats vindt Waar blijft de voorraad cokes die in den zomer wordt verkregen wordt die misschien aan fabrieken of naar elders afgeleverd Hij wil niet die personen van het gebruik van cokes verste ken maar vooral voor de arbeidende klasse is het verkrijgbaar hebben van cokes van veel belang, en daarvan hangt het nut voor die klasse der maatschappij geheel af. Nu moet men zeven weken op de aflevering wachten cn daardoor gaat het nut grootendeels verloren. Spreker wenscht dat hierin, zoo mogelijk, verbetering worde aan gebragt. De heer Dirks wenscht de vraag van den vorigen spreker uit te breiden. Hij heeft laatst eene advertentie gelezen van iemand die cokes aanbood te koopen vraagtwaren die cokes afkomstig van de stedelijke gasfabriek? Spreker heeft gezien dat die cokes werden aangevoerd en nog dagelijks worden afgeleverd; of zijn die cokes van elders aan gevoerd. te Leeuwarden, van den 16 November 1876. 131 Do heer Bloembergen kan kort zijn in de beantwoording der vorige sprekers. De vraag iswaar is de voorraad van den zomer gebleven en dan zoude hii kunnen volstaan met te antwoorden dat die afgeleverd is aan hen die er om gevraagd hebben. Het is ongelukkig zegt spreker, dat vele ingezetenen zich niet gespiegeld hebben aan de ondervinding van den vorigen winterwant dan zouden ze zich bij tijds hebben voorzien. Het is natuurlijk onmogelijk allen te gelijk van cokes te be dienen. elen hebben bij tijds voorraad opgedaan en zijn nu gered. Een andere vraag was of de cokes ook aan fabrieken wordt afgeleverd Bij voorkeur wordt cokes natuurlijk tot particulier gebruik afgeleverddoch zoo fabriekanten denzelfden prijs be talen kan men hen niet weigerenaangezien de cokes b.v. voor tabakskerverijen de geachikste brandstof is. Wat de aflevering naar elders betrefc kan hij de verzekering geven dat die niet anders plaats heeft dan ingeval van grooten overvloed; evenwel moet men bij de fabriek ook in dit opzigt altijd te rade gaan met de ruimtewant het is onmogelijk om alle cokes te bewaren tot den wintertijdhetgeen vooral in den afgeloopen zomer het geval wastoen de nieuwe loods nog niet geheel voltooid wasen buitendien veel ruimte voor den nieu we n gashouder vereiseht werd. Om aan de aanvragen van particulieren te voldoen had men evenwel steeds eene genoegzame hoeveelheid. Op dit oogenblik wordt niet meer naar buiten afgeleverd noch bij groote boeveelheden aan fabrieken ofschoon men de kleinere fabriekendie slechts een gering verbruik hebben niet geheel ontrieven kan. Voor het overige krijgt ieder zijn beurt en is men met de aflevering gevorderd tot hen die in het laatst der maand Sep tember hunne bestelling hebben gedaan. Wat de opmerking betreft van den heer Dirks naar aanlei ding der geplaatste advertentie zoo kan spreker de verzekering geven dat, zoo dezelfde advertentie bedoeld wordt die hij ge zien heeft, alsdan die cokes niet afkomstig zijn van de gemeen telijke gasfabriek alhier, doch met waggons van 10,000 kilo afhier worden aangevoerd. Dat overigens misschien particulieren in den zomer eene groote hoeveelheid cokes opslaan om die tegen den winter of met eene kleine winst te verkoopen of aan hunne vrienden over te doen, kan men zyns inziens niet beletten. De Voorzitter deelt mede, dat art. la, opbrengst van het aschlandmet ƒ1800.—- kan worden verhoogd on al zoo gebragt op 42,000.en dat in verband daarmede volgno. 132, art. \b met 70.op nieuw moet worden versterkt. De heer Ki jmmell brengt namens heeren voogden van het St. Anthony-Gasthuis ter kennis van den raaddatofschoon de begrooting voor dat gesticht nog niet is vastgesteldzij hem gemagtigd hebben mede te deelendat dit gesticht voor dit jaar de verpleging van krankzinnigen in de gemeente Leeuwarden weder voor hare rekening neemt. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten den heer Kijmmell uit te noodigen voorhands mondeling aan het bestuur van het St. Anthony-Gasthuis 's raads dank te betuigen voor de gedane toezegging. Hoofdstuk IV wordt zonder hoofdelijke stemming goedge keurd. Volgno. 47 De Voorzitter deelt mede dat deze post oorspronkelijk was voorgesteld op ƒ73,000.en de post onder volgno. 50 voor me morie, doch daar dozo laatste op ƒ7,000.kan worden vast gesteld zoude men die onder no. 47 met ƒ7,000.kunnen ver minderen, en dos noods nog met ƒ1,000.die voor de gereed schappen ten behoeve van het aschland zijn uitgespaard.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1876 | | pagina 4