f 1 ulm-J m ft a i|M 1 36 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 April 1877 Burgemeester en wethouders stellen mitsdien voor om te be sluiten a. Het gebouw letter F no. 129a staande in de Doelestraat, vroeger gebruikt tot kantoor van den waarborg van gouden- en zilverenwerkendoor verbouwing in te rigten tot vergaderkamers voor de plaatselijke schoolcommissiede commissie van toezigt op het middelbaar onderwijs en de curatoren van het gymna sium zoomede tot bureau van vaccinatie. b. Burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zijner tijd de vereischte voorstellen te doen tot vinding van de midde len om daarmede de kosten van de sub a bedoelde verbouwing te bestrijden. 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent de bediening van het pontveer over de Willemsgracht. Daar de vermoedelijke opbrengst van dit veer zelfs niet bij benadering was te bepalen en er zich alzoo wel geene gegadig den zouden opdoen die zich aan de pacht zouden wagen, werd bii raadsbesluit van den 27 Junij 1876 aan burgemeester en wethouders magtiging verleend de bediening van dat pontveer tot 1 Julij 1877 aan een door hen aan te wijzen persoon op te dragen tegen eene belooning van f 7 per week. Volgens burgemeester en wethouders bestaat thans dat argu ment grootendeels nog, daar de opbrengst van het veergeld van 22 Junij 1876 tot heden natuurlijk wel, doch die over een ge heel jaar niet bekend is. Van 22 Junij31 December 1876 bedroeg het veergeld f 146.65" en ook met het oog daarop komt het aan burgemees ter en wethouders wenschelijk voor dat de bediening van dat veer tot den 12 Mei 1878 op dezelfde wijze worde bestendigd, ten einde daarna te beoordeelen of de alsdan verkregen resul taten aanleiding geven tot verpachting dier belasting over te gaan. Zij stellen daarom voor te besluiten van den 1 Julij 1877 tot den 12 Mei 1878 de bediening van het pontveer over de "Willemsgracht en de inning van het veergeld op te dragen aan een door burgemeester en wethouders daartoe aan te wijzen persoon tegen eene belooning van f 7 per week. 7. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver- zoek van E. Drijfhoutbetreffende de Romkeslaan. (Zie V no. 11 in het raadsverslag van 22 Maart 1877). Burgemeester en wethouders deelen omtrent deze aangelegen heid mede dat de Romkeslaan is privaat-eigendom van de hee- ren Karsten van Tuinen, bezwaard met erfdienstbaarheid van weg ten voordeele van eenige aan die laan gelegen perceelen dat zij de gegrondheid van de klagten van den adressant over den onvoldoenden toestand van dien weg erkennen en het be treuren dat de eigenaren daarin geene verbetering brengen doch dat zij niet bij magte zijn in dezen aan het billijke ver langen te voldoenomdat dc zorg voor de instandhouding bruikbaarheid, vrijheid eu veiligheid van particuliere wegen niet aan het gemeentebestuur is opgedragen. Bovendien achten zij het geheel overbodig bij de eigenaren pogingen aan te wenden om den weg aan de gemeente af te staan, omdat bij vroegere onderhandelingen is gebleken, dat hunne eischen zoo overdreven zijn, dat die zelfs niet in over weging kunnen worden genomen. Bij het aangenomen systeem om geene gasbuizen te leggen in particuliere wegen kan ook geen gevolg worden gegeven aan het verzoek om de Romkeslaan door gas te verlichten. Burgemeester en wethouders hebben daarom de eer voor te stellen te besluiten Aan den adressantonder mededeeling van het vorenstaande, te kennen te geven dat zijn verzoek als niet voor inwilliging vatbaar wordt gewezen van de hand. 8. Een voorstel van burgemeester en wethoudersbetrekkelijk de oprigting van eene theoretische en practische ambachtsschool. De conclusie van het voorstel strekt om te besluiten: 1. Burgemeester en wethouders te magtigen om zich bij ge motiveerd adres te wenden tot dc hooge regeringmet verzoek dat aan de gemeente Leeuwarden ontheffing moge worden ver leend van hare verpligting tot het houden eener burgerdagBchool gelijk die thans is ingerigtonder voorwaarde dat van gemeente wege eene ambachtsschoolingerigt als in het voorstel is aan geduid in het leven zal worden geroepen. 2. Aan de adressanten H. Albarda c. s. te kennen te geven, dat de raad genegen is om tot de oprigting van eene theore tische en practische ambachtsschool over te gaanmits de hooge regering de gemeente ontheffe van de verpligting tot het in stand houden der burgerdagschooltot welke ontheffing dezer zijds de vereischte aanvrage zal worden gedaan. '3. Mede aan adressanten te berigten dat, zoo de aange vraagde vergunning door de regering mogt worden verleend de raad zich bereid verklaartvoorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde Btaten de aangeboden som van f35,000, benevens de jaarlijksche subsidie ad f 650, minstens voor den tijd van tien jaren, voor de gemeente en ten behoeve van de oprig ting eener ambachtsschool aan te nemen. 4. Burgemeester en wethouders uit te noodigen zooira do sub 1 bedoelde ontheffing zal zijn verleend van de provincie eene jaarlijksche subsidie ten behoeve van de op te rigten am bachtsschool aan te vragen. Het voorstel zal worden gedrukt en behandeld in eene vol gende vergadering. 9. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop van een huis in het Bagijneklooster. Reeds in 1873 werd het huis lett. F no. 329 aangekocht door de gemeente met het doel om langzamerhand meesteres te wor den van de verschillende panden gelegen achter den tuin der tegenwoordige middelbare school voor meisjes, ten einde die later zoowel in het belang dier inrigting, als van de volksge zondheid op te ruimeD. Gosse Pieters Westra, eigenaar van de woning lett. F no. 330is genegen die aan de gemeente te verkoopen voor f 525. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat die som voor dat perceelhetwelk voor f 1 's weeks verhuurd wordt niet te hoog is, vooral omdat men daardoor eene schrede nader komt aan het bovengenoemde doel, en stellen mitsdien voor tot den aankoop van dat gebouw over te gaan. De voorstellen onder no. 34567 en 9 zullen ter in zage worden gelegd en behandeld in eene volgende vergadering. 10. Eene resolutie van gedeputeerde statenbetrekkelijk de jaarwedden der gemeenteontvangers. In die resolutie worden door het collegie van heeren gedepu teerde staten van Friesland, ter beantwoording vóór 1 Junij 1877aan de gemeenteraden in Friesland de twee volgende vragen gesteld: a. is de jaarwedde van den gemeenteontvanger voldoende Zoo neen b. op welk cijfer behoort die te worden vastgesteld Ten fine van berigt en advies wordt deze resolutie geBteld in handen van burgemeester en wethouders. 11. De rekening en verantwoording van de stads armenleamer, over 1876. Deze wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren BloembergenSuringar en de With. 12. Een verzoek van J. L. Petersen, boekhouder der gasfa briek, om te worden herbenoemd. Ter voldoening aan art. 2 der verordening regelende den rang enz.vastgesteld bij raadsbesluit van 31 Augustus 1865ver zoekt de heer Johan Lodewijk Petersen, boekhouder der ge meentelijke gasfabriekom als zoodanig te worden herbenoemd. 13. Een verzoek van de commissie van toezigt over de muziek school, om verhooging van subsidie. j£ Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 12 April 1877. De commissie geeft daarbij te kennen dat zij zich aanvanke lijk in een welgeslagen der onderneming van den heer Hageman mag verheugen inzonderheid wat de leerlingen beti eftdie voor rekening der donateurs en van gemeentewege op die school zijn geplaatstdat die inrigting evenwelzal zij aan het doel dat men zich daarvan voorstelt beantwoordeneenige uitbreiding behoeft; dat zij zich daartoe heeft gewend tot de heeren P. Wedemeijer en Stoetz beide alhier, om met den heer Hageman aan die school werkzaam te zijuvan welke de heer Stoetz zich daartoe op nader te regelen voorwaarden bereid heeft ver klaardterwijl de heer Wedemeijer niet genegen is bevonden om aan die schooi werkzaam te zijn dat zij door de jaarwedde aan bovengenoemden heer Stoetz uit te keeren en andere daaraan verbondene kosten meerdere finantiële hulp noodig heeft. Het is om die redenen dat zij zich tot den raad wendt met het verzoek om haar eene verhooging der jaarlijksche subsidie met 600 toe te staan en die alzoo te brengen op 1000. 14. Een verzoek van Anna Posthumus medehelpster aan eene bewaarschool om verhooging harer jaarwedde. Aangemoedigd door den gunstigen uitslag waarmede het ver zoek van een harer collega's is bekroond, wendt ook zij zich tot den raad om verhooging harer bezoldigingdie thans/'80'sjaars bedraagt. Deze drie verzoeken worden ten fine van berigt en raad ge steld in handen van burgemeester cn wethouders. 15. Een verzoek van bewoners van Snakkerburen om verbete ring van een pad aldaar. Zij geven te kennen dat het pad langs het gardeniersland van den heer Ter Horst in zóó slechten toestand is dat hetbij den gedurig hoogen waterstandvooral des avonds niet zonder ge vaar kan worden gepasseerd, en dat zij daarom verzoeken dat in den bestaanden toestand behoorlijk verbetering worde aan- gebragt. Dit verzoek wordt gesteld in handen van burgemeester en wethouders ten fine van afdoening. 16. Eene resolutie van heeren gedeputeerde staten omtrent de waterkaai- en wal gelden. Heeren gedeputeerde staten blijven blijkens die resolutie per sisteren bij hun besluit van 18 Januari) 1877 no. 40 (zie hot raadsverslag van 25 January 1877, pag. 10, kolom 2, no. 7) en wel na de volgende overwegingen Dat het door de provincie overgenomen vaarwater het Vliet niet meer gerekend kan worden te behooren tot de openbare gemeentewerken en dat het onderhoud en beheer van dat vaar water is bij de provincie terwijl het onderhoud der wallen is bij de naastlegera, zoodat de heffing krachtens de artt. 238 en 254 der gemeentewet voor dat gedeelte van het Vliet haar wette lijke n grondslag heeft verloren. Dat in het rapport der raadscommissie (zie bijlage no. 4 va_n 1877) wordt beweerd dat niet slechts de heffing geoorloofd is als tegemoetkoming in de kosten van onderhoud maar ook als vergoeding voor de kosten van aanleg, welke bewering, zij moge in het algemeen juist zijn, in casu niet opgaat. Dat het toch niet in de bedoeling der gemeentewet ligt om de kosten aan onderscheidene werken besteed bij elkaar tevoe- fen en de aldus verkregen som als maatstaf te bezigen voor et bedrag der te heften regtenmaar die wet klaarblijkelijk ten doel heeft zoodanige berekening voor ieder voorwerp afzon derlijk te maken. Dat de gevolgen van het tegendeel in eene stad waar de vaar waters alle in elkander loopen en niet ver vaü elkander zijn ver wijderd, minder in het oog vallen, maar des te meer in uitge strekte plattelands-gemeenten, wanneer de tol van eenig vaar water zou worden berekend naar de kosten besteed aan een ander vaarwater dat misschien op uren afstand van het eerste is gelegen. Dat alzoo in casu voor eene heffing geen grond bestaat om dat het vaarwater het Vliet een natuurlijke stroom is, die reeds omstreeks het jaar 1200 door middel van eene sluis op de Mid delzee afstroomde en er dus van kosten van aanleg geen sprake kan zijnterwijl ook de hierbedoelde kaden niet door de ge meente maar door de naastlegers zijn aangelegd. Dat bij het rapport der raadscommissieo. a. verteekend door twee leden van de provinciale staten mede is opgemerkt dat de opvatting van gedeputeerde staten ten aanzien van het onder- werpelijk geval te meer bevreemdend is daar juist van deze zijde uitdrukkelijk werd te kennen gegeven dat de gemeente door den afstand van het beheer en onderhoud van bedoelde vaarwaters geenszins afzag van het regt van heffing van water-, kaai- en walgeld, zonder dat toenmaals door gedeputeerde sta ten eenige bedenking tegen die voortdurende heffing is geopperd. Datmoge al bij de behandeling van de overneming in onder houd en beheer van tal van vaarwaters in deze provincie, voor zoover betreft de gevoerde correspondentie daaromtrent met bur gemeester cn wethouders van Leeuwarden, het woord water- gelden aan de aandacht van gedeputeerde staten zijn ontsnapt, dit bij de staten dezer provincie echter niet het geval is geweest vermits deze overeenkomstig het rapport van hunne commis sie o. a. mede verteekend door een der leden van meergenoemde raadscommissie, bij besluit van 15 April 1874, no. 4, hebben verklaard dat zij van oordeel waren dat, wat het heffen van vaart wal- en kaaigelden betrof, de beide laatsten ook voor taan als gemeentelijke bekisting kunnen worden geheven wegens liet gebruik der gemeentelijke wallen en kaden, doch dat vaart- gelden met betrekking tot de door de provincie overgenomen kanalen behooren te c rcallen. Deze resolutie zal ten fine van rapport worden gesteld in handen van de commissie ad hoe. IIT. Wordt medegedeeld 1.Eene resolutie van gedeputeerde staten betrekkelijk de jaar wedden van don burgemeester en den secretaris van Leeuwarden waaruit blijkt dat dat collegie geene termen vindt om zijn be sluit waarbij is bepaald dat de verhooging van de jaarwedden diei ambtenaren in zal gaan met 1 Januarjj 1878, zóó te wij zigen dat die gerekend zal worden te zijn ingegaan den 1 January 1877. 2. Eene resolutie van gedeputeerde staten berigtende den ontvangst van twee raadsbesluiten a. tot geldigverklaring van strafverordeningen b. tot intrekking der verordening omtrent de hondsdolheid. 3. Missive van J. C. Boijenga, hulponderwijzer, en S. van der Zee, vroedvrouw, berigtende dat zij de op hen uitgebragte benoemingen aannemen. 4. Een berijmd verzoek van een bewoner der Romkeslaan om verbetering en verlichting van dien weg. Dit adres wordt als ongezegeld en ongeteekend ter zijde gelegd. 5. De rekening en verantwoording over het stedelijk mu ziekkorps over 1876. Deze wordt voor de leden ter inzage gelegd. 6. Dat door burgemeester en wethouders is aanbesteed het bouwen eener woning voor den directeur der gasfabriek en dit werk gegund is aan Lolke van der Zaag alhier voor de som van 14,784. 7. Dat de uitslag der inschrijving voor de geldleening groot 108,000, voor de 2e serie groot /"63,0G0, gehouden 31 Maart 1877 is geweest als volgt Ingeschreven voor een bedrag van ƒ105 500 en aangenomen: ƒ10,000 ad 1011 li;ï ƒ37,500 ad 100, ƒ5000 ad 1001 \ia ƒ1000 ad 1001/4 en ƒ9500 ad 981/4 procent.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1877 | | pagina 2