I BH Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 31 January 1878. 13 Vergadering van Donderdag 31 Januarij 1878. Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de heer dr. J. Baart de la Faille, met kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 24 Januarij j.l. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Het rapport der raadscommissie in wier handen is gesteld de aanvraag van den schuttersraad om magtiging tot het doen van af- en overschrijving op de begrooting van kosten der dienst doende schutterij over 1877. Dit rapport, waarvan do conclusie strekt de aangevraagde magtiging te verleenenis ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 2. Een adres van den heer IJ. v. d. Wielen, houdende aan bieding van zijne localen voor het houden van beurs. Wordt besloten, dit adres straks nader ter tafel te brengen bij de behandeling van het voorstel omtrent de beursstichting. 3. Adres van den heer H. Blok Wijbrandi om ontheffing van den provisionelen koop der perceelen bouwterrein nos. 61 en 62. Ten fine van praaadvies in handen van burgemeester en wet houders gesteld. III. Wordt der vergadering medegedeeld en door deze voor kennisgeving aangenomen 1. Eene resolutie van gedeputeerde staten houdende beschik king op het adres van mr. S. Salverda c. s. ter zake de heffing van water-kaai- en walgelden. 2. De goedkeuring door gedeputeerde staten van de gemeen terekening over 1876. 3. dat bij de op gisteren plaats gehad hebbende aanbesteding is gegund het doen van verfwerken aan de woning van den directeur der gasfabriek aan J. Wes terhof alhier voor ƒ270, en b. het gebouwDoelestraat no. 3aan G. Bosma alhier voor 193. IV. Verder wordt medegedeeld dat door burgemeester en wethouders eervol ontslag is verleend als waagwerker aan Age de Vries. In verband hiermede wordt op voorstel des Voorzitters de noodzakelijkheid uitgesproken, om bedoelde betrekking weder te doen vervullen. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe- pingbrief aangebragte punten: 1. Benoeming eener commissie voor de reclames tegen de ko hieren der directe belasting op het inkomendienst 1878. De ten dezen gehouden stemmingen hebben tot.resultaat, dat worden benoemd tot leden van bedoelde commissie de heeren mr. E. Attemalid der Ie sectiemr. C. W. A. Bumalid der 2e sectie, en J. J. Troelstra, lid der 3o sectie. Na deze benoeming wordt de openbare zitting voor eenige oogenblikken opgeheven. Bij heropening der vergadering wordt aan de orde gesteld 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van plannen enz. voor de stichting van een beurs- en waaggebouw. (Zie bijlage no. 2 van het verslag van 'sraads handelingen). De conclusie van dit voorstel strekt om ff. vast te stellen de door den directeur der gemeentewerken bjj missive dd. 14 December j.l.no. 458/1ingezonden plannen gemerkt A, tot stichting van een beursgebouw vereenigd met de waag op het daarvoor bij raadsbesluit van den 12 Julij 1877, no. 10, sub a, bestemde terrein; Bijvoegsel behoorengde bij de Leeuwarder Oourant. b. den grondgelegen ten westen van het voor beurs- en waaggebouw bestemd terrein, aangeduid op de door den direc teur der gemeentewerken, bij missive van den 10 October j.l. no. 397/1, ingezonden situatie-teekeningte reserveren voor de stichting van een gebouw voor woning van een beursmeester en voor afrekenkamersindien later mogt blijken daaraan be hoefte te bestaan; c. in beginsel vast te stellen, dat de gelden, benoodigd voor de stichting van het beurs- en waaggebouwzullen worden verkregen door het aangaan eener geldleening tot een bedrag van hoogstens ƒ160,000. d. burgemeester en wethouders uit te noodigen ter ziinertijd de vereischte voorstellen te doen, zoowel omtrent de wijze waarop die leening zal worden aangegaanals omtrent de vraag, of en zoo ja, op welke wijze eene heffing van beursregten zal worden in het leven geroepen e. burgemeester en wethouders al verder uit te noodigen, den directeur der gemeentewerken op te dragenbinnen drie maan den na de dagteekening van het raadsbesluithet bestek en de begrooting van kosten van het sub a gemeld gebouw aan bur gemeester en wethouders in te dienen, alles ingerigt op dien voetdat het werk voor circa 160,000 kan worden uitgevoerd, ten einde na ontvangst daarvan onmiddelijk tot de openbare aanbesteding over te gaan. Alvorens do beraadslagingen over dit voorstel te openen doet de Voorzitter lecture geven van het adres van den heer IJ. v. d. Wielenhiervoren vermeld onder no. 2 van afd. II. Na deze lecture worden de discussiën over de algemeene strek king van het voorstel geopend. Niemand ten dezen echter het woord verlangende, wordt in behandeling gebragt punt a der conclusie van het voorstel. De heer Bloembergen geeft te kennen, dat hij zich niet met dit eerste punt der conclusie van het voorstel kan vereenigen. Bij deze gelegenheid wenscht hij te constaterendat hij heeft uitgemaakt de minderheid in het collegie van burgemeester en wethouders, waarvan in het rapport wordt gewaagd als zich niet hebbende kunnen vereenigen met het denkbeeldom nevens het beurs- en waaggebouw te stichten een bijgebouw, bestemd om daarin op te nemen de afrekenkamertjesde woning van den beursmeester en wat verder daarmede annex is of liever, zegt spr.om de stichting van zoodanig gebouw in het voor- uitzigt te stellen. Hiervoor thans in het breede redenen aan te voeren, acht hij overbodig, dewijl die redenen reeds zijn ver meld en opgenomen in het gedrukte voorstel van burgemeester en wethouders. Alleen wenscht hij nog te kennen te geven dat zijne bedenking enkel en alléén betreft het plan zooals dit is liggendeomdat daarbij wordt uitgegaan van het denkbeeld om niet alleen te stichten een beurs- en waaggebouwdatgene omvattende wat tot zoodanig gebouw gerekend kan worden te behooren, maar daarenboven nog een tweede afzonderlijk bij gebouw, bestemd om nog eenige lokaliteiten te omvatten, die men van oordeel is niet in het hoofdgebouw te kunnen of te moeten opnemen. Wel zal, volgens het voorstel, aan laatstbe doelde stichting geen dadelijke uitvoering worden gegeven, doch, zegt spr.de inrigting van het beurs- en waaggebouw is toch zoodanig, dat daarin eenige localen ontbreken, die de raad wensehelijk achtte en waarvoor men zich voorstelt in de gevol gen zoo noodig een afzonderlijk gebouw te doen verrijzen. Be halve de meerdere kosten die casu quo zullen worden veroor zaakt heeft bij spr. speciaal gewogen de belemmering van licht en van den toegang aan de westzijde van het beursgebouw, die het gevolg zullen zijn van de eventuele stichting van het bijge bouwd Bovendien acht spr. de stichting niet wensehelijk met het oog op de omwonende ingezetenen, de bewoners der oude Koemarkt, wier panden door de overbrenging der veemarkt naar het nieuwe terrein belangrijk in waarde zijn verminderd en die casu quo eenige vergoeding dier waardevermindering in 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 1