18 Verslag der handelingen van den gemeentcraa heele stap willen doen en het puntstichting van eene woning voor den beursmeester en afrekenkamertjes, willen beschouwen als niet te zijn gesteld. Laat men do afrekenkamertjes nan de publieke concurrentie overlaten, zegt spr.eene woning voor den beursmeester zal zeker wel gevonden worden. De heer Wiersma wenscht even terug te komen op een enkel punt door den heer Dirks aangehaald. Dat geachte lid is hoofdzakelijk tegen punt b der conclusie van het voorstel van burgemeester en wethouders omdat hij meent, dat omtrent de stichting van het afzonderlijk gebouw van gemeentewege geen onzekerheid behoort te bestaan. Oppervlakkig heeft ook spr. dat denkbeeld toegelagchen. Bij esnige overweging is het hem evenwel beter voorgekomen, dat een besluit wordt genomen in den zin als is voorgesteld. Hij meent, dat zoodanig besluit in verband met de daarover gevoerde discussion weinig onzekerheid zal medebrengen. In dezen is hoofdzakelijk overwogen het be lang der omwonenden. Men wil afwachten wat de particuliere industrie zal doen. Eerst dan wanneer het zal blijkendat deze niet op voldoende wijze in de behoeften voorziet, zal er van stichting van gemeentewege van het afzonderlijk gebouw sprake zijn. Houdt men dit in het oogdan gelooft spr. dat ieder der omwonenden wel in zijn eigen belang zal begrijpenom terstond in de te ontstane behoeften te voorzienterwijl men tevens zeker zal begrijpendat de gemeente niet zoo ligt tot de be doelde stichting zal overgaan en die stichting Diet zal bewerk stelligen als de omwonenden maar eenigzins toonen in de be hoeften te willen voorzien. Spr. is overtuigd, dat het werkelijk beter is ook punt b aan te nemen, dan om dat punt te doen vervallen en het voorstel daardoor uit zjjn verband te rukken. De heer Brulnsma wenscht punt b der conclusie van het voorstel van burgemeester en wethouders niet te doen vervallen. Wat toch, vraagt hijzou het gevolg worden als dit, wat de heeren Dirks en Duparc toch willen, eens geschiedde. Dan zou de zaak geheel aan de particuliere industrie zijn overgelaten, en aan het overblijvend bouwterrein geen bepaalde bestemmiug zjjn gegeven, in verband met dit laatste zou het zeer goed kunnen gebeurendat een particulier tegen hoogen prijs dat terrein in koop aanvroeg met het doel, om daarop een gebouw te stichten zooals de gemeente dat zou willen doen. De raad zou dan in eene moeijelijke positie worden gebragt, terwijl wanneer de aanvraag werd ingewilligd, zeker het thans beoogde doelbegunstiging der omwonendenniet zou worden bereikt. Behoudt men punt 6, dan, zegt spr., is men althans ook voor zoo iets geborgen. Hij is er daarom bepaald voor punt b te be houden. De heer van Sloterdijck meent dat het afstemmen van punt b op de gronden door den heer Dirks en Duparc aange voerd nog al vrij gevaarlijk is. Het thema van die heeren toch is, om noch eene woning voor den beursmeester noch afrekenkamertjes van gemeentewege te stichten. Va'tzegt spr., op die gronden punt dan zal het terrein voor die even tuele stichting niet worden gereserveerd, terwijl het monumen tale gebouw het beurs waaggebouw zelvete digt aan den Wirdumerdijk zal worden geplaatst. Ook zou, zooals zoo even reeds is opgemerkt, het overblijvende terrein zeer goed door particulieren kunnen worden aaugevraagd. In de gevoerde discussie was er iets, dat spr. heeft verwon derd en dat was, de vrees die men had dat de publieke con currentie zou worden benadeeld. Die vrees regardeert echter z. i. geenszins de woning voor den beursmeester en ook niet zoo zeer de afrekenkamertjes, maar hoofdzakelijk het buffet. Nu heefc spr. echter wel gehoorddat de handel behoort tc ge schieden zonder consumptie, dat is niet zoo zeer zonder het gebruik van koffijbroodjes of iets dergelijks, maar zonder het gebruik van spiritualia. In verband hiermede gelooft hijdat de benadeeling van particuliere industrie in dezen niet zoo zeer behoort tc wegen. De verkoop van sterke dranken zal toch 1 te Leeuwarden, van den 31 Januarij 1878. immers niet van gemeentewege worden bevorderdmaar het debiet van dit hoofdartikel zal zeker verblijven aan de omwo nende particulieren. Het komt hem voor dat in dezen is gezin speeld op bezwaren, die eigenlijk niet bestaan. Verder heeft hij de eer met adhaesie aan hetgeen hij zoo straks in het mid den bragtnavolgend amendement in te dienenstrekkende om punt b der conclusie van het voorstel van burgemeester en wet houders te lezen als volgt„den grondgelegen ten westen van „het voor beurs en waaggebouw bestemd terrein, aangeduid op „de door den directeur der gemeentewerken bij missive van den „10 October j.L, no. 397/iingezonden situatie-teekening te be stemmen voor de stichting van een gebouw voor woning van „een beursmeester en voor afrekenkamers." Dit amendement, niet genoegzaam ondersteund zijnde, blijft buiten behandeling. De heer Bloembergen heeft het woord gevraagdom de opmerking te makendat naar zijne meeningna de beslissing gevallen omtrent punt a, er eigenlijk geen sprake meer kan zijn van afstemming van punt b. Hij was tegen punt aomdat hij het niet wenschelijk achtte, om een afzonderlijk gebouw te stichten voor woning van den beursmeester en voor afreken kamertjes. Hjj zegt afrekenkamertjesomdat hij zich niet kon voorstellen dat daarvoor groote kamers zouden van noode zijn. Daarin zit bij spr. juist het verschil. Hij was vroeger van meeningdat kleine localen den handelaren voldoende zouden zijn om hunne afrekeningen enz. te kunnen doen en dat zoo danige localen zeer goed in de beurs zelve zouden zijn aan te brengen. Nu de raad evenwel dienaangaande een ander besluit heeft genomen en er geen sprake is om de afrekenkamertjes enz. in het beursgebouw te doen maken, nu komt het hem voor dat het in ieder geval zijn nut kan hebben om punt b te behouden. Men kan alsdan de ondervinding raadplegen en bij het ontstaan van behoefte zal men gelegenheid hebben, om daaraan te gemoet te komen. De inrigting der waag is zoo danig dat deze geen gelegenheid zou aanbiedenom daarin eventueel afrekenkamertjes te kunnen aanbrengen. Met het oog op een en ander zal spr. zijne stem vóór punt b uitbrengen. De Voorzitter heeft met eenige verwondering het verschil van opinie ontwaard omtrent de wenschelijkheid der door bur gemeester en wethouders voorgestelde plitsing, die naar spr. oordeel toch een Datuurlijk gevolg is van de langdurige gedach- tenwisselingdie over de inrigting der beurs en waag heeft plaats gehad. Bleek daaruit toch dat er nagenoeg eenstemmig heid bestond over de vraag of de stichting van zoodanig gebouw in deze gemeente noodzakelijk was, omtrent de noodzakelijk heid van afrekenkamers en woning voor den beursmeester heerschte verschil van meening. Voor de hand lag derhalve het denkbeeld om over het eerste punt terstond eene beslissing uit te lokken en het andere uit te maken, nadat de ervaring de al of niet wenschelijkheid dier afrekenkamers enz. had doen blijken. Nu zegt men, dat op die wijze steeds eene opene kwestie blijft, doch spr. ziet hierin geen groot bezwaar, indien de hoofd kwestie maar beslist wordt Iieeftom bij een straks genoemd voorbeeld te blijven, de bloei onzer veemarkt, er in het minst door geleden, omdat men terstond tot de stichting van de wo ning des marktmeesters heeft besloten en ware het wenschelijker geweest, de geheele inrigting dier markt uit tc stellen tot dat men het eens was geworden over die woning Spr. verklaart zich derhalve nadrukkelijk: zoowel tegen het ecarteren als tegen eene dadelijke beslissing van punt b maar hoopt, dat de raad door het aannemen daarvan deze onderge schikte kwestie nog vooreerst eene opene kwestie zal laten blijven. De heer van Sloterdijck wenscht te kennen te geven, dat hij voor punt b zal stemmenook zonder dat daarin zijn opgenomen de woordenzooeven door hem gesproken. Hjj heeft punt b bestreden in de hoop het te zullen verbeteren. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te I Dit is hem echter niet mogen gelukken en nu heeft hij liever een half ei dan een leege dop. Punt b der conclusie van het voorstel van burgemeester en wethouders wordt hierna in stemming gebragt en aangenomen met 14 tegen 6 stemmen. Tegen steraden de heeren Troelstra PlantengaHommesDuparcde With en Attema. Over punt c worden geene discussien gevoerd. Met algomeene stemmen wordt dit punt aangenomen. Onderdeden c d en e van het voorstel van burgemeester en wethouders worden achtereenvolgend zonder discussie en hoofde lijke stemming aangenomen terwijl het geheele voorstel, daarna in stemming gebragt, met 15 tegen 5 stemmen wordt goedgekeurd. Tegen steraden de heeren PlantengaHommesde With Attema en Troelstra. De punten van de oproepingbrief hiermede afgehandeld zijnde, deelt do Voorzitter mededat door burgemeester en* wet houders voorloopig is vastgesteld het primitief kohier der directe belasting op het inkomen dienst 1878welk kohier aanwijst een getal aangeslagenen ad 3993een belastbaar inkomen ad 4,066,092.25 en een totaal in aanslag 152,480,65\ Spr. geeft verder in overweging om ter bespoediging der zaak, het sectie onderzoek te doen plaats hebben tijdens het kohier ter visie zal liggen en bepaalt, dat het sectieonderzoek in ieder geval binnen 4 weken moet zijn afgeloopen. Eindelijk stelt de Voorzitter nog voor en besluit de vergade ring om in verband met het in zake de beursstichting genomen besluit aan den heer v. d. Wielen te kennen te geven, dat de raad geen termen heeft kunnen vinden om gunstig op het door hem ter zake ingediend adres te beschikken. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten. Vergadering van Woensdag 6 February 878. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de heeren Plantenga en Duparc met- en de heeren de WithDirksde la Faille en J. Troelstra zonder kennis geving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 31 Januarij jl. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot regeling der bezoldiging van een te benoemen medehelpster bij het onderwijs in vrouwelijke handwerken aan de gemeenteschool no. 1. De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten: de bezoldiging van eene te benoemen medehelpster voor het onderwijs in vrouwelijke handwerken aan de gemeenteschool no. 1 te bepalen op 200. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders betreffende het verleenen eener toelage aan een leeraar van het gymnasium voor onverpligt gegeven onderwijs. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor om te be sluiten aan den heer L. Nauta eene toelage van ƒ50 toe te kennen voor door hem in de maanden September en October 1877 aan de leerlingen der voorbereidende klasse van het gymnasium onverpligt gegeven onderwijs in de Fransche taal. 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van mej. G. Sevenhuijsenom verhooging van haar salaris als onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 3. Dit voorstel strekt, om aan de adressante te kennen te geven, pat er geene termen bestaanom gedurende het loopend dienst- euwarden, van den 31 January en 6 February 1878. 19 jaar haar salaris te verhoogenmaar dat bij het opmaken der begrooting voor het volgend dienstjaar in overweging zal worden genomen of en in hoeverre er alsdan gronden bestaan tot die verhooging over te gaan. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van den heer II. Blok Wijbrandi, om te worden ontheven van den provisionelen aankoop dor perccelon bouwterrein nos. 61 en 62. De conclusie van dit voorstel luidt den heer H. Blok Wijbrandi te ontheffen van den provisionelen aankoop van de bouwperceelen nos. 61 en 62 en in verband daarmede den gemeenteontvanger te magtigen tot teruggave van de door hem te dier zake gestorte waarborgsom ad 125. Al deze stukken zijn ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld. III. Wordt medegedeeld 1. dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd het 's raads besluit tot onderhandsche verhuring van het schoolgebouw op den Wissesdwinger 2. dat door burgemeester en wethouders benoemd is tot waagwerker N. Dekkinga. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van het op den op roepingbrief gestelde punt Vaststelling van bet Ze suppletoir kohier der directe belasting op het inkomendienst 1877. De openbare vergadering wordt in verband hiermede tijde lijk geschorst. Bij heropening der vergadering wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming vastgesteld navolgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden Gezien het door burgemeester en wethouders voorloopig vast gesteld 3e spppletoire kohier der directe belasting op het inko men ten behoeve dier gemeentedienst 1877. Gelet op het bepaalde bij art. 265 der gemeentewet. Gelet op het besluit dezer vergadering, van den 16 Novem ber 1876, waarbij is bepaald 3,75 ten honderd van het belast baar inkomen over het loopend dienstjaar te heffen. Overwegende, dat ten aanzien van dat kohier uitvoering is gegeven aan het voorschrift van art. 264 der gemeentewet. Overwegendedat voormeld kohierna daarin aangebragto wijziging, een belastbaar kapitaal aanwijst van ƒ4197.28' en een totaal bedrag der aanslagen van 157 40\ Gelet op het besluit dezer vergadering van den 9 Mei 1877 no. 11, waarbij ten opzigte der aanslagen op het primitief ko hier van genoemde belasting is bepaalddat daarvan 88 zal worden ingevorderd. Besluit 1. Het 3e suppletoir kohier van de directe belasting op Let in komen, ten behoeve dezer gemeente, dienst 1877, vast testel len op een belastbaar inkomen van 4197 28* en in totaal der aanslagen van 157.40*. 2. Te bepalendat van het bedrag der aanslagen 88 zal worden ingevorderd, tengevolge waarvan het invorderbaar be drag zal beloopen 138.51'. 3. De aanslagen invorderbaar te stellen in twee termijnen. Niets meer te behandelen of voorgesteld zijndesluit de voor zitter de vergadering,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 1