•aariaP
Verslag der handelingen van den gemeenter
Vergadering van Donderdag 14 Maart 1878.
Tegenwoordig 17 leden.
Afwezig de heeren Bloembergende la Faille en Brunger
met- en de heer Buma zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 28 Februarij j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
verzoek van E. Arendseervol ontslagen politiedienaar om eene
gratificatie te erlangen.
De conclusie van dit voorstel strekt omaan Egbert Arends
eervol ontslagen politiedienaar der 4e klasse in deze gemeente
naar aanleiding van zijn adres dd. 2 Maart 1878 te kennen te
gevendat het daarbij gedaan verzoek niet voor inwilliging vat
baar is geacht en mitsdien wordt gewezen van de hand.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het
adres van den pachter der opkomsten van de Nesserzijl, om
schadeloosstelling.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten
Aan den adressant O. II. Dantuma te kennen te gevendat
zijnverzoekmet het oog op de duidelijke bepaling van art.
10 der pachtvoorwaardenniet voor inwilliging vatbaar is en
derhalve wordt gewezen van de hand.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op het adres
van de vereeniging irchuttevaerom wijziging van den tijd van
sluiting der Wirduinerpooits- en Prins Hendriksbruggen.
De conclusie van dit voorstel luidt te besluiten aan het hoofd
bestuur der schippersvereeniging Schuttevaer te kennen te ge
ven, dat in overweging zal worden genomen of en in hoeverre
er wijziging kan worden gebragt in het raadsbesluit van 14
October 1875 (Gemeenteblad no. 18), regelende den tijd voor het
openen van de Prins Hendriksbrug en de Wirdumerpoortsbrug.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent
het nader ter goedkeuring ingekomen plan voor een te stichten
gebouw voor de vereeniging de Harmonie.
5. Eene voordragt ter benoeming van eene hulponderwijze
res aan de gemeenteschool no. 4.
Op deze voordragt zijn geplaatst
1. Tietje Colmjon, hulponderwijzeres te Marssum.
2. Hendrika Feima te Leeuwarden.
6. Eene missive van den heer mr. H. Wiersmahoudende
verzoek om eervol ontslag als lid der raadscommissie voor
openbare werken.
De stukken 1 2, 3, 5 en 6 zijn ter visie gelegd om in eene
volgende vergadering te worden behandeld, terwijl het voorstel
vermeld no. 4, zal worden opgenomen in de gedrukte bijlagen
tot 's raads verslag.
7. De rekening en verantwoordiug wegens de inkomsten en
uitgaven voor het nieuwe stadsweeshuis over 1877.
Ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de
heeren SuringarKuipers en Troelstra.
8. De rekening en verantwoording wegens de stadsbank van
leeningdienst 1877.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de
hoeren v. Sloterdijck, Plantenga en Hommes.
9. Een adres van den heer H. Molenaar om tegen 1 April
a. b. te worden ontslagen als waagmeester.
10. Een adres van ingezetenen van Lekkum en Miedum,
houdende klagte over baldadigheden jegens voorbijgangersdoor
jeugdige bewoners van de buurt Help U Zeiven.
11. Een adres van Gebrs. van Driesumbetreffende verbete
ring van den weg tusschen de bestrating in het Ruiterskwartier
en den opslag aan de stadsgracht.
Bijvoegsel behoorencde bij de Leeuwarder Courant.
ad te Leeuwardenvan den 14 Maart 1878. 25
De adressen nos. 9 en 11 zijn in handen van burgemeester en
wethouders gesteld om praeadviesterwijl dat no. 10 in handen
van den burgemeester is gesteld ten fine van beschikking.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op-
roepingbrief vermelde punten
1. Rapport eener raadscommissie over eene aanvrage om mag-
tiging tot af- en overschrijving op de begrooting van de armen-
kamer dienst 1877.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het rapport de gevraagde magtiging verleend.
2. Rapport eener raadscommissie betreffende of- en overschrij
ving op de begrooting der administratiekosten van de stadsbank
van leening dienst 1877.
Conform de conclusie van dit rapportwordt zonder discussie
en hoofdeljjke stemmingbesloten de commissie van adminis
tratie der stadsbank van leening te magtigen op de begrooting
van administratiekosten dier instelling over 1877 een bedrag van
f 26.77* af te schrijven van kapittel 7 „algemeeue administratie
kosten" en over te brengen op kapittel 4 „materieel en schrijf
behoeften" en alzoo het totaal cijfer van kapittel 4 te brengen
op ƒ251.175 en dat van kapittel 7 op ƒ778.225.
3. Rapport eener raadscommissie betreffende af- en overschrij
ving op de begrooting voor het stads ziekenhuisdienst 1877.
De conclusie van het rapport, strekkende tot het verleenen der
gevraagde magtiging, wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming aangenomen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op het verzoek van
mej. G. J. M. Heijnsius om eervol ontslag als hulponderwijzeres.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel beslotenaan mej. G. J. M. Heijnsius,
met ingang van 1 April 1878, eervol ontslag te verleenen als
hulponderwijzeres aan gemeenteschool no. 4.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende uitlo
ting van aandeclen der geldleeningaangegaan in 1873 en 1875.
Conform do conclusie van dit voorstel wordt besloten over te
gaan tot uitloting van
a. drie aandeden ieder groot 1000in de geldleening aan
gegaan in 1873, tot een bedrag van ƒ200,000, en
b. twee aandeelen, ieder groot ƒ1000, in de geldleening aan
gegaan in 1875, tot een bedrag van ƒ90,000.
De uitslag der loting is, dat ter aflossing met 1 Julij 1878 wor
den aangewezen van de leening sub a de obligatiën nos. 100,90
en 57 en van die, sub b de obligatiën nos. 52 en 24.
6 Benoeming van een lid der commissie van administratie der
stadsbank van leening.
Op de door de commissie van administratie ingezonden aan
beveling komen voor de heeren
1. mr. Corneli8 Wichers Wierdsma, en
2. Jacobus Nicolaas Witteveen beiden alhier
terwijl op de door burgemeester en wethouders opgemaakte
aanbeveling zijn geplaatst de heeren
1. J. J. Brunger, en
2. G. de Chateau, beiden alhier.
De heer J. N. Witteveen wordt met 10 stemmen tot boven
vermelde betrekking benoemd. Op den heer Wichers Wierdsma
werden 6 stemmen uitgebragt, terwijl de heer Brunger 1 stem
verwierf.
7. Benoeming van vier leden der commissie voor de gasfabriek.
Na mededeeling des voorzittersdat door burgemeester en
wethouders tot voorzitter dezer commissie is aangewezen de
heer E. Bloembergenwordt tot stemming overgegaan. De uit
slag hiervan is dat de aftredende leden de heeren Duparc
BrungerBruinsma en Attema als leden der commissie voor de
gasfabriek worden herbenoemd. De herbenoemden ter vergade-
6