I I li I Verslag der handelingen van den gemeenteraa Vergadering van Donderdag 29 Augustus 1878. Tegenwoordig 15 leden. Afwezig de hoeren mr. W. J. van Weideren baron Rengers, mr. J. Minnema de With, dr. J. Baart de la Faillemr. P. D. KijmmellJ. J. Kuiper» en jhr. mr. C. v. Eijsinga. Voorzitter de heer J. J. Bruinsmawethouder. I. I)c notulen van do vorige op 22 Augustus jl. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. De begrooting voor het stads ziekenhuis, dienst 1879. Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren BrungerDuparo en Hommes, 2. De gewijzigde begrooting der stads armenkamervoor 1879. Gesteld in handen derzelfde raadscommissiein wier handen de primitief ingezonden begrooting werd gesteldn.l. de heeren Bloembergentiuringar en de With. III. Wordt medegedeeld en door do vergadering voor ken nisgeving aangenomen eeno missive van den waarn. commissaris des konings, houdende berigt dat de nieuw benoemde commissa ris des konings in deze provincie zijne betrekking op Maandag 2 September e. k. zal aanvaarden. IV. De Voorzitter het noodig achtende eene vergadering met gesloten deuren te houden, heft de openbare vergadering daartoe op. Bij heropening der openbare zitting wordt overgegaan tot be handeling van het op den oproepingbrief vermelde punt: Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent het opheffen van het bestaande en oprigten van een nieuw gymnasium. Dit voorstel, door burgemeester en wethouders aangeboden na en in verband met het op den 23 Augustus jl. van heeren curatoren van het gymnasium ontvangen rapport omtrent de door dezen met den heer inspecteur der gymnasia hier te lande gehouden bespreking over het den raad den door burgemeester en wethouders den 8 Augustus b.v. aangeboden voorstel, is af zonderlijk gedrukt en als zoodanig aan de leden rondgedeeld doch zal binnen kort in de bijlagen tot 'sraads verslag worden opgenomen. De conclusie er van is luidende Te besluiten: I. a. Op den 1 Januarij 1879, met opheffing van het be staande gymnasium, op te rigten een nieuw gymnasium, over eenkomstig de wet van 28 April 1876, Stbl. no. 102, in ver band met de wet van 7 Mei 1878Stbl. no. 33en met het koninklijk besluit van den 29 Junij 1878, Stbl. no. 98; b. het bestaande gymnasium nog tot zoolang op den bestaan- don voet te continueerenmet tijdelijke benoeming van enkele leeraren als aanvulling van het personeel. II. Met ingang van den 1 Januarij 1879, eervol ontslag te verleenen aan den rector, conrector en verdere leeraren van het op dien datum op te heften gymnasium, behoudens hunne bevoegdheid om zich als sollicitanten voor de nieuwe leeraars betrekkingen aan te melden en behoudens een aan den rector en conrector toe te kennen pensioen of wachtgeldvoor het ge val zijhoewel mededingendeniet als leeraren aan het nieuw gymnasium worden benoemd. Te bepalen dat aan het nieuw gymnasium zullen worden be noemd a. voor het onderwijs in de oude talen en letterkunde en Nederlandgche taal en letterkunde een rector en drie leeraren waarvan een als conrector zal worden aangesteld; b. voor het onderwijs in de geschiedenis en aardrijkskunde een leeraarbij voorkeur doctor in de letteren c. voor het onderwijs in de moderne talenFranschHoog- duit8ch en Engelsch twee leeraren d. voor het onderwijs in do wiskunde, één leeraar; Bijvoegsel beiioorende bij de Leeuwarder Courant. te Leeuwarden, van den 29 Augustus 1878. 107 c. voor het onderwijs in de natuurwetenschappen, t wee leeraren. IV. Burgemeester en wethouders op te dragen a. het onderwijs in de gymnastiek voorloopig te doen geven in de gemeentelijke gymnastiekschooldoor de aan die inrigting verbonden onderwijzers b. voorloopig de lokalen van het bestaande gymnasiumzoo noodig met aanwijzing van andere hulplocalen, tijdelijk in te rigten voor het nieuwe gymnasium en verder zoo spoedig moge lijk voorstellen aan den raad aan te bieden omtrent de defini tieve inrigting daardoor van een doelmatig gebouw; c. te benoemen een conciergebelast met de zorg voor de lokalen enz.op eene jaarwedde van f 500boven hot genot van vrije woning, vuur en licht. V. Als jaarlijksche tractementen vast te stellen: a. voor den leeraar die aan het hoofd van hot gymnasium zal worden geplaatst, met den titel van rector, ƒ3500. b. voor drie leeraren in de oude talen en der Nederlandscho taal en letterkunde ƒ2000 ad ƒ2500, met eene toelage van 300 voor dengene van hendie tot conrector zal worden benoemd c. voor een leeraar in de geschiedenis en aardrijkskunde, ƒ2000 a ƒ2000; dvoor twee leeraren in de drie moderne talen, 1800 k f 2400; e. voor een leeraar in de wiskunde, f 2000 a ƒ2500; voor de leeraren, welke belast zullen worden met het onderwijs in do natuur- en scheikunde en in de natuurlijke his torie van 400 a ƒ1200 te zamen, naar gelang der hieromtrent nader vast te stellen regeling. VI. Als tegemoetkoming in de kosten van het gymnasium van ieder leerling als schoolgeld te heffen a. in de twee laagste klassen per jaar ƒ50; b. in de 3e en 4e klasse per jaar f 60 c. in de 5e en 6e n n n 80. VII. Te bepalen het collegie van heeren curatoren bij het bestaande gymnasiumzoodra het nieuw gymnasium zal zijn opgerigt en geregeld, te ontbinden en de leden van dit collegie op eervolle wijze ontslag te geven, onder dankzegging voor do vele en gewigtige diensten door hen belangeloos ten voordeelo van het gymnasiaal onderwijs gepraesteerdmet beleefd ver zoek dat zij hunne function zullen willen vervullentot dat het collegie van curatoren bij het nieuw gymnasium zal zijn benoemd. VIII. Burgemeester en wethouders uit te noodigen tor uit voering dezer besluiten a. voor zoover zij dit noodzakelijk achtenbij do hoogo rege ring aanvrage te doen omals voorloopige maatregelten be hoeve van het onderwijs in de natuur- en scheikunde en de natuurlijke historie, voor zooveel noodig gebruik te mogen ma ken van do lokalen en werktuigen der rijks hoogere burger school met verzoek aan leeraars dier inrigtingwelke zich met eene opdragt tot het verstrekken van dit onderwijs aan het gym nasium willen belasten en hiertoe worden benoemdde daartoe vereischte magtiging te willen verleenen b. eveneens bij de hoogo regering aanvrage te doen om eeno rijkssubsidiein verhouding tot het belangrijke offerdat de gemeente zich ter zake de oprigting van het gymnasium zal moeten getroosten. c. de oproeping te bevorderen van de sollicitanten voor de leeraarsbetrekkingen sub V voor zoover de vervulling reeds op 1 Januarij 1879 noodig is; d. al hetgeen verderals uitvloeisel van dit besluitzal noodig zijnvoor te bereiden en uit te voeren en voor zoover noodigmet den meesten spoed daaromtrent aan den raad de noodige voorstellen te doen. IX. Het collegie van curatoren van het bestaande gymnasium uit te noodigen, alle zoodanige maatregelen, desvereischt in overleg met burgemeester en wethouders, den heer inspecteur der gymnasiaen zoodra dit mogelijk ismet den nieuw be noemden rector voor te bereiden en zoodanige voorstellen te 17

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 1