e 114 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 29 Augustus 1878. lr^k tot de benoeming van een leeraar in de natuurlijke histo rie wil hebben overgegaanter wille van de twee laagste klas- son aan het gy mnasium. In ieder dier klassen wordt 2 uur per week les in de natuurwetenschap gegevon. Niet in de 3e en 4e klasse heeft dit plaats, maar wol weer in do 5o en 6e. Het is speciaal voor de leerlingendie verleden jaar en dit jaar aan het gymnasium zijn gekomendat men dadelijk een leeraar in de natuurwetenschap wenscht aan te stellen, omdat het onder wijs in bedoelde wetenschap voor die leerlingen een vereischto is. Nadat de heer Plantenga den heer Wiersma dank had go- zegd voor de bekomen inlichting geeft do heer van Slotor- dijck te kennen dat ook hjj gaarne eenige inlichting zou ont vangen. Bij het aan de orde zijnde onderdeel der conclusie wordt ook voorgesteldom van de hooge regering magtiging te vragen om als voorloopige maatregelten behoeve van het on derwijs in de natuurlijke historie en in de schei- en natuurkunde gebruik te mogen maken van werktuigen der rijks hoogere bur gerschool. Spr. wenscht te vragen of de gemeente dan zelf zoo danige werktuigen niet heeft, of die werktuigen niet aan de middelbare school voor meisjes of aan de burger dagschool aan wezig zijn. De heer Wiersma wil hierop antwoorden, dat er wel de gelijk plan bestaatom ten behoeve van het gymnasium ge bruik te maken van de werktuigendie de gemeente zelve aan de genoemde inrigtingen beziten dat de bedoeling van het ten dezen voorgestelde slechts isom magtiging te bekomenom voor zooveel noodig gebruik te mogen maken van de werktuigen der rijks hoogere burgerschool. Spr. drukt op de in het voor gestelde voorkomende woorden vvoor zooveel noodigomdat net als van zelve spreektdat men geen magtiging beheeft te vragen om gebruik te maken van hetgeen men zelt bezit. Nadat op een door burgemeester en wethouders van den heer Duparc overgenomen voorstel was besloten om sub b achter het woord „op rig ting" te doen volgen de woorden „en instand houding" wordt het gehoele onderdeel VIII der conclusie goed gekeurd en vastgesteld als volgtVIII. Burgemeester en wet houders uit te noodigen ter uitvoering dezer besluiten a. voor zoo ver zij dit noodzakelijk achtenbij de hooge re- ;ering aanvrage te doen om, als voorloopige maatregel, ten iehoeve van het onderwijs in de natuur- en scheikunde en do natuurlijke historievoor zooveel noodig gebruik to mogen ma ken van de localen en werktuigen der rijks hoogere burgerschool, met verzoek aan leeraars dier inrigtingwelke zich met eeno opdragt tot het verstrekken van dat onderwijs aan het gymna sium willen belasten en hiertoe worden benoemdde daartoe vereiachte magtiging te willen verleenen b. eveneens bij do hooge regering aanvrage te doen om een rijks subsidiein verhouding tot het belangrijke offerdat de gemeente zich ter zake de oprigting en instandhouding van het gymnasium zal moeten getroosten c. de oproeping te bevorderen van de sollicitanten voor de leeraars-betrekkingen sub III, voor zoover de vervulling reeds op 1 Januarij 1879 noodig is; d. al hetgeen verderals uitvloeisel van dit besluitzal noo dig zijnvoor te bereiden en uit te voeren en voor zoo ver noodig met den meesten spoed daaromtrent aan den raad de noodige voorstellen te doen. Onderdeel IX geeft geen aanleiding tot discussie of hoofdelijke stemming. Bij acclamatie wordt dat onderdeelconform het voorstelvastgesteld als volgt IX. Het collegie van curatoren van het bestaande gymna sium uit te noodigen alle zoodanige maatregelen des vereischt in overleg met burgemeester en wethouders, den heer inspec teur der gymnasia en zoodra dit mogelijk ismet den nieuw benoemden rector voor te bereiden en zoodanige voorstellen te doen, als zullen worden vereischt tot de inwendige regeling van het nieuw op te rigten gymnasiummet dien verstandedat indien dit eenigzing mogelijk isaan do leerlingen van het be staand gymnasium de gelegenheid worde geopendook volgens het nieuwe leerplan onderwijs te genieten en dat zoo mogelijk alle klassen aan het nieuw gymnasium worden opengesteld voor de leerlingendie de vereischten bezittenom daarin te wor den toegelaten. Van onderdeel X der conclusie worden zonder discussie en hoofdelijke stemming vastgesteld sub a en b luidende Xa. aan heeren curatoren magtiging te verstrekkenom eeno voordragt te doen van kandidaten in de letteren, genegen om tijdelijk voor de maanden September tot en met December 1878 de betrekking van leeraar in de oude talen en aanverwante vakken aan het stedelijk gymnasium te vervullentegen genot eener belooning van f 700 b. het tractement van den heer Kochwegens vermeerdering van lessengedurende den tijd dat hij nog in functie zal zijn te berekenen naar f 600 's jaars. Nadat sub c van meergemeld onderdeel X der conclusie lui dende //al dadelijk te benoemen een leeraar in de natuurlijke „historievoorloopig tegen een tractement van f 400uit het „navolgend tweetal, de heeren: 1. dr. V. Bruinsma, en 2. 8. „P. Huizinga"op voorstel van den heer Bloembergen was gewijzigd in dier voegedat daarin achter het woord „benoe men" worden gelezen de woorden: /,tot 1 Januarij 1879" en daarin worde geroijeerd het woord „voorloopig" wordt ook dit lid van onderdeel X der conclusie vastgestold in verband waar mede wordt overgegaan tot benoeming van de daarbij bedoelde leeraar. Het resultaat der ten dezen gehouden stemming isdat de heer dr. Vitus Bruinsma met 10 van de 13 stemmen tot leeraar in do natuurlijke historie wordt benoemdzulks tot 1 Januarij 1879 en tegen een tractement berekend naar f 400 per jaar. Op den den mede-aanbevoleneden heer S. P. Huizinga, werden 3 stem men uitgebragt. Wordt opgemerkt, dat de voorzitter, de hoor Bruin sma zich van mede-stemmen had onthouden en dat de hoer Buma, vóór deze stemming plaats had, de vergadering had verlaten. Hierna wordt de conolusie van het voorstel van burgemeester en wethouders, mot inachtneming der goedgekeurde wijzigingen, in het geheel -in rondvraag gebragt en zonder hoofdelijke stem ming vastgesteldtengevolge waarvan is besloten I. a. Op den 1 Januarij 1879mot opheffing van het be staande gymnasiumop te rigten een nieuw gymnasiumover eenkomstig do wet van 28 April 1876, Stbl, no. 102, in ver band met de wet van 7 Mei 1878Stbl. no. 33en met het koninklijk besluit van den 29 Junij 1878, Stbl. no. 98; b. het bestaande gymnasium nog tot zoolang op den bestaan- den voet te continueerenmet tijdelijke benoeming van onkele leeraren als aanvulling van het personeel. II. Met ingang van den 1 Januarij 1879, eervol ontslag te verleenen aan den rectorconrector en verdere leeraren van het op dien datum op te heffen gymnasium behoudens hunne be voegdheid om zich als sollicitanten voor de nieuwe leeraarsbe trekkingen aan te melden en behoudens een aan den rector en conrector toe te kennen pensioen of wachtgeld, voor het geval zijhoewel mededingendeniet ala leeraren aan het nieuw gymnasium worden benoemd. III. Te bepalendat aan het nieuw op te rigten gymnasium zullen worden benoemd a. voor het onderwijs in de oude talen en letterkunde en Nederlandsche taal en letterkunde een rector en drie leeraren, waarvan een als conrector zal worden aangesteld b. voor het onderwijs in de geschiedenis en aardrijkskunde een leeraarbij voorkeur doctor in de letteren c. voor het onderwijs in de moderne talenFransch Hoog- duitsch en Engelschtwee a drie leeraren d. voor het onderwijs in de wiskundeéén leeraar e. voor het onderwijs in de natuurwetenschappen,tweeleeraren. Verslag der handelingen van den gemeenteraad IV. Burgemeester en wethouders op te dragen o. het onderwijs in de gymnastiek voorloopig te doen geven in de gemeentelijke gymnastiekschooldoor de aan die inrigting verbonden onderwijzers b. voorloopig de lokalen van het bestaande gymnasiumzoo noodig met aanwijzing van andere hulplokalen, tijdelijk in te rigten voor het nieuwe gymnasium en verder zoo spoedig moge lijk voorstellen aan den raad aan te biedenomtrent de defini tieve inrigting daarvoor van een doelmatig gebouw c. te benoemen een concierge, belast met de zorg voor de lokalen enz.op een jaarwedde van ^300boven het genot van vriie woning, vuur en licht. V. Als jaarlijksche tractomenten vast te stellen a. voor den leeraar die aan het hoofd van het gymnasium zal worden geplaatstmet den titel van rectorf 35U0. b. voor cLrie leeraren in do oude talen en der Nederlandsche taal en letterkunde f 2000 ad f 2500met eene toelage van 300 voor dengeno van hendie tot conrector zal worden enoemd c. voor een leeraar in do geschiedenis en aardrijkskunde f 2000 k f 2500; d. voor twee of drie leeraren in de drie moderne talen f 4000 f 5000 te zamennaar gelang der hieromtrent nader vast te stellen regeling; e. voor een leeraar in de wiskundef 2000 k f 2500 f. voor de leerarenwelke belast zullen worden met het onderwijs in de natuur- en scheikunde en in de natuurlijke his torie van 600 a 1600 te zamen, naar gelang der hieromtrent nader vast te stellen regeling. VI. Als tegemoetkoming in de kosten van het gymnasium van ieder leerling als schoolgeld te heffen a. in de twee laagste klassen per jaar f 50 b. in de 3e en 4e klasse per jaar 60 c. in do 5e en 6e - 80 VII. Te bepalen het collegie van heeren curatoren bij het bestaande gymnasium, zoodra het nieuw gymnasium zal zijn opgerigt en geregeld, te ontbinden en do leden van dit collegie op eervolle wijze ontslag te gevenonder dankzegging voor de vele en gewigtige diensten door hen belangeloos ten voordeele van het gymnasiaal onderwijs gepraesteerd met beleefd verzoek dat zij hunne function zullen willen blijven vervullen, tot dat het collegie van curatoren bij het nieuw gymnasium zal zijn benoemd. 8. Burgemeester en wethouders uit te noodigen ter uitvoering dezer besluiten a. voor zoo ver zij dit noodzakelijk achten, bij de hooge rege ring aanvrage t© doen om, als voorloopige maatregel, ten behoeve van het onderwijs in de natuur- en scheikunde en de natuurlijke historievoor zooveel noodig gebruik te mogen maken van de localen en werktuigen der rijks hoogere burgerschool, met ver zoek aan leeraars dier inrigtingwelke zich met eene opdragt tot het verstrekken van dit onderwjjs aan het gymnasium willen te Leeuwarden, van den 29 Augustus 1878. 115 belasten en hiertoe worden benoemd, de daartoe voreischte mag tiging te willen verleenen b. eveneens bij de hooge regering aanvrage te doen om eene rijkssubsidie, in verhouding tot het belangrjjko offer, dat de ge meente zich ter zake de oprigting en instandhouding van het gym nasium zal moeten getroosten. c. de oproeping te bevorderen van de sollicitanten voor de leeraarsbetrekkingen sub III, voor zoover de vervulling reeds op 1 Januarij 1879 noodig is; d. al hetgeen verder, als uitvloeisel van dit besluit, zal noodig zijnvoor te bereiden en uit te voeren en voor zoover noodig, met den moesten spoed daaromtrent aan den raad de noodige voorstellen te doen. IX. Het collegie van curatoren van het bestaande gymna sium uit te noodigenalle zoodanige maatregelendesvereischt in overleg met burgemeester en wethoudersden heer inspec teur der gymnasia, en zoodra dit mogelijk is, met den nieuw benoemden rector voor te bereiden en zoodanigo voorstellen te doenals zullen worden vereischt tot de inwendige regeling van het nieuw op te rigten gymnasiummet dien verstande datindien dit eenigzins mogelijk isaan de leerlingen van het bestaand gymnasium de gelegenheid worde geopendook vol gens het nieuwe leerplan onderwijs te genieten en dat zoo mo gelijk alle klassen aan het nieuw gymnasium worden openge steld voor do leerlingen die do vereischten bezitten om daarin te worden toegelaten. X. a. aan heeren curatoren magtiging te verstrekken om eeno voordragt te doen van candidaten in de lotteron genegen om tijdelijk voor de maanden September tot en met December 1878, de betrekking van leeraar in de oud© talon en aanver wante vakken aan het stedelijk gymnasium te vervullente gen genot eener belooning van f 700 'fl jaars. b. het tractement van den heer Koch, wegens vermeerdering van lessen gedurende den tijd dat hij nog in functie zal zijn te berekenen naar f 600 's jaars. c. te benoemen tot 1° Januarij 1879 tot leeraar in do na tuurlijke historietegen een tractementberekend naar f 400 per jaar, uit het tweetal, den heer Dr. Y. Bruinsma. Het op don oproepingsbrief vermelde punt hiermede afgehan deld zijnde, wordt nog door burgemeester en wethouders der vergadering aangeboden het ontwerp-gemeente-begrooting dienst 1879, aanwijzende een totaal ontvang vanf 731,889.93s uitgaaf 731,370.95 en alzoo sluitende met een waarschijnlijk saldo f 18.985. Wordt besloten, dit stuk met bijbehoorende memorie van toe lichting te doen drukken in de bijlagen tot 's raads verslag en daarna in de sectiën te doen onderzoeken. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 5