'I 1' Verslag der handelingen van den gemeentera Vergadering van Donderdag 31 October 1878. Tegenwoordig 19 leden. Afwez. de heeren Kijmmell en Bakker, beiden met kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers. I. De notulen van de vorige op 24 October 1878 gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van een perceel gardeniersland op Oldegalileën. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten, met ingang van den 5 Maart 1879, voor den tijd van één jaar aan Willem Beintemagardenierwonende in deze gemeenteon derhands in huur af te staan het aan de gemeente behoorend perceel bouwland op Oldegalileënten kadaster bekend in sectie P no. 1576, zulks tegen betaling eener huursom van f 233 en verder op de voorwaarden voor de thans loopende huur bepaald. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het ver- leenen van eervol ontslag aan den hulponderwijzer A. T. Heidstra. De conclusie van dit voorstel strektom te besluitenaan A. T. Heidstraovereenkomstig zijn daartoe gedaan verzoekmet den 15 December e. k. een eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 7. De onder nos. 1 en 2 vermelde voorstellen zijn ter visie ge legd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 3. Eene voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 8. Op deze voordragt is geplaatst de eenige sollicitant naar gemelde betrekking Woltherus Willem do Jong, hulponderwijzer te Zwolle. Wordt besloten nog in deze zitting tot benoeming over te gaan. 4. Eene aanbeveling voor de benoeming van twee voogden Jer stads armenkamer. Voor de vacature, ontstaande door periodieke aftreding met 1 Januarij 1879 van den heer H. Albarda Sz.worden aanbe volen de heeren1. Antonij Joseph Eduard Lucardievlashan delaar; 2. Jhr. mr. Cornelis van Eijsingaadvocaat; 3. Wopke Albardakoopmanen voor dieontstaande door gelijke aftre ding van den heer H. Beucker Andreee, de heeren: 1. Tjalling B. Plantengakoopman2. Rienk H. Dijkstrakruidenieren 3. Sijbout Sijbouts Zz.koopman. Deze aanbeveling is ter visie gelegd om in eene volgende vergadering tot benoeming over te gaan. 5. Een adres van T. Blinksma, weduwe van Johannes Voorst, in leven vader in het stads ziekenhuisom op nieuw in het ge not eener gratificatie te worden gesteld. In verband met een vroeger genomen besluit, waarbij aan burgemeester en wethouders is opgedragen om jaarlijks op de gemeentebegrooting in uitgaaf aan te brengen eene som, toereikend oin daaruit te bestrijden het jaarlijksch bedrag der gratificatiën die sedert eenige jaren door verschillende personeu van gemeente wege zijn genoten, wordt dit adres voor notificatie aangenomen. III. Wordt der vergadering medegedeeld en door deze voor kennisgeving aangenomen 1. dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd 's raads be sluit tot onderhandsche verhuring eener zathe en landen aan T. A. Bergstra; 2. dat de gemeente bij publieke veiling koopersche is gewor den van het huisje op den Wissesdwinger voor f 502, en 3. dat door burgemeester en wethouders is benoemd tot con cierge aan de middelbare school voor meisjes Age v. d. Mark orgelmakersknecht alhier. IV. Door den burgemeester wordt aan den raad aangeboden een zilveren gedenkpenningvervaardigd ter herinnering aan het bestuur van wijlen den Commissaris des konings van Panhujjs, met verzoek dat daaraan eene plaats in de stedelijke kunstverzame ling moge worden gegeven. Spreker twijfelt niet, of het zal den gemeentenaren aangenaam zijn in deze penning met de beeldtenis van den overledene, eene duurzame gedachtenis te Bijvoegsel, beiioorende bij de Leeuwarder Courant. d te Leeuwarden, van den 31 October 1878. 127 bezitten van hem, die zoowel als mensch als in zijne hoog- betrekking zoo zeer de achting van het algemeen heeft wetei; te verwerven. V. Wordt overgegaan tot behandeling van navolgende punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders omtrent het maken van twee regenwaterbakken in het in aanbouw zijnde beurs-waaggebouw. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten twee regen waterbakken met bijbehoorende pompen te laten maken in het beurs- en waag gebouw op de wijze zooals is aangeduid op de door den direc teur der gemeentewerken bij zijne missive dd. 16 October 1878, no. 86l/i', overgelegde teekening. Met goedvinden der vergadering wordt alsnu aan de orde gesteld 2. Benoeming van een hulponderwijzer aan de gemeenteschool no. 8 (zie hiervoor afd. IIpunt 3). Met algemeene stemmen wordt de voor deze betrekking voor gedragen persoon Woltherus Willem de Jong, hulponderwijzer te Zwollebenoemd. 3. Ontwerp-gemeentebegrooting voor 1879. (Zie nos. 17 en 18 en 20 en 21 van de bijlagen van het verslag van 's raads han delingen.) Niemand het woord verlangende tot het leveren van algemeene beschouwingen omtrent de aangeboden begrooting wordt overge gaan tot behandeling van de verschillende onderdeelen daarvan en met goedvinden der vergadering begonnen met de uitgaven. De posten van hoofdstuk I„jaarwedden en presentiegelden", vermeld onder nos. 5364zoomede die van hoofdstuk II „kosten van bestuur"vermeld onder nos. 6594geven geen aanleiding tot opmerking en worden successievelijk vastgesteld, zooals ze zijn voorgedragen. Bij den post hoofdstuk IIIafd. Iart. 1„onderhoud van wegenstraten enz."volgno. 95vestigt de heer Duparc de aandacht van burgemeester en wethouders op den slechten toestandwaarin zich de bestrating op het oosteind van de Nieuwestad bevindt. Bij maar eenigzins vochtig of nat weder gelijkt het daar, zegt spr.dikwijls een modderpoel, en dit niet alleen Vrijdags bij zeer druk verkeer, maar ook op andere dagen der week en niet het minst 's wintersals er maar een weinig sneeuw is gevallen. Spr. wenscht daarom de door hem bedoelde plaats vooral ook voor verbetering in aanmerking te brengen. De Voorzitter erkent de gegrondheid der door den heer Duparc gemaakte opmerking en kan verklaren dat de aandacht van den directeur der gemeentewerken reeds op een en ander is gevestigd. De morsige toestand van thans is echter grooten- deels te wijten aan de tegenwoordige verzakking van den grond een gevolg van de onlangs plaats gehad hebbende opgraving voor het leggen van een riool. Na deze inlichting wordt de besproken post vastgesteld zoo als hij is voorgedragen. De post hoofdstuk IIIafd. Iart. 2onderhoud van vaar tenbruggen enz.en wel meer speciaal onderdeel b van dat artikelonderhoud van beweegbare bruggengeeft aanleiding tot bespreking. Uit de door burgemeester en wethouders ingediende memorie van beantwoording van het verslag van rapporteurs is het den heer de la Faille geblekendat do gemaakte opmerking om trent het afsluiten der bruggen door middel van kettingen niet door het collegie wordt beaamdalthans in dubio wordt gelaten. Spr. kan niet deelen het aangehaald beweren, als zoude de toepassing van den gewenschten maatregel meer ongerief dan nut opleveren. Hij meentdat het in dezen zal gaanzooals met zoovele nieuwe maatregelen, in den beginne is het eenigzins moeijelijk om er aan te gewennenmaar later heeft men er alle vrede mee. Spr. wijst ten dezen op den vroeger in- gevoerden maatregel om de bruggen eerst behoorlijk vast te leggen alvorens ze door het publiek te laten betreden. In den beginne ondervond men ten dezen eenige moegelijkheid thans echternu die maatregelen algemeene bekendheid heeftstuit men slechts hoogst zelden op bezwaren. Zijn er al die overtreden, 21

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 1