Verslag der handelingen van den gemeenteraad to Leeuwardenvan den 28 November 1878.
136
5. Een voorstel van de commissie voor de gasfabriek naar
aanleiding van het adres van den heer W. J. Wisse te 's Rage
om concessie voor den aanleg en de exploitatie eener electrische
verlichting in deze gemeente
Dit voorstel is strekkende om te besluitenaan den heer
W. J. Wisse, in antwoord op diens verzoek om concessie tot
den aanleg en de exploitatie eener electrische verlichting binnen
deze gemeentete kennen te geven dat de raad geene termen
heeft gevonden zijn verzoek in gunstige overweging te nemen
en het mitsdien wijst van de hand.
De algemeene beraadslagingen over dit voorstel geopend
zijnde, verklaart de heer ?ir&S zich geheel met de conciusie
van het aangeboden rapport te vereenigen, doch wenscht des
niettegenstaande toch te verklarendat hij zich daardoor niet
ten allen tijde wenscht te binden. Spr. beschouwt de door den
heer Wisse wijd en zijd gedane en in druk verspreidde aanvragen
als zoo vele dergelijke. Eensdeels meent hijdat het den aan
vrager met de zaak meeneus isanderdeels betwijfelt hij dit.
Teregt toch is er z. i. in het rapport opgewezen, dat het zeer
wenschelijk, ja volstrekt noodzakelijk geweest zou zijn, dat de
adressant meer gegevens in zijn adres had opgenomen. De zaak
is z. i. zoo oppervlakkig toegelichtdat hij alleen daarom
even als ook reeds in andere gemeenten is geschieddit verzoek
om monopolie voor electrisch licht te verkrijgen thans ter zijde
zoo willen leggen. Er is echter ook nog een ander punt waar
om hij afwijzing van het gedaan verzoek wenschelgk acht. Het
tijdvak waarvoor de concessie is aangevraagd, nl. 20 jaar, is
spr. te lang. Hij herinnert ten dezen aan de ervaring, welke
men indertijd met de gasfabriek heeft opgedaan. Die fabriek was
ook vroeger in handen van particulieren en wel gedurende een
vrij lang tijdvak en wat was men blij toen dat tijdvak was ver-
loopen en er gelegenheid bestond haar voor rekening der ge
meente over te nemen.
Een en ander, zegt. spr., neemt echter niet weg, dat men
deze eerste aanvraag om concessie voor den aanleg en de ex
ploitatie eener electrische verlichting niet te ligt moet tellen.
Er zullen later wel betere toelichtingen komen.
Zij, die in den loop van dezen zomer gelegenheid hebben ge
had electrische straat- en winkelverlichting te zienhebben ze
ker daarvan een gunstige indruk ontvangen en zullen met spr.
erkennen dat het zeer goed mogelijk isdat die zaakdie
vooral in den laatsten tijd of liever in de laatste maanden zoo
zeer de aandacht van deskundigen heeft getrokkenook mis
schien weldra in deze stad toepassing zal vindendat misschien
weldra eenig particulier hier ter stede zijn fabriek of wiokel
door electrisch licht zal gaan verlichten, en, zegt spr., zoodra
de eerste stap ten dezen zal zijn gedaanzal men in eene ver
gelijking gaan treden en zal het oude licht zeker door het
nieuwe in den schaduw worden gesteld.
Wel zal mpn welligt zeggen, de kosten der nieuwe verlich
ting zijn zoo hooginaar spr. wijst ten dezen hoe het vroeger
is gegaan met b. v. de patentolie-verlichting. Eerst kostte een
patentolielamp wel f 25later daalde die prijs allengs tot f 3
ƒ4 en, zoo merkt spr. opzoo gaat het met de meeste uitvin
dingen, eerst zijn de toestellen zeer kostbaar, maar langzamer
hand vermindert die kostbaarheid en daarbij moet men niet verge
ten de oneindig grootere lichtkracht die hier in compensatie treedt.
Het doel dat spr. met het door hem gesprokene beoogt, is,
om aan te dringendat de schuld waarmede de gemeente ter
zake de gasfabriek is bezwaard zoo spoedig mogelijk verdwijne,
zulks met het oog op de mogelijkheid der invoering van eene
nieuwe verlichting. Met zeer veel genoegen heeft hij dan ook
reeds geziendat men dezen jare wat de aflossing van schuld
wegens de gasfabriek betreft, iets verder is gegaan dan tot dus
ver het geval was en het zal hem steeds aangenaam zijn, dat
met het oog op de toekomst, zooveel mogelijk zuinigheid ten
opzigte dier fabriek wordt toegepast, zuinigheid die lijdt tot
overwinst en overwinst die lijdt tot aflossing van schuld.
De heer Bloem bergan heeft het woord gevraagdbloot
om op te merkendat in het thans in behandeling zijnde rap
port althans naar hij meenteene zinsnede voorkomtwaaruit
duidelijk spreektdat de commissie voor de gasfabriek wel verre
van het denkbeeld is dat het electrische licht niet te eenigertijd
de gasverlichting ook hier ter stede voor een deel althans en
voor sommige gevallen zal verdringen. De commissie ontfeinst de
mogelijkheid daarvan geenszins en had steeds de mogelijkheid
voor oogen, dat eene andere verlichtings-methode aan die met
gas afbreuk zou kunnen doen.
Wat betreft de door den heer Dirks gedane uitnoodigingom
er zooveel mogelijk op bedacht te zijn de gemeente te ontlasten
vr.n de schulddie zij ter zake de gasfabriek ten haren laste
heefthieromtrent wil spr. opmerken, zooals trouwens ook reeds
bij genoemden spreker niet onopgemerkt is geblevendat dc
ervaring der laatste jaren reeds genoeg kan aanwijzen dat men
er zooveel mogelijk op uit is, om de schuld wegens de gasfabriek
te vermindereu.
Echter moet hierbij met behoedzaamheid te werk worden ge
gaan. Het gaat immers niet opom b. v. door een hooger
gasprijs te trachten veel te winnen en daardoor veel te kunnen
aflossen. Men mag de gasverbruikers niet te veel laten betalen,
om maar des to meer te kunnen aflossen. Een matigen gasprijs
acht spr.evenals de geheele gascommissiehet dienstigst om
do voorspoed der fabriek te bevorderen.
Niemand verder ten dezen het woord verlangendewordt de
conclusie van het voorstel zonder hoofdelijke stemming aange
nomen. 1
0. Benoeming van een lid der commissie van bestuur over het
stads ziekenhuis.
Ter vervulling der vacaturemot 1 Januarij e. k. ontstaande
door periodieke aftreding als lid van genoemd bestuur van den
heer H. Kuipers, worden aanbevolen: a. door het bestuur van
het ziekenhuis de heeren H. Kuipers en E. Zeper, en b. door
burgemeester en wethouders de heeren C. Noë Lz. en H. Beuc-
ker Andreae.
Het resultaat der ten dezen gehouden stemming is, dat de
heer H. Kuipers met algemeene stemmen tot lid der commissie
van bestuur over het stads ziekenhuis wordt herbenoemd.
7. Benoeming van twee leden der plaatselijke schoolcommissie.
Door genoemde commissie worden aanbevolena. voor de
vacature met 1 Januarij 1879 ontstaande door periodieke aftre
ding van den heer G. Menalda Az.de heeren G. Menalda Az.
mr. B. W. N. Servatius en mr. J. S. baron van Harinxma thoe
Slootenb. voor de vacaturemet denzelfden datum ontstaande
door gelijke aftreding van den heer dr. O. Schreuderde heeren
dr. O. Schreuder, dr. J. Baart de la Faille en K. H. O. van
Bennekom.
De heeren G. Menalda Az. en dr. O. Schreuderwordende
eerste met algemeenede laatste met 14 stemmen als leden
der plaatselijke schoolcommissie herbenoemd.
B i de benoeming van dr. O. Schreuder bekwam de heer
K. H. O. van Bennekom 3 stemmen.
8. Benoeming van een leeraar in de Fransche taal aan het
gymnasium.
De Voorzitter, het noodig achtende eene zitting met geslo
ten deuren te houdenheft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij heropening der openbare zilting stelt de Voorzitter na
mens burgemeester en wethouders voor, de heden aan de orde
gestelde benoeming van een leeraar in de Fransche taal aan het
gymnasium uit te stellen tot eene volgende vergadering.
Dit voorstel in stemming gebragtwordt aangenomen met 10
tegen 6 stemmen. Tegen stemden de heeren Kuipersv. Eijsinga,
Dirks, Kijmmell, Duparc en Attema.
Wordt opgemerkt, dat de heer v. Sloterdijck, vóór deze stem
ming plaats vond de vergadering had verlaten.
Niets verder te behandelen pf voorgesteld zijnde, wordt de
vergadering door den Voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraa
Vergadering van Donderdag 12 December 1878.
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heer de la Faille met- en de heer Brungcr
zonder kennisgeving.
Voorzitter de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers.
I. De notulen van de vorige op 28 November j 1. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
wijziging der gemeente begrooting voor 1878.
2 Alsvoren betreffende af- en overschrijvingen op artikelen
der gemeente begrooting dienst 1878.
Dit voorstel is strekkende om goed te keuren de overgelegde
ontwerp besluiten betreffende af- en overschrijvingen op arti
kelen der gemeente-begrootiDgdienst 1878, en strekkende:
a. tot af- cn overschrij ving van artikelen waarop zal beschik
baar blijven op het fonds voor onvoorziene uitgaven
b. tot overschrijving op artikelen waarvoor bij de begrooting
zelve geene magtiging is verleend
c. tot bet verleenen van toestemming aan burgemeester en
wethoudersom de op den overgelegden staat vermelde artike
len te versterken kruchtens daartoe bij de begrooting verleende
magtigingen
d. tot afschrijving van het fonds voor onvoorziene uitgaven
wegens posten vau uitgaaf, die hare omschrijving niet op de
begrooting vinden en waarvan het bedrag als buitengewone uit
gaaf in de gemeente rekening zal worden verantwoord.
3. Een voorstel van burgemeester en wethoudersnaar aan
leiding van een verzoek van de commissie van administratie der
stads bank van leening. om verhooging der renten voor belee
ningen bij de bank.
De conclusie van dit voorstel is strekkende om te besluiten
I met ingang van den 1 Januarij 1879 do rente der door de
bank van leaning van de gemeente geleende of nog op te ne
men gelden vast to stellen op 4l g 0 0
II art. 46 van het reglement voor de commissie van admini
stratie der stad» bank van leeninghoudende bepalingen omtrent
de comptabiliteit der stads bank van leening m«t den stedelijken
ontvanger, tc wijzigen in dier voege, dat in 1 dier bepalin
gen alinea 2, in plaats van 5 °/0 worde gelezen 4 l/g '/fi*
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van de hoofdonderwijzeres der gemeenteschool no 3, om
verhooging harer jaarwedde of wijziging der verordening van
die school.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorvorengemeld
adres ter zijde te leggen, als zijnde op ongezegeld papier gesteld
5. Een voorstel van burgemeester en wethoudersop ver
zoekschriften van twee hulpouderwijzeresson aan gemeenteschool
no. 3, om eervol ontslag.
De conclusie van dit voorstel luidtaan mej E A. A. Kos
ter en mej E. L. M. L. Poelman, overeenkomstig hun daartoe
gedaan verzoek, met 1 Januarij ek een eervol ontslag te ver
leenen uit hunne betrekkingen van hulpouderwijzeres aan de
gemeenteschool no. 3 alhier.
6 Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van den heer J Soutendam, houdende verzoek om herbenoemd
te worden als directeur der stads reiniging.
Burgemeester en wethouders geven bij dit voorstel in over
weging, den heer J. Soutend&m, met iDgang van den 1 Junij
1879, op nieuw te uenoemen tot directeur der stads reiniging,
onder genot van de voordcelenthans aan die betrekking ver
bonden.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders, tot ver
meerdering van het getal hulponderwijzers aau gemeenteschool
do. 4.
Bij dit voorstel stellen burgemeester en wethouders voor te
besluiten
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
d te Leeuwarden, van den 12 Decemler 1878. 137
Het getal hulponderwijzers aan de gemeenteschool no. 4 met
één tc vermeerderen ouder bepalingdatindien de te benoo-
men hulponderwijzer bevoegd is tot het geven van onderwijs ia
I de Fransche taal, de bij verordening van 24 Augustus 1876,
j {Gemeenteblad no. 11), bepaalde jaarwedde met f 100 wordt
verhoogd.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders, op een verzoek
van de le hulponderwijzeres aan de armen-bcwaarschoolom
verhooging haror bezoldiging.
Hierbij wordt door burgemeester cn wethouders voorgesteld
l te besluiten
I a. aau mej. Johanna do Haan, lo hulponderwijzeres aan de
armen-bewaarschoolover het jaar 1879 toe to kennen eene
1 personele toelage van f 25 boven hare jaarwedde;
b aan adressante te kennen te geven dat er geene termen
bestaan om thansonmiddellijk nadat de gemeento-begrooting
voor 't volgend dienstjaar is vastgesteldover to gaan tot ver
hooging harer jaarweddemaar dat bij het opmaken der be-
grooting voor het jaar 1880 in overweging zal worden genomen,
of en in hoever er alsdan termen zullen bestaan om aan haar
verzoek bovengemeldte voldoen.
9 Fen voorstel van burgemeester en wothouders, tot wijzi
ging der verordening regelende het getal en de bezoldiging der
beambten ter secretarie.
10. Een voorstel van burgemeester en wethouders, tot vast
stelling van bepalingen voor da heffing en invordering van
schoolgeld voor onderwijs aan het gymnasium.
11. Een concept-reglement voor het gymnasium, aangeboden
door burgemeester en wethoudersin overleg met curatoren
dier inrigting.
12. Eeue aanbeveling ter benoeming van een lid der com
missie van toezigt op bet middelbaar onderwijs.
Ter voorziening in de vacature met 1 Januarij 1879 ontstaande
door periodieke aftreding van den heer mr. T van Hettinga
Trompworden door de commissie aanbevolen de hoeren mr.
T. van Hettinga Tromp, mr. A. Visscher cn mr. E Star
Busmann.
13. Een voordragt ter benoeming van eene hulponderwijzeres
aan gemeenteschool no. 3.
Op deze voordragt zijn vermeld: 1. mej. M. A. Feenstra te
Leeuwarden, en 2. J. van Essen to Wijnjeterp.
De stukken vermeld onder nos 1. 3, 9, 10 on 11 zullen
worden gedrukt in de bijlagen tot het verslag van 's raads han
delingen terwijl die omschreven onder nos 2, 4, 5. 6, 7. 8,
12 en 13 zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering
te worden behandeld.
III Wordt medegedeeld:
1. Eene missive van den minister van biunenlandsche zaken
behelzende goedkeuring van 's raadsbesluit
a. tot regeling van het getal en het bedrag der jaarwedden
van de leeraren aan het gymnasium
b. tot benoeming van leeraren aan het gymnasium met uit
zondering van die van den heer Peyrot, die de benoeming niet
heeft aangenomen en dio van den heer van Belkumvoor zoo
ver betreft do opdragt aan deze van hot onderwijs in de wis
kundige aardrijkskunde.
Ten opzigte van dit laatste wordt nog door den voorzitter
medegedeelddat burgemeester en weihouders in overleg met
curatoren van het gymnasium, zich nader tot don minister heb
ben gewend, ten einde zoo mogelijk alsnog de vcreischte goed
keuring te bekomen in zake de opdragt aan den heer vau Bel
kum van het onderwijs in de wiskundige aardrijkskunde
2. dat tijdelijk voor het onderwijs aan het gymnasium zijn
bestemd de localen der vroegere gemeentesch< ol no. 2 in de
Doelestraat
3. dat in overleg mot curatoren en den rector de opening van
het nieuw gymnasium is bepaald op Dingsdag 7 Januarij 1879;
24