i! !|J fli k êêt> nariraF I'm li-i 1 B: it 170 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 30 December 1878. r; i i I t nasium door andere bepalingen behoort te worden vervan gen Gelet op het voorschrift van art. 24 der aangehaalde wet; BESLUIT Art. 1. Met ingang van den len Januarij 1879 wordt, ter tegemoetkoming in de kosten van het gymnasiumper jaar als schoolgeld geheven Van eiken leerling in de eerste en tweede klasse 50.— Van eiken leerling in de derde en vierde klasse 60.— Van eiken leerling in de vijfde en zesde klasse ƒ80.— Art. 2. Het bij art. 1 bepaalde schoolgeld is vorderbaar in vier gelyke termijnen en bij den aanvang van elk kwar taal, telkens tot een vierde gedeelte, verschuldigd door de ouders, voogden of anderendie de leerlingen aan de inrigting zen den. Art. 3. Voor de leerlingendie na den aanvang van een kwartaal op het gymnasium worden toegelaten, is het school geld voor het volle kwartaal verschuldigd indien zij in de eerste helft en over het halve kwartaal indien zij in de laat ste helft aankomen. Voor de leerlingen die in de eerste helft van een kwartaal het gymnasium verlatenis slechts de helft van het school geld over dat kwartaal verschuldigdmits van het voorne men om de inrigting te verlatenvoor den aanvang van het kwartaal schriftelijk kennis is gegeven aan den Rector. Art. 4. Voor eiken toehoorder die afzonderlijke lessen volgt, is per jaar verschuldigdonverschillig in welke klasse de les sen worden bijgewoondvoor het onderwijs o. in de Latijnsche taal en letterkunde ƒ30. b. Grieksche taal en letterkunde - 30. c. in een der overige bij art. 5 der wet op het hooger onderwijs, lett. c tot mgenoemde vakken, 20.—. In geen geval zal van een toehoorder voor het onderwijs in verschillende vakken per jaar meer worden gevorderd dan 60.—. Op de betaling der schoolgelden voor toehoorders zijn de artikelen 2 en 3 toepasselijk. Art. 5. In geen geval heeft geheele of gedeeltelijke terug gave van eens betaalde schoolgelden plaats. Art. 6. Dit besluit treedt in werking den len Januarij 1879 en vervangt alsdan dat van 14 November 1872 (ge meenteblad no. 17). en 2°. navolgende verordening op de invordering van het schoolgeldgeheven voor onderwijs aan het gymnasium. VERORDENING op de invordering van het schoolgeldgeheven voor onderwijs aan het gymnasium te Leeuwarden. Art. 1. Binnen acht dagen na den aanvang van elk kwar taal zendt de Rector eene door hem deugdelijk verklaarde lijst der over dat kwartaal verschuldigde schoolgelden aan burgemeester en wethoudersingerigt overeenkomstig een door dat collegie vastgesteld model. Art. 2. Indien in den loop van een vorig kwartaal leer lingen of toehoorders zijn toegelaten, wordt het deswege ver- c h uldigd schoolgeld tegelijk met dat over het ingetreden kwartaal op de lijst uitgetrokken. Op die lijst wordt melding gemaakt van het te kennen gegeven voornemen van leerlingen of toehoordersdat zij in de eerste helft van het loopende kwartaal het gymnasium zullen verlaten. Art. 3. De in art. 1 bedoelde lijst wordt door burgemees ter en wethouders vastgesteld en aan den gemeente-ontvan ger ter invordering gezonden. Art. 4. Het schoolgeld is invorderbaar zoodra door bur gemeester en wethouders openbare kennisgeving is gedaan dat de lijst aan den gemeente-ontvanger is gezonden. Het moet zijn betaald vóór het einde der eerste maand van het kwartaalwaarvoor het verschuldigd is. Bij nalatigheid of weigering van betaling geschiedt de in vordering overeenkomstig de voorschriften van art. 258 tot en met 262 der gemeentewet. Art. 5. De gemeente-ontvanger geeft vóór het einde van ieder kwartaalaan burgemeester en wethouders berigt om trent de inning der schoolgelden over dat kwartaal. Leerlingen of toehoordersvoor wien alsdan het verschul digde schoolgeld niet is voldaanworden tot de lessen in het volgende kwartaal niet toegelaten vóór die voldoening heeft plaats gehad. Art. 6. Deze verordening treedt in werking tegelijk met het op heden vastgestelde besluit tot heffing van schoolgeld en vervangt alsdan die van 14 November 1872 (gemeente blad no. 17.) Hierna wordt in behandeling genomen 5. Het rapport der raadscommissie omtrent het voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere wijziging der ge- meentebegrooting dienst 1878. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt overeen komstig de conclusie van het aangeboden rapport besloten het door burgemeester en wethouders ingediende voorstel on veranderd aan te nemen. In verband hiermede wordt vast gesteld navolgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden. In aanmerking nemende dat er noodzakelijkheid bestaat tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1878. Besluit De begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor het dienstjaar 1878zooals die is gewijzigd bij raads besluit van 6 Junij 1878, goedgekeurd door gedeputeerde sta ten den 13 dier maandnader te wijzigen als volgt INKOMSTEN. Hoofdtuk II. A f d e e 1 i n g II. Art. 1. 30 opcenten op de hoofdsom der personele be lasting van 1 Januarij tot uit. December 1878begroot op 25,251.15, te verhoogen met 750 en te brengen op ƒ26,001.15, waardoor het totaal dezer afdeeling wordt ver hoogd tot ƒ26,001.15. Afdeeling VII. Art. 1. Opbrengst van de belasting op tooneelvertooningen Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 30 December 1878. 171 enz., begroot op 600te verhoogen met 350 en te bren gen op ƒ950. Na deze wijzigingen wordt het totaal dezer afdeeling verhoogd tot ƒ950 en dat van hoofdstuk II tot ƒ256,074.27. Hoofdstuk IV. Art. 1. Opbrengst der exploitatie van de gasfabriek, be groot op ƒ134,697.60, te verhoogen met ƒ12,000 en te brengen op ƒ146.697.60. Art. 2. Opbrengst der exploitatie van het aschland met inbegrip der ontvangst wegens verkochte puingeraamd op 47,000, te verhoogen met ƒ6000 en te brengen op ƒ53,000. Art. 9. «ƒ5 van de opbrengst der rijks personele belasting van 1 Januarij tot uit. December, begroot op ƒ80,803.68, te verhoogen met ƒ2570 en te brengen op ƒ83,373.68. In verband hiermede het totaal van hoofdstuk IVthans bedragende ƒ280,108.28, te verhoogen met 20.570 en te bepalen op ƒ300,678.28. Hoofdstuk V. Afdeeling I. Art. 2. Tijdelijke opneming van gelden ter voorziening in het tekort op de overige inkomstentot dekking van bui tengewone uitgaven, uitgetrokken met ƒ19,000, te verhoogen met ƒ11,000 en te brengen op 30,000. Tengevolge daarvan wordt het totaal dezer afdeeling nu bedragende 79,000, gebragt op ƒ90,000. Afdeeling II. Art. 1. Verkoop van gebouwde en ongebouwde eigendom men, begroot op ƒ4160, te verhoogen met ƒ650 en te bren gen op ƒ4810, waardoor het totaal dezer afdeeling, nu be dragende ƒ15,160, wordt gebragt op ƒ15,810. Na deze wijzigingen wordt nader vastgesteld het totaal van hoofdstuk V op ƒ105,810 en dat der gezamenlijke inkomsten op ƒ741,015.14. UITGAVEN. Hoofdstuk III, Afdeeling V. Art. 4, onderdeel a. Onderhoud van werktuigen voor de frabricage begroot op 9500 te verhoogen met 3000 en te brengen op 12,500waardoor het geheele artikel wordt uitgetrokken op ƒ15,500, en het totaal dezer afdeeling komt te bedragen ƒ127,240. Afdeeling VI. Art. 1onderdeel b. Veranderlijke toelagenbegroot op 2551.50, te verhoogen met 420 en te brengen op ƒ2971.50, waardoor het geheele artikel wordt uitgetrokken opƒ4721.50 en het totaal der Vie afdeeling op ƒ36,189. Afdeeling VII. Art. 3. Aankoop van keijen voor de verbetering van stra tengeraamd op ƒ8000, te verminderen met ƒ3100 en te bepalen op ƒ4900. Art. 8. Meubilair voor de te bouwen tusschenschoolbe groot op 3500te verminderen met 1550 en te bepalen op ƒ1950. Met wijziging der omschrijving en verhooging van het geraamd bedrag met ƒ9000, art. 10 te lezen als volgt: Art. 10. Uitbreiding van het pijpennet en vergrooting van diverse toestellen in de gasfabriek, ƒ15,000. Voorts als nieuwe artikelen aan deze afdeeling toe te voegen Art. 14. Splitsing van lokalen in de gemeenteschool no. 5 f 1250. Art. 15. Verbetering van een gedeelte weg en walbeschoei- jing by de Poppebrug 2500. Art. 16. Onverevende uitgaven ter zake de stichting van een gebouw voor tusschenschool (gemeenteschool no. 1) ƒ11,800. Art. 17. Alsvoren ter zake de stichting van een gebouw voor de gemeenteschool no. 2memorie. Art. 18. Het maken van twee ierbakken op het aschland, ƒ6000. Na deze wijzigingen wordt het totaal van afdeeling VII 135,750 en dat van hoofdstuk III ƒ340,926,60. Hoofdstuk XI. Art. 1Onvoorziene uitgavenbij raadsbesluit van 6 Junij 1878 gebragt op 5435, te verhoogen met 4000 en te bren gen op 9435. In verband met het vorenstaande nader vast te stellen, het totaal der uitgaven op ƒ741,013,84 en de balans der begroo ting als volgt Inkomsten 741,015.14. Uitgaven 741,013.84. Waarschijnlijk batig saldo 1.30. Niets verder te behandelen of voorgesteld zijnde sluit de Voorzitter de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1878 | | pagina 9