38 Verslag der handelingen van den gemeentel de ondervinding heeft dat later dikwerf belangrijke opofferingen moeten worden gedaan om bestaande toestanden te verbeteren wel genegenom waar men niet te hooge eischen steltbij het in overleg met het gemeentebestuur handelen door particulieren omtrent bebouwingen zekere concessiën te doen. In der tijd werd zoo gehandeld ten opzigte van de bouwterreinen van mej. de weduwe Wester en spr. gelooft, dat ieder er zich in zal ver heugen dat de toestand daar ter plaatse is geworden zoo als hij thans is. Eveneens wenscht men hier te handelen ten opzigte van de terreinen door den heer dr. v d. Scheer in exploitatie te geven. De bijdrage die de gemeento hier zal opofferen is voorts naar spr. meent, zoo gering, dat deze niet als te be zwarend voor de gemeente-financiën kan geacht worden. De kosten van het riool zullen zamen bedragen f 1600. Daarvan zal de heer v. d. Scheer hoeden een bijdrage van 1400zoodat voor de gemeente rest slechts 200. Die som zal zij dus ten offer moeten brengen voor eene goede afwatering van den weg. Eindelijk moet spr. nog opmerken en hiermede komt hij ook tot het subsidiair bezwaar van den hoer van Sloterd jckdat de bijdrage van den heer v. d. Scheer in de kosten van aanleg van het riool aanvankelijk was bepaald op ƒ1300, evenwel met dien verstande, dat de gemeente gratis zou erlangen den meerderen grond der sloot. In verband echter met eene opmerking van den notaris, belast met den eventuelen verkoop der bouwterreinen, werd met het oog op de registratie later onderling goedgevon den, dat voor bedoeld meerder gedeelte sloot door de gemeente zou worden betaald eene som ad 104 en dat die som zou wor den teruggevonden in de verhooging met 100 der bijdrage in de kosten van het riool. Dat voor den grond, dis de gemeente zal erlangen eene koopsom zal worden betaald, is slechts om te voorkomendat de betrekkelijke acte voor de registratie niet als eene acte van schenking zal kunnen worden aangemerkt. Spr. emdigt door te verklaren dat er in dezen z. i. wel termen be staan dat het billijk is te achtendat, waar adressant zich heeft voorgenomen de terreinen uit te geven voor burger- en dus niet voor arbeiderswoningen en er dus ter plaatse eene belangrijke ver betering zal tot stand komende gemeente hare medewerking verleene en eene transactie sluite zooak is voorgesteld. De heer Troelstra wil niets afdingen op het beginsel door den heer Wiersma gehuldigddoch kan niot nalaten om waar deze al sprak van volksgezondheidto verklarendat juist met het oog hierop eene demping der in dezen bedoelde slootzij het dan nog niet terstonddan toch eerlangnoodig zal zijn. Nu reeds worden zelfs bij den togenwoordigen harden wind niet zelden do reukorganen minder aangenaam aangedaan wanneer men den weg langs die sloot passeert en dit zal zeker steeds verergerenaangezien da sloot dood loopt. Vooral ook met het oog op de vele nabjstaanda woningenvroeger eigen aan de wed. Brink, zal het bij ken dat de toestand ter plaatse onhoud baar is, zoodat ook met opzigt tot do sloot welke langs die huizen loopt eerlang v,-el voorzieningen zullen moeten worden genomen 8pr. voor zich is er van overtuigd datal bestonden er geen plannen als waarvan men thans kennis draagtmen toch vrij zeker binnen kort tot demping der bedoelde sloot zou moeten overgaan. In verband hiermede komt hein eene bijdrage van gemeentewege van 200 in de kosten van het riooldat vooral ook voor de afwatering van den weg zal dienenniet ie hoog voor. De heer Bloembergen wil nog iets toevoegen aan de argu menten reeds bggebragt voor do wenschelijkheid van het maken van een tweede riool. Hj wil er de aandacht op vestigendat volgens mededeeling van aen directeur der gemeentewerkenia het midden van den weg een brandriool is gelegen en dat, of schoon dit lager ligt dan de andere riolen, hetmet het oog op eventuele beschadiging, bepaald niet wenscholjk mag worden geacht daarover verschillende spruitriolen te doen loopen naar het aan de oostzjde van den weg gelegen riool. ad te Leeuwarden, van den 27 Maart 1879. Daarbj komt nogdat men door een tweede riool aan to leg gen minder kosten voor spruitriolen zal behoeven te besteden vermits deze dan minder lengte kunnen hebben en ook de kol ken aan de westzijde eene kortere afvoerbuis zullen behoeven. Op grond van een en ander hebben burgemeester ei wethou ders gemeend, dat er wel termen bestaan om van gemeentewege eene bijdrage in de kosten van het te maken riool te verstrek ken, als is voorgesteld. De heer Wiersma wil nog met een enkel woord op het zoo straks door hem gesprokene terugkomen. Het is volstrekt niet dat hg tegen het verleenen der bedoelde bijdrage isomdat hij tegen de beoogde verbetering ter plaatse is of om aan die ver betering moejeljkheden in den weg te leggen, ingeenen deele. De heer Troeletra heeft gezegddatmet het oog op de volks gezondheid eene dempiDg der sloot toch eerlang zal noodig zijn, hij zal de eerste zjn om daarin toe te stemmen. Wat hij zoo straks op den voorgrond stelde was om te doen uitkomendat men hier. als ware hette doen heeft met een bedekt subsidie stelsel. Het is hier niet om de geringe bjdrage der gemeente, maar om het beginsel. De somdie door de gemeento ter zake zal moeten worden besteed, zal toch slechts ƒ1000 bedragen, als ƒ700 voor bestrating en ƒ300 voor het riool of liever ƒ200 voor het riool en 100 voor den te bekomen meerderen grond. Spr. heeft alleen bezwaar tegen het beginsel van subsidiering en zegt spr., subsidie is het hier toch. Immers men zal de bij drage verleenen voor de kosten van het riooldat noodig ia gé worden eenvoudig omdat de heer v. d. Scheer ter plaatse wil doen bouwen. Er is ter plaatse een brandriool en een riool voor afvoer van menage en hemelwater, welke aanleiding zou er nu zonder die exploitatie bestaan om daar nog een derde riool te leggen Nu moge de som ƒ200 k ƒ300 en dus betrekkeljk gering zjn, eubsidio is het hier en dat wil spr. niet. Ten einde echter met op zich don schijn te Iaden als of hij de geheele verbete ring ter plaatse wil belemmeren of bemoeijeljken, zal hij trach ten aan zjn bezwaar to gemoet te komen. In verband hiermede dient hij een amendement instrekkende om de bijdrage van den heer v. d. Scheer in de kosten van het riool te verhoogen met ƒ200 en to brengen op ƒ1600. Dan is toch door die ver hooging de som als bedokt subsidie te verleenenin ieder ge val buiten gesloten. Het amendement van den heer Wiersma ondersteund zijnde wordt in behandeling gebragt. De heer Bloembergen zal zich niet met dit amendement ver eenigen. Hg moet opkomen tegen het beweren van den geachten voorsteller alsof het riool alleen zal worden aangelegd en die nen ten behoeve van de in exploitatie te brengen perceelen. Ook voor de gemeente zal het riool waarde hebben. Immers, de afwatering van den weg, thans naar do sloot ge schiedende zal bj demping dier sloot door het riool kunnen plaats hebben. De aanleg zal dus niet geschieden alleen ter wille van den heer v. d. Scheermaar ook in het belang der gemeente. In verband hiermede acht spr. het niet onbillijk dat de gemeento iets in da kosten van aanleg contribuere. Ook de Voorzittor verklaart zich tegen de motie van den heer Wiersma. Hij moet het bekennendat niettegenstaande het laatsteljk door genoemd lid gesprokene hg bj zijne opinie is gebleven. Het komt hem voor dat men bij zaken als do on- derwerpeljke niet zoo zeer moet handelen naar vaste beginse len als wel meer naar gelang van de omstandigheden. De heer Wiersma heeft da voorgestelde door do gemeente te verstrekken bjdrage, subsidie genoemd't is waar, de adressant zal werkeijk door de to verstrekken bijdrage worden ontheven van een gedeelte der kosten van aanleg van het rioolmaar men vergete niet, dat de gemeente in ieder ander geval toch ook iota zou doen. Spr. meent dat ieder bjjzonder geval afzon derijk moet worden beoordeeld. Hoogst moejsljk is het z. i. Verslag der handelingen van den gemeentcrs echter daarbij altjd met juistheid aan te gevenwelk voordeel de gemeente er van zal hebben of hoeveel de andere partij er van zal profiteren. Zoo Btraks word nog besloten tot afstand aan S. Jongsma van een plekje gemeentegrondhet is zeer goed mogeljk, dat, ging men te dien opzigte alles mathematisch be rekenen, hot zou blijken dat Jongma meer zou erlangen dan govondoch zegt spr.men had bij dat besluit tot afstand ook den welstand ter plaatse op het oog. 700 wenscht h jdat ook ten opzigte van de thans aan de orde zijnde zaakworde ge handeld. Overtuigd dat ieder met den toestand ter plaatse ge noeg bekend is, wil hj ten dezen ieders individuoel gevoelen gaarne eerbiedigen. Eindeljk wil spr. nog vorklaren dat hj zich gaarne nederlegt bj de opmerking van den heer Troelstra, datai kotnen ook de aanhangige bouwplannen niet tot uitvoe ring, de sloot toch eerlang met het oog op de volksgezondheid zal moeten worden gedempt. De omstandigheiddat genoemd lid dagelijks meermalen de bedoelde sloot moet passeren is hem ten dezen voor een juist oordeel borg. Hierna worden de discussiën omtrent het door den heer Wiersma ingediende amendement gesloten en overgegaan tot stemming. Het resultaat hiervan is, dat het amendement met 12 tegen 2 stemmen wordt verworpen. Voor stemden de heeren Wier sma en Buma. Hierna wordtzonder dat verder hoofdelijke stemming plaats vindtconform de conclusie van het door burgemeester en wet houders aangeboden voorstel besloten. Wordt opgemerkt, dat do heor van Sloterdjck zich tegen ver klaarde en dat de heer Dirks tjdens het nemen van het besluit niet ter vergadering aanwezig was. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening op de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. (Zie bjlage 110. 4 van 's raadsverslag 1879.) Alsvorens de beraadslagingen omtrent dit voorstel te openen, doet de Voorzitter lecture geven van navolgend door 18 bijna allen in deze gemeente wonende genees- en heelkundigen on derteekend adres Aan den Raad der Gemeente Leeuwarden. Ondergeteekenden. geneeskundigen, hebben met belangstelling gezien een voorstel van burgemeester en wethouders tot wjzi- ging der verordening op do school van middelbaar onderwjs voor meisjes te dezer stede. Zj nemenmet verschuldigden eerbiedde vrijheid aan den raad dezer gemeente de aanneming van bewust voorstel ten sterkste';aan te bevelenzoodat iu het vervolg in allo klassen het al of niet volgen van enkelevan meerdere of van alle vakken vrij zij- Zij doen dit met waardering van de beginselen van vrjgevig- heiddie bij de inrigting van het onderwijs op gemelde school het dagelijkseh bestuur en den raad hebben geleid en waarvan zij in dit voorstel een nieuw bewijs zienonder betuiging van hunne ingenomenheid met de leiding der school door de direc trice en met het onderwijs door H.Éd. en door do dames leer- aressen gegeven en met den goeden toon, die op die school bij alles heerschende is. Zj hopen en verwachten den bloei der school daardoor nog te zien toenemendoordat minder ouders zich genoopt zullen gevoelen of gedwongen vindenhunne dochtersna een kort bezoek van deze school naar elders ter school te zenden, zoodat zj van dezen maatregel meerder bezoek van de hoogere klas sen, ook voor de natuurkundige vakken, van zooveel praetisch nut voor hun volgend leven verwachtenzoodat deze school door het nut, hetwelk zj in nog uitgebreideren kring zal stich ten geheel zal beantwoorden aan de opofferingen aan haar besteed dat de bezwaren, welke tegen het middelbaar onderwijs hier en elders worden geopperddoor het verstandig voorstel van »d te Leeuwardenvan den 27 Maart 1879. 39 burgemeester en wethouders ten eenenmale worden weggenomen; dat deze regeling geene moejeljkheid in de uitvoering kan opleveren, daar het middelbaar onderwijs is vakonderwijsen tusschen iedere les in alle klassen tien minuten worden vrjge- geven en het locaal ontruimd dat deze vrjgevige maatregel met te meer regt door de bur gerij van verschillenden stand wordt verlangddaar hier ter stede geene inrigting voor meer uitgebreid lager onderwijs meer bestaat dat het aan directrice en leeraressen aangenaam moet zijn zich niet langer, met een oog op de thans vigerende bepalingen gedrongen te zullen zien alle meisjes, ook die van zwakkere constitutie, van mindere vlugheid, van latera ontwikkeling, alle lessen in alle vakken, noode met moeite of gebrekkig en met onvoldoende resultaten te doen volgen, hetgeen voor velen noodlottig werd, het gestel van anderen te gronde rigtte de ontwikkeling van meerderen tegenwerkte en na langen en ver- geefsehen strjd haar, bg verplaatsing naar elder3, zoo daar toe middelen aanwezig waren beroofde van het genot en de bescherming van de ouderlijke woning, van de liefderjke ver pleging van hare moeder, van het zorgvolle toezigt van haren vadervoor zulke zwakken naar ligchaam of geest meer dan voor anderen noodig en onmisbaar. 't Welk doende Leeuwarden25 Maart 1879. Nadat was beslotenom niettegenstaande dit adres niet voor de leden ter visie heeft kunnen liggende zaak toeh heden ia behandeling te nemen, worden de algemeese beraadslagingen geopend. De heer de la Faille verklaart het woord te hebben gevraagd om zjn leedwezen uit te drukken over het voorstel var burge meester en wethouders. Zjn onverdeelden bjval zal hj schen ken aan de amendementen door den heer Attema in eene vorige vergadering op dat voorstel ingediend. pr. gelooftdat waar zjn hoofdbezwaar is gerigt tegen art. 3zooals het door burge meester en wethouders is geredigeerdhij reeds met een zich tegen de geheele strekking van het voorstel verklaart. Wanneer door burgemeester en wethouders ook om andere dan gezondheidsredenen vr jstelling van sommige leervakken kan worden verleend, dan is het volgen van de leervakken in de drie laagste klassen van de school van middelbaar onderwijs voor meisjeszoogoed als facultatief gesteld. Toen voor weinige ja ren het leerprogramma voor de hier bedoelde leerinrigting werd vastgesteld, is dat niet geschied dan na rijp beraad. Niet dan na rijp beraad, zoo herhaalt spr. werd het programma even als ook het getal lesuren per week bepaald. Er wordt hoogstens 32 uur per week les gegeven een getal uren dat geenszins exhorbitant kan heeten oi' aanleiding kan geven tot bezwaren. De meeste dagen tellen slechts 6 lesuren. Nu kan spr. zich niot voorstellen dat reeds in den korten tijd na de oprigting der school verloopen, werkelijk zoodanig gegronde klagten omtrent de re geling der inrigting zouden zijn vernomendat deze oorzaak zouden moeten zjnom van het standpuntvroeger ingenomen, af te w jken en om adhaesie te schenken aan voorstellen, waar door de geheele inrigting op losse schroeven zal worden gezet. Hij meent dat het moegelijk zou valleneen voorbeeld aan te toónendat (bet middelbaar onderwjs voor meisjeszooals dat hier gegeven wordt, inderdaad nadeelig zou werken voor leer lingen met middelmatigen aanleg en ontwikkeling. 't Spreekt van zelfzoo merkt spr. opdat het iets anders is, om vrjstelling van het volgen van sommige leervakken te kunnen verleenen om gezondheidsredenen. Met zoodanige vrij stelling kan hj zich wel veieenigen, maar waar die redenen uit den aard der zaak nog al rekbaar zjn, verwondert het hem des te meer dat burgemeester en wethoudersin afwjking van het advies van de commissie van toezigt op het middelbaar on derwjs en van den inspecteur nog met een voorstel tot het ver leenen van vrijstelling ook om andere dan gezondheidsredenen zijn voor den ciag gekomen. Hierdoor ontstaat het gevaar dat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1879 | | pagina 3