Verslag der handelingen van den gemeentel Vergadering van Donderdag 26 Junij 1879. Tegenwoordig eerst 14 later 15 leden. Afwezig de heeren Bruinsmade With en Kymmell met- en de heeren de la Faille en Kuipers zonder kennisgeving. Voorzitter de heer mr. W. J. van Weideren baron Rengers. I. De notulen van de vorige op 12 Junij jl. gehouden ver gadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt ter tafel gebragt: 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvor- derbaarverklaring van aanslagen in de plaatselijke belasting op het inkomen. De conclusie van dit voorstel luidt: 1. Oninvorderbaar te verklaren de aanslagen in de belasting op het inkomen, vermeld op de staten, gemerkt lett. A tot D ingezonden door den gemeente-ontvanger bij missive van 18 Junij 1879, no. 1647. als: a. aanslagen over het dienstjaar 1876 tot een bedrag van 14.845 b. aanslagen over het dienstjaar 1877 met uitzondering van die vermeld no. 14 ad ƒ2.48 tot een bedrag van ƒ88.21 c. aanslagen over het dienstjaar 1878met uitzondering van die vermeld no. 273 ad ƒ15.55 en no. 281 ad ƒ11.46 tot een bedrag van ƒ597.82; d. aanslagen over 1878 ten name van personen, die in den loop des dienstjaars naar elders zijn vertrokken en welke alzoo gedeeltelijk zijn voldaan, tot een bedrag van 1762.08; 2. den gemeente-ontvanger dezer gemeente te magtigenom de sub 1 vermelde aanslagen, tot de aangewezen bedragen van de betrekkelijke kohieren af te schrijven en ze als onin vorderbaar in zjjne rekening over 1878 te verantwoorden. Ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot toekenning van wachtgeld aan den gewezen bode der stadsarmenkamer. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten aan Christiaan Paul us van Essen als tegemoetkoming in het nadeel, dat hij zal lijden door de opheffing van de betrekking van bode bij de stadsarmenkamer, met ingang van den 1 Julij 1879, tot wederopzegging een wachtgeld uit de gemeentekas toe te kennen, berekend naar ƒ175 in het jaar. Ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld 3. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een ver zoek van de directie der sociëteit Amicitiaom vergunning tot verbouwing der gebouwen van die sociëteit. Op voorstel van den voorzitter wordt besloten dit voorstel nog heden in behandeling te nemen. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding eener resolutie van gedeputeerde staten omtrent ver plaatsing on verbetering van het aschland. De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten: a aan heeren gedeputeerde staten te berigten, dat naar aan leiding hunner resolutie van 30 Januarij 1879, no. 33, de zaak der verplaatsing van het aschland nogmaals in ernstige over weging is genomen, doch dat het gemeentebestuur daartoe voor alsnog niet wenscht over te gaan eensdeels dewijl volstrekt niet de noodzakelijkheid eener verplaatsing wegens gevaar, schade of hinder voor de omwonenden is gebleken 2. dewijl de onvermijdelijke hinder, waarover door verschillende omwonenden wordt geklaagd bij eene eventuële verplaatsing evenzeer door anderen zou worden ondervonden 3. dewijl eene verplaatsing zonder aan eenig gemeentebelang bevorderlijk te zijn uitgaven zoude eischen, ongeëvenredigd aan de financiële draagkracht der gemeente; b. mede aan heeren gedeputeerde staten in overweging te geven de voorwaarden, vervat in hunne resolutie van 10 Janu arij 1878, no. 51, in zooverre te wijzigendat het aanbrengen eener waterdigte bodembedekking der v;jf bestaande compost- BlJVOEGSEL BEHOORENDK BIJ DE LEEUWARDER COURANT. iad te Leeuwarden, van den 26 Junij 1879. 73 loodsen, gescheiden door de thans aanwezige halfeteenbestrating, nadat dezelve behoorlijk zijn schoongemaakt, worde bedekt met een laag portland cement, minstens ter dikte van 4 centimeter; dat deze verbetering geleidelijk binnen drie jaar worde uitgevoerd. Wordt besloten: dit voorstel voor de leden te doen drukken en in een volgende vergadering tot behandeling er van over te gaan. 5. Een adres van den heer H. Broersma, om. met toekenning van pensioen, eervol ontslag te erlangen als boekhouder der stads bank van leening. 6. Een adres van J. van Dam om gemeentegrondgelegen in de Doorgaande steeg bij de Put, in eigendom te erlangen. Beide adressen zijn in handen van burgemeester en wethou ders gesteld ten fine van afdoening. 7. Eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der com missie van toezigt voor de scholen van middelbaar onderwijs. Hierop komen voor de heerendr. J. Baart de la Faille, mr. G. A. Vi8scheren mr. P. A. Bergsma. 8. Een rapport eener raadscommissie betreffende het onder zoek der begrooting van de stadsarmenkamerdienst 1880. De commissie stelt hierbij voor te besluiten a. de gevraagde subsidie ten bedrage van ƒ25,651.90 voor het jaar 1880 toe te staan b. de ingediende begrooting over dat jaar goed te keuren in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van 32,722.87 c. tengevolge der opheffing van de betrekking van bode bij de atadsarmenkamerart. 2 van hoofdstuk I afd. I der uitga ven te roijeren. De stukken vermeld onder nos. 7 en 8, zijn ter visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden behandeld. III. Wordt medegedeeld: 1de goedkeuring door gedeputeerde staten van 's raadsbe sluit dd. 12 Jung j.l. tot af- en overschrijving van en op pos ten der gemeentebegrootingdienst 1878 2. eene missive van de plaatselijke schoolcommissie houdende opgaaf van de dagen en uren van tehouden schoolexamens. De voorzitter, mededeelendo dat den leden reeds ten dezen bijzondere kennisgevingen zijn verstrektnoodigt de leden uit ook door bezoek van examens van hunne belangstelling in het on derwijs te doen blijken 3. eene missive van curatoren van het gymnasium, houdende opgaaf van de dagen en uren waarop de overgangsexamens aan die inrigting zullen wordon gehouden. In verband met de onder nos. 2 en 3 vermelde mededeelin- gen wordt besloten als lid van de raadscommissie, ter bijwoning der schoolexamens aan te wijzen, iu de plaats van den heermr. E. Attema, den heer jhr. mr. C. van Eijsinga. wordende de hoer F. Plantenga uitgenoodigd om als lid der commissie op te treden in de plaats van den heer mr. P. D. Kymmeiltij delijk afwezig. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten 1. Rapport eener raadscommissie over de rekening en verant woording wegens het stadsziekenhuisdienst 1878. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het bij het rapport gedaan voorstel besloten a. de rekening en verantwoording van het stadsziekenhuis dienst 1878 goed te keurenin ontvaüg en uitgaaf beide tot een bedrag van 12,770.605 b. de commissie van bestuur over het stadsziekenhuisraads dank te betuigen voor haar getrouw en nauwkeurig beheer. Wordt opgemerkt, dat de voorzitter, als lid der commissie van bestuur over het stadsziekenhuis, niet tot het nemen van dit besluit heeft medegewerkt. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van den heer P. J. H. Hayward en andere ingezetenen om beperking van den vrijen toegang tot de begraafplaats. 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1879 | | pagina 1