80
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 Julij en 2 Augustus 1870.
vader en de moeder zijn aangebragtzulks met opoffering van
eenige ruimte der ziekenzaal voor jongens. Spr. weet nu niet
of de ziektetoestandin verband met liet getal in 't gesticht
opgenomen jongensvan dien aard is, dat het wenschelijk zou
zijn de ruimte zooveel mogelijk te behoudendoch gefrappeerd
heeft het hem, dat er 2 vertrekken zullen worden gemaakt,
wier afmetingen 4 bij 3 M. zullen zijn. Het komt hem voor,
dat de hier aangebragte verandering werkelijk geen verbete
ring is en vraagt of de tegenwoordige vader en moeder in
het gesticht, ten wier behoeve de vertrekken toch zullen zijn
en die ze misschien zullen willen gebruikende een als slaap
kamer, de ander als antichambre, wel op de hoogte zijn van
de groottewelke hunne vertrekken zullen bekomen.
Bovendien meent spr.afgaande op de teekening aangebragte
schaal, dat de grootte der bedoelde vertrekken op de tee
kening verschilt met die welke ze werkelijk zullen bekomen.
De Voorzitter kan den heer de la Faille niet volkomen
inlichten. Hij gelooft echter dat de zwarigheid, waarop de
geachte spr. doelde, zich geleidelijk zal oplossen doordatzoo
als bekend is, de vader en moeder van het gesticht, in over
leg met wien de bedoelde 2 vertrekken zijn aangebragt eer
lang tot andere functiën zullen overgaan. Overigens kan spr.
mededeelendat burgemeester en wethouders de wijziging van
het primitieve plan hebben overgenomenomdat voogden der
armenkamer bepaald den wensch hadden uitgesproken, om op
de verdieping 2 vertrekken voor vader en moeder te hebben.
Spr. gelooft echter niet, dat nu de tegenwoordige vader en
moeder gaan vertrekken, die misschien voor het bij hen in
wonend kind, gaarne een afzonderlijk slaapkamertje hadden,
de bedoelde twee kleine vertrekken zullen tot stand komen en
hoogst waarschijnlijk tot het primitieve plan zal worden te
ruggekeerd.
Nadat de heer de la Faille voor de bekomen inlichting
dank had gezegd, wordt zonder hoofdelijke stemming conform
de conclusie van het aangeboden voorstel besloten.
De punten op den oproepingsbrief vermeld hiermede afge
handeld zijnde wordt nog met goedvinden der vergadering
overgegaan tot
6. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken stand.
De ten dezen gehouden stemming heeft tot resultaat dat de
heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers met 12 van de
13 stemmen alszoodanig wordt benoemd, zijnde 1 stemuitge-
bragt op den heer A. Duparc.
De heer Bakker had vóór deze benoeming plaats had, de
vergadering verlaten.
De voorzitterhet noodig oordeelende eene vergadering met
gesloten deuren te houden heft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij heropening der openbare zitting niets meer te behande
len zijnde, wordt de vergadering door den voorzitter gesloten.
Vergadering van Zaturdag 2 Augustus 1879.
Tegenwoordig 12 leden.
Afwezig de heeren Rengers, Dirks, Buma, Kijmmell, van
Eijsinga en Hommes met en de heeren Brunger en Kuipers
zonder kennisgeving.
Bij afwezigheid van den burgemeester fungeert de heer J.
J. Bruinsma, oudste wethouder als voorzitter.
I. De notulen van de vorige op 24 Julij jl. gehouden ver
gadering gelezen en goedgekeurd zijnde, wordt ter tafel ge-
bragt een voorstel van burgemeester en wethouders, strek
kende om het door J. van Dam gedaan verzoek om eenigen
gemeentegrond gelegen in de Doorgaande steeg bij de Put in
eigendom te erlangenmis niet voor inwilliging vatbaarte
wijzen van de hand.
Wordt besloten dit voorstel ter visie te leggen om het in
eene volgende vergadering te behandelen.
II. Wordt der vergadering medegedeeld en door deze voor
kennisgeving aangenomen
1dat door f gedeputeerde staten is goedgekeurd het door
den raad in geheime zitting genomen besluit strekkende tot
het aangaan eener procedure tegen A. Idzordaschipper te
Berguni, ter zake weigering door dezen van de betaling van
water-, kaai- en walgeld;
2. dat de sub 1 genoemden schipper het door hem ver
schuldigde heeft voldaan en het door den gemeente-ontvanger
op zijn schip gelegd beslag dientengevolge is ingetrokken
3. dat de heer G. Gratama bij de op 20 Julij jl. gehouden
herstemming gekozen tot lid van den raad dezer gemeente,
die benoeming niet heeft aangenomen, en dat in verband
hiermede door burgemeester en wethouders is bepaalddat
eene nieuwe verkiezing van een raadslid zal plaats hebben op
12 Augustus e. k. en de herstemming zoo noodig op 20 Au
gustus a. v.
III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde puirim:
1. Vaststelling van een plan voor een geldleening groot f 200,000.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vastgesteld
navolgend door burgemeester en wethouders aangeboden besluit:
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien de begrooting derinkomsten en uitgaven der ge
meente, voor het dienstjaar 1871), zooals die is gewijzigd bij
raadsbesluiten van den 10 April en 24 Julij.
Gelet op zijn besluit van 24 Julij 1879, waarbij is vastge
steld het plan tot vernieuwing en vergrooting van liet armhuis.
Overwegende dat er, in verband daarmede en ter bestrij
ding van uitgaven voor de verdere op de gemeentebegrooting
uitgetrokken buitengewone werkenzoomede tot betaling der
koopsommen van door de gemeente aangekochte vastigheden,
en aflossing eener in 1878 aangegane tijdelijke geldopneming
noodzakelijkheid bestaat tot het aangaan eener geldleening
groot 200,000 te verdëelen in twee of meer seriën.
Gelet op het bepaalde bij art. 194 letter a-der gemeentewet.
Besluit
Voorbehoudens goedkeuring van de gedeputeerde staten van
Friesland ten behoeve der gemeente Leeuwardentot bestrij
ding der uitgaven voor buitengewone werken, aankoop van
vastigheden en aflossing van in 1878 tijdelijk opgenomen
gelden aan te gaan eene geldleening groot /'2ÓU,OOU overeen
komstig het volgende
PLAN.
Art. 1. Deze geldleening wordt, tegen eene rente van viel
en een half ten honderd in het jaar, aangegaan tot een be
drag van 200,000 verdeeld in twee of meer seriënde eerste
tot een bedrag van 120,000.
Van de tweede en verdere seriën wordt het bedrag en de
tijd van opname door burgemeester en wethouders vastgesteld.
Art. 2. De wegens deze leening onder een doorloopend
volgnummer uit te geven schuldbekentenissen worden gesteld
op naam of aan toonder, ter keuze van de deelnemers, ieder
Verslag der handelingen van den gemeentefaad te Leeuwarden, van den 2 Augustus 1879.
87
ten bedrage van duizend gulden. Zij kunnen echter in onder
deden van vijfhonderd gulden worden gesplitst, in welk ge
val twee onderdeden een gelijk nummer bekomen onder bij
voeging van de letter a of b.
Art. 3. Bij elke schuldbekentenis wegens de eerste serie
worden afgegeven 24 coupons, de eerste voor vier maanden,
de overigen ieder voor een jaar rentetelkens 1 Januarij ver
schijnende.
Daarbij wordt gevoegd een bewijs ter bekoming van nieuwe
coupons voor het vervolg.
De verschenen coupons zijn betaalbaar ten kantore van den
gemeente-ontvanger.
De rente en aflossing der schuldbekentenissen zullen worden
voldaan uit de plaatselijke inkomsten.
Art. 4. De deelneming in deze geldleening wordt respec
tievelijk tot het bedrag van elke serie bepaald, bij openbare
inschrijving aan den meestbiedende opengesteld.
De inschrijvingen geschieden voor een of meer aandeelen
groot duizend gulden.
Daarbij vermeldt de inschrijver hoeveel obligatiën van1000
of van 500 hij verlangt, ingeval zijne inschrijving wordt
aangenomen, onder opgave van den persoon ten wiens name
de obligatiën moeten worden gesteld wanneer aan obligatiën
op naam boven het stellen van deze aan toonder voorkeur
wordt gegeven.
Yoor zoover de aanbiedingen aan burgemeester en wethou
ders aannemelijk voorkomen, erlangt de hoogste bieder de
aandeelen waarvoor hij heeft ingeschrevendaarop volgt de
gene, die na hem het hoogste bod heeft gedaan en zoo ver
volgens.
Indien door twee of meer der hoogst biedenden voor ge
lijken prijs meer is ingeschreven dan benoodigd is beslist het
lot tusschen hen.
De billetten van inschrijving moeten op zegel geschreven
en vóór of op den door burgemeester en wethouders te be
palen tijd, bij dat collegie ingekomen zijn.
Op den omslag der billetten moetmet aanduiding der serie
waarop de inschrijving betrekking heeft, worden vermeld:
billet van inschrijving voor de geldleening van 200,000.
De opening daarvan heeft in het openbaar, op een door
burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip, in eene ver
gadering van hun collegie plaats.
Binnen vier dagen na het openen der billetten wordt aan
de belanghebbendenwier inschrijvingen geheel of gedeelte
lijk zijn aangenomendaarvan kennis gegeven.
Art. 5. Wanneer niet voor het volle bedrag der openge
stelde serie van deze leening is ingeschreven of wel de in
schrijvingen ten deele door burgemeester en wethouders on
aannemelijk zijn geacht, wordt door dat collegie voor het
resterend bedrag op nieuw eene inschrijving opengesteld over
eenkomstig de bepalingen van dit plan, behoudens wijziging
van den termijn van storting en het tijdstip van ingang der
rente, tenzij het collegie besluit voorhand» eene nieuwe in
schrijving achterwege te laten, in welk geval het restant der
niet tot het volle bedrag aangenomen serie bij de volgende
serie wordt gevoegd.
Art. 6. De storting der wegens de eerste serie ingeschreven
sommen, zoover betreft de tengevolge der eerste openstelling
aangenomen inschrijvingenmoet geschieden op den 15
September 1879.
Bij vernieuwde openstelling der inschrijving wordt hettijd-
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
stip van storting en ingang der rente van de alsdan aan te
nemen sommeningevolge art. 5 aangewezen.
De rente van de op 14 september 1879 te storten sommen
gaat in met den len dier maand.
Art. 7. Bij de storting worden aan de deelnemers de ver
langde schulbekendtenissen door den gemeente-ontvanger af
gegeven.
Art. 8. Op het geheel bedrag dezer leening wordt, aan te
vangen met het jaar 1883, afgelost, de eerste 10 jaren jaar
lijks minstens ƒ2000, de volgende 20 jaren jaarlijks minstens
ƒ3000 en de overige jaren telkens minstens ƒ4000 per jaar.
De raad regelt het bedrag der af te lossen somzoover die
het bepaalde minimum te boven gaat.
Art. 9. De uitloting heeft jaarlijks plaats in eene openbare
vergadering van burgemeester en wethouders, in de maand
October.
De uitslag daarvan wordt in een of meer der in de gemeente
uitkomende dagbladen bekend gemaakt, met oproeping tevens
van de houders der ter oflossing aangewezen schuldbekente
nissen om op den volgenden 2en Januarij de hun aankomende
geldentegen overgave der schuldbekentenissen en van de als
dan niet verschenen coupons, in ontvang te nemen ten kan
tore van den gemeente-ontvanger.
Art. 10. Aan de gepatenteerde kassiers of handelaars in
effecten wordt V* pet. provisie toegekend voor de door hen
ingeschreven en door burgemeester en wethouders aangenomen
sommente voldoen op daartoe aan dezen in te dienen decla
ratie.
2. Benoeming van twee hulponderwijzer aan gemeenteschool
no. 10.
Op de ten dezen aangeboden voordragten komen voor:
a. op die ter vervulling der vacature ontstaan door bevor
dering van H. Hoogeveen:
1. H. Pater te Leimuiden, 2. C. CasteLein te Leeuwarden,
3. J. Mollema te Oudehaske
b. op die ter vervulling der vacature ontstaan door het
verleend eervol ontslag van J. Nieuwenhuis:
1. C. Castelein te Leeuwarden, 2. J. Mollema te Oudehaske,
3. J. Hiemstra te Wieuwerd.
De uitslag der ten dezen gehouden stemmingen is, dat H.
Pater met algemeene, en C. Castelein met 11 van de 12 stem
men tot hulponderwijzers aan gemeenteschool no. 10 worden
benoemd.
Een stem werd uitgebragt op J. Mollema.
Door den voorzitter wordt voorgesteld om, in verband met
het medegedeeldevermeld onder no. 3 van sub IIIthans
over te gaan tot
3. Benoeming van stembureaux voor de op 12 Augustus e. k.
te houden verkiezing van een raadslid.
Over dit voorstel heeft eenige bespreking plaats tusschen de
heeren Troelstra, Suringar en den voorzitter, waarna het wordt
aangenomen met 10 tegen 2 stemmen, die van de lieeren Su
ringar en van Sloterdijck.
Tot benoeming overgegaan zijndek is het resultaat der ge
houden stemmingen, dat worden verkozen
a. tot leden van het stembureau der le afdeeling, waarvan
de burgemeester volgens de wet is voorzitterde heeren mr.
J. Minnema de With en S. T. Bakker;
b. tot voorzitter van het stembureau der 2e afdeeling den
heer J. J. Bruinsma en tot leden de heeren Troelstra en de
la Faille.
16