126
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 30 October 1879.
hunne perceelen opnieuw vrijwillig voor de huurwaarde te
laten schatten, heeft het bestuur der belastingen niet alleen
medegewerkt tot het verkrijgen eener meerdere evenredigheid
in het dragen der belastingen, maar tevens het finantieel be
lang der gemeente bevorderd.
Hierna wordt ook art. 8 van hoofdst. IV onveranderd vast
gesteld evenals ook de overige artikels van dat hoofdstuk
volgnos. 9 t/m 17. De overige posten van ontvang, vermeld
onder hoofdst. Vvolgnos. 49 t m 53, geen aanleiding tot
discussie gevende worden eveneens vastgesteldgelijk ze zijn
voorgedragen.
De verschillende posten der begrooting alsnu afgehandeld
zijnde, wordt de geheele ontvang vastgesteld op f 706,696.90°
zijnde f 65 hooger dan op de ontwerp-begrooting vermeld, een
gevolg van de alsnog in ontvang aangebragte huur van het
huisje op den Wissesdwinger.
Hierna wordt de balans der begrooting vastgesteld als volgt
inkomsten f 706,696.905
uitgaven 706,683.15
waarschijnlijk saldo 13.755
wordende echter op voorstel des voorzitters aan burge
meester en wethouders de bevoegdheid gelaten, om in verband
met de aangebragte verhooging der inkomsten enuitgaven den
post onvoorziene uitgaven met het meerdere bedrag der uitga
ven te verminderen.
Hierna wordt de vergadering door den voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
Vergadering van Donderdag 13 November 1879.
Tegenwoordig 18 leden.
Afwezig de heeren mr. W. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester, mr. J. Minnema de With en G. H. Hommes
beide eerstgenoemden met kennisgeving.
Voorzitter de heer J. J. Bruinsma, oudste wethouder.
I. De notulen van de vorige op 30 October 1879 gehou
den vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Met goedvinden der vergadering wordt aan de orde
gesteld de beëediging van den heer C. W. Pruis, als boek
houder der stadsbank van leening. De heer Pruistot dat
einde ter vergadering geleid, legt af de door den secretaris
voorgelezen eed bedoeld bij art. 7 van het reglement voor de
stadsbank van leening.
Na de beëediging rigt de voorzitter een woord van geluk-
wensching tot den heer Pruis, waarna deze de vergadering
voor het hem door zijne benoeming geschonken blijk van ver
trouwen dank zegt en de hoop uitdrukt zich het geschonken
vertrouwen waardig te zullen maken.
III. Wordt ter tafel gebragt:
1. het rapport der raadscommissie, in wier handen is ge
steld de ingezonden begrooting van administratie-kosten der
stadsbank van leening dienst 1880. De commissie stelt hierbij
voor voornoemde begrooting tot een totaal cijfer van 6380
goed te keuren;
2. voorstel van burgemeester en wethoudeis op het verzoek
van mr. W. W. Kutsch, om eervol ontslag als voogd van het
nieuwe stads weeshuis.
De conclusie van dit voorstel luidt: aan den heer mr. W.
W. Kutsch tengevolge van zijn daartoe strekkend verzoek
met ingang van den 1 January 1880 op de meest eervolle
wijze ontslag te verleenen als lid van het bestuur van het
nieuwe stads weeshuis onder dankbetuiging voor de vele en
gewigtige diensten in die betrekking gedurende eene lange
reeks van jaren aan de gemeente bewezen
3. voorstel van burgemeester en wethouders op het adres
van drie huurders van aan de gemeente behoorende perceelen
land om gedeeltelijk kwijtschelding van huur.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor aan de
adressanten J. Nieuwen huis, D. Wiemers en YV. Beintema te
kennen te geven dat het door hen gedaan verzoek om kwijt
schelding van een gedeelte der huur, over het huurjaar 1879/80
verschuldigd wegens bij hen van de gemeente in gebruik
zijnde perceelen land niet voor inwilliging vatbaar is geacht
en mitsdien wordt gewezen van de hand;
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
van het reglement voor de bevolkingsagenten.
Dit voorstel strekt om: art. 1 van het reglement voor de
bevolkingsagentenopgenomen in het gemeenteblad no. 15
van 1877 te wijzigen in dier voege, dat in plaats van vijf
honderd vijftig" daarin worde gelezen „zeshonderd."
5. Voorstel van burgemeester en wethouders op een ver
zoek van jhr. Q. C. J. v. Andringa de Kempenaer, om eervol
ontslag als voogd van de stads-armenkamer. Burgemeester en
wethouders stellen hierbij voor aan den heer jhr. Q. C. J.
van Andringa de Kempenaer eervol ontslag te verleenen uit
zijne betrekking van voogd der stads-armenkamer, ingaande
1 Januarij 1880.
6. Voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan
gemeenteschool no. 7.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
te Leeuwarden, van den 13 November 1879. 127
Hierop zijn geglaatst: C. v. d. Velde, J. Jolmers beiden
te Leeuwarden en O. Beswerda te Lekkum.
7. Voordragt ter benoeming van een hulponderwijzer aan
gemeenteschool no. 8.
Op deze voordragt zijn vermeld: J. Jolmers, C. v. d. Velde,
beiden te Leeuwarden en C. Heidstra te Hardegarijp.
8. Aanbeveling voor de benoeming van eene voogdes en van
twee voogden voor het nieuwe stads weeshuis.
Door het weeshuis-bestuur worden aanbevolen:
a. ter benoeming als voogdes zulks ter voorziening in de
vacature te ontstaan door periodieke aftreding van mevr. Wit-
teveenBolman: 1. mevr. WitteveenBolman, 2. mevr.
SprengerKnorre, 3. mevr. BrevetMolenburgh;
b. ter benoeming als voogdzulks ter voorziening in de
vacature te ontstaan door periodieke aftreding als voogd van
den heer jhr. mr. F. J. J. van Eysinga: 1. de heer jhr. mr.
F. J. J. van Eysinga, 2. de heer H. H. Menalda3. de heer
G. Gratama;
c. ter benoeming als voogd, zulks ter voorziening in de
buitengewone vacaturete ontstaan door het door den heer
mr. W. W. Kutsch gevraagd eervol ontslag: 1. mr. B. W.
N. Servatius, 2. I. Bolman, 3. jhr. mr. O. de Marees van
Swinderen.
9. Aanbeveling voor de benoeming van een voogd van de
stads-armenkamer, ter vervulling der buitengewone vacature,
teontstaan door het aan jhr. Q. C. J. van Andringa de Kem
penaer aangevraagd eervol ontslag.
Op deze aanbeveling zijn geplaatst: 1. H. Albarda Sz., 2.
H. Beucker Andreae, 3. mr. J. S. baron van Harinxma thoe
Slooten.
10. Aanbeveling voor de benoeming van een curator van
het gymnasium. Door curatoren worden alszoodanig aanbevolen
de heeren: 1. mr. YV. Terpstra, aftredend curator, 2. mr. J.C.
Bergsma en 3. dr. H. A. Middelburg.
11. Aanbeveling ter benoeming van een lid der commissie
van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs.
Ter vervulling der vacature, te ontstaan door periodieke
aftreding van jhr. mr. I. F. van Humalda van Eysinga, die
verzocht heeft voor eene herbenoeming niet weder in aan
merking te komen, worden aanbevolen de heeren:
1. jhr. A. O. v. d. Santheuvel; 2. J. N. Witteveen;
3. mr. E. Star Busman.
12. Aanbeveling ter benoeming van twee leden der plaat
selijke schoolcommissie.
Ter vervulling der vacature, te ontstaan door periodieke
aftreding van mr. J. D. Quintus, worden aanbevolen:
1. mr. J. D. Quintus; 2. F. Plantenga; 3. jhr. mr. O. de
Marees van Swinderen,
en voor die, te ontstaan door periodieke aftreding van den
heer jhr. mr. I. F. van Humalda van Eysinga, die heeft
verzocht voor eene herbenoeming niet weder in aanmerking
te komen, de heeren:
1. F. Plantenga; 2. jhr. mr. D. O. Engelen; 3. mr. B. W.
N. Servatius.
13. Adres van D. Schretlen Co. te Leiden, om kwijt
schelding van beloopen boeteter zake herstelling der
Vrouwen poortsbrug.
14. Adres van G. H. van Knijff, aangaande zijn aanslag
in de belasting op het inkomen.
De stukken, vermeld onder nos. 1 tot en met 12 zijn ter
visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be-
22