Bijlage no. 1. 140 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 18 December 18,0. Zonder discussie en hoofdelijke stemming worden de door 2. H. Beucker Andrea,directeur der algemeene Fnesche burgemeester en wethouders voorgestelde wijzigingen goed- levensverzekering-maatschappij mentot gekeurd en in verband hiermede vastgesteld het door hen Eerstgenoemde wordt met 13 van de 11 stemmen tot. aangeboden en in bovenvermelde bijlage omschreven ontwerp- bovenvermelde betrekking benoemd. Dne stemmen werden Puitgebragt op den heer H. Beucker Andre® en 1 stem op n den heer E. Bloembergen. 7. Benoeming van een administrateur der vijf Bolswarder Dp heer van Sloterdijck was bij deze stemming nog met kamers. I ter vergadering aanwezig. Od de ten dezen aangeboden aanbereling komen voor de De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met heeren gesloten deuren te houdenheft de openbare zitting tijdelijk op. 1 mr. W. A. v. Sloterdijck, auditeur militair in het 5e Bij heropening der openbare zitting niets verder te behan- arrondissement .en 1 delen zijnde wordt deze door den V oorzitter gesloten. Afzonderlijke bijlage tot het verslag VOORSTEL van burgemeester en wethouders naar aanleiding eener resolutie van gedepu teerde staten van Friesland omtrent verplaat sing en verbetering van het aschland. MIJNE HEEREN Nadat bij koninklijk besluit van 18 October 1878no. 15 het gemeentebestuur van Leeuwarden niet ontvankelijk was ver klaard in het beroepingesteld tegen een besluit van Gedepu teerde Staten van Frieslandwaarbij nadere voorwaarden wer den opgelegd voor het gebruik van het aschland alhierheeft het een pant van overweging bij burgemeester en wethouders uitgemaaktwat in deze aan het bestuurtegenover de zoo be zwarende en naar ons oordeel weinig doeltreffende voorschriften van Gedeputeerde Staten te doen stond. Overtuigd, dat zoowel bij genoemd collegie als bij het gemeen tebestuur niettegenstaande het verschil van inzichten, de zucht om aan het publiek belang bevorderlijk te zijn op den voorgrond stondoordeelden wij nog eene poging te moeten aanwenden om Gedeputeerde Staten tot eene andere zienswijze te brengen. Daartoe werd bij besluit van 30 November jl. aan Gedeputeerde Statenonder overlegging der gedrukte notawaarbij onze be denkingen tegen de opgelegde voorwaarden uitvoerig werden ontwikkeldmedegedeeld, dat, voor zooveel betreft de punten b en c hunner resolutie van 10 Januarij 1878 reeds uitvoering was gegeven aan de vermeerdering van het getal ierputten terwijl de verbetering der ovens zonder bezwaar kan worden tot stand gebragtdoch dat de insgelijks bevolen bemetseling der bodems van de bestaande bergplaatsen naar ons oordeel eene even kost bare als overbodige maatregel zoude zijn. Wij meenden alzoo in overweging te moeten gevendat met wijziging der resolu tie voor zoo veel dit punt betrofhet gemeentebestuur zou worden uitgenoodigd om binnen drie maanden een naauwkeurig onderzoek naar de gesteldheid van den bodem in de omgeving van het aschland te doen instellen en van den uitslag van dat onderzoek mededeeling te doen aan hun collegie. Niet ten onregte toch kon, waar zoo ingrijpende en bezwa rende voorwaarden werden opgelegdde eisch worden gesteld dat de noodzakelijkheid dier maatregelen niet op onbewezen as- serties van enkele omwonenden, maar op een onpartijdig onder zoek van deskundigen werd aangenomen. Het collegie van gedeputeerde staten wel verre van aan dien o, i. billijken voorslag gehoor te gevengaf bij resolutie van 30 Januarij 1879 het volgende te kennen Gehoord het gerapporteerde tengevolge der kantbeschikking van den heer Commissaris des Konings, van den 23 Januarij j.L, 3e afdeelingno. 173, op eene missive van den heer hoofdin genieur van den provincialen waterstaatdd. 22 Januarij j.l. no. 74, inzake het .aschland" te Leeuwarden, onderanderen wat de kosten van verbetering daarvan betreft; Gelet op de resolutie dezer vergadering van 19 December 1878 no36waarbij aan gemelden heer hoofdingenieur een nader onderzoek is opgedragen; Gelet mede op het door burgemeester en wethouders van Leeu warden ingezonden extract uit het register der notulen, dd. 30 November bevorensno. 1waarbij te kennen wordt gegeven dat aan de voorwaarde tot vermeerdering van hot getal ierput ten en tot verbetering in de wijze van afvoer van ier thans is voldaandat het gemeentebestuur bereid is de noodig geachte verbetering aan den oven of vuurhaard aan te brengendat de verandering van de bodems en de zijwanden der vijf bestaande mestkuilen f 12.000 zou veroischen en dat die uitgaaf te kost baar en bezwarend en bovendien zeer ondoelmatig zou zijn en eindelijk dat men genegen is van gemeentewege een onderzoek te doen instellen naar den toestand van den bodem in den om trek van het aschland; Overwegendedatblijkens de hierboven aangehaalde missive van den heer hoofdingenieur de afvoer van ier thans geacht mag worden op voldoende wijze te geschieden, doch dat do ge legenheid tot berging van ier nog ontoereikend isdat wel is waar het getal ierputten met twee vermeerderd is en thans vier van 's raads handelingenover 1879. 1 bedraagt, doch dat desniettemin slechts eene bergruimte van 245 M:;. aanwezig is, terwijl eene bergruimte van 512 Jl3. wordt ge vorderd; dat de kosten van zoodanige ïerput ƒ6500 zouden bedragen en op het terrein van het aschland nauwelijks ruimte voor een ierput van die grootte wordt aar getroffen Overwegendedat mitsdien niet gezegd ran worden dat ten aanzien van de ierberging in de behoefte is voorzien en alzoo nog niet aan de voorwaarde in de resolutie dezer vergadering van 10 Januarij 1878, no. 51. sub 1 lett. c, in den vollen om vang daarbij bedoeld is voldaan. Overwegendedat volgens den heer hoofdingenieur de ver betering van dien oven met den schoorsteenwaartoe het ge meentebestuur zich bereid heeft verklaardeene som van 950 zal kostenen dat de verandering der mestkuilen waartegen bij het gemeentebestuur bezwaar bestaat, een bedrag van 13550 zal vorderen zoodat de gezamenlijke uitgaven een totaal cijfer van ƒ21.000 zouden beloopen. Overwegendedat de produotie van compost en de verzameling van ierbij de uitbreiding van het tonnenstelsel en den aanbouw van de Btad en hare buitenwijkendermate toenemendat de vraagook met het oog op het zoo even genoemde betrekkelijk hooge kosten-bedrag op nieuw rijst of niet eene verplaatsing, die eerlang tooh noodig zal zijn, reeds nu de voorkeur zou verdienen. Overwegendedat die verplaatsing onvermijdelijk zal blijken te zijn wegens de beperktheid van het terrein 't welk door zgne ligging voor eenigo uitbreiding of vergrooting geheel onvatbaar is; Overwegendedat de betrekkelijk nieuwe getimmerten en loodsen op het aschland thans veel beter zouden kunnen worden overgebragt en verplaatst dan na eenige jaren, als wanneer zulks met veel meer kosten gepaard zal gaan Overwegendedat in de resolutie van 10 Januarij 1878no. 51op de wenschelijkheid eener verplaatsing reeds is gewezen en bij die resolutie aan het gemeentebestuur eenige voorwaarden zijn opgelegd, tenzij aan de verplaatsing der inrigting de voor keur mogt worden geschonken Overwegendedatzoo hiertoe mogt worden overgegaan, een onderzoek naar de gesteldheid van den bodem in den omtrek van het aschlandals door het gemeentebestuur wordt voorge steld volkomen overtollig zou zijn te achten Gezien de bepalingen der wet van 2 Junij 1875 (Staatsblad no. 95), de resolutie dezer vergadering dd. 10 Januarij 1878, no. 51en de koninklijke beslissing dd. 18 October j.l. no. 15. Is besloten Met handhaving van voorschreven dezerzijdsche resolutie, dd. 10 Januarij 1878no. 51bovenstaande beschouwingen ter kennis te brengen van het gemeentebestuur van Leeuwarden en onder toezending van des heeren hoofd ingenieurs missive dd. 22 Januarij jl., no. 74in originalidat bestuur uit te noodigen de zaak nogmaals in ernstige overweging te nemen en bij den gemeenteraad in behandeling te brengen en vervol gens bij de terugzending van voormelde missiveaan deze vergadering den uitslag zijner nadere overwegingenalsmede de zienswijze van den gemeenteraad ten dezen mede te deelen. En zal, te dien einde, afschrift dezes met de daarbij bedoelde missive van den heer hoofd-ingenieuraan burgemeester en wethouders van Leeuwarden worden gezonden. Acoordeert met voorschreven resolutieboek. De Griffier der Staten(get.) van BLOM. Uit een en ander blijkt alzoo, dat gedeputeerde staten niet slechts volharden bij hunne resolutie van 10 Januarij 1878, maar zelfs verder gaandoor met meerderen klem aan te dringen op eene verplaatsing van het aschland en bovendien nieuwe voorwaarden voegen bij de reeds zoo bezwarende bepa lingen in de voorgaande resolutie opgenomen. Met het oog op den zoo ondubbelzinnig uitgesproken wensch, dat eene verplaatsing van het aschland in ernstige overweging mogt worden genomenbleef ons echter niet anders overdan een onderzoek naar de mogelijkheid en de eventuele gevolgen dier verplaatsing te doen instellenReeds uit het uitvoerig rap port in 1869 aan den raad betreffende de verbetering van het asch land aangeboden, is op bladz. 33 voldoende gebleken, welke bezwa ren het vinden van een in alle opzigten voldoend terrein binnen de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1879 | | pagina 2