Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 22 Jannarij 1880.
Vergadering van Donderdag 22 Januarij 1880.
Tegenwoordig 16 leden.
Afwezig de heeren Bruinsma, v. Sloterdijek, Dirks en de
la Faille allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer mr. \V. J. v. Weideren baron Rengers,
burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 8 Januarij 1880 gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot on-
derhandsche verhuring der huizinge op den zuidoosthoek der
Prins Hendrikstraat.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te beslui
ten voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde sta
ten van Friesland met den 12 Mei 1880, onderhands voor
den tijd van twee jaar in huur af te staan aan mevr. de wed.
de Blocq van Scheltingageb. Looxma, te Ileerenveenhet
huis plaatselijk gekwoteerd Prins Hendrikstraat, no. 13 (boven),
zulks voor eenen jaarlijkschen huurprijs van ƒ450 en verder op
de voorwaarden, bij het thans geldende contract omschreven.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot 011-
derhandsche verhuring van een huis in het Raadhuisstraatje.
De conclusie van dit voorstel luidt:
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
van Friesland aan Pieter Germenraad onderhands in huur af
te staan voor den tijd van een jaar, in te gaan den 12 Mei
1880, het huis plaatselijk bekend Raadhuisstraatje, no. 5,
tegen een huurprijs van 95, en verder op de door burge
meester en wethouders nader vast te stellen voorwaarden.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
haudschc verhuring van een perceel bouwland op Oldegalileën.
Dit voorstel strekt om te besluiten voorbehouden» goed
keuring van heeren gedeputeerde staten, met ingang van den
5 Maart 1880, voor den tijd één jaar onderhands in huur af
te staan aan Willem Beintema, gardenier te Leeuwarden, het
aan de gemeente behoorend perceel bouwland, gelegen op
Oldegalileën, ten kadaster bekend sectie F no. 1576, tegen
betaling eener huursom van ƒ180 en verder op de voorwaar
den voor het loopende huurjaar geldende, aangevuld op de
wijze als burgemeester en wethouders dienstig zullen achten.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verpachting der opkomsten van twee bruggen over
het Vliet.
Burgemeeester en wethouders stéllen hierbij voorde op
komsten van de ijzeren ophaalbrug over het Vliet en van de
Blaauwe brug onderhands voor den tijd van één jaar, in te
gaan 12 Mei e.k.te verpachten aan de tegenwoordige pach
ters B. Porte en S. Deerendszulks voor den thans bedon
gen pachtprijs en onder gelijke voorwaarden als voor den loo
penden pachttermijn zijn bepaald.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan den hulponderwijzer H. Voskuil.
De conclusie van dit voorstel luidt: aan Herman Voskuil,
eerste hulponderwijzer aan gemeenteschool no. 5 alhier, overeen
komstig zijn daartoe strekkend verzoek eervol ontslag uit ge
noemde zijne betrekking te verleenen, in te gaan den 15
Februarij 1880.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van magtiging tot het doen van af- en oversckrij-
ving op de schutterij-begrooting, dienst 1879.
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
Hierbij wordt voorgesteld: aan den schuttersraad alhier de
bij zijne missive van 15 Januarij 1880, no. 311, gevraagde
magtiging te verleenen, om van art. 11 der begrooting voor
de kosten van de schutterij, dienst 1879, af te schrijven een
bedrag van ƒ3.46 Vs tot versterking van art. 22 derzelfde be
grooting.
De stukken vermeld nos. 16 zijn ter visie gelegd, om in
eene volgende vergadering te worden behandeld.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een adres van het voorloopig bestuur der ver-
eeniging de Harmonie, om wijziging der voorwaarden, te ver
binden aan een ten behoeve der stichting van een Harmonie-
gebonvv te vestigen regt van opstal.
Wordt beslotenop dit voorstel te letten bij het heden aan
de orde te stellen voorstel tot het vestigen van bedoeld regt
van opstal.
8. De rekening en verantwoording der kamer van koop
handel en fabrieken alhier over 1879.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van
de heeren van Sloterdijek, van Eijsinga en Minnema Buma.
III. Wordt medegedeeld:
1. Dat bij 's Ivonings besluit, d.d. 20 December 1879, is
goedgekeurd de den 13 November j.l. vastgestelde verorde
ning tot heffing van leges.
2. Dat door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd 's raads
besluiten, d.d. 8 Januarij j.l., tot onderhandsche verhuring
van diverse vastigheden der gemeente.
3. Dat voor de leden ter inzage is nedergelegd het pro
ces verbaal van verificatie der gemeentekas op 19 Januarij j.l.
4. Dat voor de ten behoeve der stichting van het beurs-
waaggebouw aan te gane suppletoire geldleeninggroot
ƒ40,000 is ingeschreven:
ƒ21,000 a IOI1/2, ƒ49,000 a 101%, ƒ69,000 a 101, ƒ8000
a 100% ƒ10,000 a 100%, ƒ58,000 a 1001/410,000 a
100"Aƒ5000 a 100%, ƒ8000 a 100%6, ƒ8000 a 1007/16,
ƒ58,500 a 100%, ƒ6000 a 100^!64, ƒ10,000 a lOOi/ioo,
ƒ47,500 a 100, ƒ20,000 a 99, ƒ10,000 a 9827/gg, ƒ10,000
a 98 en ƒ6000 a 95 pet., en dat van deze inschrijvingen is
aangenomen ƒ21,000 ii 1011/2 en ƒ19,000 ii 101 pet.
5. Dat door burgermeester en wethouders is bepaald dat
de verkiezing van een lid van den raad ter vervanging van
den heer J. J. Kuipers, die als zoodanig zijn ontslag heeft
ingezonden, zal plaats hebben op 10 Februarij e.k., in ver
band waarmede straks aan de orde zal worden gesteld de be
noeming van leden der stembureaux.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1. Voorstel ran burgemeester en wethouders tot onderhand-
sche verhuring der woning boven de gemeenteschool no. 8.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform
de conclusie van het voorstel beslotenvoorbehoudens goed
keuring van heeren gedeputeerde staten aan den heer G. Ro
ker, hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool no. 4, onder
hands te verhuren voor den tijd van drie jaren, ingaande den
12 Mei 1880, de woning boven de gemeenteschool 110. 8,
plaatselijk gekwoteerd bij de Put 110. 17, en zulks tegen een
jaarlijkschen huurprijs van ƒ225 en verder op de bestaande
of nader door burgemeester en wethouders vast te stellen be
palingen.