lllStè1 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 8 Julij 1880. 71 Vergadering van Donderdag 8 Julij 1880. Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren TroelstraBakkerKijmmell en van Eijsingade beide laatsten met kennisgeving. Voorzitter: de heer mr. W. J. van Weideren baron Rengers. I. De notulen van de vorige op 24 Junij j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt: 1Het rapport eener raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening vau het nieuwe stads weeshuis over 1879. De commissie stelt hierbij voorom a. de rekening van ontvangst en uitgaaf van het nieuwe stads weeshuis, over het jaar 1879, goed te keuren, in ontvang ad ƒ28,471.83 uitgaaf 24,226.33 en een saldo 4,245.50 b. Heeren voogden van bedoeld gesticht hiervan kennis te geven onder dankzegging voor hun naauwkeurig beheer en onder mededeeling van eene in het rapport vervatte op merking. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders betref fende de benoeming van een tijdelijk leeraar aan het gymnasium. Wordt besloten: het onder no. 1 vermelde voorstel ter visie te leggen om het in eene volgende vergadering te be handelen en het voorstelvermeld no. 2nog heden in be handeling te nemen. III. Wordt medegedeeld dat de jaarlijks van gemeente wege gegeven wordende harddraverij zal plaats hebben op Maandag den 19 Julij e. k.wordende de leden tot bijwo ning er van uitgenoodigd. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders betrekkelijk liet toekennen eener gratificatie aan mej. A. M. v. d. Veengeb. Kahleervol ontslagen medehelpster aan gemeenteschool no. 7. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan mej. A. M. v. d. Veen, geb. Kahl, eervol ontslagen me dehelpster bij het onderwijs in vrouwelijke handwerken aan gemeenteschool no. 7 over het tijdvak van 1 Julij tot uit. December 1880 eene gratificatie toe te kennen ten bedrage van ƒ50. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van mej. WC. Wijnmalen om eervol ontslag als hulponder wijzeres aan gemeenteschool no. 3. Conform de conclusie van dit voorstel wordt zonder dis cussie en hoofdelijke stemming beslotenaan mej. W. C. Wijnmalen hulp onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3 al hier eervol ontslag uit hare betrekking te verleenenin te gaan den 1 Augustus 1880. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van den hulponderwijzer B. F. Bersmaom eervol ontslag uit zijne betrekking aan gemeenteschool no. 1. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten het gevraagd eervol ontslag te verleenen en wel met ingang van 1 Augustus 1880. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een adres van den heer S. E. Oudschans-Dentzom con cessie voor den aanleg eener drinkwaterleiding in deze gemeente. Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant. De conclusie van dit voorstel, opgenomen in bijlage no. 2 van het verslag der handelingen van den gemeenteraad over 1880luidt aan den heer S. E. Oudschans-Dentz op zijn adres, d.d. 18 Mei 1.1., te berigten, dat de raad genegen is met hem in overleg te treden over den steun, welke van wege de ge meente, aan eene eventueel door hem te leggen waterleiding zal worden verleendzoodra hij een in détails uitgewerkt plan van zoodanige waterleiding met naauwkeurige opgaven aan gaande de prise d'eau en het te verkrijgen watergehalte in verschillende saizoenen en bij verschillende waterstandenaan den raad zal hebben overgelegd. Alvorens de beraadslagingen over dit voorstel geopend wor den, zegt de heer Suringar dat hij, indien de vergadering kan besluiten dit voorstel in behandeling te nemen, eene kleine wijziging der conclusie zal voorstellen. Vooraf zou hij echter gaarne willen worden ingelicht of de vorige aanvraag om concessie voor den aanleg en de exploitatie eener drink waterleiding binnen deze gemeenteingediend door de heeren M. J. Baart de la Faille en S. E. Oudschans-Denz geheel is afgeloopen. De V oorzitter beschouwt de vorige door den heer Surin gar bedoelde aanvraag als geheel afgeloopen en vervallen vooral ook, omdat een der daarbij betrokken personen thans eene nieuwe aanvraag heeft ingediend. Wel is tot dusver van de intrekking der vroegere aanvraag geen officieel berigt ontvangen bij het gemeentebestuurmaar zoowel het zoo even door hem bedoelde feit, als de omstandigheid, dat in langen tijd geen teeken van leven werd vernomen, gevoegd bij de bekendheid dat de combinatie der heeren de la Faille en Oudschans-Dentz is ontbonden is van het feitelijk vervallen dier aanvraag genoegzaam bewijs. Hij gelooft dan ook, dat des verlangd eene des betreffende verklaring door belangheb benden volgaarne zou worden afgegeven. De heer Duparc ofschoon erkennende dat het moeijelijk is op dezen oogenblik den juisten stand der vroegere aanvraag aan te gevenmeent dat de zaak toen iets anders was dan nu. Bedriegt zijn geheugen hem nietdan had men toen niet te doen met een aanvraag om concessie, direct gerigt aan het gemeentebestuur, maar met een verzoek om advies op eene aan de regering gerigte aanvraag om concessie. De Voorzitter kan niet in allen deele het door den heer Duparc gesprokene beamen. Immers behalve dat het gemeen tebestuur door den minister over de door de heeren de la Faille en Oudschans-Dentz ingediende aanvraag om concessie voor eene waterleiding werd gehoordzijn er toch ook door dezen directe onderhandelingen met het gemeentebestuur aan geknoopt, getuige o. a. de ontwerp overeenkomst welke indertijd door burgemeester en wethouders ter zake is aangeboden. Doch hoe dit ook zij spreker gelooft niet dat de vroegere aanvraag een bezwaar kan zijn om het thans aan de orde ge steld voorstel in behandeling te nemen. De heer Suringar hierna voor de bekomen inlichting dank hebbende gezegdworden de algemeene beraadslagingen geopend. De heer Bruinsma ofschoon erkennende tot het voorstel te hebben medegewerktzal toch aarzelen zijne stem daaraan te geven. Hij heeft 2 punten van bezwaar. Het eerste punt betreft het feitdat de aanvrager bij het doen der aanvraag zoo op zich zelf staat. Hij toch deelde mede, dat de aanvraag IX

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1880 | | pagina 1