Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den«4^July 1880.
burgemeester en wethouders tot conversie van gemeenteschuld
is afgeloopen en dat tot rapporteurs zijn benoemd de heeren
Troelstra v. Sloterdijck en Plantenga
2. dat voor de leden ter visie is gelegd het proces-verbaal
van de op 13 Julij 1880 plaats gehad hebbende kas-verificatie
Eene dankbetuiging van mej. v. d. VeenKahlvoor
d> haar als eervol ontslagen medehelpster bij het onderwijs
in de vrouwelijke handwerken aan gemeenteschool no. 7 toe
gekende gratificatie.
Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Rapport eener raadscommissie over de rekening en ver-
ar'"-oor ding wegens het nieuwe stads weeshuisdienst 1879.
Het voorstel der commissie strekt om
1 de rekening van ontvangst en uitgaaf van het nieuwe
stads weeshuis over het jaar 1879 goed te keuren in
ontvang ad ƒ28,471.83
uitgaaf 24,226.33
en met een saldo 4,245.50
2 heeren voogden van bedoeld gesticht hiervan kennis
te geven onder dankzegging voor hun naauwkeurig beheer
e: voorts onder mededeeling van eene in het rapport ver
vatte opmerking.
De Voorzitter geeft in overweging om het laatste ge
deelte van punt 2 der conclusie weg te laten. Ofschoon de
daarbij bedoelde opmerking geheel teregt iskomt het hem
toch beter voorhaar niet officieel aan het weeshuisbestuur
kenbaar te makenmaar burgemeester en wethouders uit te
üoodigen onderhands te bevorderen dat de begane onwille
keurige omissiewaarop de opmerking doeltnl. de niet
v: 'doende kwitering van een der nota'sworde hersteld.
Nadat dienovereenkomstig was besloten wordt de door de
commissie voorgestelde conclusiewat onderdeel 2 betreft,
gewijzigd als bovenbedoeld, zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De Voorzitter, het noodig achtende eene vergadering met
gesloten deuren te houden, heft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij herofjening dezer zitting wordt overgegaan tot
2. Benoeming van eene hulponderwijzer es aan gemeenteschool
no. 3.
Op de ten dezen overgelegde voordragt komen voor:
1. Uilkjen Huizinga te Franeker,
2. IJbeltje Camstra Sexbierum
3. Janke Romein Leeuwarden.
De uitslag der gehouden stemming isdat laatstgenoemde
met 11 van de 17 stemmen tot de bovengemelde betrekking-
wordt benoemd. Op de beide andere voorgedragenen werden
ieder 3 stemmen uitgebragt.
3. Benoeming van een'' hulponderwijzer aan gemeenteschool
no. 1.
De voor deze benoeming ingediende voordragt luidt als volgt
1. Siebe Koopmans te Franeker,
2. Cornelis Heidstra te Eestrum
3. Dirk Postma te Wartena.
Eerstgenoemde wordt met algemeene (17) stemmen tot de
bovenvermelde betrekking benoemd.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- j
nen van een crediet ten behoeve der plegtige opening van het
hears- en waaggebouw.
De conclusie van dit voorstel luidt
ten behoeve van het uitloven van premiën voor de belang
rijkste aanvoeren van zuivel en landbouwproductenbij de
opening van het beurs- en waaggebouw in deze gemeente
en voor het houden van feestelijkheden bij die gelegenheid
uit de gemeentekas beschikbaar te stellen eene som van
hoogstens f 1500.
Met goedvinden der vergadering wordt tot dadelijke be
handeling van dit voorstel besloten.
De heer MinilGma Buma zou gaarne eenige inlichting
van het dagelijkscli bestuur omtrent dit voorstel ontvangen.
Het is hem niet regt duidelijkwat het doel dezer zaak is.
Men wil premiën uitloven voor de belangrijkste aanvoeren
van zuivel en landbouwproductendat heeft hij begrepen
maar niet heeft hij kunnen vatten of met die aanvoeren wor
den bedoelddiewelke zullen plaats hebben alleen op den
dag der opening of de zoodanigewelke bij voortduring b.v.
gedurende een jaar zullen geschieden. Is het eerste het ge
val dan zal z. i. het doeldat men beoogt niet worden be
reikt. Wel zal men dan de eerste keer vrij zeker groote
aanvoeren krijgenmaar niet bij voortduring.
Spr. kan niet inzien, dat dergelijke wijze van handelen
veel nut zou sorteren.
Ook zou het hem aangenaam zijn nog eenige mededeeling
te ontvangen omtrent de feestelijkheden waarvan wel in de
conclusiemaar niet in de prtemissen van het voorstel wordt
gesproken. Welk bedrag wil men b. v. voor die feestelijkheden
bestedenwil men daarvoor bestemmen de helft van het
voorgesteld bedrag dan wel grooter of kleiner gedeelte
De heer van Sloterdijck moet niettegenstaande de gering
heid van het door burgemeester en wethouders aangevraagd
crediettoch bezwaar maken om zijne stem aan het voorstel
te geven. Men wil eenige feestelijkheden bij de openstelling
van het beurs-waaggebouw maar het komt hem voor, dat voor
de gemeente geene bijzondere aanleiding tot feestvieren bestaat.
De gemeente doet z. i. al weldat ze een gebouw als het
hierbedoelde heeft gesticht en het wil open stellen, voor ieder,
die er gebruik van wenscht te maken. Hij meentdat lokt
de openstelling eene feestelijke stemming uit, het is bij hen
die van liet gebouw gebruik zullen maken. De Friesche
maatschappij van landbouw b. v. of wel de kamer van koop
handel zou z. i. in dezen moeten optredenindien zezooals
gezegd wordtfeestviering noodzakelijk rekenen. De gemeente
behoort geen gelden meer te besteden om het gebouw, waarvan
de kostbare stichting steeds van zoo groot belang voor den
handel werd genoemd, bezocht te krijgen. Wel geldt het hier
een klein bedragmaar spr. let op liet beginsel. Hij is het
overigens met den vorigen spreker eensdat het uitloven van
premiën voor de grootste aanvoeren op den dag der openstel
ling mogelijk wel eenigen invloed zal hebben voor dien dag,
maar niet of wel een weinig oj) den voortdurenden aanvoer.
De heer Duparc zegtdat de geachte laatste spreker teregt
heeft opgemerktdat het beurs-waaggebouw gesticht is in het
belang van den handeldoch spr. gelooftdatware bij die
stichting ook niet het gemeentebelang betrokken, de raad zeker
er niet toe zou hebben besloten. Dit laatste belang is hier
echter wel degelijk aanwezig; tal van handelarenja misschien
wel de meestenzijn zelfs geen Leeuwardersmaar wonen
elders. De gemeente echter heeft er belang bijdat hier
handel wordt gedreven. Spr. vindt dan ook de door burge
2 2-
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, vttn Jeu Julij 1880.
79
meester en wethouders bijgebragte redenen voor eene feeste
lijke openstelling rationeel. Hij wil ook nog wijzen op een
antecedentnl. de openstelling der nieuwe veemarkt. Ook deze
heeft op feestelijke wijze plaats gehad waarbij o. a. de raad
tegenwoordig wasmede om geen andere redendan omdat
het gemeentebelang bij die inrigting betrokken werd geoordeeld.
De laatste spr. had gewild dat het initiatief in dezen van de
maatschappij van landbouw of de kamer van koophandel ware
uitgegaan. De genoemde maatschappij moge daartoe fondsen
bezittenmet de kamer van koophandel is dit in allen gevalle
niet zoo. Zij moet, als ware het, geheel leven van hare jaar-
lijksche toelage uit de gemeentekas van 250. Spr. consta
teert echterzooals uit de stukken kan worden geziendat
er tusschen burgemeester en wethouders en beide bedoelde
ligchamen omtrent de feestviering overleg heeft plaats gehad
en geheele overeenstemming bestaat.
De heer Dirks zal niet in eene herhaling treden van het
geen de heer Duparc zooeven heeft gesproken. Alleen wil hij
nog iets toevoegen aan de beweringdat de openstelling van
het beurs-waaggebouw gelijk is te stellen met die der nieuwe
veemarkt. Spr. gelooftdat voor eenige feestelijkheid bij de
eerste opening nog meer aanleiding bestaat, dan bij de laatste.
Bij de laatste toch was het alleen maar eene terrein-verplaat
sing terwijl ook eene bepaalde openstelling noodig was om
met de nieuwe marktgeld-heffing een begin te kunnen maken.
De openstelling van het beurs-waaggebouw is echter meer als
eene heugelijke gebeurtenis aan te. merken. Het is een feit,
dat eerst na een strijd van 70ja volgens een in* ons bezit
zijn'd belangrijk werk van nog meer jaren is voldongen. Als
zoodanig bestaat er voor eenige feestviering wel degelijk aan
leiding. Wat overigens betreft de uitloving van premiën voor
de grootste of beste aanvoerenspr. gelooft dat de hande
laren ook zonder deze wel zoo wijs zullen zijn om van het ten
hunnen behoeve beschikbaar te stellen uitstekend gebouw ge
bruik te maken. Niemand beter dan zij zullen begrijpen dat
zulk eene goede gelegenheid om zamen te zijn en te handelen
veel waard is en dat daarwaar het meest kooplieden zijn
het best handel is te drijven. „Waar de kooplui zijn daar is
de negotie".
De Voorzitter sluit zich in hoofdzaak aan bij hetgeen
door den heer Duparc is gezegd en gelooftdat het een
ongunstigen indruk zou gevenindien niet van wege het ge
meentebestuur eenige belangstelling in de feestelijke inwij
ding van het beurs- en waaggebouw werd betoond zoodat
hij het verleenen van eenige gelden tot dat doel volstrekt
geene nuttelooze uitgave acht.
Niemand verder het woord verlangendewordt het vooiv
stel in stemming gebragt en met 13 tegen 4 stemmendie
van de heeren van SloterdijckSuringarPlantenga en van
Harinxma thoe Slooten conform de conclusie er van be
sloten.
Niets verder te behandelen zijnde sluit de. voorzitter de
vergadering.