Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 5 Augustus 1880.
den: daaronder niet begrepen die ten behoeve der gasfabriek."
Art. 9 te lezen als volgt:
Op deze leening vindt jaarlijks aflossing plaats, te beginnen
met het jaar 1881met een minimum van twee percent van haar
bedrag. De raad regelt verder het bedrag der af te lossen som.
In art. 10, 2e alinea, achter het woord dagbladen" te
laten volgen: alsmede in twee te Amsterdam of elders ver
schijnende effectenbladen."
Aan het plan toe te voegen het volgend artikel 12:
De obligation en coupons, welke niet binnen vijf jaren na
den termijn van aflossing en verschijning zijn aangeboden,
worden na dien tijd niet meer voldaan, maar vervallen ten
voordeele der gemeente Leeuwarden.
2. Goed te keuren het aangeboden ontwerp-besluit tot
wijziging der gemeente-begrootingdienst 1880, nadat daarin
de volgende veranderingen zullen zijn gebragt:
o. hoofdstuk V, afd. I, art. 3 der inkomsten: voor het
cijfer ƒ509,000 te stellenƒ660,000 en het totaal dier af-
deeling te bepalen op ƒ746,000.
Het totaal van dat hoofdstuk vast te stellen op ƒ750,520
en het totaal der inkomsten op 1,374,444.45 Vs
b. hoofdstuk VIII, afd. I, art. 5 der uitgaven, de buiten
gewone aflossing van schuld door conversie in plaats van op
462,000 te bepalen op ƒ619,000. Het totaal dier afdeeling
te bepalen op ƒ729,745 en het totaal van hoofdstuk VIII
oj» 733,453. Voorts het totaal der uitgaven vast te stellen
op ƒ1,374,430.70 en eindelijk de balans te bepalen als volgt
Inkomsten 1,374,444.45 Va
Uitgaven 1,374,430.70
Waarschijnlijk saldo 13.75 Va
De Voorzitter deelt mede, dat, ofschoon zoowel het
voorstel van burgemeester en wethouders zelve, als het daar
omtrent ingekomen verslag van het sectieonderzoek voor als
nog niet in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelin
gen is kunnen worden opgenomen, den leden toch voor eenige
dagen een exemplaar van beiden in druk is toegezonden. In
verband hiermede is hij van meening, dat er bij de verga
dering wel geen bezwaar zal bestaan om thans tot behande
ling der gedane voorstellen over te gaan.
Geene bedenkingen tegen dadelijke behandeling geopperd
zijnde, worden de algemeene beraadslagingen geopend.
Niemand echter over de algemeene strekking van het voor
stel het woord verlangendekomen in behandeling de ver
schillende hiervoren vermelde voorstellen vervat in het ver
slag van rapporteurs en wel allereerst dat, gedaan bij punt 1,
onderdeel a, luidende:
1. aan te nemen het voorstel van burgemeester en wet
houders tot conversie van een gedeelte der gemeenteschuld
me!: het daarbij gevoegde plan van geldleening, echter met
de volgende wijzigingen:
c. wat het voorstel betreft: in sub 1 te roijeren de woor
den: „daaronder niet begrepen die ten behoeve der gasfa
briek", in sub 2 voor het cijfer 900,000 te lezen 1,065,000.
De heer BlO0mbergen heeft in het algemeen met genoe
gen van het verslag der commissie van rapporteurs kennis
genomenvooral ookomdat de opmerkingen der commissie
zich slechts bepalen tot een paar hoofdpuntenwaarvan dit
thans aan de ordehet eerste is. Hij kan echter niet ont
veinzen dat het hem leed doetdat de commissie op dit
punt niet is kunnen meegaan met het voorstel van burge
meester en wethouders en gemeend heeftdat de motieven
doo het collegie voor de hier bedoelde uitzondering bijgebragt,
I niet voldoende zijn. Voorts bevreemdt het hemdat de com-
I missie van oordeel schijnt te zijn geweestdatal wenschte
men nu niet de schuld der gasfabriek in de algemeene con
versie te begrijpentoch al dadelijk een voorstel zou belmo
ren te zijn gedaan tot afzonderlijke conversie van die schuld.
Immersop pag. 4 van het verslag wordt na de aanhaling
van het beweren van burgemeester en wethoudersom de
omzetting der 5 pet. schuld van de gasfabriek niet te doen
zamengaan met de conversie der overige met name genoemde
5 pet. schulden, het volgende gelezen: „Al wordt die mee
ning gedeelddan rijst echter nog de vraagwaarom toch
niet voorgesteld ook die schuld afzonderlijk te converteeren".
Spr. moet opmerkendat het antwoord op deze vraag z. i.
voldoende wordt gegeven in het voorstel van burgemeester
en wethouders. Daarin wordt immers toch gelezendat het
collegie de schuld der gasfabriek zeer vatbaar voor conversie
achtmaar dat het zijns inziens niet verkieslijk is die om
zetting te doen zamengaan met de conversie der overige 5 pet.
gemeenteschuldenmaar ze daarvan afgescheiden te houden
m. a. w. men wil eerst afwachten het resultaat der conversie
van de algemeene schuldom daarna te beoordeelen in hoe
verre eene conversie ook van de gasfabriek-schuld wenschelijk
is en zoo jaop welke wijze die conversie moet worden be
vorderd of daarin misschien ook de 4y2 pet. schuld der fa
briek moet worden opgenomen.
Wat overigens betreft het denkbeeld der commissie om de
5 pet. schuld der gasfabriek te begrijpen in de algemeene
conversie, het doet spr. hij moet het herhalen leed
dat de desbetreffende motieven van burgemeester en wethou
ders niet voldoende zijn geacht. Hij wil erkennen, die mo
tieven zijn niet ampel uiteengezet; doch het collegie onthield
zich daarvan, meenende, dat het denkbeeld, dat men hier te
doen heeft met eene schuld, tot een bijzonder doel aange
gaan, ten behoeve eener inrigting van industriëlen aard, ten
aanzien van welker beheer bijzondere regelen van comptabi
liteit in acht dienen te worden genomengenoegzamen door
slag zou hebben gegevenom zijn voorstel ingang te doen
vinden. Waar echter blijkt, dat dit niet het geval is, wil
spr. er uog op wijzen, dat de schuld der gasfabriek steeds
als eene afzonderlijke schuld is beschouwd. Men had daar
voor afzonderlijke posten op de begrooting tot hoeding van
rente en aflossing. Ook is bij de plans der leeningen
bepaalddat speciaal de opkomsten der fabriek zullen strek
ken tot betaling der rente en aflossing. Spr. gelooftdat
het wenschelijk isdit ook voor het vervolg zoo te houden.
Hij wil kermnei en den loop der inrigting, vooral wat de laatste
jaren betreftwat heeft men gezien ditdat door eene za-
menloop van gunstige omstandigheden en zonder dat er met
regt sprake kon zijn van eenige bezwaring der gasverbruikers,
de fabriek zeer productief is geweest. Die productiviteit heeft
er toe geleid dat niet alleen behoorlijk rente van het door
de fabriek vertegenwoordigd kapitaal kon worden en is genoten,
maar ook datalthans een groot deel er van de meerdere
productie is aangewend tot delging der schuld die ten behoeve
der overnamevernieuwing en uitbreiding der fabriek
door de gemeente moest worden aangegaan. Dit laatste
komt spr. ook zeer verdedigbaar voorvoor zoover de
fabriek gunstige tijden beleeft, kan men z. i. niet beter
doendan om de in die tijden verkregen meerdere op
brengst te doen strekken tot vermindering dier schuld. Men
moet toch niet vergeten, dat bij eene fabriek van dien aard
niet altijd op even gunstige uitkomsten valt te rekenen.
De ervaring van vroeger heeft het geleerd, hoe in der tijd
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 5 Augustus 1880.
88
het stijgen van den prijs der steenkolen ongunstigen invloed
Oefende en zelfs de noodzakelijkheid medebragt voor eenigen
tijd den gasprijs te verlioogen, ten einde de uitgaven te kun
nen dekken en tegemoet te komen aan de belangrijke af
schrijvingen die er op de kapitaal-rekening der fabriek, we
gens amotie der vroegere gebouwen en werktuigen, moesten
plaats vinden. Bovendien staat de tabriek aan gedurige ver
mindering in kapitaals-waarde en verlies van opkomsten bloot,
hetzij door meerdere toepassing van het electrisch licht, hetzij
door nieuwe uitvindingen voor de bereiding van lichtgasin
het klein en voor eigen huiselijk gebruik. Zij is onderhevig
aan dagelijksche slijtagie en afhankelijk vau bijzondere om
standigheden, die men niet altijd in zijne magt heeft te be
strijden. Belangrijke reparatie kan noodig worden, waarvoor
men casu que eene nieuwe geldleening zou moeten aangaan.
Er zou eene explosie kunnen plaats hebben, iets waartegen
de fabriek niet is kunnen worden verzekerd. Wel is zij ver
zekerd schoon met moeite tegen explosie wanneer deze
brand teweeg brengt, maar niet tegen eene ontploffing, zon
der dat zij brand tengevolge heeft, noch ook tegen be
schadiging van anderen aard, b. v. door storm of onweer.
Hadden dus ongevallen als laatstelijk bedoeld plaats(en dat
zulks kan gebeurengetuige de ervaring ten aauzien der
vroegere fabriek opgedaantoen de voorgevel van dezen door
zwaren- storm instortte en in zijn val eene aanmerkelijke be
schadiging van de werktuigen in het inwendige van deze te
weeg bragt) dan zou men tot eene aanmerkelijke reparatie
gedwongen zijn en zou dit onverhoopte geval bepaald leiden
tot het creeeren van nieuwe schuld. Bovendien staat de
fabriek naar gelang van toename der bevolking en de voor
komende meerdere behoefte aan verlichtingbloot aan de
noodzakelijkheid van belangrijke uitbreidingwaarvan natuur
lijk ook al weder nieuwe schuld het gevolg zou zijn. Met
het oog op een en ander meent spr. dat het gebiedend nood
zakelijk isom van de ruime inkomsten die de gasfabriek
onder gunstige omstandigheden mogt opleverenook een ruim
gebruik te maken tot aflossing van ten haren behoeve aan
gegane schuld, zoo als dan ook in de laatste jaren is geschied,
toen men meestal telken jare meer dan het verpligt bedrag
ja in de beide laatste jaren telkens in 't geheel eene som
van ƒ15,000 op de 5 pet. schuld afloste. Bestaat voor zoo
danige ruime aflossing gelegenheiddan dient men daarvan
ook naastelijk gebruik te makenmet het oog op minder
gunstige tijden en de noodzakelijkheid van belangrijke ver
nieuwing of verbetering. Niet moet men eene ruime aflossing
bemoeijelijken en dat zal men, wanneer men de schuld der fabriek
voor de conversie zamenvat met de overige gemeenteschuld
waarvoor men eene percentsgewijze aflossing wil, die de geheele
kwijting over een vijftigtal jaren verdeelt. Die aflossing zou
dan natuurlijk ook op de schuld der gasfabriek worden toegepast.
Maar bovendien, zegt spr., wanneer men de schuld der ge
meente ten behoeve der gasfabriek aangegaanafzonderlijk
tracht om te zettenzal men dit op veel voordeeliger voet
kunnen doen dan wanneer men ze met die der overige schuld
doet zamengaan, juist omdat men eene veel ruimere som voor
aflossing kan bestemmendie aflossing over korteren tijd kan
verdeelen en zoodoende tegen gunstiger koers de daartoe aan
te gane nieuwe leening zal kunnen plaatsen. Immers, aange
nomen dat de loop van zaken ten opzigte der fabriek nog
eens 10 jaar dezelfde mogt blijven als in de laatste jaren, dan
zal na verloop van dat tijdvak de geheele 5 pet. schuld der
fabriek bijna kunnen zijn gedelgd. Waar zoodanig uitzigt
bestaat acht spr. het niet geraden de voor de conversie drie
schuld benoodigde som tegen gelijken koers op te nemen als
voor de overige. Men vergete niet dat wil men eene 4 pet.
leening voor de conversie der gezamenlijke schuldmet in
begrip van die ten behoeve der gasfabriek aangegaan sluiten
om die binnen 50 jaren af te lossenmen alligt zich de
plaatsing dier leening tegen enkele procenten beneden pari
zal moeten laten welgevallen en dat naar rato dier lagere
koers de af te lossen som zal stijgenzoodat, aangenomen dat
men de leening tegen een gemiddelde koers van 95 proc. mogt
aangaan, ook het bedrag der 5 pet. schuld ten behoeve der
gasfabriek bestaande, nu bedragende 157,000 met ongeveer
5 pet. zou vermeerderd worden tot een af te lossen som van
ongeveer 165,000welke vermeerdering over 10 jaren om
geslagen tegenover 1 pet. voordeel op de jaarlijks te betalen rente,
Va procent nadeel op het af te lossen bedrag zou met zich brengen.
Spr. stelt'zich voor, dat bij de beoordeeling eener conver
sie der 5 pet. schuld ten behoeve van de gasfabriek, de vraag
zal moeten worden overwogen hoe of liever in welk fonds
zal men die schuld converteerenin een 4 pet. of wel in een
4Va pet. Was vooruit te zien, dat men bij een 4 pet. fonds
geen hooger inschrijving zou kunnen bedingen dan 95 pet.,
spr. voor zich zou dan een 4Va pet. fonds prefereren, wijl
men dan gerust kan rekenen op inschrijvingen a pari of wel
zelfs hooger. Maar ook al wil men eene conversie in een
4 pet. fonds, dan zou hij willen beginnen met a pari de
vereischte som te vragen, daarbij uitzigt gevende, dat de schuld
binnen 10 of 15 jaar zal worden afgelost, in welk geval de
omzetting dezer schuld alligt veel gunstiger resultaat zal op
leveren dan wanneer men ze met die der overige gemeente
schuld doet zamengaan.
Wel weet spr., dat hiertegen door de commissie de in de
sectiën geopperde meening is aangevjoerddathoe grooter
het te converteren bedrag isdes te meer kans van slagen
men heeft en dat men een gunstiger uitslag mag verwachten
bij aanvraag van een groot kapitaal dan van een klein, maar
spr. meent dat dit argument in dezen niet opgaat. Wanneer
men beweert, dat de a 4 pet. aan te gane leening tot con
versie de gemeenteschuld niet over eene te kleine som moet
loopenbrengt dit toch niet mede, dat men eene zoo groot
mogelijke som moet nemen. Eene som van 900,000 is zeker
wel genoegzaam om op grond daarvan eene goede deelneming
te mogen verwachten. Mogt men hiertegen willen aanvoeren,
dat dan toch het voor de gasfabriek te converteren bedrag te
klein zal zijndan meent spr. daartegen te moeten opmerken,
dat men voor die conversie geheel andere in opzigt tot den
termijn van aflossing meer gunstige voorwaarden zal kunnen
stellen, omdat de bronnen voor de aflossing dier schuld tot
dusver mildelijk vloeiden en er geen bijzondere reden bestaat,
die zou kunnen doen vermoedendat dit in het vervolg in
veel mindere mate het geval zal zijn.
I11 verband met een en ander is spr. werkelijk van mee
ning, dat dit voorstel van rapporteurs niet behoort te worden
aangenomenmaar dat men zich liever bepalen moet tot dat van
burgemeester en wethouders, om de conversie alleen uit te strek
ken tot die leeningenwelke daarin met name zijn genoemd.
Waar het voorstel der commissie van rapporteurs is, om
de 5 pet. schuld der gasfabriek wel in de conversie te be
grijpen en bij verwerping daarvan zeker het voorstel van
burgemeester en wethouders om die schuld niet ouder het te
converteren bedrag op te nemenin stemming zal worden
gebragtzal spr. de keus aan 's raads beslissing overlaten en
meent hij zich van een amendement op het voorstel der com
missie te kunnen onthouden.