n
I
i
i
regelen, welke hij noodig acht tot redding en behoud van j
de aanwezige stukken en voorwerpen.
Art. 10. Hij behoeft verlof van den secretarisom zich i
van één tot en met drie dagen, van burgemeester en wethou
ders om zich langer dan drie dagen buiten de gemeente op
te houden.
Art. 11. Het gemeentebestuur of commissiën uit zijn mid- 1
den dient hij van berigt en advies omtrent de in zijne handen
gestelde stukkendie uit het archief toelichting vereischen.
Afschriften van in het archief aanwezige stukken mogen
door hem niet aan particulieren worden afgegeven dan met
voorkennis en onder goedkeuring van den secretaris.
Originele stukken worden door hem niet aan particulieren
afgegevendan met schriftelijke toestemming van den burge
meester en tegen een bewijs van ontvangdat bij hem in
bewaring blijft tot de terugontvangst der stukken.
Art. 12. De archivaris zorgt voor de naleving van de be
staande of nader vast te stellen bepalingen omtrent het ge
bruik van de gemeentelijke bibliotheek en het archief.
Art. 13. Hij geeft jaarlijks in de maand January aan
den secretaris een uitvoerig en beredeneerd verslag van den
toestand van het archief.
Art. 14. Deze instructie kan ten allentijde worden gewij
zigd of door eene andere vervangen.
Niets verder te behandelen zijnde, wordt de vergadering
door den Voorzitter gesloten.
5
1!r
i
ma.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 25 November 1880. 147
Vergadering van Donderdag 25 November 1880.
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heer Hommesmet kennisgeving.
Voorzitter: de heer mr. W. J. v. Weideren baron Rengers.
I. Wordt overgegaan tot installatie van het nieuw benoemd
lid van den raadden heer II. Beucker Andreoe.
De benoemdedoor den secretaris ter vergadering geleid
legt achtereenvolgend af de eedenvoorgeschreven bij art.
83 der grond- en art. 39 der gemeentewet.
De Voorzitter wenscht daarna den beëedigde geluk met
zijne intrede in deze vergadering. Hij en zeker allen die
den heer Andre® in zijne vroegere betrekking, waarin
hij in uaauw verband tot de gemeente stond, hebben leeren
kennen, zullen hem zeker hier thans met genoegen zien zit
ting nemen en met spreker de hoop koesteren dat dezelfde
ijver en dezelfde naauwgezetheid welke hem vroeger als ge
meente-ambtenaar kenmerkten ook nu in den nieuwen werk
kring toepassing zullen vinden.
Hierna neemt de heer Andrea? op de voor hem bestemde
plaats zitting.
II. De notulen van de vorige op 11 November j.l. gehou
den zitting worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. het rapport der raadscommissie, belast geweest met het
onderzoek der begrooting van administratiekosten der stads
bank van leening, dienst 1881.
De commissie stelt hierbij voor voornoemde begrooting goed
te keuren tot een bedrag van ƒ5970;
2. een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van W. Beintemaop op nieuw voor één jaar te hu
ren een perceel bouwland op Oldegalileën.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voorvoorbe
houdens goedkeuring van heeren ged. staten, met ingang van
den 5 Maart 1881 voor den tijd van één jaar onderhands
in huur af te staan aan Willem Beintemagardenier te Leeu
warden het aan de gemeente behoorend perceel bouwland
gelegen op Oldegalileënten kadaster bekend sectie F no.
1576, tegen betaling eener huursom van ƒ180 en verder op
de voorwaarden voor het loopende huurjaar geldendeaan
gevuld op de wijze als burgemeester en wethouders dienstig
zullen achten
3. een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van E. van Zuylen om op nieuwvoor één jaarte
huren een plek grond in de St. Anthonystraat.
De conclusie van dit voorstel luidt: voorbehoudens goed
keuring van heeren ged. staten aan Engelbert van Zuylen
tuinier te Leeuwarden onderhands in huur af te staan een
plek gemeentegrondgelegen ten westen van de St. Antho-
nijstraat te Leeuwardenin sectie C no. 842, ter grootte van
329% Ca., voor den tijd van een jaar, in te gaan den 12
Mei 1881 en znlks voor eene som van 50 en verder op de
voorwaarden van het thans loopende huurcontract, onder toe
voeging daaraan van de bepaling dat de huurder verpligt is
afstand te doen van het gehuurde binnen drie maanden na
schriftelijke opzegging van burgemeester en wethoudersin
welk geval de huursom in verhouding tot den werkelijken
huurtijd zal worden berekend en van den huurder gevorderd.
4. Een voorstel van burgemeester en wethouders om voor
Bijvoegsel, behoorende bij de Leeuwarder Courant.
de gemeente van F. Boonstra te huren eene strook grond aan
de Potmarge, voor den opslag van slataarde enz.
Dit voorstel strekt om voor het tijdvak van 1 Januarij 1881
tot den 5 Maart 1886 onderhands te huren van Feike Boon
stra, landbouwer alhier, eene strook grond, gelegen langs de
Potmarge, ter oppervlakte van ongeveer 22 are, deel
makende van het perceel weiland ten kadaster bekend ge
meente Huizumin sectie B no. 44ten einde dat terrein te
bestemmen tot bergplaats van slataarde, puin enz. en zulks
tegen eene huursom, berekend naar 50 in het jaar, met
bepaling dat die strook grond van het overige perceel wei
land door en ten koste dezer gemeente zal worden afgeschei
den door eene schutting of palisaderingten genoegen van
den verhuurder en verder onder voorwaarden door burge
meester en wethouders vast te stellen.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van het bestuur van het Friesch genootschap voor geschied-,
oudheid en taalkunde om ten behoeve van het museum van
oudheden eenige voorwerpen in bruikleen te willen afstaan.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor: Hun col-
legie te magtigen om aan het Friesch genootschap van ge
schied-, oudheid en taalkunde te Leeuwarden in bruikleen
onder inventaris af te staanvier schilderstukkenafkomstig
uit het vroegere waaggebouw en twee paar op de archiefka
mer aanwezige schandsteenen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van dr. J. M. Baart de la Faille om eervol ontslag als lid
der commissie over het stads ziekenhuis.
Dit voorstel strekt om aan den heer dr. J. M. Baart de
la Faille, naar aanleiding van zijn daartoe gedaan verzoek,
met ingang van 1 Januarij 1881op de meest eervolle wijze
ontslag te verleenen als lid der commissie van bestuur over
het stadsziekenhuisonder dankbetuiging voor de vele goede
diensten, gedurende een tijdvak van 27 jaar in die betrek
king aan de gemeente bewezen.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders op adres
sen van drie leeraressen aan de school van middelbaar onder
wijs voor meisjes om verhooging hunner jaarwedden.
De conclusie van dit voorstel strekt om te besluiten
1°. de jaarwedde van de leerares in de aardrijkskunde en
de geschiedenis aan de school van middelbaar onderwijs voor
meisjes met ƒ200 te verhoogen en vast te stellen op ƒ1500,
met bepaling dat het gemeentebestuur die leerares met een
maximum van 24 lesuren per week kan belasten;
2. liet verzoek van mej. N. T. Hoogewerff, leerares in
het handteekenen aan de school van middelbaar onderwijs
voor meisjes om verhooging harer jaarweddeals niet voor
inwilliging vatbaarte wijzen van de hand
3°. de jaarwedde van de leerares in de vrouwelijke hand
werken aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes
te verhoogen en met inbegrip van de haar vroeger toege
kende toelage vast te stellen op ƒ600
4°. burgemeester en wethouders uit te noodigen den raad
een voorstel aan te bieden waarbij met intrekking van de
raadsbesluiten van den 13 Mei 1875, 13 Julij 1876 en 9
Januarij 1879, de jaarwedden van de docenten aan de school
van middelbaar onderwijs voor meisjes op nieuw worden ge
regeld en vastgesteld op het totaal cijfer thans door ieder als
tractement en toelage genoten.
8Een voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
gemeenteschool no. 1.
19