10
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden," van den 21 Februarij 1881.
1. Dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd 's raads
besluit tot publieken verkeop van den grond bij het ijkkan-
toor aan do Oosterkade.
2. Dat de heer mr. J. J. L. baron van Fridagli heeft aau-
enomen zijne benoeming tot archivaris en H. C. Grosjeau
ie tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 1.
V. Wordt overgegaan tot de behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde puntenen met goedvinden het eerste
aan de orde gesteld
1. Het rapport eener raadscommissie omtrent het verzoek
ran den schuttersraad tot af- en ovei schrijving van en op arti
kelen der echutterij-begrootingdienst 1880.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het
bij het rapport gedaan voorstelaan den schuttersraad der
dienstdoende schutterij magtigiug verleend tot af- en over
schrijving op de volgende artikelen der schutterij-begrooting
dienst 1880, t. w: op art. 15 van art. 11 ƒ30.40 en opart.
18 van art. 11 ƒ51.21.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van liet bestuur van het St. Lueia-gcsticht te Rotterdam
om een stuk gemeentegrond ter bede voorhet maken van
een stoep.
De conclusie van dit voorstel luidt
a. in te trekken 's raads besluit van 28 October 1880, no.
8tot overdragt van grond aan het bestuur van het SI. Lu-
eia-gestieht te Rotterdam
b. aan het bestuur van het St. Lucia-gesticht te Rotter
dam als eigenaar van het St. Elisabeth-gesticht alhiertot
wederopzegging vergunning te verleenen voor het maken
van een stoep langs het nieuwe gedeelte van het St. Elisa
beth-gesticht in de Groote Kerkstraat alhier, op eene strook
grondevenwijdig aan het op den hoek van de Groote Kerk
straat en het Jacobijner kerkhof in 1880 gebouwd gedeelte
van het St. Elisabeth-gestichtter breedte van p. m. 1.08
meter, gemeten uit het vlak van den muur en lang 14 me
ter gemeten langs den muur van af het begin van de afron
ding aan de Groote Kerkstraat tot 0.25 meter voorbij het
eerste deurkozijn in den muur aan het Jacobijner Kerkhof,
zooals op eene overgelegde teekening is aangeduid.
Bij de beraadslagingen omtrent dit voorstelzegt de heer
Miimema Bumadat hij niet tegen de zaak zelve heeft
maar dat hij gaarne eenige inlichting zou ontvangen omtrent
de voorwaardenwaaronder de voorgestelde vergunning zal
worden verleend. Bij het vroeger besluit tot overdragt van
grond werden verschillende bepalingen gemaaktvooral ten
opzigte van het verleggen van het riool en de behandeling
der lijkkisten, welke in den over te dragen grond mogten
worden gevonden. Omtrent die bepalingen door den kooper
te bezwarend geachtvindt men thans niets vermeld, ofschoon
de bestemmingaan den af te stanen grond te gevende
zelfde blijktnamelijk het daarstellen van een stoep om
het gebouw.
De Voorzitter verklaart dat de bezwarende voorwaarden,
die bij verkoop moesten worden gesteldthans kunnen ver
rallen. Nu zal alleen vergunning worden verleend onx het
terrein in een meer netten toestand te brengeu. Voor de te
leggen stoep zullen geen belangrijko ontgravingen behoeven
te worden gedaan. Daarenboven kan hij de verzekering ge
ven dat tegen misbruik der tot wederopzeggens te verleenen
vergunningbehoorlijk zal worden gewaakt.
Nadat spr. verder had verklaarddat de zaak hij den raad
wa3 gebragthoofdzakelijk voor de intrekking van het vroe
gere raadsbesluitwordt zonder verdere discussio en zonder
hoofdelijke stemming conform de vorengemelde conclusie be
sloten.
3. Het rapport eener raadscommissie omtrent de bij den raad
ingekomen reclames tegen het 'ie suppletoir kohier der directs
belasting op het inkomendienst 1880.
De voorzitterhet noodig achtende eene vergadering met
gesloten deuren te houden heft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij heropening dezer zittiDg wordt bet 3e suppletoir kohier
zonder discussie en hoofdelijke stemming goedgekeurd en in
verbaud hiermede vastgesteld navolgend besluit
De Raad der gemeente Leeuwarden
Gezien het door burgemeester en wethouders voorloopig
vastgestelde :!e suppletoir kohier vau de directe belasting
op liet iukomen ten behoeve dier gemeenteover het dienst
jaar 1880
Gezien de publicatie van den 31 December 1880waaruit
blijktdat voormeld kohier voor een ieder ter secretarie ter
visie heeft gelegen van den 3 Januarij 1881 tot en met den
18en dier maand en alzoo te dien aanzien uitvoering is ge
geven aan het voorschrift van art. 204 der gemeentewet
Gelet op het besluit dezer vergadering van den 30 October
1879waarbij is bepaalddat over bet dienstjaar 1880, 3.63
ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden geheven
Overwegendedat voormeld kohier na daarin aangebragte
wijzigingen een belastbaar inkomen aanwijst van ƒ21,378.755
en een totaal bedrag der aanslagen ad ƒ776.025;
Gelet oj) liet besluit dezer vergadering van den 5n Juuij
1880, waarbij ten aanzien der aanslagen op bet primitief ko
hier vau gemelde belasting is bepaalddat daarvan 97 pet.
zal worden ingevorderd
Besluit
1. Het 3e suppletoir kohier vau de directe belasting op
bet inkomen ten behoeve dezer gemeentedienst 1880 vast
to stellen op een belastbaar inkomen ter somma van 21,378.755
en het totaal der aanslagen op ƒ776.025;
2. Te bepalen dat van het bedrag dier aanslagen 97 pet.
'zal worden ingevorderdtengevolge waarvan het te innen
bedrag zal beloopen ƒ752.745;
3. De aanslagen invorderbaar te stellen in twee termijnen,
vervallende op den 31 Maart en 30 April 1881.
De punten op den oproepingsbrief vermeld biermede afge
handeld zijnde wordt met goedvinden der vergadering nog
aan de orde gesteld het beden aangebragte
Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek van
den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente tot ruiling van grond
in verband met de verbouwing van 2 huizen aan de Waeze
De conclusie van dit voorstel luidt
ff. den grond sub b. omschrevenop de situatie-teekening
blaauw gearceerdte verklaren als niet meer voor de open
bare dienst bestemd te zijn
b. Voorbehoudens goedkeuring van beeren gedeputeerd
statenmet den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente eene
overeenkomst van ruiling aan te gaanwaarbij deze aan de
gemeente in eigendom afstaat den grondbij de eventueel
verbouwing van de gebouwenplaatselijk gekwoteerd Waeze
Verslag der handelingen van den gemeentere
nos. 45 en 47ten kadaster bekend in sectie B nos. 838 en
1802 vrijvallende, op de overgelegde situatie-teekening rood
gearceerd, ter grootte van ongeveer 17'/j centiare en de ge
meente aan den kerkeraad voornoemd in eigendom overdraagt
den grond aan den Nieuweweg ten zuiden van bet perceei
Waeze no. 47 als mede een stukje grond aan de Waeze ten
noorden van het perceel no. 45, ter grootte van ongeveer 21
centiareeen en ander op de situatie-teekening blaauw ge
arceerd en zulks op de voorwaardendoor den directeur der
gemeentewerken voorgesteld bij missive dd. 21 Februarij 11.
no. 51/3 voor zoover noodig door burgemeester en wethouders
aangevuld.
De beraadslagingen omtrent dit voorstel geopend zijnde
vraagt de beer de la Faille of de gemeente voor den grond,
d te Leeuwarden, van den 24 Februarij 1881. 11
die zij bij de voorgestelde railing meer zal afstaan dan ont
vangen ook eenige vergoeding zal erlangen 'i
De Voorzitter verklaart hierop dat de waarde van den
wederzijds over te dragen grondin verband met de bezwa
rende voorwaardenwelke de kerkeraad op zich neemt en bet
meerdere belangdat de gemeente bij de door haar te ont
vangen grond voor het erlangen van een beteren toegang
naar de Waeze heeftwordt gerekend gelijk te staanen er
dus van geenerlei vergoeding sprake is.
Hierna wordt zonder verdere discussie en zonder hoofde
lijke stemming conform de conclusie van het voorstel besloten.
Niets verder te behandelen zijndesluit de voorzitter de
vergadering.