6G
Verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwarden, ran den 11 Augustus 1831.
als gerolg daarran de beide rolgende posten aan te wijzen
door artt. 2 en 3
c. de door heeren roogden ingediende begrooting roor
1882 goed te keuren tot een bedrag in ontrang en uitgaaf
ran ƒ30,852.87.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienorer-
eenkomstig besloten.
Met goedrinden der rergadering wordt alsnu orergegaan
tot behandeling ran het heden aangebragte
4. Voorstel van burgemeester en wethouders op een verzoek
van den heer W. B. O. Molkenboer, om eervol ontslag als
leeraar in het handteekenen en boetseren aan de burger dag-en
avondschool
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform
de strekking ran dit roorstel besloten: met ingang ran 1
September 1881 op zijn rerzoek eerrol ontslag te rerleenen
aan den heer W. B. G. Molkenboer, als leeraar in het hand
teekenen en boetseren aan de burger dag- en arondschool.
5. Rapport op bij gedeputeerde staten ingekomen reclames
tegen aanslagen op het primitief kohier der directe belasting op
het inkomen, dienst 1881.
De Voorzitter, het noodig achtende eene rergadering met
gesloten deuren te houden, heft de openbare zitting tijdelijk op.
Bij heropening ran laatstgenoemde zitting wordt aan de
orde gesteld
6. Vaststelling van het le suppletoir kohier der directe be
lasting op het inkomen, dienst 1881.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vastgesteld
narolgend besluit:
„De raad der gemeente Leeuwarden,
Gezien het door burgemeester en wethouders voorloopig
vastgestelde le suppletoir kohier run de directe belasting op
het inkomen ten behoeve dier gemeente, over het dienstjaar 1881
Gezien de publicatie van den 20 Junij 1881, waaruit blijkt,
dat voormeld kohier roor een ieder ten gemeentehuize ter
visie beeft gelegen van den 29 Junij 1881 tot en met den
14 Jnlij d. a. v. en alzoo te dien aanzien uitvoering is gege
ven aan het voorschrift van art- 204 der gemeentewet
Gelet op het besluit dezer vergadering van den 29 Nov.
1880, waarbij is bepaald, dat over het loopend dienstjaar
3.52 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden
geheven
Overwegende, dat vermeld kohier na daarin aangebragte
wijzigingen een belastbaar inkomen aanwijst van ƒ41,489.79.
en een totaal bedrag der aanslagen ad 1460.44'.
Gelet op het besluit dezer vergadering van den 9n Junij
1881, waarbij ten aanzien der aanslagen op het primitief ko
hier van gemelde belasting is bepaald, dat daarvan 97 pet.
zal worden ingevorderd;
Besluit
1. Het le suppletoir kohier van de directe belasting op
het inkomen ten behoeve dezer gemeente, dienst 1881 vast
te stellen op een belastbaar inkomen ter somma van ƒ41,489.79
en het totaal der aanslagen op ƒ1460.44'.
2. Te bepalen, dat van het bedrag dier aanslagen 97 pet.
zal worden ingevorderdtengevolge waarvan het te innen
bedrag zal beloopen ƒ1416.63.
3. De aanslagen invorderbaar te stellen in drie termijnen,
vervallende op den 30n der maanden September, October en
November 1881".
Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten.
'JÊi
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 25 Augustus 1881.
Vergadering van Donderdag 25 Augustus 1881.
Tegenwoordig 15 leden
Afwezig de heeren mr. W. J. v. Weideren baron Rengers
en H. Beucker Andrea; met- en de heeren jhr. mr. C. van
Eijsinga, S. T. Bakker en F. Plantenga zonder kennisgeving.
Bij afwezigheid van den burgemeester wordt het presidium
waargenomen door den heer J. J. Bruinsma, oudste wethouder.
I. Met goedvinden der vergadering wordt allereerst aan
de orde gesteld punt 10 van den raadsbrief, luidende:
Installatie van den heer J. van der Scheer.
De heer van der Scheer, door den secretaris ter verga
dering geleid, legt echter eenvolgend af de eeden», voorge
schreven bij art. 83 der grond- en art. 39- der gemeentewet.
Nadat de beëedigde was geluk gewenscht door den Voor
zitter die geen oogenblik aan de trouwe vervulling der af
gelegde eeden twijfelt, neemt de heer v. d. Scheer op de voor
hem bestemde plaats zitting, wordende hij geacht te zijn ver
kozen ter vervulling der vacatureontstaan door het overlij
den van den heer Bloembergen.
II. De notulen van de vorige op 11 Aug. j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
III. Werdt ter tafel gebragt:
1. de schutterij-begrooting, dienst 1882.
Ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van
de heeren van Goens, van Eijsinga en Minnema Buma;
2. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging der gemeente-begrooting, dienst 1881.
In handen gesteld van de heeren Dirks, van Goens en van
Harinxma thoe Slooten ten fine van onderzoek en rapport
3. een voorstel van burgemeester en wethouders op een
verzoek van J. Hoitsma om eervol ontslag als onderwijzer
aan gemeenteschool no. 5.
Dit voorstel, strekkende om het gevraagd ontslag te ver-
leenen met ingang van 6 October e.k.is ter visie gelegd
om in eene volgende vergadering te worden behandeld
4. een adres van eenige bewoners van de St. Jacobstraat
tot verlenging van het riool in die straat.
Om prae-advies gesteld in handen van burgemeester en
wethouders.
IV. Wordt medegedeeld:
1. dat is ingekomen en voor de leden ter visie gelegd het
verslag der commissiebelast geweest met het afnemen van
het eindexamen p"*3 de burgerdagschoöl
2. dat mej. J. M. v. d. Vegt haar dank heeft betuigd voor
hare benoeming tot onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3
en hare betrekking reeds met 15 Aug. j.l. heeft aanvaard;
3. dat op zijn verzoek met ingang van 15 Aug. j.l. eervol
ontslag is verleend aan de concierge der middelbare school
voor meisjes en dat door eene tijdelijke benoeming van J. v.
d. Hout in de ontstane vacature is voorzien.
Y. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van eene leer ar es in de Engelsche taal en
letterkunde aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes.
Op de aanbeveling komen voor:
1. Mcj. K. M. Hengeveld te Leeuwarden.
2. A. G. Kosters te Delft.
3. C. Schaefer te Montjoie bij Aken.
De Voorzitter deelt mededat op gisteren omtrent een
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
67
der aanbevolenen nog een schrijven is ontvangendathoe
wel terstond bij de andere stukken gevoegd, welligt niet door
alle leden is gezien.
In verband hiermede zou hij gaarne vernemen of de raad
er ook prijs op stelt, dat bedoeld schrijven thans door den
secretaris nog wordt voorgelezen.
De heer Wiersma is tegen die lectureomdat hij niet
weet, of de brief wel is geschreven met bedoeling, om in eene
openbare vergadering te worden voorgelezen. Beter zou hij
het achtenthans niet terstond tot de benoeming over te
gaanmaar die benoeming aan te houden tot na de afdoening
der andere punten en intusschen den leden gelegenheid te
gevenom van het bedoelde stuk kennis te nemen.
De heer Troelstra zou gaarne vernemen, of het hier een
officieel dan wel een particulier schrijven betreft. Is het laat
ste het geval, dan acht hij het volstrekt niet wenschelijk, veel
min noodzakelijk dat de raad er van kennis neemtthans nu
men onmiddellijk tot stemming zal overgaan. Onwillekeurig
zou de kennisname op de stemming invloed hebben.
Betreft het hier daarentegen een officieel schrijvenb.v. een
schrijven van de commissie van toezigtdan zal hij zich
geenszins tegen lecture verzetten.
Nadat de Voorzitter had medegedeeld dat het ingekomen
schrijven geen officieel karakter heeft in den zin door den
heer Troelstra bedoelddient de heer Wiersma eene motie
van orde instrekkende om de benoeming aan te houden tot
na afdoening der andere punten. Tot toelichting dezer motie
zegt hijdat hijofschoon erkennende dat het particulier
schrijven van eigenaardigen invloed op de stemming zou kun
nen zijnhet toch onbillijk zou achten dat de raad er in het
geheel geen kennis van kreegeven onbillijk als dat het
schrijven hier thans in de openbare zitting zou worden voor
gelezen. Door de aanneming der motie zullen de leden de
gelegenheid erlangen onderhands van het stuk kennis te ne
men iets wat hij wel wenschelijk achtomdat het hier nog
al eene keuze van bijzondere zorg betreft.
D« heer TroelStra moet zich tegen de motie van den
heer Wiersma verklaren, omdat hij vreest dat het particulier
schrijven in ieder geval, hetzij het wordt voorgelezen, hetzij
de leden er onderhands kennis van nemen, invloed op de
stemming zal hebben. Hij stelt zich dan ook voor, om, in
dien de motie mogt worden ondersteund, nog een ander voor
stel te doenstrekkende nl. om de thans aan de orde gestelde
benoeming nog 14 dagen aan te houden.
Ieder lid van den raad zou dan nog in de gelegenheid zijn.
desverkiezende nadere inlichtingen in te winnen. Gaat men
na afdoening der andere punten tot de stemming overdan
blijft toch de invloed die dit particulier schrijven kan uit
oefenen dezelfde. Hij voor zich wil daaronder niet tot de
stemming overgaan.
Nadat de heer Wiersma nog had verklaard, dat hij na
de gehouden discussie, geenszins meer vreest, dat de kennis
name van het particulier schrijveneenigen invloed op de te
houden stemming zal hebben, blijkt het, dat de motie van
spreker door niemand wordt ondersteund, tengevolge waarvan
zij buiten verdere behandeling blijft.
Met goedvinden der vergadering wordt alsnu terstond tot
stemming overgegaan.
De uitslag hiervan is, dat mej. K. M. Hengeveld met 11
van de 15 stemmen wordt benoemd tot leerares in de Engel-
16