W! 114 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 October 1881. over eene week eene vergadering te beleggen tot behandeling der ontwerp-begrooting. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Vaststelling eener door burgemeester en wethouders aan geboden ontwerpverordening regelende de zamenstellinginrigting en bevoegdlieid der commissie van toezigt op het lager onderwijs. De algemeene beraadslagingen worden geopend. De heer Duparc wenscht eene opmerking te maken niet over, maar naar aanleiding van deze verordening en die tevens betreft een paar andere heden te behandelen punten. Deze ontwerp-verordening werdevenals die tot regeling der jaarwedden van de docenten aan de middelbare school voor meisjes en die regelende den rang, het getal de bezol diging enz. van de ambtenaren en bedienden belast met de exploitatie der gemeentelijke gasfabriekheden vóór veertien dagen den Raad aangeboden en toen ter visie gelegd, doch niet gedrukt als bijlage tot het raadsverslag. Het is onnoodig te zeggendat dit laatste de behandeling van zaken niet vergemakkelijkt. Het is met het oog hierop, dat spr. wenscht te wijzen op 's Raads organiek besluitdd. 22 Junij 18G5waarbij bepaald is voorgeschreveudat alle ont werp-reglementen of verordeningen met bijbehoorende memo- riën van toelichtingalvorens ze in den raad ter behandeling worden gebragtzullen worden gedrukt. Lang is dat besluit getrouw nageleefdmaar in den laat- sten tijd wordt er meermalen van afgeweken. Hij meent dit punt onder de aandacht te moeten brengen, hetzij van het collegie van dagelijksch bestuurhetzij van den burgemees ter en daaraan het verzoek te moeten toevoegenomin overeenstemming met bedoeld raadsbesluit, te willen zorgen dat de leden van den raad voortaan de ontwerp-verordeningen steeds gedrukt voor zich kunnen hebben. Te meer dringt hij hier o)» aan omdat de gemeentekas daardoor in geenen deele zal worden bezwaard. Immers, volgens het contract, gesloten met de uitgevers van de Leeuw.Courant omtrent het drukken en uitge ven van het raadsverslagzijn zij ook tot het drukken van bedoelde stukken verpligt. De Voorzitter verklaart, dat burgemeester en wethouders gaarne gehoor zullen geven aan de door den heer Duparc gemaakte opmerking. Hij moet er echter op wijzendat het collegie omtrent het drukken der bedoelde stukken meestal heeft gelet op de min of meerdere belangrijkheid dier stukken, zoomede op het feitdat dikwijls uit den boezem van den Raad zei ven tot het drukken het voorstel werd gedaan. Daarenboven heeft het drukken ook dit nadeeldat het somtijds kan leiden tot eenige vertraging en wel omdat de uitgevers der Leeuwarder Courant blijkens het contract slechts een zeker getal vellen binnen een bepaalden tijd behoeven te leveren. Zoo zou ook in dezen alligt eene vertraging zijn ondervondenomdat het thans aan de drukkerijtengevolge de uitgebreidheid van de verslagen van 's Raads laatste zit tingen enz.nog al vrij druk is. De heer Duparc moet er op wijzen, dat bij het door hem bedoelde besluit het drukken van ontwerpen van verordenin gen en reglementen imperatief is voorgeschreven. Immers daarbij is bepaald „dat gedrukt en alvorens ter behandeling „in den raad te worden gebragt, openbaar zullen gemaakt worden aart. b. enz. c. de ontwerpen van alle reglementen en „verordeningen met de daarbij behoorende memorie van „toelichting; d. rapporten en voorstellen van burgemeester „en wethouderscommissiën uit en leden van den raad e. „missives en andere stikken, ingekomen van de hooge rege ling collegiën en ambtenaren, wat betreft de stukken, onder d en e vermeld, in zoover, naar het oordeel van burge meester en wethouders of den raad, de inhoud dit wensche- lijk of noodig mogt doen zijn". Wel degelijk is dus liet drukken der ontwerp-verordeningen verpligtend gestelden al moge nu het drukken welligt een enkele maal eenige vertraging in de behandeling der zaak ten gevolge hebbendit nadeel zal meer dan opgewogen worden door de vergemakkelijking in de behandeling. Daar enboven moet men niet vergetendat door dat drukken en openbaar maken der stukken over de zaken dikwijls licht van derden kan worden ontvangenn.l. ook van hendie niet in den raad zijn gezeten. Meer dan eens heeft spr. althans op die wijze het nut van het drukken ondervonden. Spr. verklaart echterop eene desbetreffende vraag van den Voorzitter, voor zich geen bezwaar te hebben om thans tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde ontwerp verordeningen over te gaanspeciaal niet van die betreffende de zamenstelling der schoolcommissie en de benoeming enz. van ambtenaren bij de gasfabriekomdat hij persoonlijk door zijne betrekking tot een en ander wel voldoende op de hoogte van die ontwerpen is. Hierna worden de verschillende artikelen der ontwerp-ver ordening regelende de zamenstellinginrigting en bevoegd heid van de commissie van toezigt op het lager onderwijs in behandeling genomen. Artikels 1 tot en met 5 worden onveranderd vastgesteld. Artikel 6 geeft aanleiding tot discussie. Dit artikel is luidende: „Art. 6. De commissie besluit „bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige „leden. „Zij stelt een reglement van orde voor hare vergaderingen „vast en doet daarvan mededeeling aan burgemeester en wet houders. Zij vergadert ten minste éénmaal in elke maand". De heer Dirks vraagt of in dit artikel nog niet iets moet worden bepaald met het oog op mogelijke staking van stem men waar het getal leden der commissie 8 bedraagtzou zich toch alligt eens staking kunnen voordoen. De heer van Harinxma thoe Slooten gelooft dat eene toevoeging als door den heer Dirks bedoeldniet bepaald noodzakelijk isomdat naar hij meentin dezen als regel zal geldendat in eene voltallige vergadering bij staking van stemmenhet voorstel wordt geacht als niet te zijn aange nomen. De heer Dirks licht zijne bedoeling nader toe en wijst er op, dat zijne vraag alleen maar deze is, of er ook eenige bepaling in de ontwerp-verordening is omtrent het geval, dat er staking van stemmen plaats heeft. Of de Voorzitter heeft eene beslissende stem of het voorstel is verworpen zooals de vorige spreker meent. Maar zekerheid moet er wezen hoe te handelen. De Voorzitter geeft hierop een ontkennend antwoord en zegt dat dergelijke bepaling ook meer in het door de com missie te maken reglement van orde te huis behoort. De heer Dirks meent, dat eene bepaling als door hem bedoeldniet in een reglement van orde te huis behoort Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 27 October 1881. 115 omdat ïoodanig reglement slechts bepalingen van huishoude- lijken aard bevat, terwijl het hier meer een principieel punt betreft Echter wenscht spr. ter zake geen voorstel te doenmaar wenscht hij dit aan den Raad over te laten. De heer v. Harinxma thoe Slooten dient hierop een amendement in, strekkende om tusschen de le en 2e alinea van art. 6 nog te lezen het volgendeBij staking der stem men wordt een voorstel geacht te zijn verworpen." Dit amendement wordt ondersteund en komt alzoo in be handeling. De heer Troelstra vraagt of de toevoeging van deze be paling misschien ook tot bezwaren kan leiden, wanneer door de commissie advies moet worden uitgebragt. De heer Duparc erkent, dat er omtrent een uit te bren gen advies wel verschil van meening kan bestaanmaar gelooft dat er toch wel altijd voor de eene of andere meening eene meer derheid zal zijn. Nadat ook de heeren v. Harinxma thoe Slooten en Wiersma er op hadden gewezen, dat bezwaren als door den heer Troelstra bedoeld niet zullen kunnen voorkomen om dat iedere zaak in eene vergadering toch moet worden uitgemaakt door aanneming of afstemming van een ot ander desbetref fende voorstel, wordt zonder hoofdelijke stemming conform het door eerstgenoemde ingediende amendement besloten. Het geamendeerde art. G wordt hierna vastgesteld. De overige artikels der ontwerp-verordening geven geen aanleiding tot discussie en worden achtereenvolgend goedge keurd, waarna de verordening in haar geheel wordt vastge steld als volgt: VERORDENING, regelende de zamenstelling, inrigting en bevoegdheid van de commissie van toezigt op het lager onderwijs. Art. 1. De commissie van plaatselijk toezigt op het lager onderwijs bestaat uit acht leden. Art. 2. De leden worden voor den tijd van vier jaren be noemd door den raaddie voor elke vacature eene aanbeve ling van drie personen van de commissie ontvangt. Hijdie ter vervulling eener tusschentijds openvallende vacature wordt benoemd treedt af op het tijdstipwaarop degeen in wiens plaats hij is benoemd zou hebben moeten aftreden. Art. 3. De aanbeveling tot vervulling eener gewone vaca ture, wordt jaarlijks vóór den 1 November ingediend. Ingeval eener buitengewone vacature geschiedt dit binnen eene maandnadat daarvan bij de commissie berigt is inge komen. Art. 4. De commissie benoemt uit haar midden een voor zitter en een secretaris. Zij geeft hiervan aan burgemeester en wethouders kennis. Bij afwezigheid of ontstentenis van den voorzitter of den secre taris wordt de waarneming hunner function door de leden onder ling geregeld. Art. 5. Het gemeentebestuur verstrekt aan de commissie een lokaal tot het houden harer vergaderingen. Zij ontvangt jaarlijks uit de gemeentekas eene som van ƒ450 ter bestrijding van hare uitgaven. Dit bedrag wordt op de begrooting gebragt en in de reke ning geleden zonder nadere verantwoording. Art. 6. De commissie besluit bij volstrekte meerderheid van stemmen van de aanwezige leden. Bij staking der stemmen wordt een voorstel geacht te zijn verworpen. Zij stelt een reglement van orde voor hare vergaderingen vast en doet daarvan mededeeling aan burgemeester en wet houders. Zij vergadert ten minste eenmaal in elke maand. Art. 7. In de maand December verdeelt zij onder hare leden het toezigtgedurende het volgende jaar over de on derscheidene scholen. Zij geeft hiervan aan burgemeester en wethouders kennis. Art. 8. Behalve de werkzaamheden voor haar uit de wet of wettelijke verordeningen voortvloeiendestaat zij burge meester en wethouders bij in de uitoefening van het beheer over de openbare lagere scholen overeenkomstig de volgende bepalingen. Art. 9. In bijzondere gevallen ter harer beoordeeling, kan zij op verzoek van het hoofd eener schoolde daaraan ver bonden onderwijzers ontheffen van de verpligting om onderwijs te geven mits voor niet langer dan een dag. Art. 10. Jaarlijks vóór den 15 Julij zendt zij aan burge meester en wethouders eene begrooting in van de uitgaven in het volgend jaar vereischt voor de openbare scholen vau lager onderwas. De kosten van onderhoud der gebouwen cu van vuur en licht zijn daaronder niet begrepen. Zij voegt hieraan toe eene opgave der haar bekende gebre ken aan gebouwen en meubelenwelke in het volgend jaar voorziening vereischen. Art. 11. Zoo de bovengenoemde gebreken op de reinheid der lokalen onmiddelijk voorziening vereischengeeft zij hiervan schriftelijk kennis aan den directeur der gemeentewerken. Zij houdt een naauwkeurig toezigt op het gebruik van de gebouwenschoolmeubelenbrandstoffen en licht. Art. 12. De levering der leermiddelen wordt door haar bij openbare mededinging aanbesteed. Hare leden mogen aan die levering noch middelijk noch onmiddelijk deelnemen. De leermiddelen worden alleen verstrekt op een bewijs van den betrokken schoolcommissaris. Art. 13. De commissie houdt een naauwkeurig toezigt op de hoedanigheid en het gebruik van de geleverde leermiddelen. Art. 14. Zij zendt alle zes maanden de rekeningen daar van voorzien van de goedkeuring van den betrokken school commissaris en van het hoofd der school aan burgemeester en wethouders. Art. 15. De bepalingen der drie voorgaande artikelen zijn mede toepasselijk op de boekendie voor de schoolbibliotheek worden aangeschaft. Art. 1G. De commissie kan door burgemeester en wethou ders worden gemagtigd om te voorzien in de aanschaffing of het ouderhouden der schoolmeubelen. In dat geval geldt voor de rekeningen art. 14 dezer ver ordening. Op dezelfde wijze wordt gehandeld met alle andere ver strekkingen waarvoor de zorg door burgemeester en wet houders aan de commissie is opgedragen. Art. 17. Zonder volstrekte noodzakelijkheid ter beoerdee- JÉ i W ZZSïïBSm:

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1881 | | pagina 2