132
De heer van Sloterdijck heeft afgescheiden van de be
zwaren in het verslag der commissie vermeldnog tegen het
denkbeeld om den gasprijs tot op 8 cent te verlagen en wel
omdat hij de motieven voor die verlaging niet kent. Hij
weet niet of de gasproductie der fabriek wel van dien aard
isdat zij die verlaging wettigtof wel is zij misschien ook
zoodat het gas nog veel goedkooper zou kunnen worden
geleverd. Hij weet het niet en zou daaromtrent vóór eene
beslissing gaarne worden ingelicht. Hij wenscht bepaald te
wetenhoe de resultaten der fabriek zijnof deze eene ver
laging tot op 8 cent toelatenof dat zij misschien een nog
grootere verlaging van gasprijs wettigen.
Er is gewezen op de wenschelijkheiddat de gasverbrui-
kers een billijken gasprijs betalenmaar spr. wenscht te vra
gen waardoor wordt die prijs dan bepaaldmisschien door
hetgeen het gas aan de fabriek kost of door iets anders. He
den morgen is slechts medegedeelddat voorstellen in zake
verlaging van den gasprijs zijn ingekomenen hij wil erken
nen dat èn de commissie èn burgemeester en wethouders
daaromtrent wel reeds een gevestigd oordeel kunnen hebben,
maar hij voor zich is ter zake nog onvoldoende ingelicht en
waar dit het geval is., wenscht hij zich te houden aan het
geen de nog geldende verordening voorschrijft.
De heer Plantenga, lid der 2e sectie, kan zich er niet
meê vereenigendat de begrooting cijfers worden uitge
trokken naar een gasprijs van 8 cent per stère. Het voorstel
of liever het denkbeeld tot de verlaging van den gasprijs is
van de gascommissie uitgegaan, toen spr. nog geen lid daar
van was. Hij beschouwt de verlaging dus nog als gewoon
raadslid en doet hij dat, dan kan hij er zich niet meê ver
eenigen.
De heer Dirks heeft gezegddat het wenschelijk is dat een
billijke gasprijs worde betaald en nu gelooft hij dat een prijs
van 9 cent per stère billijk is. Het is hier toch niet de vraag,
waarvoor kan de gemeente het gas leveren, dan zou men
misschien wel tot een gasprijs van 7 cent per meter kunnen
komenmaarmen moet hier in het oog houdendat door
de gemeente eenige winst mag en moet worden gemaakt.
Nu zijn de tot dusver gemaakte winsten steeds breed uitge
meten, maar hij meent dat deze niet zoo groot zijn of zij
hebben zeer goed regt van bestaan. Spr. heeft voor zich een
tienjarig overzigt van de finantiële uitkomsten van de gasfa
briek door hem opgemaakt volgens de gemeente-verslagen der
laatste jaren. Hij zal echter de vergadering niet vermoeijen
met het voorlezen van cijferswant die worden toch niet
onthoudenmaar uit het resultaat van dat overzigtis het
hem gebleken, dat de fabriek in stede van de groote winsten,
waarvan dikwijls met zoo veel ophef gewag wordt gemaakt,
slechts eene zeer billijke winst geniet. In het door hem be
doelde tiental jaren heeft de fabriek opgeworpen eene gemid
delde winst van ƒ31,075.88 dat is na aftrek van de ver
schuldigde rente, wegens de kapitaalswaarde die de fabriek
vertegenwoordigt nog geen volle 6 pet. zuivere winst. Deze
is zijns inziens voor eene industriële ondernemingdie aan
zoovele risico's bloot staat als eene gasfabriek eer te laag
dan te hoog. En wenscht men nu over de billijkheid van den
gasprijs alhier te oordeelen door vergelijking met andere ge
meenten ook dan steekt Leeuwarden geenszins ongunstig af.
Lagere gasprijzen heeft men te Leiden, Zwolle, Groningen
en Utrecht, waar de prijs 7 a 8 cent per stère bedraagt;
eên geleken prijs als hier heeft men te ArnhemDordrecht
's Hage en Nijmegen, terwijl men te Delft, Kampen, Maas
tricht en Tilburg een lioogeren prijs voor het gas betaalt.
Ook in het buitenland is de prijs van het gas veel hooger.
Te Parijs b.v. betaalde men vroeger 13, doch nu 25 centimes
voor iedere stère gas, terwijl voor gelijke hoeveelheid te Bonn
wordt betaald eene waarde, gelijk staande met 12 Hollandsche
centen. Over het algemeen genomen heeft Leeuwarden
vrij goed den middenprijs. Spr. wil hier nog even bij
voegen dat te Amsterdam voor het gas uit particuliere in-
rigtingen een vrij wat hoogeren prijs moet worden betaald
hetgeen zich zeer goed laat verklaren, als men bedenkt dat
particulieren aldaar hebben aangeboden de geheele stad kos
teloos van gas te voorzien en om dan nog een vrij belangrijk
bedrag in de gemeentekas te storten. Al die uitgaven moeten
dan toch door de gasverbruikers worden betaald.
Werkelijkals men een en ander nagaatdan is de gas
prijs te Leeuwarden geenszins hoog te noemen en worden
geen te groote winsten gemaakt. Spr. wijst nog op de tegen
woordige begrootingdie gebaseerd op een gasprijs van 8
cent per stère, slechts eene winst aanwijst van ƒ17,320,
overeenkomende met slechts 4 pet. zuivere winst. Die winst
is bepaald te kleinvooral wanneer men in het oog houdt
dat concurrentie geenszins is uitgesloten. Is er voor dit oogen-
blik nog geen direct gevaar dat het electrisch licht als con
current zal optredenin de toekomst zeker. Wanneer hij
nagaat de belangrijke vorderingendie in den laatsten tijd
op dat gebied zijn gemaakt, dan cijfert hij die concurrentie
geenszins weg. Hij gelooft dat de tijd van het electrisch
licht niet ver meer af is en de gasfabriek dient daar ook
finantieel rekening mede te houden. Daarbij komt, dat naar
zijne meening bij de in werkingtreding van een nieuwen
directeur er wel belangrijke verbeteringen in de fabriek zul
len moeten worden aangebragtverbeteringendie welligt
duizende guldens zullen moeten kosten en waarmede natuur
lijk de exploitatie-rekening over het volgende jaar zal worden
bezwaard.
Een en ander zaam genomenheeft hem er toe geleid, om
zich tegen eene verlaging van den gasprijsalthans voor dit
jaarte verklaren. In verband hiermede zal hij voor het
voorstel van rapporteurs strekkende om cijfers uit te trekken,
gebaseerd op een gasprijs van 9 cent per stèrestemmen.
De heer Dirks merkt opdat er ten dezen misverstand
bestaat. De heeren van Sloterdijck en Plantenga laten het
voorkomenalsof hij zooeven van onbillijkheid van den gas
prijs heeft gesproken dit is niet het geval, hij heeft van onbil
lijkheid in opzigt tot het gasverbruik der straatlantaarns gespro
ken en er op gewezen dat deze, volgens beweren van een deskun
dige in verbruik wel 20 a 25 pet. te laag staan de ge
meente betaalt dit te weinig.
De vergadering wordt hierna op voorstel des Voorzitters
een oogenblik geschorst. Bij hervatting der werkzaamheden
doet de Voorzitter de openbare zitting tijdelijk in eene met
gesloten deuren overgaan.
Bij heropening der openbare zitting worden de beraadsla
gingen omtrent volgn. 103, kosten der straatverlichting, hervat.
De heer de la Faille heeft bij deze hervatting de vergade
ring verlaten.
De heer Duparc moet ontraden de zaak thans aan de
orde te stellen. Hij zelf is ten zeerste voor de verlaging
van den gasprijsmaar vreest, dat, waar sommige leden heb
>V w
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 3 November 1881.
133
ben verklaard ter zake niet genoegzaam te zijn ingelicht, men
eene onzuivere stemming zou verkrijgendaar sommige leden,
ofschoon in beginsel vóór verlagingbij gemis van voldoende
inlichtingen welligt tegen zouden stemmen.
Nadat ter zake nog eenige discussie had plaats gehad tus-
schen den Voorzitter en den heer Duparc, zegt de heer Wiersma,
dat toen de kwestie der verlaging van den gasprijs bij het
collegie van burgemeester en wethouders voor het eerst ter
sprake kwamhij zich tegen die verlaging heeft verklaard.
Toen het echter bleekdat de meerderheid van het collegie
van een tegenovergesteld gevoelen washeeft hij niet geaar
zeld om mee te werkenom de desbetreffende posten der
ontwerp-gemeente-begrooting te baseren op een gasprijs van
8 cent per stère. Hij ging daarbij uit van het denkbeeld, dat
waarschijnlijk wel vóór dat de begrooting voor 1882 tot uit
voering zal komende noodige voorstellen gedaan en be
sluiten genomen zullen zijn. Na de uitvoerige discussiën ver
wachtte hij eigenlijk dat er geen bezwaar zou bestaan om nu
reeds een bepaald besluit te nemen. Waar dit echter blijkt
niet het geval te zijnis hij er toch voor om de begrooting-
sommen te houden zooals die door burgemeester en wethou
ders zijn voorgesteld. Anders zou men alligt tot een on-
zuiveren toestand geraken. Men zou de opbrengst der gas
fabriek baseren op een gasprijs van 9 cent en dus anders be
schikken over het bedrag van die centwaarmede men den
gasprijs wil verlagen en zoodoende, komt de verlaging tot stand,
beschikt hebben over gelden welke niet worden ontvangen.
Na nog eenige verdere discussie tusschen de heeren Troelstra,
Duparc, Bruinsma en den Voorzitter, verklaart laatstgenoemde
dat burgemeester en wethouders voorstellen op de begrooting
sommen aan te brengen in overeenstemming met die door
rapporteurs voorgesteld.
De heer Andrese wenscht niet te spreken over den cijfer-
post maar over de minder voldoende straatverlichtingdie
hier en daar wordt aangetroffen. Spr. vestigt ten dezen de
aandacht op den Noorderweg. Daar heeft men slechts 3
lantaarnsterwijl er op de Nieuweburendie geheel paralel
met den Noorderweg loopt, dus voor ongeveer hetzelfde
traject5 zijn. Daarenboven meent hij dat er op den weg
langs de Tuinljes naar Oldegalileën niet een enkele lantaarn
is geplaatst. Spr. wenscht die wegen met het oog op de
passage daar langsvoor eenig meerder licht aan te bevelen.
Nadat de Voorzitter had verklaard dat burgemeester en
wethouders gaarne met de gascommissie in overleg zullen
tredenin hoever aan dien wensch zal kunnen worden vol
daan wordt volgno. 103kosten der straatverlichtingover
eenkomstig den wensch van rapporteursuitgetrokken op
16,680eene som gebaseerd op de alsnog bestaande veror
dening, waarbij de gasprijs op 9 cent per stère is bepaald.
De artikelen van afd. H, van hoofdstuk III, volgns. 104,
105 en 106 worden onveranderd vastgesteld.
Bij afd. IIIkosten van verstrekte diensten aan de stads
waag en handelsbeurszoomede van het onderhoud van deze
zegt de heer Dirksnaar aanleiding van het in het verslag
van rapporteurs en in de memorie van beantwoording voor
komendeomtrent de bestemming van het oude waaggebouw,
dat hij er steeds een voorstander van is geweest om de groen
temarkt naar de waag over te brengen en hij is daar nog
voor. Dit echter daargelatenmaar dan heeft hij nog eene
kleine opmerking omtrent de in het verslag van rapporteurs
voorkomende bewering dat eene verplaatsing van de Vrijdag-
sche vleeschmarkt naar de ruimte onder den waagluifel wen
schelijk isomdat hierdoor de bewoners van de meeste hui
zen aan de vleeschmarkt van een last zouden worden onthe
ven. Spr. meent dat men hierbij niet moet vergetendat
aan die last ook lusten in den vorm van inkomsten voor staan
gelden zijn verbonden.
De heer van Harinxma thoe Slooten gelooft toch
dat voor de ingezetenen in het algemeen de lusten niet op
wegen tegen de lasten welke men van het houden der vleesch
markt op het bedoelde werkelijk smalle gedeelte der Nieuwestad
ondervindt. Een enkel bewoner van een huis, waarin sterke drank
wordt verkocht, zou misschien tegen verplaatsing der vleesch
markt eenig belangrijk en niet geheel ongegrond bezwaar
hebbenvoor het publiek verkeer en voor de ingezetenen
schijnt eene verplaatsing aangewezen.
De heer Duparc meentdat de lastenwaarop de heer
Dirks doeltvan eenigzins anderen aard zijn dan door den
geachteu laatsten spreker wordt bedoeld. Hij gelooft
dat de heer Dirks meer op het oog heeft de vergoedingdie
door bewoners van huizen aan de Vleeschmarkt is geno
ten voor het toelaten van vleeschhaken aan hunne huizen
iets dat in den laatsten tijd meer en meer in onbruik is ge
raakt.
De heer Brungcr zegtdat de bewoners der meeste hui
zen aan de Vleeschmarkt wel degelijk nog eene vergoeding
der slagers ontvangendoch dit is dan als verhuurders van
de vleeschbanken. Dit particulier belang kan echter niet op
wegen tegen het ongerijf, dat het algemeen 's Vrijdags ter
plaatse ondervindt. Een passage met handkarren is ter plaatse
dan bijna onmogelijk. Maar niet alleen om deze reden is
\erplaatsiug van de vleeschmarkt wenschelijk, maar ook om
dat de tegenwoordige plaats zeer ongeschikt voor het doel is.
Des zomers wanneer de zon op liet hoogst isis het er
zoo warmdat de slagers dan bepaald met hun waar Yer-
legeu zijn.
Nadat ter dezer zake nog eenige discussie had plaats gehad
tusschen de heeren DuparcBrungerBruinsmavan Slo
terdijck en de Voorzitter, zegt de heer Dirks dat het door
de gehouden discussie den schijn heeft als of hij de vleeschmarkt
op de tegenwoordige plaats zou willen behouden. Hij heelt
echter met zijne opmerking alleen dit beoogd, om te voorko
men dat het gemeentebestuur bij verplaatsing der vleeschmarkt
in ongelegenheid komt met de tegenwoordige houders of ver
huurders van staanplaatsen voor de vleeschbanken en hunne
regten zoo die er zijn.
Volgno. 108 wordt hierna onveranderd vastgesteld, evenals
ook velgno. 109.
Bij volgno. 110, art. 4, afd. Ill van hoofdst. III, .jaar
wedde van den beursmeester en kosten van inning derbeurs-
regten" deelt de Voorzitter mede, dat van de beurscom-
missie eene missive is ingekomen houdende voorstel om met
het oog op het toenemend beursbezoek de beurs 2-maal per
week voor den handel open te stellen. Mogt men zich met
dat voorstel kunnen vereenigen, dan zal later de thans aan
de orde zijnde post zeker moeten worden gewijzigd, wijl men bij
vermeerderde openstelling der beurs de jaarwedde van den beurs
meester ook wel niet gelijk zal kunnen laten.
Hierna wordt volgno. 110 onveranderd vastgesteldeven
als ook volgnos. 111, 112, 113, 114 en 115,