HHHHI
48
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 31 Mei 1883.
Ie suppletoir kohier der dir. belasting op het inkomen ten
behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1883
Gelet op art. 264 der gemeentewet, zooals dat is gewijzigd
bij de wet van 28 Junij 1881 (Stbl. no. 102);
Gelet op de besluiten dezer vergadering van den 18 No
vember 1882waarbij is bepaalddat voor het dienstjaar
1883 3.52 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden
geheven en van den 22 Maart 1883, waarbij ten aanzien van
het primitief kohier dezer belasting is bepaalddat van het
bedrag der aanslagen 98 °/0 zal worden ingevorderd
Besluit
1. het le suppletoir kohier van de dir. belasting op het
inkomen ten behoeve dezer gemeenteover het dienstjaar
1882 vast te stellen op een belastbaar inkomen van 24,274.351/«
en het totaal der aanslagen op 854.45
2. te bepalendat van het bedrag der aanslagen 98 pet
zal worden ingevorderd tengevolge waarvan zal worden geïnd
eene som van ƒ837.366.
3. de aanslagen invorderbaar te stellen in drie termijnen
vervallende op den 30 Julij 15 Sept, en 1 Nov. 1883
Niets verder te behandelen zijnde wordt de vergadering
door den voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 28 Junij 1883.
49
Vergadering van Donderdag 28 Junij 1883.
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heeren J. J. Brunger en jhr. mr. C. v. Eijsinga,
beide met kennisgeving.
Voorzitter de burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 14 Junij j.l, gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt:
1. een lijst van benoembaren tot leerares in de Duitsche taal en
letterkunde aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes.
Hierop komen voor: 1. mej. Ida Maria Kist te Sneek, 2.
mej. Jeanne Marie Elise van de Riviere te Zwolle, 3. mej.
Christina Martha v. d. Werff te Maastricht
2. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging van het besluit tot heffiDg van beursregten
3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
mindering van het aantal leervakken aan de school van mid
delbaar onderwijs voor meisjes.
Hierbij wordt voorgesteld
1. art. 1 der verordening op de school van middelbaar onder
wijs voor meisjes met vijfjarigen cursus (Gemeenteblad no. 7 van
1875) te wijzigen door het leervak, voorkomende onder lett.
k „het boekhouden" te doen vervallen en de daaropvolgende
vakken te brengen onder de letters k tot en met n;
2. te doen vervallen art. 2 der verordening regelende de
jaarwedden der docenten aan de school van middelbaar on
derwijs voor meisjes Gemeenteblad no. 22 van 1881)
4. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi
ging der verordening regelende het gebruik van de beurs
5. een adres van 720 ingezetenen houdende verzoek om
zoo spoedig mogelijk het tot stand komen eener deugdelijke
drinkwaterleiding te helpen bevorderen.
De Voorzitter meent, dat de zaak der waterleiding thans
eene belangrijke schrede is gevorderdwijl men toch mag
aannemen dat al de personen, die blijkens hunne handtee-
kening belangstellen in eene goede waterleiding, toekom
stige abonne's zijniets wat zeker de zaak voor ondernemers
meer aanlokkelijk maakt.
Hij kan voorts mededeelen, dat burgemeester en wethouders
zich voorstellen bij deze gelegenheid den raad een geheel
overzigt te verstrekken van hetgeen zooal door het collegie
in opzigt tot den aanleg eener drinkwaterleiding is verrigt
6. de rekening en verantwoording der inkomsten en uitga
ven van het stadsziekenhuis, dienst 1882;
7. een voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
gemeenteschool uo. 2.
Hierop zijn geplaatst: 1Haije Boonstra te Franeker, 2. Gerhar-
dus Wilhelmus Spitzen te 's Bosch, 3 Auke de Vries te Groningen.
Wordt besloten
de stukken vermeld onder nos. 1, 3 en 7 ter visie te leg
gen om in eene volgende vergadering te worden behandeld
die omschreven onder nos. 2 en 4 te doen drukken in de
bijlagen tot het raadsverslag, de rekening vermeld onder no.
6 ten tine van ouderzoek te stellen in handen van de heeren
jhr. mr. C. v. Eijsinga, mr. C. W. A. Buma en F. Plan-
tengaen het adres aangeduid onder no. 5 ten fine van
praeadvies in handen van burgemeester en wethouders.
III. Wordt medegedeeld:
1. eene dankbetuiging van den heer L. P. lioegholt voor
zijne definitieve benoeming tot leeraar in de klassieke talen
aan het gymnasium
iilJYOEQöJSL, BEHOOKKNBE BIJ Vh LEEUWABDEK COUKANT.1
2. eene missive van curatoren van het gymnasium, hou
dende mededeeling dat de overgangs-examens aan die inrig-
ting zullen worden gehouden op
Maandag 9 Julij e.k. 912 uur de le klasse.
n n n n 1 4 2e
Dingsdag 10 9—12 3e
nut 1 4 4e
Woensdag 11 9—12 5e
tot bijwoning van welke examens de leden van den raad
worden uitgenoodigd
3. eene uitnoodiging tot bijwoning der op 1 Julij e.k. te
houden openbare les der leerlingen van de door de ge
meente gesubsidieerde muziekschool onder directie van den
heer M. Hageman
4. dat door ged. staten is goedgekeurd het le suppletoir
kohier der dir. belasting op het inkomen, dienst 1883;
5. eene resolutie van ged. staten houdende beschikking op
twee reclames tegen aanslagen op het 2e en 3e suppletoir
kohier der dir. belasting op het inkomen, dienst 1882;
6. eene resolutie van ged. staten houdende beschikking op
eene reclame tegen het 2e suppletoir kohier der directe be
lasting op het inkomendienst 1882.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten:
1Voorstel van burgemeester en ivethouders op een adres
van den pachter der marktgelden om schadeloosstelling wegens
verlies in de opbrengst van het marktgeld tengevolge de ver
korting van den duur der kermis.
De conclusie van dit voorstel luidt:
aan den adressant H. Drijfhout eene vergoeding toe te
kennen in de schadedie hij zal ondervinden van de ver
korting van den duur der jaarmarkt in de verhouding van
10 tot 14 van de werkelijke opbrengst der belasting, gedu
rende de aanstaande jaarmarkt.
De heer van Slotordijck vindt deze conclusie minder
juist, ofschoon hij moet verklaren op dit oogenblik nog niet
gereed te zijn met eene verbetering. De bedoeling is zeker
dat den adressant eene remissie der pachtsom wordt toegekend
tot zoodanig bedrag als na afloop der jaarmarkt zou kunnen
gerekend worden het verschil te zijn tusschen de ontvangst
in 10 dagen en die in 14 dagen. Men wil den pachter 4
dagen vergoeden, maar nu gelooft hij dat het minder goed
is te spreken van eene vergoeding in verhouding van 10 tot
14. De bedoeling is zeker 4/14. Spr. moet echter opmerken,
dat ook dit nog niet geheel juist is. De duur der kermis is
immers van 14 op 9 dagen gebragt, dus 5 dagen verkort.
De vergoeding zal dus ook 5/14 moeten bedragen. Dit is,
naar hij meent ook geheel conform de bedoeling van het voorstel.
De Voorzitter moet erkennen, dat de geheele conclusie
wel gelukkiger zou kunnen zijn gekozen. De bedoeling is
dat den adressant eene korting op zijne pachtsom zal worden
toegestaan voor 5 dagen en dat die korting zal worden bere
kend naar de feitelijke opbrengst in de 9 kermisdagen. Aan
genomen dus, dat in die 9 dagen aan marktgeld werd ont
vangen b, v. ƒ900, dan zou de pachter 500 kunnen korten.
Den heer Duparc is het voorgekomendat adressant pne-
matuur- is geweest. Wij staan, zegt spr. nog vóór de kermis.
Het is zeer waarschijnlijkdatals de kermis 9 dagen duurt,
er minder marktgeld zal worden ontvangendan als zij 14
dagen duurt, maar het komt spr. voor, dat de adressant had
behooreu te wachten totdat behoorlijk zou kunnen worden
13
"W .1