98 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 November 1888. omvang zullen zijndan die door de beide vorige titularissen werden verrigt. Men vergete n.l. niet, dat men den nieuwen genees-en heel kundige den geheelen dienst in het ziekenhuis zou wenschen op te dragen. Tot nog toe heeft men in het ziekenhuis genees- en heelkundigen. Een geneeskundige is belast met de inwen dige gebrekenterwijl twee hebben te zorgen voor de uit wendige n.l. 1 voor de mannen en 1 voor de vrouwen Ten overvloede heeft men dan nog de geneeskundige, die met de dienst der prostituees is belast. Dit veelhoofdig bestuur is uit den aard der zaak minder wenschelijk te achten. Dat komen en gaan van verschillende personen op verschillende tijden is bepaald niet zoo goed, als dat één met den geheelen dienst in het ziekenhuis is belast. Ook de commissie van bestuur over het ziekenhuisdie door de voorstellers bij voor baat werd gehoord kan zich wel met den voorgestelden maat regel vereenigen. Ziedaarzegt spr.de reden waarom de voorstellers van het tegenwoordig oogenblik willen profiteren om meer een heid en meer vereenvoudiging aan te brengen in den genees kundigen dienst in het ziekenhuis en om door combinatie en aanvulling van salaris te komen tot eene ruimere keuze en daardoor vrij zeker ook tot eene verbetering van dienst. Het spreekt van zelf, dat bij aanneming van het gedane voorstel de reeds gedane oproeping van sollicitanten naar de betrekking van stads heelmeester en geneeskundige bedoeld hij art. 24 der verordening op de huizen van ontucht zal moeten vervallen en dat tevens niet kan achterwege blijven eene wijziging der verordening op de genees-heel- en ver loskundige behandeling en verzorging van behoeftigen en van het reglement op het bestuur van het stads ziekenhuis. Geen der leden verder het woord verlangendewordt be sloten het voorstel ter visie te leggen en het in eene volgende vergadering te behandelen. IV. Verder wordt ter tafel gebragt 1. De memorie van beantwoording opgemaakt door burge meester en wethouders naar aanleiding van het verslag van rapporteurs omtrent het onderzoek in de sectiën van de ontwerp- gemeente-begrootingdienst 1884. De voorzitter deelt mededat het in zijne bedoeling ligt den raad tot behandeling van gemelde ontwerp-begrooting bij een te roepen op Zaturdag den 17 Nov. e.k.voorm. 10 uur. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders strekkende om aan den heer F. C. Andrescovereenkomstig zijn daartoe gedaan verzoekeervol ontslag te verleenen als lid der com missie van administratie der stads bank van leening. 3. Twee aanbevelingen ter benoeming van een lid der commissie van administratie der stads bank van leeningter vervulling der vacature te ontstaan door het aan den heer F. C. Andrete op zijn verzoek te verleenen eervol ontslag. Op de aanbeveling ingezonden door voormelde commissie, komen voor de heerenJ. van Mesdag en T. Gratama en op dieopgemaakt door burgemeester en wethouders de heerenW. Sprenger en S. van Hulst. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders strekkende om het verzoek van K. T. de Boer alhierom de herberg de Bleek c. a. onderhands in te huren voor een prijsdoor des kundigen te bepalenals niet voor inwilliging vatbaarte wijzen van de hand. 5. Voorstel tot nadere regeling van jaarwedden van onder wijzers aan gemeentescholen. Hierbij wordt voorgesteld te besluiten: I. artikel 2 der verordening tot regeling der jaarwedden van de onderwijzers aan de gemeentescholen van openbaar lager onderwijs (Gemeenteblad no. 15 van 1881) zooals dat is gewijzigd bij raadsbesluit van den 13 Julij 1882 (Gemeente blad no. 7 van 1882) te wijzigen en te doen luiden als volgt De jaarwedden van de overige onderwijzers bedragen van den eersten onderwijzer: aan de school der eerste klasse voor jongens 1000 meisjes 900 tweede a 1000 b en der derde klasse 800 Van de onderwijzers, die den hoofdouderwijzersrang bezitten, voor zoover dit bij de oproeping wordt gevraagd 700 van de verdere onderwijzers aan de school der eerste klasse voor jongens 650 overige scholen 600 Wordt een der laatstbedoelde onderwijzers met het geven van onderwijs in de Fransche taal belastdan wordt zijne jaarwedde met ƒ200 verhoogd; II. bij het sub I. te nemen besluit te bepalendat aan de bij het in werkingtreden van dat besluit in betrekking zijnde onderwijzers en onderwijzeressen met hoofdactedie eene jaarwedde van minder dan ƒ700 genieten, met ingang van 1 Januarij 1884, eene jaarwedde van 700 worde toegekend. 6. Adres van G. H. Fortwengler alhier, om ontheven te worden van een gedeelte der pachtsom van het buffet in de beurs. 7. Adres van A. J. Feddema alhier houdende verzoek om te worden ingelichttegen welken prijs hij in eigendom kan erlangen een gedeelte van het bouwterreingelegen tusschen de Huidenmarkt en de Sophialaan Wordt besloten: de hiervoor onder no. 1 vermelde memorie van beantwoording te doen drukken in de bijlagen tot het raadsverslagde stukken vermeld onder nos. 2 tot en met 5 ter visie te leggen voor de ledenten einde in eene volgende vergadering te worden behandeld en de adressen omschreven onder nos. 6 en 7 te stellen in handen van burgemeester en wethouders ten fine van prae-advies. V. Wordt medegedeeld en door de vergadering voor no tificatie aangenomen 1. eene resolutie van gedeputeerde statenhoudende uit spraak op bij dat collegie ingediende reclames tegen aansla gen op het primitief kohier der directe belasting op het inkomen dienst 1883 2. dat door den Koning tot 1 Januarij 1887 is goedge keurd het raadsbesluit dd. 27 September j.l.tot heffing van regten aan de waag 3. dat door gedeputeerde staten zijn goedgekeurd de raads besluiten 0. tot aankoop van woningen achter ,de Witte Hand b. tot onderhandsche verhuring van het huis in de Prins Hendrikstraat c. tot overname van de Houtstraat 4. dat voor de onder no. 3c bedoelde overname denoodige notariële acte is opgemaakt en door partijen onderteekend. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe pingsbrief vermelde punten 1Voorstel van burgemeester en wethouders tot overbrenging van de comptabiliteit van den directeur der gemeentewerken naar de secretarie. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 November 1883. 99 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening regelende het getal enz. der ambtenaren en be dienden belast met het beheer en de zorg voor de plaatselijke werken enz. 3. Voorstel tot wijziging der verordening regelende het getal enz. van de ambtenaren ter gemeente-secretarie. Op voorstel des voorzitters worden deze voorstellen als met elkander in verband staande tegelijk in behandeling genomen. Zij strekken om I. het aanhouden der registers en de verdere administratie betrekkelijk de comptabiliteit van den directeur der gemeente werken over te brengen naar de secretarie der gemeente; II. de verordening regelende den rang, het getal, de be zoldiging en de wijze van benoeming der ambtenaren en be dienden belast met het beheer en de zorg voor de plaatselijke werken en eigendommen van deze gemeente (Gemeenteblad no. 18 van 1873), zooals die is gewijzigd bij raadsbesluit van den 28 April 1881, Gemeenteblad no. 10 van dat jaar, te wijzigen door in art. 1 te rojeren: ,lett. d. een schrijver" en de overige bepalingen der verordening daarmede in verband te brengen III. art. 1 der verordening regelende het getal en de be zoldigingen van de ambtenaren ter gemeente-secretarie alhier, zoomede van de beambten voor den verderen dienst in het ge meentehuis (Gemeenteblad no. 5 van 1881) te wijzigen als volgt 0. op het hoofdbureau in plaats van .vier" te lezen .vijf' klerken, ieder op eene jaarwedde van ƒ400 tot ƒ800. Zonder discussie en hoofdelijke stemming worden deze voor stellen aangenomen. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot regeling van het onderwijzend personeel der bewaarschool aan den Oostersingel. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten 1. aan het hoofd der gemeente-bewaarschool no. 5 aan den Oostersingel te plaatsen eene onderwijzeres II. de jaarwedde van de sub I bedoelde onderwijzeres te bepalen op ƒ800; III. burgemeester en wethouders te magtigen de vereischte maatregelen te nemen tot benoeming van het hulppersoneel, dat voor de gemeente-bewaarschool no. 5 zal blijken noodig te zijn IV. burgemeester en wethouders uit te noodigen de ver eischte voorstellen te doen omtrent het bedrag, dat als gevolg van dit besluit op de gemeente-begreoting voor 1884 zal moeten worden aangebragt. 5. Benoeming van twee voogden der stads armenkamer. Ter vervulling der vacaturete ontstaan door periodieke aftreding van den heer G. Gratama worden aanbevolen de heeren: 1. mr. J. C. Meijer, 2. G. Gratama en 3. A. J. E. Lucardie en voor de vacature te ontstaan door gelijke aftre ding van den heer F. O. Bloembergen de heeren: 1. S. Stel lingwerf Beintema, 2. mr. J. van Leeuwen en 3. mr. J. Tjebbeszulks wat laatstbedoelde vacature betreft met wijzi ging eener vroegere aanbeveling. Met algemeene (20) stemmen worden de beide onder no. 1 vermelde heeren tot voogd der stads armenkamer benoemd. 6. Benoeming van eene voogdes en van een voogd van het nieuwe stads weeshuis. Door het weeshuisbeBtuur worden aanbevolen o. voor voogdes mevr. AlbardaWierdsmaaftr. voogdes mevr. BolmanSmeding, mevr. Lucardievan Dorssen en b. voor voogd de heerenmr. E. Attema aftr. voogd G MenaldaF. Plantenga. Met algemeene stemmen worden de beide aftredenden in hunne respectieve betrekking van voogdes en voogd herbe noemd. 7. Benoeming van een lid der commissie van administratie der stads bank van leening. Op de aanbeveling der commissie van administratie komen voor de heeren: S. Draisma van Valkenburg, aftr. lid, en Jvan Mesdagterwijl zijn geplaatst op die opgemaakt door burgemeester en wethouders ingevolge art. 1 van het reglement der commissie de heeren H. Albarda Sz. en mr. S. Salverda. Met algemeene stemmen wordt de heer S. Draisma van Valkenburg als lid der commissie van administratie der stads bank van leening herbenoemd. 8. Benoeming van twee leden der commissie van toezigt op het lager onderwijs. Door de commissie van toezigt worden aanbevolen voor de le vacature de heeren: F. Plantenga, aftredend lid, mr. H. D. van Ketwich Verschuur en mr. A. Telting, en voor de 2e vacature de heerendr. E. O. Houtsmaaftredend lid F. O. Bloembergen en mr. J. M. van Hettinga Tromp. De beide aftredende leden worden herbenoemdrespectie velijk met 19 en 20 stemmen. Op eene desbetreffende vraag van den Voorzitter aan den heer Plantengaverklaart deze zijne herbenoeming aan te nemen en bedankt hij den leden voor het hernieuwd blijk van vertrouwen. 9. Benoeming van een lid der commissie van toezigt op de scholen van middelbaar onderwijs. Met algemeene stemmen wordt het aftredend lid, de heer mrT. van Hettinga Trompherbenoemd. Met den herbenoemde stonden op de aanbeveling der com missie de heeren mr. E. Koning en mr. C W. A. Buma. Op voorstel des Voorzitters wordt besloten aan de boven- vermelde benoemingen uitvoering te geven vóór de resumtie jer notulen. Hierna wordt de vergadering door den Voorzitter gesloten;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1883 | | pagina 2